07-03-2016
De Franse coloratuursopraan Mady Mesplé werd op 7 maart 1931 in Toulouse geboren.
Mady Mesplé studeerde zang bij Janine Micheau in Parijs en maakte haar professionele debuut in januari 1953 in Luik in de titelrol van ‘Lakmé’ van Delibes. Zij zou deze rol in haar carrière 145 keer zingen. Met deze rol maakte zij ook haar debuut in De Munt van Brussel in 1954 en in de Opéra-Comique van Parijs in 1956. In Palais Garnier zong zij voor het eerst in 1958 als Constance in ‘Dialogues des Carmélites’ van Francis Poulenc.
Haar internationale carrière bracht haar verder onder andere naar het Bolshoi Theatre in Moscou, het Royal Opera House Covent Garden in Londen, La Scala in Milaan, de Metropolitan Opera in New York en Teatro Colón in Buenos Aires.
Tot haar Franse repertoire behoorden verder de rollen van Olympia in ‘Les Contes d’Hoffmann’, Philline in ‘Mignon’, Leïla in ‘Les Pêcheurs de Perles’, Juliette in ‘Roméo et Juliette’, Ophélie in ‘Hamlet’, Dinorah, Manon en Sophie in ‘Werther’. Haar Italiaanse rollen waren onder andere Amina in ‘La Sonnambula’, Rosina in ‘Il Barbiere di Siviglia’, Norina in ‘Don Pasquale’ en Gilda in ‘Rigoletto’. Haar Duitse partijen waren de Königin der Nacht in ‘Die Zauberflöte’, Sophie in ‘Der Rosenkavalier’ en Zerbinetta in ‘Ariadne auf Naxos’.
In de jaren zestig wijdde zij zich aan het moderne repertoire. Zo componeerde Charles Chaynes voor haar zijn vier ‘Poèmes de Sappho’. Verder zong zij op 21 oktober 1963 in de Opéra-Comique de rol van Kitty in de wereldpremière van de opera ‘Le Dernier Sauvage’ van Menotti, die op 23 januari 1964 zijn Engelstalige première beleefde als ‘The Last Savage’ in de Met. In 1965 zong zij in de première van ‘Élégie pour Jeunes Amants’, de Franse versie van ‘Elegy for Young Lovers’ van Henze. Pierre Boulez koos Mady Mesplé voor zijn uitvoeringen van het oratorium ‘Die Jakobsleiter’ van Arnold Schoenberg.
Mady Mesplé trok zich in 1985 terug van de bühne en gaf daarna zangles aan het École Normale de Musique in Parijs en het Conservatoire van Lyon.
Haar stem is vastgelegd op talrijke opnamen, waaronder behalve natuurlijk ‘Lakmé’ ook ‘Fra Diavolo’ en ‘Manon Lescaut’ van Auber, ‘La Fille de Madame Angot’ van Charles Lecocq, ‘Les Cloches de Corneville’ van Robert Planquette, ‘Les Saltimbanques’ van Louis Ganne, ‘Véronique’ van André Messager en ‘Ciboulette’ van Reynaldo Hahn.
Kijk op YouTube