© Bill Cooper
Oorverdovende ovatie voor Eva-Maria Westbroek als Anna Nicole
Anna Nicole Smith was een Amerikaans pin-up model en een product van deze tijd. Zij maakte keuzes, die wellicht niet voor iedereen voorstelbaar zijn, maar het waren haar keuzes. Het levensverhaal van Anna Nicole Smith leent zich uitstekend als onderwerp voor een opera. Haar tragische levensverhaal vertoont parallellen met die van Madama Butterfly, Tosca en La Traviata, want ook zij waren slachtoffer van de manipulatie door anderen om hen heen en ook zij stierven eenzaam. Mark-Anthony Turnage componeerde voor het Royal Opera House Covent Garden van Londen de opera ‘Anna Nicole’, maar de vraag laat zich stellen of zij zich bij het lijstje illustere voorgangsters kan plaatsen.
Het Royal Opera House Covent Garden in Londen brengt de wereldpremière van de opera ‘Anna Nicole’ van de Britse componist Mark-Anthony Turnage (1960, Essex) met zes uitverkochte voorstellingen. Het libretto is vervaardigd door Richard Thomas, die eerder de musical ‘Jerry Springer: the Opera’ schreef. De taal van ‘Anna Nicole’ is Amerikaans – vergelijk het cockney Engels in de eerste opera van Turnage ‘Greek’ – en is soms geestig, vaak vulgair, banaal met veel clichés, die op den duur enigszins monotoon worden. Het verhaal wordt in de eerste akte door Anna verteld en verschuift in de tweede akte naar het oogpunt van haar moeder Virgie. Turnage componeerde voor ‘Anna Nicole’ pakkende melodieën, korte ariosi en fraaie ensembles, zoals de drie kwartetten van de lapdansers, de patiënten bij de plastische chirurg en de familie van Anna’s overleden echtgenoot. Kenmerkend ook voor Turnage zijn de drums, de ritmische houtblazers staccati en gedempte kopersblazers fanfares. De citaten uit Mahlers ‘Kindertotenlieder’ in de tweede helft van de tweede akte bij het overlijden van Anna’s zoon Daniel vormen de meest pakkende muziek. Turnage verwerkt – meer nog dan in zijn vorige opera’s – een prominent aandeel lichte muziek en jazz in ‘Anna Nicole’. Er zijn spirituals, walsen, een bossa nova, een foxtrot en een jamsessie en dat maakt het werk toegankelijk voor een groot en jong publiek.
De regie van de productie is van de hand van Richard Jones (1953, London). Jones schetst in de 16 korte scènes van het werk met veel details en felle zuurstokkleuren de overdadige wereld van Anna Nicole. De energieke eerste akte speelt zich af in Anna’s geboorteplaats, in de Wal-Mart, Kentucky Fried Chicken, de Gentlemen’s Club en bij de plastische chirurg. Er is een lapdance-scène, een fallatio-scène en een paaldansscène. De tweede akte begint hilarisch op een gigantisch matras en mondt uit in een grote party. Ook dit gedeelte van ‘Anna Nicole’ is over-the-top, geestig, vermakelijk en onderhoudend. Langzaam heeft dan het koor als menigte plaats gemaakt voor kraaiachtige figuren met camera’s als snavels, die continu alles registreren wat Anna Nicole doet. Tijdens een prachtig tussenspel valt dan het doek, dat na tien jaar de zwaardere Anna toont. Tenslotte maakt Jones in de laatste vier scènes de sfeer intiemer als de tragische gebeurtenissen van haar leven passeren.
In verband met de productie is in het Royal Opera House het toneeldoek met het embleem van “E II R”, (Elisabeth II Regina) vervangen door een doek met harten en het embleem “A n R” (Anna Nicole Regina). En in het hele Covent Garden lacht het portret van de Nederlandse sopraan Eva-Maria Westbroek als Anna Nicole het publiek toe. Het vereist lef om als klassieke zangeres een dergelijke rol te accepteren. Vanaf haar opkomst met “I want to blow you all… a kiss” tot de finale “America, I gave you all” is zij continu op het toneel aanwezig en zo’n tien keer moet zij zich – eveneens op het toneel – verkleden. Eva-Maria Westbroek danst en acteert met werkelijk onuitputtelijke energie en je kunt je ogen niet van haar afhouden. Haar portrettering van Anna Nicole is sympathiek; ontwapenend aan het begin en kwetsbaar aan het einde. Zij zingt nu eens met klassieke sopraan dan weer met musicalstem als een geboren Amerikaanse. De aria “You can pray, you can dream” van de eerste akte zingt zij ontroerend in al haar eenvoud en de opgewonden coloraturen – als zij om haar medicijnen vraagt – en haar hoge C in de Larry King Show zijn indrukwekkend. Oorverdovend was dan ook de ovatie, die Eva-Maria Westbroek aan het slot ten deel viel.
De tenor Alan Oke is fantastisch als karikatuur van Anna’s 80-jarige echtgenoot in rolstoel met Parkinsontremor en stoma. De bariton Gerald Finley als Anna’s manipulatieve minnaar en advocaat is dominant, maar tegelijkertijd elegant, ook al komen de bedoelingen van zijn personage niet goed uit de verf. Het complexe karakter van Anna’s moeder Virgie wordt krachtig gezongen door mezzosopraan Susan Bickley. Dirigent Antonio Pappano houdt het Royal Opera House Orchestra scherp en nauwkeurig en zorgt voor een soepele cross-over van jazz en drums naar orkest. Het koor van het Royal Opera House heeft een groot aandeel en toont plezier in de rol van de oordelende menigte.
‘Anna Nicole’ bevat een aantal onvergetelijke momenten. Toch laat zich de vraag stellen of het opera of musicalcomedy is. De versterking van de zangers door microfoons draagt in elk geval bij aan het hoge musicalgehalte van het werk. Turnage lijkt in de finale geen keuze te hebben gemaakt tussen entertainment en drama en dat is jammer. Hij ondersteunt op dat moment de tragiek van het drama niet met zijn muziek. Virgie rapporteert op een vrolijk walsje over de dood van Anna’s 20-jarige zoon Daniel en de monotone opsomming door diens geest van zo’n 30 medicijnen gaat ook niet echt onder je huid zitten. De opera was wellicht indrukwekkender geweest – en sympathieker voor Anna Nicole Smith – als de drie sterfgevallen in deze finale akte met meer tragiek en drama waren benaderd.