MUZIKAAL

1. Is men trouw aan de muziek of zijn er veranderingen?
– De Nederlandse Opera (DNO) herneemt de productie van ‘Götterdämmerung’ (Bayreuth, 1876) van Richard Wagner (1813 – 1883). Deze enscenering uit 1998 wordt ter gelegenheid van de 200ste geboortedag van Wagner voor de vierde keer op de planken gezet en integraal uitgevoerd. 
****

2. Zijn de zangers rollendekkend?
– Stephen Gould is opnieuw een fenomenale Siegfried. Ambitieus probeerde hij zelfs de hoge C in de derde akte en de grote testcase later in die derde akte was uitstekend gezongen. Catherine Foster leek niet gedisponeerd als Brünnhilde. Hier mislukten de hoge Bs en C, die zij in ‘Siegfried’ nog wel haalde en haar sopraan valt steeds verder uiteen in drie verschillende stemmen. Is dit de tol die je betaalt voor het zingen van Brünnhilde als je geen dramatische sopraan bent? Kurt Rydl kan als Hagen geen toon meer strak zingen. 
**

3. Is de dirigent betrokken bij het podium?
– Dirigent Hartmut Haenchen is al bijna 25 jaar Pierre Audi’s betrouwbare “partner-in-crime” bij DNO. Hij heeft beter contact met het podium dan bij ‘Siegfried’. Het is echter jammer, dat Haenchen voor de vierde keer deze ‘Götterdämmerung’ dirigeert. DNO had fantasie en durf kunnen tonen met een frisse dirigent. 
***

4. Vormen de (koor- en) orkestleden onderling en samen een eenheid?
– Er is geen koor in ‘Götterdämmerung’. Het Nederlands Philharmonisch Orkest speelt verstild in de lyrische passages en de ‘Trauermarch’ was mooi in balans. Maar in het forte blijft het spel helaas bloedleeg. 
***

DRAMATURGISCH

5. Wordt er een verhaal verteld?
– Pierre Audi (Libanon, 1957) – inmiddels 25 jaar artistiek directeur van DNO – vertelt ‘Götterdämmerung’ in een decoratieve, oratoriumachtige “park-and-bark” enscenering. De personenregie is nooit zijn sterkste kant. 
***

6. Hoe is de esthetiek en functionaliteit van de vormgeving?
– Er loopt een balk van het podium de zaal in. Deze balk hindert op een aantal plaatsen het zicht op de boventiteling. Een aantal handelingen is bovendien vanaf de zitplaatsen aan de zijkant van de zaal niet te zien. De opkomsten over de passerelle gaan al snel vervelen. Het hoogtepunt van de voorstelling was de choreografie van de Vasalen in de derde akte. Onsmakelijk overigens Hagen als SM-meester met blote barst. 
***

7. Komt de enscenering overeen met het libretto?
– De enscenering druist niet tegen het libretto in. 
***

8. Hoe is de integratie regie – muziek?
– Over een sublieme samensmelting van drama en muziek valt niet echt te spreken. 
***

ALGEMEEN

9. Is de productie artistiek innovatief?
– Deze ‘Götterdämmerung’ is inmiddels 15 jaar oud en werd al gespeeld in 1998, 2004 en 2005. DNO heeft de productie nu voor de laatste keer afgestoft en opgepoetst voor 2013 en 2014. Daarna kan de productie – het liefst nog tijdens Channukah – in de fik. 
***

10. Is de productie onderscheidend of spraakmakend?
– Deze ‘Götterdämmerung’ onderscheidt zich in niets van de typische, decoratieve ensceneringen van Audi en is derhalve niet opzienbarend. Hij interpreteert niet, toont geen nieuwe inzichten en bekritiseert, veroordeelt of provoceert niet. 
***

11. Is er Nederlandse betrokkenheid bij de productie (zangers, regisseur, ontwerpers, dirigent)?
– De sopraan Machteld Baumans mocht Woglinde zingen. Zelfs voor de andere Rheintöchter en ook voor de Nornen werden zangeressen uit het buitenland gehaald. 
*

12. Hoe is het bezoekersaantal in verhouding tot de zaalcapaciteit?
– De matinee op 24 november 2013 was bijna uitverkocht. Voor fans van Pierre Audi valt nog het heugelijke nieuws te vermelden, dat bronnen binnen DNO laten weten dat hij te kennen heeft gegeven nog zeker vijf jaar aan te blijven als algemeen directeur van DNO. 
****