Samenwerking Bredase Opera en Bel Canto Tilburg levert fraaie ‘I Puritani’
De Bredase Opera en de Operavereniging Bel Canto uit Tilburg hebben voor hun eerste opera co-productie gekozen voor ‘I Puritani’ van Vincenzo Bellini (1801 – 1835). En dankzij hun lange operatraditie en ervaring is het project in vele opzichten geslaagd.
Na het overweldigende succes van de Parijse wereldpremière van zijn laatste opera ‘I Puritani’ in 1835 werd Bellini benoemd tot Chevalier de la Légion d’Honneur. Een tweede versie van de opera, die in Napels in première zou gaan, ging niet door in verband met zijn voortijdige dood kort na de wereldpremière op 34-jarige leeftijd. Met ‘I Puritani’ sloeg Bellini een nieuwe weg in van een doorgecomponeerd muziekdrama met een grotere integratie van de recitatieven en aria’s. De lyrische en melodische lijnen blijven het belangrijkste en de zangstemmen in de ensembles zijn zelfstandiger. Door dit alles heeft de gehele opbouw van de opera meer breedte en gewicht, maar heeft ook de spontaniteit eronder geleden.
Na ruzie met zijn vaste, begaafde libretist Felice Romani ging Bellini voor ‘I Puritani’ in zee met de getalenteerde beginneling Conte Carlo Pepoli. Het zwakke libretto dat daaruit ontstond speelt zich af in een purineins fort bij Plymouth rond 1650 aan het einde van de Engelse burgeroorlog tussen de puriteinen en de royalisten. In deze Brabantse co-productie verplaatst regisseur Peter Jonckheer het verhaal naar de periode na de Tweede Wereldoorlog, ten tijde van een zorgeloze interesse in de wereldpolitiek. Met subtiele details creëert Jonckheer een helder concept. Het koor is een feestende mensenmassa, die net als het decor van gesloten en open gordijnen, nu weer nieuwsgierig, dan weer ongeïnteresseerd is.
De plaatselijke operadiva Waldin Roes zingt de rol van de verliefde Elvira. Zij is een prachtige actrice met een Callas-achtige uitstraling. Zij maakt het zichzelf niet gemakkelijk en zingt alle glanzende versieringen in de hoogte en laagte en de hoge Es stijgt verbazingwekkend makkelijk op uit haar sopraan, die ook zoveel diepte heeft. Haar middenregister maakt zij kunstmatig gesluierd en als zij haar kaak laat zakken is de klank eerlijker en het geluid groter. Zij gebruikt de portamenti en rubati zeer muzikaal en in “Vien diletto” zijn haar chromatische toonladders de gejaagde zuchten van Elvira’s benevelde ziel.
Martijn Sanders heeft een kernachtige en solide bariton voor de jaloerse en nobele Riccardo met goede steun en fraai legato en zijn versieringen stromen vloeiend. Bij een sterkere personenregie zou zijn uitstraling nog zekerder zijn met het fraaie materiaal dat hij heeft. De Braziliaanse tenor Augusto Valença heeft het edele geluid voor Arturo, maar een kleine stem die af en toe niet boven de ensembles uitkomt. De coloratuurtechniek en de hoogte leerde hij van de Nederlandse coloratuursopraan en zangpedagoge Marianne Blok. De bas Peter van Hoesel is een vaderlijke Giorgio. Dirigent Lex Wiersma leidt het Zuid- Nederlands Begeleidingsorkest, dat sinds 1998 bestaat uit Brabantse en Vlaamse beroep- en amateurmusici, door de kleurrijke en gepolijste partituur met vrijheid en gevoel.
Het Bredase Operakoor (opgericht 1954) en de Operavereniging Bel Canto uit Tilburg (1920) laat horen dat het één van de beste semi-professionele operakoren van Nederland is. In ‘I Puritani’ hebben zij een grote en moeilijke rol, onder andere in de bijzondere introducties van de eerste twee akten, maar zij weten waarover ze zingen en zijn liefdevol muzikaal. Hopelijk is met deze fraaie ‘I Puritani’ een nieuwe traditie geboren om met regelmaat samen een operaproductie te brengen. Het massaal toegestroomde publiek had een goed luisterend oor en toonde zich met spontane, open doekjes enthousiast.