juli 2010

 

Het boek ‘Angela Cona, Operazangeres uit Usquert’ gaat over de Groningse operazangeres Engeline (Lien) Westerhuis, die buiten Nederland carrière probeerde te maken in een tijd, waarin dat nog niet erg gebruikelijk was.

Engeline (Lien) Westerhuis werd geboren op 14 januari 1891 te Usquert, Noord-Groningen, als jongste dochter van een rijke herenboer. Al op jonge leeftijd geeft zij blijk van muzikaliteit en een mooie stem te hebben en op haar 21ste wordt zij toegelaten voor het Amsterdamsch Conservatorium. Tijdens haar studie maakt zij in 1914 een reis naar Berlijn, waar zij de Italiaanse sopraan Gemma Bellincioni ontmoet. Deze sopraan – de eerste Santuzza – woonde daar en de dames zouden elkaar daarna nog vaak ontmoeten. Na haar afstuderen in 1915 geeft Lien les in Solozang en Spreken in Amsterdam en zou zij de titelrol in ‘Les Noces de Jeanette’ van Massé bij het hoofdstedelijk operagezelschap zingen. In 1922 reist Lien Westerhuis naar Parijs en neemt lessen bij de beroemde mezzosopraan Claire Croiza. In 1924 verhuist ze naar Den Haag en neemt les bij Bellincioni, die inmiddels in Den Haag een operaschool was begonnen. Bellincioni raadt haar aan naar Italië te gaan, aangezien daar meer mogelijkheden voor haar sopraan zouden zijn. In Italië neemt Lien Westerhuis in 1926 deel aan een reizend operagezelschap en gebruikt vanaf dan de artiestennaam Angela Cona. Daar zingt zij met name de rollen van Donizetti: Norina in ‘Don Pasquale’, Adina ‘L’Elisir d’Amore’ en de titelrollen in ‘Lucia di Lammermoor en ‘Linda di Chamounix’. Daarnaast zingt zij Gilda in Verdi’s ‘Rigoletto’ en Rosina in Rossini’s ‘Il Barbiere di Siviglia’. Lien Westerhuis, alias Angela Cona, verlaat Italië in 1936 in verband met de gespannen politieke situatie en vestigt zich uiteindelijk in Groningen, waar zij op 15 mei 1984 op 93-jarige leeftijd overlijdt.

De biografie ‘Angela Cona, Operazangeres uit Usquert; Levensverhaal van Engeline Westerhuis 1891-1984’ is geschreven door Anne Aalders. Aalders is docent Duits en aardrijkskunde en heeft een voorliefde voor de geschiedenis van het Drentse plaatsje Hoogeveen. Hij geeft met deze biografie blijk van een goed geschiedkundig besef en plaatst het leven van de zangeres in een breder historisch verband. Uitvoerig vertelt hij over Usquert, de omgeving en de standsverschillen in die tijd. De biografie is een fraai vormgegeven boek. De uitgave is groot en gebonden met mooi papier en foto’s. Het aangedikte taalgebruik went al na een paar bladzijden, maar sommige insinuaties zijn opvallend. Zo schrijft Aalders over Cona’s houding ten opzichte van het regime van Mussolini en het fascisme: ‘erg fout zal Lien niet zijn geweest, maar erg goed, om die term te gebruiken, zal ze ook niet zijn geweest’. Of over een eventuele verhouding met Gabriele d’Annunzio, die haar “als een aantrekkelijke buit moet hebben gezien”. Verder stelt hij zich vragen over haar seksuele geaardheid, maar het blijft allemaal hypothetisch. Meer dan eens moet hij grijpen naar “er zijn aanwijzingen dat, vermoeden dat, nemen aan dat”. Van haar optredens, zoals haar ‘Les Noces de Jeanette’, geeft Aalders geen referenties en het “hoofdstedelijk operagezelschap” is onbekend.

‘Angela Cona, Operazangeres uit Usquert’ is een sympathiek en liefdevol geschreven biografie. Bij het lezen van het boek moet men echter tot de ontdekking komen, dat er niet veel over Angela Cona te vinden is en dat zij geen groot zangeres moet zijn geweest. Er zijn geen opnamen van haar bekend, noch zong zij bij één van de vijf Milanese operahuizen van die tijd of werd haar naam frequent in de operatijdschriften genoemd. Angela Cona had niet de status van haar leeftijdgenote Julia Culp, die eveneens afkomstig was uit Groningen. Een goede biografie van deze mezzosopraan is nog niet beschikbaar, dus wellicht ligt hier voor de auteur nog een volgende uitdaging.

2010; €19,50
ISBN 978 90 5294 481 4
109 blz.; Hardcover
Profiel Uitgeverij, Bedum