**
© Karl & Monika Forster
Wiesbaden, 16 februari 2019
‘Salome’ Wiesbaden: “Es wird Schreckliches geschehen”
De Nederlandse heldentenor Frank van Aken maakt zijn roldebuut als Herodes in een nieuwe enscenering van ‘Salome’ van Richard Strauss in het Staatstheater Wiesbaden. Hij is helaas de enige trekpleister van de teleurstellende productie, waarover het premièrepubliek zijn ongenoegen uitte met boegeroep voor het regieteam en de dirigent.
De nieuwe productie van ‘Salome’ van Richard Strauss (1864-1949) in het Staatstheater Wiesbaden geeft jammer genoeg weinig aanleiding tot vreugde De enscenering van de Franse theatergroep Le Lab (Jean-Philippe Clarac en Olivier Deloeuil) bevat namelijk noch erotiek, noch dramatiek. Er is een draaitoneel met goedkoop ogend tuinmeubilair en een cabine voor de gevangen profeet Jochanaan. Handelingen worden geregistreerd door camera’s en geprojecteerd op schermen achter op het podium. Erg origineel is het allemaal niet, want camera’s op een draaitoneel zag men de afgelopen 25 jaar al zo vaak. Inmiddels verveelt het slechts.
Le Lab voert amper personenregie en de personages zijn nauwelijks uitgediept. Zo zijn de lust van koning Herodes voor zijn stiefdochter Salome en de woede van Jochanaan jegens koningin Herodias ver te zoeken. Bovendien mislukt de Dans van de Zeven Sluiers, wanneer Salome niet voor Herodes danst, maar er slechts projectie van haar wulpse tongbewegingen is, terwijl Herodes op zijn iPad tuurt. Ten slotte ontvangt Salome niet het door haar verlangde hoofd van Jochanaan (dat zij van Herodes eist in ruil voor haar dans), maar krijgt de profeet een zilveren gezichtsmasker voordat hij op een brancard ten tonele verschijnt. Uiteindelijk een steriele en beschamende vertoning.
Qua bezetting is deze ‘Salome’ instabiel. De Turkse soubrette Sera Gösch viel in voor Sabina Cvilak en is qua uiterlijk en timbre volkomen de 16-jarige prinses Salome. Zij zingt de partij evenwel met drie stemmen en in de hoogte maakt zij haar soubrette gevaarlijk breed. Het zou voor haar verstandig zijn deze partij niet te vaak te vertolken als zij een langere zangcarrière ambieert.
De Nederlandse heldentenor Frank van Aken maakt in Wiesbaden zijn roldebuut als Herodes. Het is een genoegen om deze partij door zijn heroïsche stem gezongen te horen in plaats van door de “kwaak”-stemmen van karaktertenoren die in deze rol dikwijls optreden. De noten van de partij zingt Van Aken niet alleen zeer nauwkeurig, maar ook met fraaie lijnen. En zijn hoge tonen zijn overweldigend! Buitengewoon boeiend is zijn tekstuitbeelding, waardoor zijn Herodes vocaal enorme zeggenschap heeft. Frank van Aken kan met deze vertolking zonder meer naar alle belangrijke operahuizen van de wereld, waar hij reeds optrad.
De Brits-Amerikaanse mezzo Andrea Baker is een lekker hysterisch bijtende Herodias met grote theatrale aanwezigheid. De Duitse bariton Thomas de Vries is helaas te lyrisch en niet heldisch genoeg voor Jochanaan en de Duitse lyrische tenor van Simon Bode is te bleek voor Narraboth.
De Duitse dirigent Patrick Lange – Generalmusikdirektor in Wiesbaden – ontluisterde met snelle tempi en een zakelijke, rechtlijnig lezing, waardoor de muziek geen kleurschakeringen en de opera geen erotische atmosfeer kreeg. Een evenwel akoestisch opwindend effect was het slagwerk van het Hessische Staatsorchester Wiesbaden in de loges tijdens de Dans van de Zeven Sluiers.
Ongeordend verliep het slotapplaus. Schijnbaar had het regieteam verzuimd dit te regisseren, want het toneeldoek ging in het wilde weg omhoog en naar beneden en de zangers wisten niet wanneer waar te staan. Boegeroep was er voor het regieteam en de dirigent. Een chaotisch einde van een toch al teleurstellende voorstelling.