© Ken Howard
Amsterdam, 7 juni 2014

DNO ‘Falstaff’: Gewicht in goud waard

MUZIKAAL

1. Is men trouw aan de muziek of zijn er veranderingen?
– De Nationale Opera (DNO) brengt in het kader van het Holland Festival de co-productie met het Londen (2012), Milaan (2013) en New York (2013) van de opera ‘Falstaff’ (1893) van Giuseppe Verdi (1813-1901). De recensies waren bij de première van de productie in 2012 wisselend. *****

2. Zijn de zangers rollendekkend?
– ‘Falstaff’ is een ensemble-opera en de heterogene bezetting conformeert zich uitstekend. DNO heeft het zich niet moeilijk gemaakt en de bezetting is een eenvoudige copy/paste van de producties van Londen, Milaan en New York. Het jonge liefdespaar Lisette Oropesa  (Nannetta) en Paolo Fanale (Fenton) zong hun rollen ook in dezelfde productie in New York en Daniella Barcelona (Quickly), Massimo Cavalletti (Ford) en Carlo Bosi (Cajus) waren in hun partijen te horen in de productie in de Scala. Ambrogio Maestri zong de titelrol in alle voorgenoemde plaatsen en is de belangrijkste Falstaff van dit moment. Er worden maar liefst drie verschillende DVDs van ‘Falstaff’ met hem aangeboden en zijn tekstuitbeelding, kleuren en frasering zijn uitstekend. Fiorenza Cedolins is een prima Alice. *****

3. Is de dirigent betrokken bij het podium?
– Dirigent Daniele Gatti leidde ‘Falstaff’ in Parijs, Zürich en Londen. Hij is een zangersdirigent, die alles meezingt en de zangers hun inzetten goed aangeeft. *****

4. Vormen de (koor- en) orkestleden onderling en samen een eenheid?
– Gatti’s lezing van ‘Falstaff’ is eerder warm en in tempi en dynamiek expansief, dan scherp, gepunteerd of briljant. Daardoor krijgt het Koninklijk Concertgebouw Orkest een zware klank en mist het af en toe de humor en luchtigheid. ****

DRAMATURGISCH

5. Komt de enscenering overeen met het libretto?
– Regisseur Robert Carsen (Toronto, 1954) heeft een wisselvallig oeuvre, maar deze enscenering – ondanks boegeroep in Londen in 2012 – mag hij tot één van zijn beste producties rekenen. Carsen is traditioneel en consequent. Hij brengt de opera naar de jaren vijftig, waarin Falstaff in een hotel op het land verblijft. In de eerste akte bevindt hij zich op zijn kamer, waar hij zich tegoed heeft gedaan aan de roomservice. Vervolgens verplaatst de scène zich naar het restaurant van het hotel waar Fenton werkt. Het interieur van de familie Ford in de tweede akte is een droomkeuken uit een tijdschrift van de jaren vijftig en in de derde akte is Falstaff terechtgekomen in de stallen inclusief paard. 
*****

6. Wordt er een verhaal verteld?
– Carsen is helder en brengt het verhaal duidelijk over. De enscenering is geestig en Carsen drukt een evidente tijdsstempel op het verhaal en de personages. *****

7. Hoe is de integratie regie – muziek?
– Carsen heeft een goede muzikale vat op de opera. Intieme momenten in de muziek weet hij goed te separeren van de drukte, zoals door het jonge liefdespaar af te scheiden en het licht tijdens de aria van Ford te doven. Carsen houdt het publiek ook graag een spiegel voor, zoals in de finale. De changementen met gesloten doek tussen de scènes duren echter te lang. ****

8. Hoe is de esthetiek en functionaliteit van de vormgeving?
– Het decor is ontegenzeglijk opzienbarend. De productie heeft stijl, charme en humor. *****

ALGEMEEN

9. Is de productie onderscheidend of spraakmakend?

– De productie is opvallen in die zin, dat zij voor DNO traditioneel is en kosten noch moeite gespaard zijn voor een sterrenbezetting. De ongewoon grote bijval van het publiek zou DNO dan ook wakker moeten schudden. ***

10. Is de productie artistiek innovatief?
– Deze productie streeft niet naar vernieuwing. ***

11. Is er Nederlandse betrokkenheid bij de productie (zangers, regisseur, ontwerpers, dirigent)?
– Dankzij de inzet van het Koninklijk Concertgebouworkest is er Nederlandse participatie. ***

12. Hoe is het bezoekersaantal in verhouding tot de zaalcapaciteit?
– De première van ‘Falstaff’ was uitverkocht. Voor de overige zeven voorstellingen zijn nog kaarten beschikbaar.  *****