Quirijn de Lang

“Alles mag abstract zijn, als de emotie maar echt is”

De jonge Nederlandse bariton Quirijn de Lang zong zich in het vorige Opera Nederland seizoen in de schijnwerpers met indrukwekkende prestaties in ‘Beatrice di Tenda’ van de Rotterdamse Opera en ‘Attima’ in Den Haag. “De afgelopen jaren hebben me geleerd wat voor stem ik heb en ik heb het gevoel dat vanaf 32 het echte werk pas begint.”

Quirijn de Lang is geboren in Nijmegen en heeft van zijn 7e tot zijn 13e in Japan gewoond. “Daarna heb ik in Rotterdam gymnasium gedaan en op mijn 15eontdekte ik opera en wist dat ik daarin verder wilde. Ik kreeg privéles van Nicolai Cok van het Belcanto Festival in Dordrecht en via hen kreeg ik de mogelijkheid om een jaar bij Belcanto-expert Rodolfo Celletti te studeren in Milaan. Het jaar daarop werd ik toegelaten tot het beroemde Curtis Institute of Music te Philadelphia”, aldus De Lang. Zijn professioneel debuut kwam in 1999, als Papageno in ‘Die Zauberflöte’ van Mozart bij de Nationale Reisopera.

Quirijn de Lang is kritisch maar ook onderzoekend geweest in zijn repertoirekeuzes; “Voor een bariton, die zo jong begint (ik was 21), is het vooral belangrijk om de eerste 10 jaar door te komen zonder je te verzingen. De werkelijkheid wil echter dat je als jonge zanger qua repertoire vaak afhankelijk bent van wat iemand je wilt aanbieden. Het repertoire dat ik heb opgebouwd spant van Monteverdi tot Zuidam en de stemvakken, waarin ik heb gezongen, van bas tot baryton-martin. De afgelopen jaren hebben me zo geleerd wat voor stem ik heb en wat mij ligt. Toch heb ik ook rollen geweigerd, zoals Figaro in ‘Il Barbiere di Siviglia’ van Rossini. Hoewel een droom voor elke jonge bariton heb ik die op mijn 23e afgeslagen en maar goed ook, want het is een rol die ik nu pas naar behoren zou zingen. Aan de andere kant heb ik ook aparte dingen uitgeprobeerd zoals de rol van Jan Six in de megamusical Rembrandt. Van die ervaring heb ik vaardigheden geleerd, die weinig operazangers hebben, en die mij nu in opera goed van pas komen.”

“Voor een bariton begint het echte werk pas bij 32,” zegt Quirijn de Lang. “En nu neem ik meer de dingen aan die ik echt wil doen. Ik ben tegenwoordig wat terughoudender in het aannemen van hedendaagse en renaissance / barok opera’s. Je wordt al snel in een hokje gestopt en dat zijn niet de hokjes waarin ik me thuis voel. Mijn liefde gaat uit naar het Romantische repertoire. De rol van Filippo Visconti in Bellini’s ‘Beatrice di Tenda’ (Rotterdamse Opera 2007) was voor mij een thuiskomst niet alleen bij het koor waar ik 15 jaar geleden zelf begon, maar ook bij de muziek die mij inspireerde om zanger te worden en waar ik in de toekomst absoluut mee verder wil”, vertelt De Lang.

Sinds vorig jaar is de carrière van Quirijn de Lang vooral in Engeland vooruit gevlogen. “Het begon met Harlekin in ‘Ariadne auf Naxos’ van Richard Strauss in Garsington. Daarna ‘Lost Highway’ van Olga Neuwirth bij de English National Opera en momenteel zing ik in ‘Matrimonio Segreto’ van Cimerosa bij de Scottish Opera. Allemaal heerlijke producties en erg inspirerend. Ik kan me aan producties ergeren, die, om één of ander “Regie-idee” te doen slagen, dwars tegen het stuk ingaan. Een ‘Don Giovanni’ van Mozart, waarin een Commendatore rollebolt met Leporello, vind ik als een ‘Othello’ regisseren met de tekst van ‘Op Hoop van Zegen’. Verder wat regie betreft, mag alles voor mij abstract zijn, als de emotie maar echt is.”

“Volgend seizoen kom ik terug in Garsington als Dandini in ‘Cenerentola’ van Rossini en zing ik Guglielmo in ‘Cosi fan tutte’ van Mozart bij Opera North. Voor 2010 staat in ieder geval de Graaf in ‘Capriccio’ van Richard Strauss bij Grange Park op de agenda.” Over een jaar of 15 zou Quirijn de Lang graag de dramatische Donizetti en Verdi rollen willen doen. “Voordat ik stop wil ik toch graag Rodrigo (‘Don Carlo’), Simone Boccanegra, Luna (‘Il Trovatore’), Nabucco, Germont (‘La Traviata’) en Rigoletto hebben gezongen! Maar op dit moment zouden rollen als Escamillo, Don Giovanni en Billy Budd mij goed passen. Ik voel me goed thuis in de stukken van Mozart, Britten, Bizet en Strauss, en natuurlijk in die heerlijke belcanto!”