16-04-2016
Op 5 april 2016 is de Australische sopraan Elsie Morison overleden.
Elsie Jean Morison werd op 15 augustus 1924 in Ballarat, Victoria, geboren en studeerde tussen 1943 en 1945 aan het Melbourne Conservatorium of Music bij Clive Carey. Bij hem studeerde zij in 1947 en 1948 ook aan het Royal College of Music in Londen.
Elsie Morison maakte haar Engelse concertdebuut in 1948 in de Royal Albert Hall te Londen in ‘Acis and Galatea’ van Händel. Die zomer werd zij geëngageerd door de Sadler’s Wells Opera en daar zou zij tot 1954 geregeld optreden. Zij zong de rol van Anne Trulove in 1953 tijdens de Britse scenische première van ‘The Rake’s Progress’ van Stravinsky in Edinburgh en tijdens haar Glyndebourne debuut een jaar later. Haar debuut in het Royal Opera House Covent Garden in Londen vond plaats in 1953 als Mimì in ‘La Bohème’ van Puccini en zij zou tot 1962 regelmatig in het operahuis blijven zingen. Buitenlandse engagementen brachten haar onder andere naar Nederland, Denemarken en Frankrijk.
Andere rollen van haar repertoire waren Susanna in ‘Le Nozze di Figaro’, Pamina in ‘Die Zauberflöte’, Marzelline in ‘Fidelio’, Micaëla in ‘Carmen’, Antonia in ‘Les Contes d’Hoffmann’, Marenka in ‘Die verkaufte Braut’ en Blanche in de Britse première van ‘Dialogues de Carmelites’ van Poulenc in 1958. In 1955 zong zij de titelrol in de wereldpremière van ‘Menna’ van Arwel Hughes bij de Welsh National Opera.
In 1963 werd zij de tweede echtgenote van de Tsjechische dirigent Rafael Kubelík en beëindigde daarna haar zangcarrière. Haar stem is vastgelegd op opnamen van onder andere ‘A Child of Our Time’ van Michael Tippett en ‘Liebeslieder Waltzer’ van Brahms met Marjorie Thomas, Richard Lewis en Donald Bell.
Elsie Morison overleed in Praag en na een dienst in Praag is zij overgebracht naar het familiegraf in haar geboorteplaats Ballarat.
Kijk op YouTube