© Paul Leclaire
Anna Maria Dur en Robert Holl schitteren in seizoensopening Keulen
De Oper Köln speelt vanwege de renovatie van het operahuis van Keulen tijdelijk in de tent Oper am Dom. De eerste première van het nieuwe seizoen van de Oper Köln is de opera ‘Jevgeni Onjegin’ van Tchaikovski. De tent zat voor de voorstelling van 27 oktober 2013 tot de nok toe vol.
De eerste première van het seizoen 2013 / 2014 van de Oper Köln is de opera ‘Jevgeni Onjegin’ (Moskou, 1879) van Piotr Tsjaikovski (1840 – 1893). Regisseur van de nieuwe productie is Dietrich Hilsdorf (Damstadt, 1948), die vooral in de Duitse theaters als Essen, Leipzig en Bonn werkt. De kracht van zijn enscenering ligt hem met name in de gedetailleerde personenregie. De personages reageren intiem sterk op elkaar en brengen hun stemming goed over. De grote scènes zijn evenwel zwak. Hilsdorf toont zich in de koorscènes onbeholpen en weet weinig te beginnen met koor. In de eerste akte zijn de koorleden dienaren, die ongepast de woonkamer van de Larina’s binnenstormen en in de tweede akte staat het koor bij de mazurka stijf op een rij. Verder is het gebrekkig, dat alle drie akten van de opera zich binnen dezelfde muren afspelen, waardoor het niet duidelijk wordt dat de derde akte is verplaatst naar St Petersbrug en zes jaar later speelt. Daarnaast is het vermoeiend, dat in de eerste akte voortdurend personen ondoelmatig door de deuren in- en uitgaan. Teleurstellend is tenslotte het duel in de tweede akte. Hilsdorf laat Lensky het duel opgeven en zijn wapen terugleggen, waarna Onjegin diens wapen pakt en hem in zijn rug schiet. Zo onsympathiek hoeft Onjegin nou ook weer niet te zijn… Overigens is het een zwaktebod om de pauze in het midden van de tweede akte te plaatsen, zoals ook in 2011 door De Nederlandse Opera (DNO) werd gedaan.
Het is een genot om in Keulen twee grote Nederlandse zangers te kunnen horen, die men niet bij DNO kan beluisteren. De Nederlandse mezzosopraan Anna Maria Dur zingt in Duitsland grote mezzorollen als Klytämnestra, Brangäne en Kundry en is in deze ‘Jevgeni Onjegin’ te horen als de kinderjuf Filipjewna. Haar mezzo is prachtig uitgebalanceerd en de overgang naar haar borstregister klinkt natuurlijk en ontspannen. Heerlijk om een Filipjewna te horen die daar nu eens niet drukt. Vol expressie maakt Anna Maria Dur van haar karakterrol een klein drama. Wat zou je er niet voor geven om haar te horen als Klytämnestra, Brangäne of Kundry? De Nederlandse bas Robert Holl zong in de Wiener Staatsoper, Bayreuth, de Staatsoper Berlin, Brussel en is Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. In 2009 zong hij een fenomenale Hans Sachs in Keulen en nu is hij terug op het operapodium in Keulen sinds hij zich begin vorig jaar terugtrok wegens ziekte. Wellicht door zijn tijdelijke afwezigheid klonk hij nog niet helemaal fit, maar met uitstraling bezong hij als Gremin de heilzame effecten van de liefde in zijn grote aria. Dat deze twee Nederlandse zangers niet bij DNO zingen is één van de grote schandvlekken op de reputatie van het Nederlandse gezelschap.
De rest van de bezetting is behoorlijk. De Oekraïnse bariton Andrei Bondarenko heeft een mooie klank voor Onjegin, maar heeft een ingehouden, bijna luie manier van zingen. De Russische sopraan Olesya Golovneva als Tatjana is een coloratuursopraan met een gezouten hoogte, een dun middenregister en gaat nooit echt uit haar dak. De Colombiaanse mezzosopraan Adriana Bastidas Gamboa heeft een heerlijk egale en wellustige mezzo, die Olga vocaal precies treft. De Duitse tenor Matthias Klink is een Mozart-tenor en zingt Lenksy. In de eerste akte leek hij zenuwachtig, zong ongesteund en intoneerde te laag, maar zijn grote aria in de tweede akte was mooi lyrisch. De Israëlische mezzosopraan Dalia Schaechter heeft een sterk karakter voor Larina. De Franse dirigent Marc Piollet houdt het Gürzenich-Orchester gevoelig en doorschijnend, ook al komt het forte minder uit de verf. Zijn timing is evenwel goed.
Samengevat een toereikende productie en men mag blij zijn Anna Maria Dur en Robert Holl zo dicht bij huis te kunnen horen.