1.

De Nederlandse sopraan Cristina Deutekom was één van de belangrijke Lucia’s van na de Tweede Wereldoorlog. Zij zong de titelrol van ‘Lucia di Lammermoor’ van Gaetano Donizetti (1797-1848) voor het eerst op 23 mei 1969 in het Teatro La Fenice van Venetië onder leiding van Antonino Votto en daarna nog zo’n 170 keer. Er zijn circa 15 verschillende audio-opnamen bekend van Cristina Deutekom als Lucia. Acht daarvan zijn verkrijgbaar op CD, waaronder de uitvoering van 29 juli 1976 in de Arena van Verona. Al bij haar opkomst ontvangt Deutekom applaus en voor haar aria “Regnava nel silenzio” krijgt zij alle ruimte van dirigent Oliviero de Fabriitis. De waanzinsaria in de laatste akte zong zij in Verona op haar eigen verzoek met de fantastische fluitist op het toneel. Deutekoms hoge Bessen en Cs zijn mooi zacht en haar hoge Es zo spatzuiver, dat het publiek door het dolle heen raakt. Het “Spargi d’amaro pianto” zingt zij vervolgens prachtig legato en tweede hoge Es is – voor Deutekoms doen en wellicht door de spanning “slechts” – vier maten. Meerdere malen zong Deutekom de rol naast de Italiaanse tenor Luciano Pavarotti als Edgardo. Hoor hier hoe hij al bij zijn opkomst voor het duet “Sulla tomba” bravo’s van het publiek krijgt. Pavarotti zingt als een vulkaan die uitbarst. In de finale II houdt hij zijn hoge Bes op “Ah” zo lang aan, dat het publiek al tijdens het “Vi disperda” begint te juichen. Renato Bruson is een bijtende Enrico en zingt nauwkeurig met een fantastisch legato en goede focus. Het duet Lucia/Raimondo van de tweede akte ontbreekt helaas en in de derde akte missen het duet van Enrico/Edgardo in de Wolf’s Crag toren en de scène van Enrico/Raimondo/Normanno vóór de finale op de begraafplaats. Het geluid van de opname is nu eens dichtbij, dan weer ver weg in de Arena. Dit is een opname van ‘Lucia di Lammermoor’ die elke operaliefhebber in de kast dient te hebben!
Gala GL 100.532 (2 CDs)

2.

Deze opname werd door Deutsche Grammophon tussen 25 augustus en 1 september 1959 in Milaan gemaakt, maar door DG nooit op CD uitgebracht. Gelukkig is zij vorig jaar heruitgebracht op CD door Opera d’Oro. Dit is één van de weinige opnamen met een compleet Italiaanse bezetting. De sopraan Renata Scotto was hier nog maar 25 jaar, ruim zes jaar na haar debuut in de Scala. Muzikaal is zij briljant en in uitdrukking ideaal, ook al ontbreken de trillers en zijn de hoge noten vaak dun en los van de rest van de stem. Dit is Scotto in het juiste repertoire; later zou zij helaas haar lyrische sopraan kapotbijten op dramatische partijen. Ook haar latere scoops door de registerbreuken zijn hier nog niet zo nadrukkelijk aanwezig. De bariton Ettore Bastianini is de beste Enrico op CD. Zijn woeste klank, zijn aandacht voor de noten en zijn fluwelen verraderlijkheid maken zijn vertolking tot een document. Overigens is dit de enige opname van Bastianini in deze rol. De tenor Giuseppe di Stefano is een hartstochtelijke Edgardo en hier in goede vorm, ook al neemt hij passagio nooit helemaal lekker en is de hoogte vaak te breed (luister naar “bell’alma innamorata” in de finale). Dirigent Nino Sanzogno houdt de zangers en het koor en orkest van de Milanese Scala zoals altijd goed bij de les. Ook hier de drie gebruikelijke coupures, zoals beschreven bij de opname in Verona.
Opera d’Oro OPD 1492 (2 CDs)

3.

De sopraan Maria Callas maakte haar roldebuut als Lucia di Lammermoor op 10 juni 1952 in Mexico City. Tot en met haar laatste vertolking van de titelrol op 8 november 1959 in Dallas zong zij de partij 46 keer. Er bestaan acht opnamen van Maria Callas als Lucia, waaronder twee studio-opnamen voor EMI. De eerste studio-opname werd gemaakt in januari en februari 1953 te Florence en was de eerste registratie door Callas van een integrale opera voor het label EMI. De Lucia van Maria Callas is vocaal en muzikaal goed in balans. Zij creëert een schitterende sfeer met mooi gezongen frasen. Zij zingt de partij hier opvallend ingetogen, maar ook minder spontaan en gedetailleerd dan later het geval zou zijn. Men ontkomt niet aan de indruk, dat Callas haar dramatische stem in een keuslijf perst en de onzuiverheid is vaak opvallend. Dit was ook haar eerste samenwerking met Giuseppe di Stefano en Tito Gobbi, twee zangers die haar intelligentie en muzikaliteit benaderden. De Italiaanse bariton Tito Gobbi is een kwaadaardige broer Enrico. Fantastisch zijn kleuren en inzet! Hij zingt mooie lijnen en de versieringen zijn exact, ook al resoneert de hoogte niet altijd fraai. Opnieuw Giuseppe di Stefano als een gepassioneerde Edgardo en de Joods-Bulgaarse bas Raphael Arié is één van de beste Raimondo’s op CD. Deze opname was de eerste uitvoering van ‘Lucia di Lammemoor’, die Callas deed met haar Italiaanse mentor en dirigent Tullio Serafin. Serafin spreidt een emotioneel tapijt voor Callas en steunt met luisterrijke tempi. Ook hier de drie gebruikelijke coupures.
Warner Classics 7359482 (2 CDs)

4.

De Amerikaanse sopraan Beverly Sills maakte op 24 december 1969 haar debuut in het Royal Opera House Covent Garden van Londen met de titelrol van ‘Lucia di Lammermoor’ en acht maanden later in augustus 1970 zou zij de rol in de Londense EMI studio’s opnemen. Sills zingt de partij met een constant tragische klank of – zoals zij in haar autobiografie schrijft – “vulnerabe from the start, unaware of what is happening around her, a manic depressive entirely withdrawn from the real world.” Hiermee neemt zij echter de mogelijkheid tot differentiatie weg en wordt haar portrettering nogal eendimensionaal. Maar technisch is zij fantastisch! In “Regnava nel silenzio” maakt zij een aantal onconventionele versieringen en luister naar haar lange lijnen vaak op één adem zoals in “Veranno a te sul l’aure”, hier qua frasering fraai vergezeld door de Italiaanse tenor Carlo Bergonzi. Bergonzi zingt met gedistantieerde hartstocht en in uitdrukking zelfs gedifferentieerder dan doorgaans. De Italiaanse bariton Piero Cappuccilli zingt Enrico met boosaardige klank. De Amerikaanse dirigent Thomas Schippers laat het London Symphony Orchestra spelen met de volgens hem zelf gedefinieerde “eenderde Italiaanse frasering, eenderde Joodse klank en eenderde Duitse grondigheid”. Het volledige duet Lucia/Raimondo van de tweede akte is geïncludeerd en Sills besluit het met een hoge F! En in de derde akte zijn ook het volledige Wolf’s Crag duet van Enrico/Edgardo en de scène van Enrico/Raimondo/Normanno na de waanzinsaria opgenomen. Daarnaast zijn er veel alternatieve einden aan de scènes, aria’s en duetten. Bovendien worden er special-effects gebruikt zoals geluiden van getrokken zwaarden in finale II en onweer rondom de Wolf’s Crag toren in de opening van de derde akte. Overigens was dit ook de eerste studio-opname van ‘Lucia di Lammermoor’, waarbij glasharmonica werd gebruikt tijdens de waanzinsaria.
Westminster Legacy 289 471 250-2 (2CDs)

5.

De Australische sopraan Joan Sutherland maakte haar roldebuut als Lucia op 17 februari 1959 in Covent Garden onder muzikale leiding van Tullio Serafin. Na de waanzinsaria van deze opvoering was Sutherland plotseling een wereldster geworden. Ook haar debuut in de Metropolitan Opera van New York in 1961 was als Lucia. Zij zou de rol in totaal 228 keer zingen en er bestaan zo’n 20 opnamen van Sutherland in haar paraderol, inclusief twee studio-opnamen in juli en augustus 1961 en tussen 28 juni en 16 juli 1971. Ten tijde van deze laatste opname in de Decca-studio te Londen was Sutherland op haar hoogtepunt. Inmiddels had zij haar stem enorm “abgedunkelt” en waren de woorden nauwelijks nog verstaanbaar. Maar haar techniek en coloraturen zijn briljant en haar echtgenoot Richard Bonynge – die hier de muzikale leiding had – noteerde voor Sutherland extra versieringen in haar partij. Opnieuw Luciano Pavarotti als Edgardo – net als bij de opname met Deutekom in de Arena van Verona – en hij is gewoonweg de beste Ravenswood op CD. Heerlijk om hem in de complete derde akte zonder coupures te kunnen horen. De Amerikaanse bariton Sherrill Milnes heeft niet zozeer het dubbeltongige karakter van Enrico zoals Bastianini en Gobbi, maar laat prachtig belcanto horen; in zijn duet met Edgardo in de derde akte gaat hij zelfs naar een hoge Bes. Overigens is zijn duet met Lucia in de tweede akte maar liefst twee semi-tonen naar boven getransponeerd, zodat Sutherland eindigt op een hoge E. Ook deze opname bevat alle scènes en ook hier zijn er special-effects in de vorm van wapperend papier en onweer bij de Wolf’s Crag. De opname bezit helaas nogal wat galm.
Decca 478 3045 (2 CDs)

Bonus:

De platenmaatschappij Cetra maakte tussen 17 en 24 mei 1939 in zijn studio in Turijn deze opname van ‘Lucia di Lammermoor’. De titelrol werd gezongen door de Italiaans-Amerikaanse coloratuursopraan Lina Pagliughi, de latere lerares van de Nederlandse coloratuursopraan Wilma Driessen. Pagliughi was de opvolgster van Toti Dal Monte en de belangrijkste coloratuursopraan van Italië in de jaren 30 en 40. Zij zong bijna uitsluitend in Italië. Haar breekbare klank, expressie en buigzame stem maken haar ideaal voor Lucia. De Italiaanse tenor Giovanni Malipiero is een lyrische Edgardo met een mooie, heldere klank en de bariton Giuseppe Manacchini heeft een prachtige stem, ook al wellicht iets te lichtvoetig voor Enrico. Manacchini is overigens ook te zien in de documentaire ‘Il Bacio di Tosca’ in een scène waarin hij zijn oude operakostuums toont. Dirigent Ugo Tansini staat geheel in dienst van de zangers.
Naxos 8.110150-51 (2 CDs)

In de studio van Milaan werd in 1933 de eerste integrale opname van ‘Lucia di Lammermoor’ gemaakt voor het label Columbia. De opname is op CD verschenen bij Myto, Arkadia en Grammofono, inmiddels niet meer leverbaar, maar af te toe nog wel te verkrijgen. Hier was een fantastisch ensemble bij elkaar. De titelrol wordt gezongen door de Spaanse coloratuursopraan Mercedes Capsir. Zij maakte haar debuut als Lucia in 1917 in de Spaanse plaats Vigo en zong de rol in 1935 zelfs twee maal in Amsterdam. Mercedes Capsir is een interessante Lucia. Frêle, levendig en met schitterende, staccato coloraturen. Naast haar als haar broer Enrico de Italiaanse bariton Enrico Molinari, een bariton als een leeuw. Zo dominant hoort Enrico te klinken! De Italiaanse tenor Enzo de Muro Lomanto is een enigszins lichtgewicht Edgardo, maar beeldend. Dirigent Lorenzo Molajoli leidt de zangers en het Orchestra del Teatro alla Scala di Milano met goed gevoel voor belcanto.
Grammofono 2000 AB 78 762/63 (2 CDs)