© Marco Borggreve

‘Granida’ koestert Nederlandse kunstschat

P.C. Hooft (1581 – 1647) keerde rond 1600 uit Italië en Frankrijk naar Nederland terug en was onder de indruk van de nieuwe kunstvorm opera die hij daar had gezien. Daarop schreef hij zijn eigen opera ‘Granida’, die in 1605 het levenslicht zag. Stichting Ipermestra liet het werk reconstrueren en brengt het de komende weken acht maal in ons land op de planken.

‘Granida’ vertelt over de liefde van de Perzische prinses Granida voor de eenvoudige herder Daifilo, die haar naar haar wereld volgt. Thema’s zijn aanpassen, gebreken, zelfinkeer en onvolledigheid. In ‘Granida’ wordt de muziek afgewisseld met toneelteksten, zoals in die tijd gebruikelijk was. De muziek van ‘Granida’ is helaas niet afgedrukt in het overgeleverde manuscript en de uitvoering door Stichting Ipermestra is dan ook een reconstructie. Hierin zijn discrete coupures van de tekst door andere teksten en muziek vervangen. Van de in totaal bijna 20 muziekstukken is meer dan de helft niet op teksten uit ‘Granida’, maar horen we onder anderen teksten van Hoofts liederen en melodieën van psalmen en zelfs Monteverdi’s ‘L’Orfeo’.

Granida_1

Op het podium wordt met verve gemusiceerd door het zevenkoppige ensemble La Sfera Armoniosa onder leiding van Mike Fentross in het camouflerende blauw van het decor. Het is bewonderenswaardig, hoe de klassieke zangers de lange, Oudhollandse toneelteksten declameren. Tenor Jeroen de Vaal speelt met zijn linker onderarm in het gips door een val tijdens de repetitie en zijn “Voochdesse van mijn Siel” in het tweede deel is één van de hoogtepunten van de opera. Tania Kross is een nobele Granida, die helaas maar twee solo stukken te zingen heeft in deze reconstructie. Marcel Beekman is kostelijk komisch als de voedster en Carol Linssen brengt vanaf zijn opkomst in het tweede deel het spel op een hoger echelon. Regisseur Wim Trompert heeft een passend naïeve sfeer gecreëerd van het pastorale toneel in een intiem decor van Eric Goossens met veel hout.

De instrumentatie en variaties van de muziek zijn idiomatisch. Toch heeft de zoektocht naar muziek een mengeling van stijlen opgeleverd en de cadans van de teksten in het eerste deel als een soort rap is zelfs ongepast. De voorstelling duurt in totaal een lange drie uur met een vreemde pauze in het midden van het derde deel. Het strekt de Stichting Ipermestra echter tot eer, dat zij ‘Granida’ na ruim 400 jaar weer uit het stof heeft gehaald en deze liefdevolle opvoering is een uitstekend initiatief om deze Nederlandse kunstschat te koesteren.