© Andrea Kremper

Houterige ‘Ariadne auf Naxos’ in Baden-Baden

Op papier kan een voorstelling nog zo mooi klinken, maar een affiche verspreekt niet altijd alle beloften. ‘Ariadne auf Naxos’ in Baden-Baden met een luxe bezetting stelt vooral muzikaal teleur.

Een naïeve mecenas geeft in de opera ‘Ariadne auf Naxos’ – de derde samenwerking van componist Richard Strauss (1864 – 1949) en librettist Hugo von Hofmannsthal – twee gezelschappen opdracht om hun werken tegelijkertijd op te voeren omwille van de tijd. De in de steek gelaten prinses Ariadne, die op de god des doods wacht, moet zich daardoor de spot van het harlekijnsgezelschap laten welgevallen en leert tenslotte van hen en in de armen van de god Bacchus, dat men slechts kan leven als men niet het verlorene trouw blijft.

De tegenstellingen tussen trouw en losbandigheid en de ethiek van de kunst – die ook bij de opera’s ‘Intermezzo’, ‘Die schweigsame Frau’ en ‘Capriccio’ van Richard Strauss weer naar voren zouden komen – worden door de Franse regisseur Philippe Arlaud in zijn enscenering van ‘Ariadne auf Naxos’ voor de opening van de Winterfestspiele in Baden-Baden niet uitgediept. Hij giet de opera in een mooi, nostalgisch, maar statisch jasje. Het witte decor is niet erg vindingrijk met een trap in het midden en zuilen aan weerskanten plus stoelen en er is weinig personenregie. Maar de focus van de voorstelling komt hierdoor te liggen op de muziek en daar is ook wat voor te zeggen.

De Sächsische Staatskapelle Dresden heeft zo’n 34 spelers afgevaardigd voor deze opera met kamermuziekproporties. Maar zij krijgen weinig ruimte van dirigent ChristianThielemann, die vanaf volgende jaar chefdirigent bij het orkest is. Thielemann houdt alles strak waardoor het allemaal stijf, houterig en terughoudend klinkt. Hierdoor bezit de uitvoering niet de weelde, de schwung en de speelsheid, die zo kenmerkend is voor de unieke klankwereld van Richard Strauss. Ook de zangers hebben daaronder te lijden en krijgen weinig ruimte. Sommige zangers lossen dit op door maar niet naar Thielemann te kijken. De Amerikaanse sopraan Reneé Fleming maakt in Baden-Baden haar debuut als Ariadne en haar interpretatie is verzorgd, stijlvol, elegant, intelligent en muzikaal. Elk woord krijgt de juiste lading en zij geeft de passende menging van geluk, verlangen, droefheid en breekbaarheid aan de prinses. Fleming heeft een fraai ronde en makkelijk klinkende hoogte en zij weet heel goed bij welke noten zij haar klein gehouden stem even moet laten klinken om te scoren bij het publiek. De vraag laat zich echter stellen hoe haar vele tekstfouten voor de DVD-opname zullen worden wegwerkt. Kleine stemmen zijn overigens in dit tijdperk zeer geschikt voor DVD en CD opnamen.

De betrouwbare Amerikaanse tenor Robert Dean Smith zingt zich solide maar zonder veel pathos door de veeleisende partij van Bacchus en men kan zich niet aan de indruk onttrekken dat ook zijn Tamino, zijn Florestan of zijn Tristan zo klinken. De Canadese coloratuursopraan Jane Archibald als Zerbinetta zingt virtuoos en expressief en acteert opwindend, maar zij zingt slechts enkele van de zo’n 20 trillers. De Franse mezzosopraan Sophie Koch als de Komponist heeft een fraaie hoogte, maar is niet te verstaan, heeft geen legato en niet de weelderige klank voor een Strauss-mezzo. De 75-jarige René Kollo – ooit zelf een Bacchus – declameert verstaanbaar maar zonder humor als de Haushofmeister. De veteraan Eilke Wilm Schulte als de Musiklehrer maakt stimmlich nog de meeste indruk, evenals de jonge Lakai Roman Grübner.

De Nederlandse sopraan Lenneke Ruiten zingt in het Nymfen-trio de rol Echo met pure stemschoonheid en exacte intonatie. Haar sopraan “met een gouden randje” valt op door haar warme middenregister en prachtige hoogte. Deze rol van Echo is overigens een goede uitgangspositie, want ooit begon ook Lotte Lehmann haar ‘Ariadne’-carrière als Echo tijdens de wereldpremière in Hamburg in 1912 en zong vervolgens de rol van Komponist bij de première van de revisie in Wenen in 1916 en daarna veelvuldig de titelrol van Ariadne. Ook voor Lenneke Ruiten zou een grote wereldcarrière weggelegd kunnen zijn.