MUZIKAAL

1. Is men trouw aan de muziek of zijn er veranderingen?
– De Nederlandse Opera (DNO) herneemt de productie van ‘La Traviata’ (1870, München) van Giuseppe Verdi (1813 – 1901), die in 2005 in Salzburg in première ging en vier jaar geleden door DNO voor het eerst werd opgevoerd. De opera wordt integraal gespeeld met slechts een pauze na de eerste akte, waardoor het gedeelte na de pauze erg lang aanvoelt. 
***

2. Zijn de zangers rollendekkend?
– Met verbijstering moet men constateren, dat DNO zelfs ‘La Traviata’ niet weet te bezetten. Marina Poplavskaya zingt net als in 2009 de titelrol. Het is pijnlijk te horen, dat haar talent inmiddels door de opera-industrie is uitgemolken en zij binnenkort waarschijnlijk zal worden afgedankt. Alfredo is bezet met een tenorino en de ongesteunde bariton van Germont dient men maar snel te vergeten. Hopelijk gaat Jesus Huppeldepup als nieuwe castingmanager bij DNO er meer van maken. 
*

3. Is de dirigent betrokken bij het podium?
– Dirigent Giuliano Cardella – in 2009 bij DNO dirigent van ‘I Puritani’ – werkt keihard om het niveau hoog te houden en zit er bovenop. Maar hij is zo druk bezig de zangers te helpen, dat hij niet toekomt aan het scheppen van een 
muzikaal aangrijpende atmosfeer en verzandt in een stijve, recht-toe-recht-aan begeleiding. ***

4. Vormen de (koor- en) orkestleden onderling en samen een eenheid?
– Het Radio Kamer Filharmonie speelt schitterend sfeervol in de beide preludes. Het Koor van De Nederlandse Opera zet zich 100% in voor de bedrijvigheden en zingt geconcentreerd. 
****

DRAMATURGISCH

5. Wordt er een verhaal verteld?
– Regisseur Willy Decker – huisregisseur van DNO met in de afgelopen twee seizoenen per speeltijd twee fraaie hernemingen – weet helaas niet over te brengen waar het in ‘La Traviata’ om gaat. 
**

6. Komt de enscenering overeen met het libretto?
– Een goede analyse van de gevoelens van het verhaal ontbreekt. 
**

7. Hoe is de integratie regie – muziek?
– Decker voelt de emoties in de muziek van ‘La Traviata’ niet aan. Uiteindelijk is de enscenering van Violetta’s overlijden kil, in tegenstelling tot de muziek. 
**

8. Hoe is de esthetiek en functionaliteit van de vormgeving?
– 
Decker heeft met deze ‘La Traviata’ misschien wel zijn lelijkste productie neergezet. Het decor is zoals altijd bij Decker voor alle akten hetzelfde en in ‘La Traviata’ een kale, ongeïnspireerde, halve ring, die niets uitstraalt. Overigens is het decor akoestisch armzalig. **

ALGEMEEN

9. Is de productie onderscheidend of spraakmakend?
– De enscenering zit vol clichés. Onderscheidend is de productie slechts vanwege het feit dat het muzikaal één van de meest pijnlijke producties van DNO ooit is. 
**

10. Is de productie artistiek innovatief?
– De productie is niet vernieuwend of vooruitstrevend. Het is saai en men verlangt al snel naar het overlijden van Violetta. 
**

11. Zijn er Nederlanders betrokken bij de productie (zangers, regisseur, ontwerpers, dirigent)?
– De helft van de tien bijrollen is met Nederlandse zangers bezet. Karin Strobos is verdwaald in haar tweede Italiaanse bijrol en dient zich af te vragen of zij daar wel verstandig aan doet. Het zou overigens een sympathiek initiatief van DNO zijn geweest als zij Ernst Daniël Smid als Germont had geëngageerd. Hij zou het prima hebben gedaan. 
***

12. Hoe is het bezoekersaantal in verhouding tot de zaalcapaciteit?
– De première van ‘La Traviata’ was uitverkocht, ook al zijn er voor de andere voorstellingen nog ruimschoots kaarten (ongehoord voor 
‘La Traviata’). Het publiek én Giuseppe Verdi hadden in dit Verdi-jaar beter verdiend. De componist draait zich in zijn graf om. ****