04-05-2015

Roberta Peters werd op 4 mei 1930 als Roberta Peterman in The Bronx van New York geboren.

Roberta Peters maakte in 1950 op 19-jarige leeftijd haar operadebuut aan de Metropolitan Opera van New York toen zij voor de zieke Nadine Conner inviel in de rol van Zerlina in ‘Don Giovanni’ van Mozart. Zij zou in de Met tot 1985 515 voorstellingen geven in 23 rollen. In 1953 maakte zij haar debuut in de Royal Opera House Covent Garden van Londen in ‘The Bohemian Girl’ van Balfe onder leiding van Sir Thomas Beecham. Zij gasteerde in 1963 als Gilda in ‘Rigoletto’ en als de Königin der Nacht aan de Wiener Staatsoper en in het seizoen 1963/1964 eveneens als Königin der Nacht bij de Salzburger Festspiele. In 1964 zong zij in de Met de rol van Kitty in de Amerikaanse première van ‘The Last Savage’ van Menotti. Haar autobiografie verscheen in 1967 onder de titel ‘A Debut at the Met’. Korte tijd was zij getrouwd met de bariton Robert Merrill (1917-2004). Na haar afscheid gaf zij zangles aan de Ithaka University.

Roberta Peters zong aan de Met haar glansrollen als Rosina in ‘Il Barbiere di Siviglia’, Barbarina en Susanna in ‘Le Nozze di Figaro’, Gilda, Lauretta in ‘Gianni Schicchi’, Despina in ‘Così fan tutte’, Sophie in ‘Der Rosenkavalier’, de Hirtenknabe in ‘Tannhäuser’, Adele in ‘Die Fledermaus’, Oscar in ‘Un Ballo in Maschera’, Fiakermilli in ‘Arabella’, Amor in ‘Orfeo ed Euridice’, Olympia in ‘Les Contes d’Hoffmann’, Norina in ‘Don Pasquale’, Lucia di Lammermoor, Adina in ‘L’Elisir d’Amore’, Zerbinetta in ‘Ariadne auf Naxos’, Amina in ‘La Sonnambula’, Nannetta in ‘Falstaff’ en Marzelline in ‘Fidelio’.

Haar stem is vastgelegd op diverse opnamen van opera’s, waaronder voor RCA ‘Il Barbiere di Siviglia’, ‘Rigoletto’, ‘Un Ballo in Maschera’, ‘Orfeo ed Euridice’, ‘Ariadne auf Naxos’, ‘Lucia di Lammermoor’, ‘Le Nozze di Figaro’; voor DGG ‘Die Zauberflöte’; voor CBS ‘Così fan tutte’ en voor Decca ‘Ariadne auf Naxos’.

Kijk op YouTube