***
© Bart Grietens
Amsterdam, 4 mei 2016


‘Der Kaiser von Atlantis’ terug in Amsterdam op 4 mei

‘Der Kaiser von Atlantis’ van Viktor Ullmann beleefde zijn postume wereldpremière in 1975 in Amsterdam. Nu is de opera terug in Amsterdam ter gelegenheid van de dodenherdenking 4 mei 2016 bij de stichting M31 Foundation in het kader van het programma ‘Theater na de Dam’.

De vaste lezers van Opera Nederland hebben geen uitleg nodig over de opera ‘Der Kaiser von Atlantis’ van Viktor Ullmann (1898-1944). Eerder werden al opvoeringen van het werk in Berlijn, Warschau, Münster en Gelsenkirchen besproken en eind vorig jaar nog werd een uitvoering in Amsterdam behandeld.

De eenakter ‘Der Kaiser von Atlantis’ is een indrukwekkend werk, een belangrijk tijdsdocument en een wrang testament, dat sentimenten losmaakt zoals bijna geen enkel ander modern muziekdramatisch werk doet. Ullmann componeerde de opera in het concentratiekamp Theresienstadt en repeteerde het werk in augustus en september 1944, voordat hij een maand later in Auschwitz werd vermoord samen met zijn librettist Peter Kien, hun echtgenotes en hun ouders. Ook de vertolker van de titelrol bariton Walter Windholz en de 20-jarige, tweede violist Heinrich Taussig – die als wonderkind op zijn dertiende al dertig vioolconcerten uit het hoofd kon spelen – werden in 1944 in Auschwitz vermoord.

‘Der Kaiser von Atlantis’ beleefde uiteindelijk zijn postume wereldpremière pas in 1975 in Amsterdam in een eerste poging tot reconstructie van het werk door Kerry Woodward. Onder anderen Meinard Kraak, Roberta Alexander, Tom Haenen, Adriaan van Limpt en Inge Fröhlich zongen de veeleisende partijen. Nu ruim veertig jaren later presenteert de stichting M31 Foundation ter gelegenheid van de dodenherdenking 2016 ‘Der Kaiser von Atlantis’ in samenwerking met de Nederlandse Reisopera, New European Ensemble en Theater na de Dam.

Robin Coops (1988) – artistiek leider en oprichter van M31 Foundation – brengt op introverte en sombere wijze het verhaal over Keizer Overall (“Deutschland über alles”), wiens absolute macht gebroken wordt wanneer de Dood weigert om de mensen verder te laten sterven. De opvoering speelt zich af in een dode ruimte met blokken en schijnwerpers; schijnwerpers die nooit echt goed de gezichten van de personages vinden. Het geheel is onbestendig in plaats, tijd en persoon en er is geen werkelijke focus.

De partijen van ‘Der Kaiser von Atlantis’ zijn met zeven Nederlandse zangers bezet. Kaiser Overall wordt gezongen door de bariton Wiard Witholt, wiens lyrische stem goed past bij de keuze voor Ullmans tweede, afgezwakte versie van de slotaria met de milde, levensbevestigende muziek op tekst van Felix Braun (ook al zou dramaturgisch de sterkere, cynische tekst van Kien de voorkeur hebben gehad). De mezzosopraan Ellen van Beek vertolkt de dramatische partij van Der Trommler met grote inzet. Zij zingt de aria in de eerste scène in de eerste versie met het gewaagde citaat op de vervreemde melodie van het Deutschlandlied. De bas-bariton Nanco de Vries is Der Tod met een lekkere lage Des in de finale van de eerste scène. De bariton Marijn Zwitserlood zingt de “Schreckungsmeldungen” van de Lautsprecher, de tenor Erik Slik is een heldere Harlekin en de Soldaten zijn de tenor Jacques de Faber en de sopraan Donij van Doorn.

Tijdens de repetitieperiode in blok L 411 van Theresienstadt bracht Ullmann veel veranderingen aan in het werk. Een dirigent van ‘Der Kaiser von Atlantis’ dient derhalve in staat te zijn de verschillende aantekeningen tijdens compositietijd en repetitietijd van elkaar te onderscheiden om de zin en intentie van het werk te begrijpen. Dirigent Frank Zielhorst leidt het instrumentale ensemble uitstekend en de solistische bezetting geeft goed het intieme karakter van de muziek weer. Gekozen is voor de piano als begeleider van de recitatieven, niet met klavecimbel. Voor het finaleterzet van de eerste scène wordt de autograaf van Ullmann aangehouden. De Dodendans-minuet wordt echter niet – zoals in de autograaf – in zijn geheel aan het begin van de tweede scène gespeeld, maar – zoals in de Scott-editie – opgedeeld in een deel aan het begin en een deel aan het einde van de tweede scène.

En dat is het fascinerende aan ‘Der Kaiser von Atlantis’. Iedere uitvoering van de opera vandaag de dag is een unieke reconstructie met meerdere opties voor aria’s en instrumentatie. De opera blijft je bezighouden en iedere keer zijn er weer nieuwe aspecten te ontdekken.