© Morten de Boer
Liefde voor het werk in ‘Die Zauberflöte’ bij Opera Zuid
Tamino en Pamina hebben een kantoorbaan en hun cheffin, alias de Koningin van de Nacht, en de directeur Sarastro maken de dienst uit. De twee werknemers komen tijdens het overwerken in een gezamenlijke droom terecht, waarin hun cheffin het op de directeur heeft gemunt met hun als werktuig. Een interessante invalshoek voor de opera ‘Die Zauberflöte’ van Mozart bij Opera Zuid.
De enscenering van ‘Die Zauberflöte’ van W.A. Mozart (1756 – 1791) bij Opera Zuid (OZ) is van de hand van de Duitser Bruno Berger-Gorski, die de opera ook al regisseerde in Miami. Bij OZ deed hij al eerder de zeer geslaagde producties ‘La Fille du Régiment’ en ‘Hänsel und Gretel’. Ook in ‘Die Zauberflöte’ weet Berger-Gorski met mate te actualiseren en sociaal-kritische accenten aan te brengen zonder dat het ten koste gaat van de charme van het werk. Als Tamino en Pamina na slechts twee en half uur – want de dialogen zijn gelukkig tot een minimum beperkt en dirigent Per-Otto Johansson neemt snelle tempi – op kantoor uit hun droom ontwaken, weten zij van elkaars verliefdheid.
Mozart had de vocale partijen van ‘Die Zauberflöte’ geschreven met bepaalde zangers in gedachten en OZ heeft bij die partijen de passende zangers gevonden. Het ensemble wordt aangevoerd door het IJslandse talent Elmar Gilbertsson. Hij maakt grote indruk met zijn mooie, egale tenor, sterke focus en fraaie frasering. In de hoogte doet zijn timbre soms zelfs denken aan Juan Diego Flórez. Af en toe intoneert hij iets te hoog en een enkele keer slaat zijn stem over, maar dat is eenvoudig te ondervangen als hij wat beter zou steunen. De Nederlandse bariton Martijn Sanders is – na zijn Figaro bij OZ in 2010 – opnieuw in een Mozart-rol te horen. Met zijn ronde bariton en zijn grote speelvreugde zet hij een vermakelijke vogelvanger neer. De Duitse coloratuursopraan Christina Rümann maakt haar debuut bij OZ met de rol van de Koningin van de Nacht. Zij voelt zich vooral op haar gemak boven de hoge C en maakt met name indruk met het veeleisende “Der Hölle Rache”, waarin haar Fs erg gemakkelijk en rond klinken. Haar middenregister is echter nogal gescheiden van haar kopregister. Ook Aylin Sezer maakt haar debuut bij OZ met de rol van Pamina. Zij heeft een mooie, lyrische sopraan, die in het forte helaas al zijn eigen weg op lijkt te gaan. De Duitse bas Andreas Mitschke is een solide Sarastro, maar zonder veel resonansen. De Zweedse dirigent Per-Otto Johansson neemt zoals gezegd met het Limburgs Symfonie Orkest snelle tempi. Hij gebruikt weinig dynamische nuances, maar houdt het orkest en de zangers opvallend goed bij elkaar en de ensembles klinken zeer verzorgd. OZ laat studenten van het Conservatorium Maastricht veel ervaring opdoen voor het operapodium – één koorlid doet zelfs een ratslag – en ook zij mogen nog wat aandacht besteden aan de dynamische nuances van Mozart.
Ondanks de kleine kanttekeningen is het hartverwarmend om te zien met hoeveel liefde de medewerkers van Opera Zuid aan ‘Die Zauberflöte’ werken en hoe verzorgd de uitvoering is. Het was dan ook een mooie blijk van waardering, dat het Lucent Danstheater in Den Haag uitverkocht was. Overigens speelde op dezelfde avond De Nederlandse Opera de première van Händels ‘Deidamia’ voor een matig gevulde zaal…