© Jörg Schulze
Eva-Maria Westbroek brengt ‘Die Walküre’ in Bayreuth op een hoger plan
De Bayreuth enscenering van ‘Der Ring des Nibelungen’ kent in ‘Die Walküre’ grote momenten. De personenregie van Tankred Dorst is meer bevlogen dan op de vooravond en dirigent Christiaan Thielemann houdt ondanks enkele zwakke, interpretatieve ogenblikken het geluid gecontroleerd. Maar de productie ontstijgt het predikaat van ‘een geslaagde voorstelling’ en wordt daadwerkelijk op Bayreuth-niveau getild door de Nederlandse sopraan Eva-Maria Westbroek met haar extatische vertolking van Sieglinde.
‘Die Walküre’ (1870) is de meest gespeelde opera van het vierluik ‘Der Ring des Nibelungen’ van Richard Wagner (1813 – 1883). Maar het is ook een moeilijke. Het muzikale idioom van haar eerste akte is vloeiender en in harmonie met de dramatische betekenis van de tekst, terwijl de tweede en derde akte een veel meer recitatiefachtig karakter hebben en tekst en muziek minder gelijkwaardig zijn. In ‘Die Walküre’ komen twee werelden bij elkaar: de realistische en aardse tragedie van de gedoemde, incestueuze liefde van de tweeling Siegmund en Sieglinde en de mythische en goddelijke handelingen van Wotan en zijn dramatisch gecompliceerdere confrontatie met zijn andere dochter Brünnhilde.
De enscenering van ‘Der Ring des Nibelungen’ van Tankred Dorst (1925, Türingen) moet in Bayreuth nog meegaan tot het jubileumjaar 2010 en voor de 100ste editie van het Festival in 2013 heeft men schijnbaar nog geen nieuwe ‘Ring’-regisseur gevonden. In ‘Die Walküre’ actualiseert hij opnieuw spaarzaam met figuranten. De enscenering blijft vlak, maar er zijn grote magische momenten en zijn personenregie is gevoeliger dan in ‘Das Rheingold’. De toneelbeelden zijn schitterend: de hut van het echtpaar Hunding en Sieglinde met ingeslagen telefoonmast in de eerste akte, vage standbeelden in verhullende mist in de tweede en een verlaten steengroeve in de laatste akte.
Dirigent Christiaan Thielemann lijkt moeite te hebben met preludes, want was zijn voorspel op de vooravond nog gejaagd in plaats van kalm, op de eerste dag is het kalm in plaats van gejaagd. Thielemann lijkt zich in ‘Die Walküre’ voornamelijk te concentreren op het tedere, smartelijke, erbarmelijke en zachte en hij houdt het geluid gecontroleerd. Maar in de derde akte gaat hij los. Hier zet hij een overweldigende, opwindende, bruisende en stromachtige Walkürenrit neer. En opnieuw laat Thielemann de zangers zich ontvouwen zonder dat zij moeten opboksen tegen de geluidsgolven uit het orkest en toont hij zich een alerte en gevoelige begeleider.
Maar de productie wordt daadwerkelijk op Bayreuth-niveau getild door de Nederlandse sopraan Eva-Maria Westbroek, die de dankbare rol van Sieglinde voor het tweede achtereenvolgende jaar in Bayreuth vertolkt. Ze zingt Sieglinde’s tederheid en verklaring van haar liefde wonderschoon, extatisch, expressief en verstaanbaar en ze weet met haar uitbeelding te fascineren, ook in de vele instrumentale tussenspelen van de eerste akte. Het ontroerende einde van de tweeling in de finale van de tweede akte met Siegmunds dood wordt door Eva-Maria Westbroek zeldzaam aangrijpend uitgedrukt. In de derde akte brengt zij de zaal in vervoering met haar verrukkelijke “O hehrstes Wunder!” als zij verneemt dat Sieglinde zwanger is van Siegmund. Eva-Maria Westbroek is wereldwijd de enige, legitieme opvolgster van Leonie Rysanek in deze rol.
Haar tweelingbroer en heimelijke geliefde Siegmund wordt gezongen door Erich Wottrich, die de rol slanker benadert en daardoor helderder klinkt in de relatief lage tenorpartij. De mannelijkheidstoets “Wälse!” doorstaat hij glansrijk. De Wotan van Albert Dohmen is in ‘Die Walküre” menselijker en geloofwaardiger en zijn stem meer sonoor. Zijn “Wotans Abschied” is niet sentimenteel, maar prachtig eenzaam en wanhopig. Het duet met zijn dochter Brünnhilde was intens ontroerend. Linda Watson is een genuanceerde, intelligente en facetrijke Brünnhilde, die warmbloedig ontroert met haar ronde stem. Haar hoge B’s en C’s in haar vrolijke oorlogskreet “Hojotoho!” stonden als een huis en “Der diese Liebe mir ins Herz gelegt” in de laatste akte was werkelijk prachtig. Wotans vrouw Fricka is Michelle Breedt, die in haar uitgebreide confrontatie met haar echtgenoot op majestueuze en meedogenloze wijze hem verbiedt tussen Hunding en Siegmund te komen. Subtiel en verstaanbaar verklinkt zij haar muzikaal lastige partij met onregelmatige frasen en variatie in timing. Kwangchul Youn is een souvereine Hunding met een grote bas en klank eromheen. De acht Walküres met de bijdrage van de altijd betrouwbare Nederlandse mezzosopraan Wilke te Brummelstroete zijn niet kinderachtig en zingen glanzend.
Morgen is een rustdag voor de Wagnerianen in Bayreuth en donderdag zal Sieglinde’s zoon Siegfried van zich laten horen.