De operawereld verloor in 2014 een aantal belangrijke zangers. Hier volgt een overzicht.

Mezzosopraan Anna Reynolds overleden (83)

Op 24 februari 2014 is de Engelse mezzosopraan Anna Reynolds overleden.

Anna Reynolds Fricka Bayreuth 1970Anna Reynolds werd op 5 juni 1930 geboren in Canterbury. Zij studeerde zang bij onder anderen Ré Koster in Rome. Zij maakte haar operadebuut in 1958 in Como in ‘Dido and Aeneas’ van Purcell. In 1963 zong zij de rol van Dorabella in ‘Così fan tutte’ in Nederland in een gastvoorstelling van de Koninklijke Muntschouwburg van Brussel in ons land. Zij maakte zong voor het eerst in de Royal Opera House Covent Garden in Londen op 18 januari 1967 als Adelaide in ‘Arabella’ van Richard Strauss en maakte haar debuut in de Metropolitan Opera van New York op 22 november 1968 als Flosshilde in ‘Das Rheingold’. In 1975 keerde zij terug naar de Met voor de rol van Fricka in ‘Das Rheingold’ en ‘Die Walküre’. In 1970 zong zij tijdens de Salzburger Festspiele in ‘Der Ring des Nibelungen’ onder leiding van Herbert von Karajan. In Bayreuth zong zij van 1970 tot en met 1975 de rol van Fricka, Waltraute en de Tweede Norn in de ‘Der Ring des Nibelungen’, van 1972 tot en met 1975 Siegrune in ‘Die Walküre’ en van 1973 tot en met 1975 Magdalena in ‘Die Meistersinger von Nürnberg’. Anna Reynolds is in een aantal opnamen van opera’s te horen. Zo zong zij Silvio in ‘Il Pastor Fido’ van Händel (Warner Fonit, 1961), Leonarda in Donizetti ‘L’Ajo nell’Imbarazzo’ (RCA, 1963), Miss Todd in ‘The Old Maid and the Thief’ van Menotti (Turnabout, 1970), Mesaggiero in ‘L’Orfeo’ van Monteverdi (DG, 1973), Federica in ‘Luisa Miller’ van Verdi (Decca, 1974) en Sorceress in ‘Dido and Aeneas’ (Decca, 1975). Anna Reynolds ontmoette de Amerikaanse tenor Jean Cox en was met hem getrouwd tot diens overlijden op24 juni 2012. Zij woonden in het dorp Peesten in de gemeente Kasendorf, van het Duitse Beieren, waar Anna Reynolds op 24 februari 2014 overleed.

Bariton Nicolae Herlea overleden (86)

Op 24 februari 2014 is de Roemeense bariton Nicolae Herlea overleden.

Nicolae HerleaNicolae Herlea werd op 28 augustus 1927 in Boekarest geboren. Hij studeerde aan het Conservatorium van Boekarest en daarna aan de Accademia di Santa Cecilia van Rome. Hij maakte zijn professionele operadebuut in 1951 aan de Opera Națională București als Silvio in ‘Pagliacci’ van Leoncavallo. Hij was voor het eerst te horen in de Royal Opera House Covent Garden van Londen op 29 oktober 1060 als Figaro in ‘Il Barbiere di Siviglia’ van Rossini naast Teresa Berganza. Voorts maakte hij zijn debuut in de Metropolitan Opera van New York in 1964 als Rodrigo naast Franco Corelli en Leonie Rysanek. In de Met zong hij gedurende twee seizoenen in 24 voorstellingen. Verder was Herlea te horen in de Scala van Milaan, het Teatro Liceo van Barcelona, de Staatsoper van Berlijn, de Weense Staatsoper, het Salzburg Festival en de Munt Opera van Brussel. Hij zong de rol van Figaro in ‘Il Barbiere di Siviglia’ zo’n 550 keer. Herlea werkte mee aan studio-opnamen van de opera’s ‘Il Barbiere di Siviglia’, ‘Pagliacci’, ‘Lucia di Lammermoor’ van Donizetti, ‘Tosca’ van Puccini, ‘Cavalleria Rusticana’ van Mascagni en ‘Forza del Destino’, ‘Rigoletto’ en ‘La Traviata’ van Verdi. Na zijn afscheid van het operatoneel gaf Herlea masterclasses aan het conservatorium van Boekarest. Gedurende de afgelopen tien jaar was hij president van de jury van de Hariclea Darclée International Voice Competition in Roemenië. Ter gelegenheid van zijn 85e verjaardag ontving hij de Darclee Medal en de Darclee Foundation’s Honorary Diploma. Nicolae Herlea overleed in zijn woonplaats Frankfurt omringd door zijn familie.

Tenor Renato Cioni overleden (84)

Op 4 maart 2014 is de Italiaanse tenor Renato Cioni overleden.

Renato CioniRenato Cioni werd op 15 april 1929 in Portoferraio op het eiland Elba geboren. Hij studeerde op het Cherubini conservatorium van Florence en maakte in 1956 in Spoleto zijn professionele operadebuut als Edgardo in ‘Lucia di Lammermoor’ van Donizetti. Hij maakte zijn debuut in de Scala van Milaan op 4 maart 1961 als Pinkerton in ‘Madama Butterfly’ van Puccini. Op 15 mei 1962 was hij te horen in Nederland in een gastvoorstelling van de Koninklijke Muntschouwburg van Brussel in ons land als de Hertog in ‘Rigoletto’ van Verdi. Hij werkte op 5 juli 1965 mee aan het laatste optreden van Maria Callas in ‘Tosca’ in Covent Garden. Cioni zong voor het eerst in de Metropolitan Opera van New York op 18 april 1970 als Pollione in ‘Norma’ naast Joan Sutherland in de titelrol. Zijn lyrische tenor is in 1961 in de Decca-studio vastgelegd op integrale opnamen van ‘Lucia di Lammermoor’ en ‘Rigoletto’. Daarnaast bestaan er diverse live-opnamen van hem als onder andere Paolo in ‘Francesca da Rimini’ van Zandonai in Trieste (Cetra, 1961), Elvino in ‘La Sonnambula’ van Bellini in New York (SRO, 1961), Pinkerton in ‘Madama Butterfly’ in Napels (GOP, 1961), Alfredo ‘La Traviata’ in Scala (Gala, 1964) en Pinkerton in ‘Madama Butterfly’ in Turijn (Opera d’Oro, 1967). In 1986 was Renato Cioni nog te gast in Nederland als Radamès in ‘Aida’ van Verdi en een jaar later als Alfredo in ‘La Traviata’. Cioni overleed in zijn geboorteplaats Portoferraio.

Bas Lieuwe Visser overleden (74)

Op 4 maart 2014 is de Nederlandse bas Lieuwe Visser overleden.

Lieuwe VisserLieuwe Visser werd op 23 augustus 1940 in Diemen geboren. Hij had zangles bij de mezzosopraan Jo van de Meent en bij de pianist Giorgio Favaretto in Rome. In Amsterdam voltooide Visser zijn opleiding bij de Operastudio van De Nederlandse Operastichting en bij dit gezelschap maakte hij op 17 juni 1966 zijn professionele operadebuut als één van de debutanten in ‘Don Carlos’ van Verdi in het kader van het Holland Festival. Verder zong hij bij De Nederlandse Operastichting rollen als Basilio in ‘Il Barbiere di Siviglia’, Alidoro in ‘Cenerentola’ en Geronio in ‘Il Turco in Italia’ van Rossini, Trulove in ‘The Rake’s Progress’ van Stravinsky, Zaccaria in ‘Nabucco’ van Verdi, de Landloper in ‘Die Kluge’ van Orff in regie van Jan Bouws, de titelrol in ‘Don Pasquale’ van Donizetti, Masetto in ‘DonGiovanni’ van Mozart – in het kader van het Holland Festival – en Swallow in ‘Peter Grimes’ van Britten. In 1976 opende Lieuwe Visser het seizoen van De Nederlandse Operastichting als Farfarello in ‘De Liefde voor de Drie Sinaasappelen’ van Prokofiev. In 1977 en 1981 zong hij bij het gezelschap de rol van Horn in de befaamde productie van ‘Un Ballo in Maschera’ naast Cristina Deutekom, Jan Derksen, Adriaan van Limpt en Pieter van den Berg. Verder was Lieuwe Visser in 1981 te horen op het Glyndebourne Festival in ‘A Midsummer Night’s Dream’ van Britten onder leiding van Bernard Haitink. In dat jaar zong Visser bij Opera Forum nog Zaccaria in ‘Nabucco’ en Budd in ‘Abert Herring’ van Britten, beide producties in regie van Jan Bouws. In 1985 was Lieuwe Visser te horen in de wereldpremière van de opera ‘Dr. Faustus’ van Konrad Boehmer naast Ernst Daniël Smid en Annett Andriesen. In dat jaar opende Visser ook het nieuwe seizoen van De Nederlandse Operastichting als Estoban in ‘Der Zwerg’ van Zemlinsky naast Charlotte Margiono en Thea van der Putten. Lieuwe Visser werkte hij mee aan vele wereldpremières van Nederlandse opera’s. Zo was hij op 30 maart 1974 te horen in de rol van Basil Hallward in ‘Dorian Gray’ van Hans Kox, op 10 juni 1977 als Kaspar van Auersperg in ‘Axel’ van Jan van Vlijmen en Reinbert de Leeuw, op 3 juni 1991 als Yemni in ‘Gassir the Hero’ van Theo Loevendie naast Claron McFadden, op 10 mei 1994 als Bollema in ‘Roger Roger’ van Willem van Manen naast Annett Andriesen als Emma, op 17 juni 1994 in de titelrol in ‘Noach’ van Guus Janssen naast Claron McFadden als zijn vrouw en op 31 mei 1995 als Kastelein in ‘Esmée’ van Loevendie. In 1988 zong Visser de hoofdrol van de Man in de jeugdopera ‘De Naam van de Maan’ van Kees Olthuis op een libretto van Annie M.G. Schmidt en Flip van Duijn. Lieuwe Visser was sinds 1987 als zangdocent verbonden aan het conservatorium in Maastricht. Op 20 juni 2000 kreeg hij bij zijn afscheid als voorzitter van het Amsterdams Fonds voor de Kunst de Amsterdamse Frans Banninck Cocq Penning uitgereikt. Verder was hij jurylid voor het Internationaal Vocalistenconcours in ’s-Hertogenbosch. Lieuwe Visser overleed in zijn woonplaats Amsterdam.

Mezzosopraan Maria Verhaert overleden (88)

Op 16 maart 2014 is de Belgische mezzosopraan Maria Verhaert overleden.

Maria Verhaert_Lucretia_KVOMaria Verhaert werd op 13 december 1925 als Maria Verbruggen te Antwerpen geboren. Zij studeerde aan de Muziekacademie Etterbeek bij de mezzosopraan Dora Claeys-Nordier en de bas Lucien van Obbergh. In 1957 was zij laureaat op het Internationaal Vocalisten Concours van ‘s-Hertogenbosch. Zij maakte in 1963 haar debuut bij de Koninklijke Vlaamse Opera (KVO) te Antwerpen. Met het gezelschap gaf zij twee maal gastvoorstellingen in Nederland: in 1965 met de opera ‘Marike van Nijmegen’ van Frans Uyttenhove en in 1967 als Mary in ‘De vliegende Hollander’ (in het Nederlands) van Wagner. Bij het KVO was zij nog in andere rollen van Wagner te horen, zoals Erda in ‘Das Rheingold’ (1968) en Ortrud in ‘Lohengrin’ naast Jennie Veeninga als Elsa (eind jaren zestig). Bij het Lyrisch Toneel te Gent zong zij in 1969 de rol van Bersi in ‘Andrea Chenier’ en tijdens gastvoorstellingen van de KVO in 1972 de rol van Fricka in ‘Die Walküre’ en in 1973 Erda in ‘Das Rheingold’. In het seizoen 1975-1976 was zij bij het KVO te horen als Golde in ‘Anatevka’.

In De Koninklijke Munt Schouwburg van Brussel zong zij rollen als de Oude Dame in ‘De Griekse Passie’ van Martinů (1969/1970), Marta in ‘Mefistofele’ van Boito (1970/1971), Mary in ‘Der fliegende Holländer’ (1973/1974) en de titelrol in ‘The Rape of Lucretia’ van Britten (1978-1979 ). Bij het KVO zong zij in 1978/1979 nog in ‘Die Walküre’, in het seizoen 1980/ 1981 in ‘Der Evangelimann’ van Kienzl en ‘The Rape of Lucretia’ en in 1984/1985 bij de Opera van Vlaanderen nog ’Jeanne d’Arc au Bûcher’ van Honegger.

Later was zij oprichtster en zangpedagoge van haar eigen zangschool ‘Talent’ aan de Rodestraat 27 te Antwerpen. Maria Verhaert was weduwe van Edouard ibens. Zij overleed in woonzorgcentrum Joosten te Zoersel en zal in besloten kring worden gecremeerd.

Sopraan Annette de la Bije overleden (87)

Op 17 maart 2014 is de Nederlandse sopraan Annette de la Bije overleden.

annette de la bije_192hAnnette de la Bije werd op 1 maart 1927 als Anna Maria de Graaf in Rotterdam geboren. Zij studeerde Cum Laude af in solozang en pedagogiek aan het Koninklijk Conservatorium van Den Haag bij Jacoba Dresden-Dhont. Eén van haar eerste concerten was een recital op 28 oktober 1953 in Boymans te Rotterdam met Jan de Man als begeleider aan de piano.

Anneke de la Bije heeft een beweeglijke, soepel reagerende sopraanstern en een kennelijk zeer grondige scholing geeft haar als van nature de juiste middelen tot een intelligent gebruik van deze stem bij het produceren van allerlei expressieve nuanceringen […] Buiten liederen van Schubert, Wolf, Debussy en Ravel was er ook een aria, nl. die van Lia uit Debussy’s ‘L’Enfant Prodigue’, waarmee Annette de la Bije kon bewijzen, ook dramatische pijlen op haar boog te hebben (Het Vrije Volk 28-10-1953)

Zij was slechts incidenteel te horen op de operabühne. Zo zong zij op 6 juni 1957 de rol van Anna Reich in ‘Die lustigen Weiber von Windsor’ van Nicolai in het kader van de Kunstmaand Amsterdam naast Erna Spoorenberg en Guus Hoekman. In januari 1958 werkte zij mee aan de concertante Nederlandse première van ‘Idomeneo’ van Mozart in Amsterdam naast Maria van Dongen en Arjan Blanken. In het kader van dezelfde Kunstmaand Amsterdam zong zij op 4 juni 1958 Gretchen in ‘Der Wildschütz’ van Lortzing opnieuw naast Hoekman en Spoorenberg. Tevens werkte mee aan de televisieopera ‘Salto Mortale’ van Henk Badings, die op 19 juni 1959 werd uitgezonden. Bij De Nederlandsche Opera maakte zij op 9 oktober 1959 haar debuut als Marzelline in ‘Fidelio’ van Beethoven naast Gré Brouwenstijn en Pieter van den Berg. Dit was tevens haar laatste productie bij het gezelschap. Zij was zij in 1963 te horen in het Concertgebouw van Amsterdam in uitvoeringen van opera’s van Giuseppe Verdi in het kader van de viering van diens 150e geboortedag. In ‘Oberto’ zong zij de rol van Imelda en in ‘Don Carlos’ de rol van Tebaldo onder leiding van dirigent Carlo Maria Giulini.

Annette de la Bije was op zondag 22 mei 1977 nog soliste in de Negende Symfonie van Beethoven tijdens een Beethovendag ter gelegenheid van de 150ste sterfdag van de componist, waarop drie orkesten in Haarlem alle negen symfonieën speelden. Verder nam zij een aantal grammofoonplaten op, waaronder het ‘Matthäus Passion’ van Bach (Philips), de ‘Miss in B’ BWV 232 (Telefunken), de ‘Peer Gynt Suite’ van Grieg (Fontana) en het ‘Dettinger Te Deum’ van Händel (Fontana). Ook trad zij regelmatig op in het buitenland.

Vanaf 1969 nam zij de werkzaamheden van Corry Bijster over als zangdocente aan het Twents Conservatorium te Enschede. Verder was zij jurylid van het Internationale Vocalisten Concours ‘s-Hertogenbosch. Annette de la Bije was sinds 2009 weduwe van Jan de Man met wie zij twee dochters had. De crematie heeft inmiddels in stilte plaatsgevonden.

Tenor Ottavio Garaventa overleden (80)

Op 18 maart 2014 is de Italiaanse tenor Ottavio Garaventa overleden.

Ottavio Garaventa werd op 26 januari 1934 in Genua geboren. Hij zong eerst baritonpartijen, voordat hij in 1963 zijn debuut maakte als tenor in de rol van Turiddu in ‘Cavalleria Rusticana’ in Cincinnati. Garaventa trad op in diverse grote theaters, waaronder het Teatro alla Scala van Milaan, de Arena van Verona, het Festival van Aix-en-Provence, het War Memorial Opera House in San Francisco en de Staatsopera van Wenen. In de Weense Staatsopera zong hij in het seizoen 1973/1974 Riccardo in ‘Un Ballo in Maschera’ en was er tot 1988 in 24 voorstellingen te horen. Hij nam deel aan de wereldpremière van ‘Il Gattopardo’ van Angelo Musco in Palermo in 1967 en van de opera  ’Maria d’Alessandria’ van Giorgio Federico Ghedini in het Teatro Regio van Turijn op 18 december 1984. Zijn repertoire bevatte 113 rollen, vooral van Verdi (Fenton in ‘Falstaff’, Duca in ‘Rigoletto’, Alfredo in ‘La Traviata’, Macduff in ‘Macbeth’, Carlo in ‘I Masnadieri’, Ismael in ‘Nabucco’), Donizetti (Ernesto in ‘Don Pasquale’, Edgardo in ‘Lucia di Lammermoor’, Robert Leicester in ‘Maria Stuarda’, Polyeucte in ‘Les Matyrs’) en Puccini (Pinkerton in ‘Madama Butterfly’, Rodolfo in ‘La Bohème’). In 1981 kreeg hij in Florence de titel van Accademico delle Muse en gedurende enkele jaren was hij artistiek directeur van het Festival Internazionale di Musica di Savignone. Zijn stem is vastgelegd op diverse live-opnamen, waaronder ‘Armida’ van Rossini uit 1970 in Venetië met Cristina Deutekom in de titelrol. Ottavio Garaventa overleed in het Italiaanse plaatsje Savignone bij zijn geboorteplaats Genua.

Mezzosopraan Ann Howard overleden (77)

Op 26 maart 2014 is de Engelse mezzosopraan Ann Howard overleden.

Ann Howard_CarmenAnn Howard werd op 22 juli 1934 in het Engelse Norwood als Ann Pauline Swadling geboren. Zij maakte haar debuut bij de Welsh National Opera (WNO) in 1964 als Azucena in ‘Il Trovatore’ van Verdi. In datzelfde jaar zong zij met het Sadler’s Wells Orchestra de rol van de Heks in een opname van ‘Hänsel uni Gretel’ van Humperdinck in het Engels (Classics for Pleasure). In 1965 werkte zij mee aan gastvoorstellingen in Nederland van de Sadler’s Wells Opera, waarbij zij de rol zong van Queen of the Fairies in de operette ‘Iolanthe or The Peer and the Peri’ van Gilbert & Sullivan. Vanaf 1970 werd zij geëngageerd door bij de English National Opera (ENO) en zong daar met veel succes de titelrol in ‘Carmen’. In 1984 was zij voor de 250e maal in de rol van Carmen horen. Haar Amerikaanse debuut maakte zij in 1971 in New Orleans.

Ann Howard zong in vele wereldpremières, waaronder Leda in ‘The Mines of Sulphur’ van Richard Rodney Bennett (in het Sadler’s Wells Theatre van Londen, 1965), Mrs Danvers in ‘Rebecca’  van Wilfred Josephs (Opera North, 1983), Caliban in ‘The Tempest’ van John Eaton (Santa Fe, 1989), Elsie Worthing in ‘The Plumber’s Gift’ van David Blake (ENO 1989) en een Official in ‘The Doctor of Myddfai’ van Peter Maxwell Davies (WNO, 1996). Verder zong zij de rol van Mescalina in de Britse première van ’Le Grand Macabre’ van György Ligeti (ENO 1982). Andere glansrollen waren Ortrud, Dalila, Cassandre, The Secretary in ‘The Consul’, de grootmoeder in ‘The Gambler’ en Amneris in Covent Garden.

Ann Howard is op CD te bewonderen in opnamen van ’Candide’ van Bernstein met de Scottisch Opera (1992, That’s Entertainment) en als Fricka in ‘Die Walküre’ van Wagner met ENO in de befaamde Reginald Goodall Ring cyclus (live-opname december 1975, EMI). Op DVD verschenen uitvoeringen van haar bij ENO als Auntie in ‘Peter Grimes’ (Arthaus, 1994) en Ježibaba in ’Rusalka’ (Arthaus, 1986).

Haar internationale carrière bracht Ann Howard verder nog naar België, Italië, Frankrijk, Canada, Mexico en Chili.  Begin 2014 kwam het boek ‘Conversations with Ann Howard’ van Susan Higgins uit, waarin de mezzosopraan haar levensverhaal vertelde.

Bas-bariton John Shirley-Quirk overleden (82)

Op 7 april 2014 is de Engelse bas-bariton John Shirley-Quirk overleden.

quirkJohn Shirley-Quirk werd op 28 augustus 1931 geboren in Liverpool. Hij studeerde zang bij Roy Henderson en maakte zijn operadebuut in Glyndebourne in 1961 als invaller in de rol van Gregor Mittenhofer in ‘Elegy for Young Lovers’ van Henze. In 1963 werd hij lid van de English Opera Group van Benjamin Britten en zong met deze groep in premières van Brittens ‘Curlew River’ (1964), ‘The Burning Fiery Furnace’ (1966), ‘The Prodigal Son’ (1968), ‘Owen Wingrave’ (1971) en ‘Death in Venice’ (1973). Op 7 juli 1964 maakte Shirley-Quirk met de groep ook zijn debuut in Nederland als de Ferryman in ‘Curlew River’. Hij zong voor het eerst in de Scala van Milaan als Rangoni in ‘Boris Godoenov’ van Moessorgsky en hij maakte zijn debuut in de Metropolitan Opera van New York op 18 oktober 1974 in ‘Death in Venice’. Hij werkte mee aan de wereldpremière van ‘The Ice Break’ van Michael Tippett in de rol van Lev op 7 juli 1977 in de Royal Opera House Covent Garden te Londen. Andere rollen van John Shirley-Quirk waren Aeneas in ‘Dido and Aeneas’ van Purcell, Der Sprecher in ‘Die Zauberflöte’ van Mozart, Der Musiklehrer’ in ‘Ariadne auf Naxos’ van Richard Strauss, Guglielmo in ‘Così fan tutte’ van Mozart, de titelrol in ‘Wozzeck’ van Alban Berg en Golaud in ‘Pelléas et Mélisande’ van Debussy. Zijn stem is vastgelegd op vele opnamen van werken van Britten, waaronder rollen in bovengenoemde opera’s en als Collatinus in ‘The Rape of Lucrezia’, Redburn in ‘Billy Budd’ en Theseus in ‘A Midsummer Night’s Dream’. John Shirley-Quirk gaf vanaf 1991 les aan de Peabody Institute van de The Johns Hopkins University te Baltimore en aan de Bath Spa University in Engeland. Hij overleed in Bath.

Bas Nicola Ghiuselev overleden (77)

Op 16 mei 2014 is de Bulgaarse bas Nicola Ghiuselev overleden.

Ghiuselev_BorisNicola Ghiuselev werd op 17 augustus 1936 in de Bulgaarse stad Pavlikeni geboren. Hij studeerde zang in Sofia en maakte zijn professionele operadebuut in 1960 bij de Nationale Opera van Sofia als Timur in ‘Turandot’ van Puccini. Hij maakte op 29 december 1965 zijn debuut in de Metropolitan Opera House van New York als Ramfis in ‘Aida’ van Verdi. Hij was in de Met in vier seizoenen met zes rollen (Boris Godoenov, Timur, Raimondo, Commendatore, Colline) in 24 voorstellingen te horen. Ghiuselev zong verder in alle grote operahuizen van de wereld, waaronder de Berliner Staatsoper, de Scala van Milaan, de Wiener Staatsoper, L’Opéra de Paris, het Teatro Liceu van Barcelona, de Royal Opera House Covent Garden van Londen, de Arena van Verona en de Salzburger Festspiele. Ghiuselev zong in 1966 de rol van Filippo II in de opera ‘Don Carlos’ van Verdi in het kader van het Holland Festival te Amsterdam.

De stem van Ghiuselev is in de studio vastgelegd in integrale partijen van Escamillo in ‘Carmen’ van Bizet (Electrecord, 1960), Galitzky in ‘Prince Igor’ van Borodin (Sony, 1987), de titelrol in ‘Ivan Sussanin’ van Glinka (Capriccio, 1986), Marcel in ‘Les Huguenots’ (Decca, 1969 / Erato, 1988), Commendatore in ‘Don Giovanni’ van Mozart (Chandos, 1990), de titelrol in ‘Boris Godoenov’ van Moessorgsky (Harmonia Mundi, 1973), Dosifej in ‘Chowanschtschina’ van Moessorgsky (Sony, 1986), Lindorf in ‘Les Contes d’Hoffmann’ van Offenbach (EMI, 1964), Alvise in ‘La Gioconda’ van Ponchielli (Decca, 1967), Mickail Illarionovitsch Koetoesov in ‘Oorlog en Vrede’ van Prokofiev (Erato, 1986), de titelrol in ‘Aleko’ van Rachmaninov (Capriccio, 1973), Vadertje Vorst in ‘Sneeuwvlokje’ van Rimsky-Korsakov (Capriccio, 1984), Orbazzano in ‘Tancredi’ van Rossini (Warner Fonit Cetra, 1978), Gremin in ‘Jevgeni Onjegin’ (Sony, 1988) en Ramfis in ‘Aida’ (Harmonia Mundi, 1967). Andere rollen die tot zijn repertoire behoorden waren Padre Guardiano in ‘La Forza del Destino’, de titelrol in ‘Attila’, Banquo in ‘Macbeth’, Zaccaria in ‘Nabucco’, Silva in ‘Ernani’, Enrico in ‘Anna Bolena’, Giorgio in ‘I Puritani’, Creonte in ‘Medea’, de titelrol in ‘Mosè in Egitto’ en Méphistophélès in ‘Faust’.

Bas Ivo Vinco overleden (86)

Op 8 juni 2014 is de Italianse bas Ivo Vinco overleden.

Schermafbeelding 2014-06-16 om 21.07.50Ivo Vinco werd op 8 november 1927 in Bosco Chies­anuova  geboren. Hij studeerde in Verona aan het Liceo Musicale en vervolgens aan de academie van La Scala in Milaan. Hij maakte zijn professionele operadebuut in 1954 in het operahuis Verona als Ram­fis in ‘Aida’ van Verdi. In 1961 debuteerde hij met dezelfde rol in de Arena van Verona.

Rollen als ‘Don Basilio’ in ‘Il Bar­biere di Siviglia’, Oroveso in ‘Norma’, Rai­mondo in ‘Lucia di Lam­mer­moor’, Sparafucile in ‘Rigo­letto’, Fer­rando in ‘Il Trovatore’, Fiesco in ‘Simon Boc­canegra’, Padre Guard­i­ano in ‘La Forza del Des­tino’, Grande Inquis­itore in ‘Don Carlo’, Bouillon in ‘Adriana Lecouvreur’ en Alvise in ‘La Gioconda’ brachten hem naar alle grote operahuizen van de wereld. Zo maakte hij op 19 maart 1970 zijn debuut in de Metropolitan Opera van New York met de rol van Oroveso. Tot 1978 zong hij in 37 voorstellingen met vijf rollen (naast Oroveso nog Bouillon, Ferrando, Ramfis, Sparafucile). Tijdens vele van deze voorstellingen werd hij op het toneel vergezeld door zijn echtgenote, de mezzosopraan Fiorenza Cos­sotto.

Onder zijn studio-opnamen bevinden zich ‘La Gioconda’ (EMI, 1959), ‘Le Nozze di Figaro’ (EMI, 1959), ‘Rigo­letto’ (DG, 1963) en ‘Don Carlo’ (DG, 1961).

Ivo Vinco overleed in Verona aan de gevolgen van een longontsteking. Fiorenza Cossotto – inmiddels zijn ex-vrouw na een huwelijk van 40 jaar – was gedurende enkele weken aan zijn ziektebed verbleven.

Tenor Carlo Bergonzi overleden (90)

Op 25 juli 2014 is de Italiaanse tenor Carlo Bergonzi overleden.

Carlo BergonziCarlo Bergonzi werd op 13 juli 1924 in de Italiaanse plaats Vidalenzo bij Parma geboren. Hij maakte in 1947 zijn debuut in een klein theater in Varedo bij Milaan in de titelrol van de opera ‘Il Barbiere di Siviglia’ van Rossini. Tijdens zijn carrière als bariton zong hij rollen als Metifio in ‘L’Arlesiana’, Dottor Malatesta in ‘Don Pasquale’, Belcore in ‘L’Elisir d’Amore’, Enrico in ‘Lucia di Lammermoor’, Ghirlino in ‘Le Astuzie di Bertoldo, Silvio in ‘Pagliacci’, Alfio in ‘Cavalleria Rusticana’, Albert in ‘Werther’, Marcello en Schaunard in ‘La Bohème’, Sharpless in ‘Madama Butterfly’, Giorgio Germont in ‘La Traviata’, Lescaut in ‘Manon Lescaut’ en de titelrol van ‘Rigoletto’. Hij was voor het eerst als tenor te horen in 1951 in de titelrol van ‘Andrea Chénier’ van Giordano in Bari. Op 15 maart 1953 maakte hij zijn debuut in de Scala in de titelrol van ‘Mas’ Aniello’ van de componist Jacopo Napoli. Op 13 november 1956 zong hij voor het eerst in de Metropolitan Opera van New York met de rol van Radames in ‘Aida’. In het Royal Opera House Covent Garden van Londen maakte Bergonzi zijn debuut in 1962 als Alvaro in ‘La Forza del Destino’ onder leiding van Georg Solti. Op 4 december 1981 organiseerde de Metropolitan een ‘Bergonzi Gala’ vanwege zijn 25-jarig jubileum aan de Met. Hij zong op 12 november 1988 voor het laatst in een opera in de Met als Edgardo in ‘Lucia di Lammermoor’. Op Op 27 april 1996 trad hij nog op tijdens het 25e verjaardagsgala van James Levine in Met met de aria ‘Quando le sere al placide’ uit ‘Luisa Miller’. Bergonzi was de enige zanger die alle tenoraria’s van Verdi heeft opgenomen. Hij was Presidente Onorario a Vita van het ‘Concorso Internazionale di Voce Verdiane’, dat sinds 1961 jaarlijks in Verdi’s geboorteplaats Busseto wordt gehouden. Carlo Bergonzi overleed in de nacht van vrijdag 25 juli 2014 in het ziekenhuis Istituto Auxologico van Milaan waar hij een week ervoor kort na zijn 90e verjaardag opgenomen werd.

Sopraan Cristina Deutekom overleden (82)

Op 7 augustus 2014 is de Nederlandse sopraan Cristina Deutekom op 82-jarige leeftijd overleden.

Deutekom_4Cristina Deutekom werd op 28 augustus 1931 als Stientje Engel geboren in Amsterdam. In september 1962 maakte zij haar debuut bij De Nederlandsche Opera als Koningin van de Nacht in ‘Die Zauberflöte’ van Mozart. Na haar debuut bij de Opera van Venetië in 1968 kreeg zij de bijnaam “L’Usignolo Olandese”, de Hollandse nachtegaal. Cristina Deutekom trad over de hele wereld op met vrijwel alle grote tenoren en dirigenten van haar tijd. Op haar repertoire stonden met name de grote belcantorollen van Bellini (‘Norma’, ‘I Puritani’), Donizetti (‘Lucia di Lammermoor’), Rossini (‘Armida’, ‘Mosè’, ‘Semiramide’) en de vroege Verdi-partijen. Haar actieve carrière beëindigde zij in 1987 vanwege hartklachten. Daarna gaf ze privéles en Masterclasses en in 1987 werd ter ere van haar het Cristina Deutekom Concours opgericht. Deutekom kreeg belangrijke muzikale prijzen, onder meer voor haar vertolking van de ‘Köningin der Nacht’ in “Die Zauberflöte” van Mozart. Ze zong die rol ook bij haar debuut in de Metropolitan Opera van New York op 28 september 1967 en haar debuut in de Royal Opera House Covent Garden van Londen in 1968. Cristina Deutekom maakte op zaterdag 2 augustus 2014 thuis een ongelukkige val en overleed vijf dagen later in het VU-ziekenhuis te Amsterdam.

Sopraan Licia Albanese overleden (105)

Op 15 augustus 2014 is de sopraan Licia Albanese overleden.

Licia AlbaneseLicia Albanese werd op 22 juli 1909 in de Italiaanse plaats Bari geboren. Zij maakte haar operadebuut in de titelrol van ‘Madama Butterfly’ van Puccini in Milaan in 1934. Met dezelfde rol was zij op 9 februari 1940 voor het eerst in de Metropolitan Opera van New York te horen en zij zong in de Met tot en met 12 juli 1966 in 428 voorstellingen. Naar eigen zeggen zong zij de rol van Cio-Cio San meer dan 300 maal.

Licia AlbaneseLicia Albanese werkte graag aan de mythe rondom haar leeftijd. Diverse bronnen vermelden 1913 als haar geboortejaar, maar de documenten van haar inburgering tot Amerikaans staatsburger tonen 22 juli 1909 als haar geboortedatum.

Sopraan Anny Felbermayer overleden (87)

Op 5 september 2014 is de Oostenrijkse sopraan Anny Felbermayer overleden. 

Anny FelbermayerAnny Felbermayer werd op 24 juli 1927 in Wenen geboren en studeerde aan de Wiener Musikakademie bij Josef Witt and Elizabeth Rado. Zij won meerdere zangconcoursen – waaronder in Genève, in Verviers en de Cebotari Prijs in Wenen – voordat zij in november 1950 haar debuut aan de Wiener Staatsoper maakte in ‘Martha’ van Von Flotow. Zij was drie decennia ensemblelid van de Weense Staatsopera. Zij zong er met 54 partijen in 979 voorstellingen, waarvan 235 keer als Barbarina in ‘Le Nozze di Figaro’ van Mozart. Verdere rollen waren Liù in ‘Turandot’ van Puccini, Pamina in ‘Die Zauberflöte’ van Mozart en Zerlina in ‘Don Giovanni’ van Mozart. Zij ontving in 1969 het Oostenrijks Erekruis voor Kunst en Wetenschap en in 1983 de titel “Österreichische Kammersängerin”. Haar laatste optreden in de Wiener Staatsoper was op 9 juni 1982 in de opera ‘Der Besuch der alten Dame’ van Von Einem. Zij zong daarnaast in de Scala van Milaan, de Munt Opera van Brussel en vanaf 1952 bij de Salzburger Festspielen. Anny Felbermayer werkte mee aan opnamen van onder andere ‘Le Nozze di Figaro’ als Barbarina (1955, Decca) en hoogtepunten van ‘Arabella’ als Zdenka (1954, EMI).

Sopraan Magda Olivero overleden (104)

Op 8 september 2014 is de Italiaanse sopraan Magda Olivero overleden.

Magda OliveroMagda Olivero werd op 25 maart 1910 als Maria Maddalena Olivero in de Italiaanse plaats Saluzzo geboren. Zij studeerde aan het conservatorium van Turijn en maakte haar debuut in 1932 op de Turijnse radio in het oratorium ‘I Misteri Dolorosi’ van Nino Cattozzo. In 1933 maakte zij in het Teatro Vittorio Emanuele van Turijn haar operadebuut als Lauretta in ‘Gianni Schicchi’ van Puccini. Op 26 december van dat jaar debuteerde zij in de rol van Anna in ‘Nabucco’ van Verdi in de Scala van Milaan. Magda Olivero zong met toenemend succes tot 1941 en trok zij daarna terug om zich aan haar gezin te wijden.

Pas in 1951 keerde zij terug op het operapodium op verzoek van de 84-jarige componist Francesco Cilea, die haar overhaalde voor de titelrol van zijn opera ‘Adriana Lecouvreur’ in Brescia. Vanaf toen zong zij op alle belangrijke operapodia van de wereld in opera’s als ‘La Bohème’, ‘La Fanciulla del West’, ‘Madama Butterfly’ en ‘Manon Lescaut’ van Puccini, ‘Iris’ van Mascagni, ‘Fedora’ van Cilea, ‘La Traviata’ van Verdi, ‘La Wally’ van Catalani en ‘Mefistofele’ van Boito. Magda Olivero maakte haar debuut in de Metropolitan Opera House van New York op 3 april 1975 in de titelrol van ‘Tosca’ van Puccini. Deze rol zong zij bij dit gezelschap tien maal en het waren haar enige optredens bij de Met. 

Magda Olivero was in de jaren zestig de vaste gaste van de VARA-matinee op de zaterdag. Zo zong zij er de titelrol in ‘Iris’ (1963), ‘Manon Lescaut’ (1964), ‘Adriana Lecouvreur’ (1965) en ‘Medea’ van Cherubini (1970) en gaf zij in Amsterdam concerten van 1967 tot en met 1972.

De stem van Magda Olivero is vastgelegd op ontelbare live-opnamen en slechts een paar studio-opnamen, waaronder Liù in ‘Turandot’ van Puccini (Cetra, 1938), de titelrol in ‘Fedora’ van Giordano (Decca, 1969), de titelrol in ‘Francesca da Rimini’ van Zandonai (hoogtepunten op Decca, 1969) en op haar 83e in de titelrol van ‘Adriana Lecouvreur’ van Cilea (Bongiovanni, 1993).

Haar laatste voorstelling op het operatoneel was in maart 1981 in de opera ‘La Voix Humaine’ van Poulenc in het Teatro Filarmonico van Verona. Zij bleef echter bij gelegenheden optreden. In 1993 gaf zij op 83-jarige leeftijd nog masterclasses tijdens het Internationaal Vocalisten Concours te ‘s-Hertogenbosch. Magda Olivero overleed in haar woonplaats Milaan.

Sopraan Rita Shane overleden (78)

Op 9 oktober 2014 is de Amerikaanse sopraan Rita Shane overleden.

Rita ShaneRita Shane werd op 15 augustus 1936 geboren. Zij studeerde aan de Barnard College en maakte haar operadebuut als Olympia in ‘Les Contes d’Hoffmann’ van Offenbach in Chattanooga in 1964. Het volgende jaar zong zij als bij de New York City Opera als Donna Elvira in ‘Don Giovanni’ van Mozart. Zij zong bij het gezelschap verder in ‘Dialogues des Carmélites’ (als Mme Lidoine), ‘L’Amour des Trois Oranges’ (als Fata Morgana), ‘Don Giovanni’ (tevens als Donna Anna), ‘Die Zauberflöte’ (als Koningin van de Nacht), ‘La Traviata’ (als Violetta), ‘Médée’ (als Dircé) en ‘I Lombardi alla Prima Crociata’ (Giselda).

Zij maakte op 22 september 1973 haar debuut bij de Metropolitan Opera van New York als de Koningin van de Nacht. Gedurende acht seizoenen zong zij in de Met in ‘La Bohème’ (Musetta), ‘Un Ballo in Maschera’ (Oscar), ‘Le Siège de Corinthe’, ‘La Traviata’, ‘Lucia di Lammermoor’, ‘Le Prophète’ (als Berthe) en ‘Rigoletto’. 

Rita Shane zong op 22 maart 1979 de titelrol in de wereldpremière van de opera ‘Miss Havisham’s Fire’ van de componist Dominick Argento bij de New York City Opera. Bij de New Orleans Opera Association was zij te horen als Princesse Eudoxie in ‘La Juive’ van Halévy in 1973 (live-opname verschenen op HRE) en en als Marguérite de Valois in ‘Les Huguenots’ van Meyerbeer. Verder zong zij in het Teatro alla Scala van Milaan, in de Weense Staatsopera, Glyndebourne en München. Bij De Nederlandse Operastichting zong zij in 1970 de titelrol in ‘Lucia di Lammermoor’ en bij de Salzburger Festspiele trad zij in 1972 op in ‘Erwartung’ van Schönberg onder leiding van Michael Gielen. In 1979 zong zij op het Aspen Music Festival in de opera ‘Houdini’ van de Nederlandse componist Peter Schat. Haar sopraan is in de studio vastgelegd in opnamen hoogtepunten uit de Händel-opera’s ‘Athalia’ en ‘Rinaldo’. Tevens bestaat er een radio-opname van een Weense uitvoering van ‘Les Huguenots’ uit 1971, waarin zij de rol van Marguérite zong (label Opera d’Oro). Rita Shane was van 1989 tot 2014 staflid van de Eastman School of Music. Zij overleed in New York aan kanker.

Sopraan Anita Cerquetti overleden (83)

Op 11 oktober 2014 is de Italiaanse sopraan Anita Cerquetti overleden.

Anita CerquettiAnita Cerquetti werd op 13 april 1931 in de Italiaanse plaats Montecosaro bij Macerata geboren. Zij studeerde kort aan het Conservatorium van Perugia en maakte in 1951 haar operadebuut in de titelrol van ‘Aida’ van Verdi in Spoleto. In 1955 was zij voor het eerst in de Lyric Opera van Chicago te horen als Amelia in ‘Un Ballo in Maschera’ van Verdi. Zij zong voor het eerst in het Teatro alla Scala van Milaan in 1958 als Abigaille in ‘Nabucco’ van Verdi. Zij maakte furore in januari 1958 toen zij Maria Callas verving tijdens een serie opvoeringen van de opera ‘Norma’ van Bellini in de Opera van Rome.

Daarna kwam haar carrière in een onduidelijk periode. Zij gaf geen optredens in 1959 volgens eigen zeggen vanwege de dood van haar vader en van één van haar mentoren. Pas op 5 juni 1960 gaf zij slechts één optreden van ‘Laudes Evangeli’ van Buchi tijdens een concert in de Scala. Drie weken later stond zij opnieuw in de Scala voor twee voorstellingen van het ‘Stabat Mater’ van Rossini. Vervolgens zong zij op 13 september 1960 in Lucca in ‘Un Ballo in Maschera’. Haar laatste optreden was op 24 september 1960 tijdens een uitvoering van ‘Nabucco’ in de Hilversumse studio, die op de radio werd uitgezonden (Living Stage LS 4035144). Na dit optreden trok zij zich volledig terug van het operatoneel.

Anita Cerquetti maakte slechts twee studio-opnamen. In 1957 nam zijn voor Decca een recital met Italiaanse opera-aria’s op en in datzelfde jaar werkte zij – ook bij Decca – mee aan de studio-opname van de opera ‘La Gioconda’ van Ponchielli. Er bestaan vele live-opnamen van Cerquetti, waaronder registraties van ‘I Vespri Siciliani’ van Verdi (RAI Turijn, 1955), ‘Don Carlo’ van Verdi (Firenze, 1956), ‘Guglielmo Tell’ van Rossini (RAI Milaan, 1956), ‘Mosè’ van Rossini (Rome, 1956), ‘Gli Abenceraggi’ van Cherubini (Firenze, 1956), ‘Don Carlo’ van Verdi (Firenze, 1956), ‘Oberon’ van Von Weber (RAI Milaan, 1957), ‘La Gioconda’ (Firenze, 1957), ‘Un Ballo in Maschera’ (Firenze, 1957), ‘Ernani’ van Verdi (Firenze, 1957), ‘La Forza del Destino’ van Verdi (RAI Rome, 1957; Mexico City, 1958), ‘Aida’ (Mexico City, 1958), ‘Norma’ (Rome, 1958) en ‘Nabucco’ (Hilversum, 1960). 

Anita Cerquetti overleed in haar huis in Perugia op 11 oktober 2014 om 9.30uur ‘s ochtends.

Bas Manfred Klein overleden (66)

Begin november 2014 is de Duitse bas Manfred Klein is op 66-jarige leeftijd overleden.

Manfred Klein AnatevkaManfred Klein werd in 1948 in Bayreuth geboren en studeerde aan de Musikakademie van Nürnberg bij Hilde Scheppan en Elisabeth Schärtel. Hij maakte zijn operadebuut in 1975 als Rocco bij de Internationale Musiktagen in Weikersheim. Een jaar later was hij prijswinnaar van het Wettbewerb des Richard-Wagner-Verbandes 1976 ter gelegeneheid van het 100-jarige bestaan van de Bayreuther Festspiele. Vanaf dat jaar werd hij ensemblelid van het Hessischen Staatstheater Wiesbaden en sinds 1986 was hij freelance. Zo zong hij in Heerlen in 1988 de rol van Lefort in ‘Zar und Zimmermann’ van Lortzing in een productie van het Limburgs Symphonie Orkest. In 2000 werkte Manfred Klein bij de Staatsopera van Praag mee aan de wereldpremière van de opera ‘Die Physiker’ van Andreas Pflüger in de rol van Newton. Verder bracht zijn internationale carrière hem naar onder andere Amsterdam, Wenen en Brussel. Manfred Klein overleed tijdens een operatie aan een hartstilstand.

Sopraan Ana Raquel Satre overleden (89)

Op 19 november 2014 is de Uruguayaanse sopraan Ana Raquel Satre overleden.

Ana Raquel SatreAna Raquel Satre werd op 14 mei 1925 in Uruguay geboren en studeerde aan het Conservatorio Nacional de Montevideo bij de Franse sopraan Ninon Vallin. Al jong zong zij in ‘Il matrimonio segreto’ van Cimarosa in het Teatro Solís van Montevideo. In Europa zong zij in het festival van Aix-en-Provence, in Barcelona, La Fenice van Venetië, De Munt Opera van Brussel en op uitnodiging van Gian Carlo Menotti op het festival van Spoleto. Zij zong met het Elizabethan Theatre Trust in Sydney, Melbourne, Brisbane en Perth op het Adelaide Festival als Donna Elvira in ‘Don Giovanni’ en Violetta in ‘La Traviata’, waarvoor zij in 1963 de Opera Medal of the Harriet Cohen International Music Awards ontving.

Voor het label Decca zong zij in operaopnamen de rol van Alisa in ‘Lucia di Lammermoor’, Lola in ‘Cavalleria Rusticana’ en Emilia in ‘Otello’. In 1963 was zij Judith in een verfilming van de opera ‘Blauwbaards Burcht’ van Bartók.

Ana Raquel Satre overleed op het Canarische Eiland Lanzarote.

Tenor Corneliu Fanateanu overleden (81)

Op 2 december 2014 is de Roemeense tenor Corneliu Fanateanu overleden.

Corneliu FanateanuCorneliu Antoniu Fanateanu werd op 18 januari 1933 geboren en deed zijn zangopleiding van 1951 tot 1956 aan de Cluj Conservatory bij Albert d’André en aan de Accademia Nazionale di Santa Cecilia Roma. Hij was 1954 tot 1960 solist aan de Cluj Romanian Opera. Hij won diverse prijzen op concoursen, waaronder het Vienna World Youth Festival in 1959, Geneva in 1959 en Prague Springtime in 1960. Van 1964 tot 1988 was hij solist bij de Bucharest Romanian Opera. Zijn repertoire bestond uit rollen in ‘Don Giovanni’, ‘Le Nozze di Figaro’, ‘Die Zauberflöte’, ‘Il Barbiere di Siviglia’, ‘Don Pasquale’, ‘L’Elisir d’Amore’, ‘Lucia di Lamermoor’, ‘Faust’, ‘La Traviata’, ‘Rigoletto’, ‘Don Carlo’, ‘Un Ballo in Maschera’, ‘Falstaff’, ‘La Bohème’, ‘Nabucco’, ‘Tosca’, ‘Gianni Schicchi’, ‘Turandot’, ‘Les Contes d’Hoffmann’, ‘Der Freischütz’, ‘Die verkaufte Braut’, ‘Lakmé’, ‘Boris Godunov’, ‘Aleko’, ‘Prins Igor’, ‘Andrea Chenier’, ‘Jevgeni Onjegin’, ‘Schoppenvrouw’, ‘Jenůfa’, ‘Tannhäuser’ en ‘Die Walküre’.

Bas-bariton Alexander Trauner overleden (47)

Op 8 december 2014 is de Duitse bas-bariton Alexander Trauner overleden.

Alexander TraunerAlexander Trauner werd in 1967 in München geboren. Hij studeerde zang in Salzburg en zong daarna aan de Weense Staatsopera en bij de Oper Zürich, waar hij met dirigenten als Sir Colin Davis, Marek Janowski en Gustav Kuhn en regisseurs als Jürgen Flimm, Grischa Asagaroff en Robert Wilson aan een groot operarepertoire werkte. Bij de Tiroler Festspiele Erl debuteerde hij als Wotan in ‘Das Rheingold’ en bij de Wiener Volksoper zong hij onder andere Marquis d’Obigny in ‘La Traviata’, Wotan/Wanderer en Gunther in ‘Wagners Ring an einem Abend’, Monterone in ‘Rigoletto’ en Hämmerlein ‘Feuersnot’ van Richard Strauss. Alexander Trauner overleed na een kort ziekbed in Zürich.

Sopraan Liselotte Maikl overleden (90)

Op 11 december 2014 is de Oostenrijkse sopraan Liselotte Maikl overleden.

Liselotte MaiklLiselotte Maikl werd op 26 maart 1925 in Wenen als dochter van de tenor en Kammersänger van de Wiener Staatsoper Georg Maikl geboren. Zij studeerde zang en dramatiek aan de Wiener Musikakademie. Daarna was zij ensemblelid van het Landestheater Linz en vanaf 1951 ensemblelid van de Wiener Staatsoper. Daar maakte zij haar debuut op 19 mei 1951 als één van de vier Edelknaben in ‘Lohengrin’ van Wagner. Haar belangrijkste partijen waren Oscar in ‘Un Ballo in Maschera’, Barbarina in ‘Le Nozze di Figaro’, Papagena in ‘Die Zauberflöte’, Fiakermilli in ‘Arabella’, Valencienne in ‘Die lustige Witwe’, Olympia in ‘Les Contes d’Hoffmann’ en Blondchen in ‘Die Entführung aus dem Serail’. In totaal zong zij 66 verschillende partijen in 1206 voorstellingen. Haar laatste optreden in de Wiener Staatsoper was op 13 december 1978 in ‘Die Walküre’. Gastoptredens brachten haar verder naar de Salzburger Festspiele en naar het buitenland. In 1974 kreeg zij de titel “Österreichische Kammersängerin”. Liselotte Maikl overleed in een verzorgingshuis voor kunstenaars in Baden, waar zij haar laatste jaren had doorgebracht.

Mezzosopraan Irene Dalis overleden (89)

Op 14 december 2014 is de Amerikaanse mezzosopraan Irene Dalis overleden.

Irene DalisIrene Dalis werd op 8 october 1925 geboren als dochter van een Griekse immigrant vader en een Italiaanse moeder. Irene Dalis studeerde in Milaan en maakte haar debuut in 1953 als Eboli in ‘Don Carlo’ van Verdi in het Oldenburgisches Stadtstheater van Duitsland. In Oldenburg kreeg zij een contract voor twee jaar, waarna zij naar de Städtische Oper van Berlijn ging. Op 16 maart 1957 maakte zij haar debuut als Eboli in de Metropolitan Opera van New York, waar zij gedurende 20 seizoenen in 274 voorstellingen zong. Van 1961 tot en met 1963 was zij als Kundry in ‘Parsifal’ in Bayreuth te horen en in 1962 zong zij in Bayreuth Ortrud in ‘Lohengrin’. Enkele overige glansrollen van Dalis waren Amneris in ‘Aida’ van Verdi, Brangäne in ‘Tristan und Isolde’ van Wagner, Princess di Bouillon in ‘Adriana Lecouvreur’ van Cilea en Amme in ‘Die Frau ohne Schatten’ en Herodias in ‘Salome’ van Richard Strauss. Op 25 mei 1976 zong Irene Dalis haar laatste voorstelling in de Met in ‘Il Trittico’ van Puccini. Daarna werd zij docente zang aan de San Jose State University en stichtte zij een Opera Workshop, dat zo succesvol was dat zij in 1984 de Opera San Jose voor jonge zangers oprichtte. In 2007 zette zij de Irene Dalis Vocal Competition op in San Jose. Irene Dalis overleed in San Jose, California, en laat een dochter na.

Sopraan Janis Martin overleden (75)

Op 14 december 2014 is de Amerikaanse sopraan/mezzosopraan Janis Martin overleden. 

Janis Martin Fricka BayreuthJanis Martin werd op 16 augustus 1939 in Sacramento, Californië, geboren. Zij maakte haar operadebuut in 1960 bij de San Francisco Opera als Teresa in ‘La Sonnambula’ van Bellini. Op 23 maart 1962 won zij de befaamde National Finals of Metropolitan Opera National Council Auditions en debuteerde nog in diezelfde week bij de New York City Opera als Mrs. Grose in ‘The Turn of the Screw’ van Britten. Haar debuut in de Metropolitan Opera van New York was op 19 december 1962 als Flora in ‘La Traviata’. Zij zou in de Met tot 1997 in 147 voorstellingen zingen met zowel mezzo als sopraanpartijen. Tussen 1968 en 1997 zong zij in Bayreuth de rollen van Eva en Magdalena in ‘Die Meistersinger von Nürnberg’, Fricka en Freia in ‘Das Rheingold’, Fricka, Sieglinde en Brünnhilde in ‘Die Walküre’, Gutrune en de 2. Norn in ‘Götterdämmerung’ en Kundry in ‘Parsifal’. Verder zong zij in de Scala van Milaan Venus in ‘Tannhäuser’, Marie in ‘Wozzeck’ en Die Frau in ‘Erwartung’, in de Royal Opera House Covent Garden van Londen de rol van Marie in ‘Wozzeck’, in de Wiener Staatsoper Brünnhilde in ‘Die Walküre’ en bij de L’Opéra de Paris de titelrol in ‘Elektra’. Andere rollen die zij zong waren Färberin, Octavian, Donna Elvira, Brangäne, Cherubino, Leonore in ‘Fidelio’, Isolde, Ariadne, Senta in ‘Der Fliegende Holländer’ en Tosca. Janis Martin nam op 17 april 1997 afscheid van de Met als Brünnhilde in ‘Die Walküre’ naast Plácido Domingo als Siegmund en Deborah Voigt als Sieglinde. Zij trok zich in 2000 terug van het operatoneel en gaf les en nog af en toe recitals in haar woonplaats Nevada County. Haar stem is op de plaat vastgelegd in opnamen van ‘Erwartung’ van Arnold Schoenberg (CBS, 1977), ‘Rienzi’ van Richard Wagner (EMI, 1975) en ‘Der Fliegende Holländer’ (Decca, 1976). Janis Martin overleed in San Antonio, Texas.

Bariton Ludovic Konya overleden (75)

Op 21 december 2014 is de Roemeense bariton Ludovic Konya overleden.

4d6376e2738d1dadd6a34dc264767b9fLudovic Konya werd op 5 juni 1939 in Siebenbürgen geboren. Hij studeerde zang in Boekarest en  debuteerde in 1966 aan de Staatsopera van Boekarest als Valentin in ‘Faust’ van Gounod. Konya was tot 1971 ensemblelid van de Staatsopera van Boekarest en zong aansluitend bij de Roemeense Opera in Cluj. Vanaf 1974 was Konya bijna 30 jaren ensemblelid van de Oper Graz tot zijn afscheid op 19 jui 2004 met ‘Gianni Schicchi’. 

Zijn repertoire omvatte de grote rollen in Franse, Italiaanse, Duitse en Slavische opera’s, zoals Enrico in ‘Lucia di Lammermoor’, Posa in ‘Don Carlos’, Simon Boccanegra, Scarpia in ‘Tosca’, Giorgio Germont in ‘La Traviata’, Kezal in ‘Die verkaufte Braut’, de Dokter in ‘Wozzeck’, Pistola in ‘Falstaff’, Figaro in ‘Le Nozze di Figaro’ en ‘Il Barbiere di Siviglia’ en Donner in ‘Der Ring des Nibelungen’. 

Ludovic Konya zag af van gastrollen na zijn pensionering en genoot met zijn echtgenote van zijn oudedag in Graz en Roemenië.