© Thomas M. Jauk
Hannover, 11 maart 2016

‘Der Freischütz’ schiet zijn doel voorbij in Hannover

De Nederlandse sopraan Kelly God zingt de rol van Agathe in ‘Der Freischütz’ van Carl Maria von Weber voor het eerst in de Staatsopera van Hannover. Helaas vindt haar optreden plaats in een productie, die de muziek slechts als garnering opdient voor het concept van het Duitse regietheater.

De productie van de opera ‘Der Freischütz’ (Berlijn, 1821) van Carl Maria von Weber (1786-1826) in de Staatsopera van Hannover werd vooraf al bekritiseerd. De opera stond op het lesprogramma van scholieren, maar de Staatsopera zelf vond de enscenering ongeschikt voor bezoekers onder de 16 jaar waardoor de schoolbezoeken moesten worden afgezegd. Politici zagen de enscenering als het “symptomatisch voor het verval van de Staatsopera”. Men zou geen kans krijgen om de opera in zijn originele vorm te leren kennen.

Regisseur Kay Voges (Düsseldorf, 1972) houdt ervan de opera te verstoren en te vervreemden. Hij is toneelintendant in Dortmund en ‘Der Freischütz’ is pas zijn tweede operaproductie. Maar opera blijkt niet zijn metier. Voges grijpt het begrip “Duits” en “nationaal” aan, omdat ‘Der Freischütz’ een typisch Duitse opera is en daarmee wil hij laten zien wat nu eigenlijk Duits is in de geschiedenis en de tegenwoordige tijd. Maar zijn beeld van Duitsland is oppervlakkig. Er zijn voetbalfans, hoeren, homo’s, reuzekonijnen, tuinkabouters, de Kerstman, Sneeuwwitje, Heino, Hildegard Knef, hakenkruizen en uiteraard de hitlergroet. Er zijn beelden van een Pegida-demonstratie in Dresden tijdens van het Jagerskoor in de derde akte, men ziet de brandaanslagen op de vluchtelingenkampen, het dode jongetje dat aanspoelde op het Griekse strand, Nazi’s in travestie en de moeder van Max in het wolfsravijn als een manwijf met blonde pruik, borsthaar en het woord STAAT op haar borst. Voges maakt van ‘Der Freischütz’ een musical-horror-komedie en een parodie die doet denken aan een B-film. Niet alles is daadwerkelijk smaakvol.

1450113616_freischuetz_gp_331Niet de titelrolvertolker Max van ‘Der Freischütz’ is de hoofdpersoon, maar de bij- en spreekrol van Samiel is het belangrijkste personage in deze productie. Samiel is een slissende gnoom met knobbelneus, flaporen en lange vingers en is van het begin tot het einde aanwezig. Hij onderbreekt de zangers, geeft regie-aanwijzingen en spoelt scènes terug. Via zijn mond – en middels de videobeelden – biedt Voges slechts clichépsychologie en -filosofie. Het blijft allemaal bij losse uitlatingen en mededelingen.

Het regietheater van Voges doet inmiddels ouderwets aan. Noch de projectiekunsten en live-camerabeelden die het toneelbeeld overlappen, noch actualiteit, politiek en seks in opera zijn nieuw. Net als zo vaak in Duits regietheater wordt ook het concept door Voges niet consequent gehandhaafd. Een helder focus vindt men niet en de gesproken teksten van de opera hebben niet veel met het concept te maken. Het enige positieve dat men erover zou kunnen zeggen is dat de opvoering onderhoudend is; je weet soms niet waar je moet kijken.

Voges toont een minachting voor de muziek. Zij wordt slechts als garnering voor het toneelconcept opgediend, heeft geen relatie met de enscenering en wordt keer op keer onderbroken door de handelingen op het toneel. En de zangers worden teruggebracht tot louter elementen. Terwijl Agathe geprojecteerd wordt op een sectietafel van de patholoog-anatoom en vervolgens door een bruine uitscheiding rolt, zingt de Nederlandse sopraan Kelly God de aria “Leise, leise” van Agathe prachtig verstild. En ook “Und ob die Wolke verhülle” zingt zij met beeldschone lijnen. De lyrische partij van Agathe is Kelly God eigenlijk ontgroeit en men zou haar nu graag eens in de Jugendlich-dramatische rollen van Richard Strauss willen horen.

Terwijl Max in de eerste akte in het terzet zingt, kijkt men naar een projectie van zijn penisamputatie. Hij lijdt aan het Syndroom van Gilles de la Tourette en schreeuwt telkens onverwacht “penis”. En in de eerste akte treft zijn toverkogel een vrouw met hoofddoek. De Canadees Eric Laporte weet zich als Max te midden van al dat gedoe goed staande te houden met zijn stralende tenor. Kaspar – met jahadistenbaard – wordt gezongen door de Noorse bariton Björn Waag. Hij is een echte heldenbariton met een helder geluid en brede hoogte. Ännchen – net als Agathe verkleed als Sneeuwwitje en met Agathe en Max een triootje vormend – wordt gezongen door de jonge Duitse sopraan Athanasia Zöhrer. Zij is een groot talent met een aantrekkelijk timbre, goede muzikaliteit en een uitstekende dictie, maar zij zou de hoogte nog minder breed moeten nemen. De Georgische bas Shavleg Armasi is een Eremit met waardigheid. Benjamin Reiners is eerste Kapellmeister in Hannover en leidt het Niedersächsisches Staatsorchester Hannover met grip en natuurlijk tempi. En zo is er met de ogen dicht veel te genieten.