© Matthias Creutziger

Mijlpaal in Nederlandse operageschiedenis

Het Nederlandse opera-echtpaar Frank van Aken en Eva-Maria Westbroek zingt de titelrollen in ‘Tristan und Isolde’ in Dresden. Het publiek reageerde uitzinnig en beloonde het Nederlandse paar met een staande ovatie.

De Duitse stad Dresden heeft een lange relatie met de componist Richard Wagner (1813-1883). Wagner groeide op in de stad aan de Elbe, leefde er enige tijd aan het “Jüdenhof” (Jodenwijk), werd er Hofkapellmeister en gaf de stad de wereldpremières van zijn opera’s ‘Rienzi’, ‘Der fliegende Hollander’ en ‘Tannhäuser’. En in Dresden ligt bovendien zijn eerste vrouw Mina begraven.

Dresden is ook de stad van de Wagnersopraan Therese Malten. Zij was Kammersängerin aan de Hofoper van Dresden en zong er in zo’n 1500 voorstellingen. Naast haar verhouding met de bekende filosofe Helene von Druskowitz had zij een heimelijke affaire met Koning Albert van Sachsen, die haar een Villa even buiten het centrum van Dresden cadeau gaf. Wagner roemde de zangeres vanwege haar “donkere timbre, dat tot tragische accenten in staat was”. Therese Malten zong Isolde in de eerste opvoering van Wagners opera ‘Tristan und Isolde’ in Bayreuth in 1886 en nam als Isolde afscheid van het operatoneel van Dresden in 1903. Ook zij ligt begraven in Dresden.

In Dresden liggen ook de eerste titelvertolkers van ‘Tristan und Isolde’ begraven. Het echtpaar Ludwig en Malwina Schnorr von Carolsfeld zong in de wereldpremière van de opera op 10 juni 1865 in München. Zes weken en drie voorstellingen van ‘Tristan und Isolde’ later overleed de 29-jarige Ludwig. Zijn dood werd lange tijd toegedacht aan de inspanning die zijn rol had gevergd en sindsdien draagt de veeleisende partij van Tristan een mythe en vloek met zich mee.

In de Semperoper van Dresden zingt opnieuw een echtpaar de rollen van Tristan en Isolde en wel het Nederlandse opera-echtpaar Frank van Aken en Eva-Maria Westbroek in een decoratieve enscenering van de Italiaanse regisseur Marco Arturo Marelli uit 1995. Eva-Maria Westbroek zong de rol van Isolde één keer eerder tijdens een concertante uitvoering in La Coruña op 28 september van dit jaar en in Dresden geeft zij nu haar scenische debuut in de partij. Frank van Aken gaf in 2011 in Frankfurt al een schitterende portrettering van Tristan. Dat zij nu samen in ‘Tristan und Isolde’ zingen is bijzonder en betekent een mijlpaal in de operageschiedenis van Nederland.

Tijdens hun treffen in de eerste akte zingt Van Aken sterk formeel en Westbroek warm en energiek in het duel van woorden. Indringend en prachtig verstaanbaar zingt zij de woorden “warum ich dich da nicht schlug?” als zij zich afvraagt, waarom zij Tristan niet doodde voor zijn moord op haar verloofde. Ironisch en licht zingt zij haar cantilene “Mein Herr und Ohm” als zij beschrijft hoe Tristan haar waarschijnlijk zal afleveren bij zijn oom koning Marke als diens bruid. Het is een interessante vondst van Marelli om Tristan en Isolde gelijktijdig uit een schaal de Liebestrank te laten drinken. Nobel en tragisch zingt Van Aken daarvoor “dass ganz ich heut’ genese!”, vermoedend dat hij een Todestrank gaat drinken; kippenvel als Westbroek voor dit drinken zingt “Verräter! Ich trink sie dir!”. Verbijsterd en vol vuur zingen zij tenslotte “Du mir einzig bewusst, Höchste Liebeslust!

In het liefdesduet van de tweede akte vervlechten hun stemmen geweldig. “Endlich! An meiner Brust!” zingen zij vol passie en “Dies deine Augen? Dies dein Mund?” is opwindend. Helaas is de Tag-und-Nacht-scène ingekort, waardoor een groot deel van deze fascinerende muziek ontbreekt en Isoldes gevoelens – heen en weer geslingerd tussen liefde en verwijt – minder uit de verf komen. In “O sink hernieder” zingt het echtpaar wonderschoon legato. Westbroek laat haar warmte horen in “Barg im Busen uns sich die Sonne” en het intense duet eindigt met “O ew’ge Nacht”, waarin beide extatisch tot een climax komen. Na te zijn betrapt door Marke zingt Van Aken nobel “dem König, den ich verriet” en wordt hij door Melot neergestoken.

In de derde akte is Van Aken sensationeel. Tijdens “Tristans Erwachen” wordt hij als zwaargewonde Tristan heen en weer geslingerd tussen woede, verlangen en kwelling. Het “Urvergessen” zingt hij prachtig verstild. Daarna stijgt hij tot grote hoogte met “Verfluchter Tag” en herleeft hij in gedachten de zomeravond met Isolde. Van Aken maakt een fraai contrast tussen het grootse waanbeeld “Isolde kommt!” en zijn daarop volgende teleurstelling in “Muss ich dich so verstehen”. In zijn delirium “Für dieser Hitze heisses Verschmachten” zingt hij de topnoten fantastisch als koortsachtig gepunteerd. Het “Ach, Isolde!” is schitterend cantabile en de climax “O diese Sonne” naar “Zu ihr!” zingt hij eufoor als in een trance. Tijdens zijn sterven komt Isolde op en de laatste twintig minuten van de opera zijn voor Eva-Maria Westbroek. De retoriek in de Liebestod “Mild und Leise” hoorde men zelden zo warm en mooi opgebouwd. En het “ertrinken, versinken, unbewusst, höchste Lust” verklink zij wondermooi verstild.

De Duitse mezzosopraan Christa Mayer is een fantastische Brangäne en de Duitse bariton Matthias Henneberg een uitstekende Kurwenal. De Duitse bas Georg Zeppenfeld als Marke heeft een mooie laagte en is slank en licht in de hoogte. De Israëlische dirigent Asher Fisch laat de zangers vrij. Hij geeft de inzetten nauwelijks aan, waardoor het spel af en toe scheef loopt, maar hij brengt het dan snel weer bij elkaar. Fisch houdt niet het deksel op het orkest, dat voor Wagners doen evenwel niet groot is, maar hoog in de orkestbak zit en daardoor de zangers meer dan eens overstemt.

Het publiek van Dresden reageerde uitzinnig en beloonde het Nederlandse paar met een voor de Semperoper zeldzame staande ovatie. Een hoogtepunt in de geschiedenis van de Nederlandse opera (geschreven met kleine letters).