Jan Derksen sings Verdi

Dersken_Macbeth
© Jaap Pieper

Op 10 oktober 2008 werd in de Stadsschouwburg van Amsterdam een beeld onthuld van de Nederlandse bariton Jan Derksen (1931 – 2004). De gelegenheid vond plaats op initiatief van enkele vrienden van Derksen, waaronder ontwerper Floris Guntenaar. Bij de bijeenkomst in de Amsterdamse Stadsschouwburg werden tevens vier boxen met in totaal 16 CD’s uitgebracht, waarop Derksen te horen is in 13 opera’s van Verdi.

Jan Derksen wordt door velen nog steeds gezien als één van de grootste baritons aller tijden. Hij zong in 41 operaproducties bij De Nederlandse Operastichting, met name van Verdi en tussen 1982 en 1985 waagde hij zich ook aan tenorpartijen als Cavaradossi in ‘Tosca’, Canio in ‘I Pagliacci’ en de titelrollen in ‘Parsifal’ en ‘Otello’.  Gelukkig zijn ten tijde van deze Gouden Periode van De Nederlandse Operastichting vele uitvoeringen vastgelegd en bewaard gebleven. ‘Jan Derksen sings Verdi’ bevat de vier complete opera’s ‘Nabucco’, ‘Macbeth’, ‘I Due Foscari’ en ‘Simon Boccanegra’ en hoogtepunten uit onder andere ‘Trovatore’ en ‘Un Ballo in Maschera’ met Cristina Deutekom. Verder kunnen we vele andere Nederlandse zangers horen, waaronder Maria van Dongen, Mizzie van der Lanz, Marijke van der Lugt, Thea van der Putten, Adriaan van Limpt, Pieter van den Berg, Mizzie van der Lanz, Antoinette Tiemessen en Henk Smit.

DVD_CD_Derksen_1-2De eerste box opent met hoogtepunten van Verdi’s komische opera ‘Un Giorno di Regno‘ van de VARA Matinee in het Concertgebouw uit 1974. Naast Derksen als La Rocca is er een compleet Nederlandse bezetting met onder anderen Elly Ameling als Marchesa, haar zeldzame optreden als Verdi sopraan. Interessant is de uitvoering met name door de drie duetten, die Derksen zingt met de Barone Kelbar van de Nederlandse bas-bariton Henk Smit.
Henk Smit zingt ook in de tweede opname van deze box als Zaccaria in de complete ‘Nabucco‘ van De Nederlandse Operastichting uit 1972. Dit is Derksen op zijn best in o.a. de waanzinsscène “Chi mi toglie”, het bekende duet “Donna, chi sei” met Pauline Tinsley en het smekende “Dio di Giuda”. Het één en ander staat onder leiding van Hans Vonk.
In de derde opera in deze box zingt Jan Derksen de Romeinse generaal Ezio in hoogtepunten uit ‘Attila‘ van de VARA studio-opname uit 1963. De opwindende finale van de proloog met “Avrai tu l’universo” en de cabaletta “Vanitosi!” (met Ugo Trama als Attila) zinderen bij Derksen van spanning. De gretige cabaletta “È gettata” in de tweede akte zingt hij zonder de hoge Bes, zoals hij die op zijn Verdi album uit 1972 zong (onderaan deze pagina bijgevoegd)¹. Deze VARA-opname is mede een document door de Odabella van Maria van Dongen.
Tot slot bevat de eerste box de volledig titelpartij van Derksens ‘Rigoletto‘ van De Nederlandse Operastichting uit 1975, inclusief de complete derde akte. Ook het onmiskenbare geluid van de Nederlandse tenor Adriaan van Limpt als Borsa is in een paar regels te horen en de vorig jaar overleden mezzosopraan Sophia van Sante is een indrukwekkende Maddalena in één van haar schaarse opnamen.

DVD_CD_Derksen_2De tweede box bevat de integrale, legendarische ‘Macbeth‘ van De Nederlandse Operastichting uit 1976 met Pauline Tinsley als duivelachtige Lady. Derksen imponeert in de hallucinatiescène van de tweede akte en uiteraard in zijn aria van de laatste akte, die zo ongeveer Derksens “handtekening” was. Jan Derksen en Cristina Deutekom zongen nooit samen in deze opera, maar zij namen in 1973 voor hun album het duet op in de studio, dat we hier aansluitend kunnen horen. In dat jaar gaven zij ook een concert in Haarlem, waarvan het duet uit ‘Rigoletto‘ de tweede CD van deze box besluit.
Verder bevinden zich op deze box hoogtepunten van ‘
Il Trovatore‘ van De Nederlandse Operastichting uit 1980 met een complete Nederlandse bezetting. De opname bevat de gehele rol van Jan Derksen als graaf Luna. Luister naar Derksens imponerende hoogte, waaronder de hoge Gis, waarmee hij de schitterende Cristina Deutekom als Leonora volgt in het trio van de eerste akte (in de opname van vier jaar eerder zong hij het een octaaf lager). Verder horen we Adriaan van Limpt als stralende Manrico en de ijzingwekkende Azucena van Cora Canne Meijer onder leiding van Anton Kersjes met zijn bekende langzame tempi. Het ontbreken van Van Limpts “Di quella pira” (een semi-toon lager)² en Deutekoms “Tacea la notte”³ en “D’amor sull’ ali rosee”† op deze uitgave is een gemis, maar het is een zangfeest met de reacties van het publiek zo uitbundig waar de huidige Nederlandse Opera alleen maar van kan dromen. De hoogtepunten worden aangevuld met een unieke live-opname van het duet Luna / Leonora uit 1977, waarin Derksen zingt met de onvolprezen Nederlandse sopraan Mizzie van der Lanz aan het eind van haar carrière met hier en daar wat kleine verkeerde inzetten.
De box wordt afgesloten met hoogtepunten (en opnieuw helaas geen integrale opname) van Derksen in zijn glansrol van Renato in ‘Un Ballo in Maschera‘ van De Nederlandse Operastichting uit 1974. Luister eens naar zijn hoge Bes in de finale van de tweede akte! Opnieuw naast de briljante Cristina Deutekom, hier als Amelia en met haar bekende “Jordanese snik” in de laatste akte. Helaas ontbreekt haar aria “Ecco l’orrido campo” (voor de puristen onderaan deze pagina bijgevoegd
*). De opname is mede aantrekkelijk vanwege het onmiskenbare geluid van Pieter van den Berg als Tom. Het is jammer dat over deze grootste Nederlandse bas van de afgelopen 50 jaar niet wordt gerept in de bijgeleverde boekjes.

DVD_CD_Derksen_3Box drie begint met de complete opname van ‘I due Foscari‘ van de VARA Matinee in het Concertgebouw Amsterdam uit 1968. Naast Derksen als Doge vinden we de Galicische sopraan Ángeles Gulín in één van haar eerste opnamen, die met haar gigantische sopraanstem gerust een ontdekking van Hans Kerkhoff genoemd kan worden. Derksen herinnerde zich vele jaren later nog hoe zij hem (zelf toch geen kleine stem) van het podium blies in het duet “Tu pur lo sai”. Hoogtepunt is het gepassioneerde duet “Questa è dunque” van Derksen met mannenkoor en zijn declamando triolen. Abusievelijk worden in het boekje de rollen van Jacopo en Loredano aan respectievelijk Adriaan van Limpt en Pieter van den Berg toegeschreven. Aanvullend is het duet Doge / Lucrezia uit het voorgenoemde concert van Derksen en Deutekom in Haarlem 1973 bijgevoegd, waarin Deutekom meer smekend klinkt dan de woeste Gulín.
Bijzonder is de KRO opname van de eerste akte van ‘La Traviata‘ uit 1958 gedirigeerd door Bernard Haitink. Het is één van Derksens eerste opnamen en als Marchese is hij herkenbaar uit duizenden naast onder anderen Marijke van der Lugt aan het begin van haar carrière als Flora.Derksen zong Germont bij De Nederlandse Operastichting in 1974  met Sonja Poot als Violetta en een uitgebreid live-duet van Derksen met deze Zuid-Afrikaanse sopraan in deze opera is bijgevoegd, één van de weinige vastgelegde opnamen van haar warme stem.
Interessant verder is Derksens bijzondere studio-opname van de aria uit ‘La Forza del Destino‘ met het Omroeporkest in 1961, waar hij wat verkouden klinkt. Bij een live-optreden in Zwolle was Derksens woeste vreugde in de cabaletta “Egli è salvo” nog iets fellerª.
Bijzonder is de opname van de bijna complete rol van Posa (behalve finale II) in ‘Don Carlo’ bij De Nederlandse Operastichting in 1977, opnieuw gedirigeerd door Hans Vonk.Elisabetta wordt gezongen door Antoinette Tiemessen, één van de grote dramatische, Nederlandse sopranen van de tweede helft vorige eeuw. Derksen is op zijn bekende manier onstuimig in de cabaletta “Dio, che nell’alma infondere amor” met de 28-jarige Neil Shicoff als Don Carlo en lyrisch in “Carlo ch’è sol il nostro amore”, voorafgegaan door een paar woorden van de Nederlandse sopraan Thea van der Putten als de page Tebaldo. Aangrijpend is Derksens vertolking van “Per me Giunto” met een fraaie triller, die men hem zelden kon horen zingen.
Box drie besluit met hoogtepunten uit de ‘Aida‘ van het Holland Festival uit 1973 onder leiding van Edo de Waart met de complete, korte rol van Jan Derksen als Amonasro. Ook interessant is deze opname vanwege de bijdrage van Henk Smit als Il Re in de finale van akte II. Derksen is met name in zijn element in het duet “Rivedrai” met Pauline Tinsley als Aida als hij heen en weer wordt geslingerd tussen de verschillende gemoedstoestanden en uitbarstingen van woede en lyriek. In tegenstelling tot wat het CD boekje vermeldt, heeft Derksen de rol na deze productie weldegelijk opnieuw gezongen en er is zelfs videomateriaal beschikbaar van hem als Amonasro in Den Bosch 1990.

DVD_CD_Derksen_4De vierde box is aantrekkelijk door opnamen van de twee verschillende rollen, die Jan Derksen zong in ‘Simon Boccanegra‘. Allereerst de titelrol in de integrale opname van de uitvoering van De Nederlandse Operastichting uit 1978 met de sonore bas Pieter van den Berg als Paolo en dirigent Henk Vonk. Derksen is ontroerend in het duet “Dinne, perchè” met de prachtige Sonja Poot als Amelia, indrukwekkend gezaghebbend in de finale I en prachtig lyrisch in het trio “Perdon, perdon Amelia” van de finale akte II. In de derde akte klinkt Derksen ontroerend schemerig door het gedronken gif vanaf de arioso “Oh refrigerio” tot en met het grandioze kwartet van de finale III.
Vervolgens horen we Derksen in de complete rol van Paolo in hoogtepunten van de VARA Matinee uit 1966 en niet zoals het CD boekje vermeldt een uitvoering van de verkorte versie van de opera. Derksen zet met de scène “L’atra magion vedete?” gelijk een overtuigende leider neer. Luister naar de Iago-achtige meditatie “Me stesso ho maledetto!” aan het begin van de derde akte met Derksens snijdende tonen, anders maar even overtuigend als de indringende, sonore klank van Pieter van den Berg op de 1978 opname. De prachtige aria van Amelia “Come in quest’ora bruna”º door Orianna Santunione en het aansluitende duet “Vieni a mirar” met Gabriele (Angelo Mori)§ ontbreken op deze CD en bevinden zich daarom onderaan deze pagina.
De studio-opnamen van twee duetten uit ‘Don Carlo‘ uit 1967 met het Omroeporkest en de tenor Doro Antonioli in de titelrol en het sinistere Credo uit ‘Otello‘ van de eerder genoemde Verdi LP uit 1972 onder leiding van Anton Kersjes zijn schitterend en laten ook horen, dat Derksen het publiek en toneel toch nodig had voor die extra “boost”.
De box besluit met gedeelten van Derksens Ford in ‘Falstaff‘ van De Nederlandse Operastichting uit 1974 naast Henk Smit als Pistola en Sophia van Sante als Meg. Aan het begin van de tweede akte is Derksen, verkleed als Fontana, kostelijk in het duet met Falstaff (Gabriel Bacquier) in hun constante heen en weer stroom. De daaropvolgende arioso “È sogno?” is Derksen gepassioneerd. In de finale II is hij volmaakt als de volop waanzinnig jaloerse echtgenoot.

‘Jan Derksen sings Verdi’ is een uniek document van één van de grootste, Nederlandse zangers aller tijden. De chronologische volgorde van de Verdi opera’s is redelijk aangehouden. De CD boekjes bevatten talrijke, schitterende foto’s uit het archief van het Maria Austria Instituut, maar de boxen worden helaas niet omvat door een kartonnen doos. Alle lof voor het verzamelen en bewerken van de opnamen komt toe aan producent Walter Knoeff, maar dat zal niemand kunnen ontgaan, aangezien zijn naam in de boekjes bijna even vaak wordt genoemd als die van Jan Derksen zelf.