© Hans Hijmering
‘Il Signor Bruschino’ van DNOA lang, laag en traag
‘Il Signor Bruschino’ is een korte, levendige komedie van Rossini. Maar bij de Dutch National Opera Academy bruist de eenakter niet vanwege de zeer trage tempi tijdens de recitatieven en de vele lange stiltes in de enscenering. Het is waarschijnlijk de langste uitvoering van Bruschino ooit.
Het eerste succes van Gioacchino Rossini kwam met een aantal eenakters, dat hij schreef voor Venetië. De opera ‘Il Signor Bruschino’ was daarvan de laatste en werd in 1813 voor het eerst uitgevoerd. De levendige komedie staat tegenwoordig nog maar zelden op het programma van operagezelschappen en wordt zover bekend in het komende seizoen nergens ter wereld gespeeld.
Daarom is een uitvoering van ‘Il Signor Bruschino’ door het ensemble van de Dutch National Opera Academy (DNOA) één om naar uit te kijken. Het werk heeft alle ingrediënten voor een geslaagde komedie met de geliefden Florville en Sofia, de twee geestige personages Bruschino senior, Filiberto en Gaudenzio en een aantal bijrollen, zoals Bruschino junior, Marianna en een politiecommissaris. De enscenering van Floris Visser voor DNOA in de Grote Zaal van het Concertgebouw in Amsterdam is echter geen geslaagde komedie. Visser maakte voor DNOA eerder al een sterke ‘Agrippina’ en een niet zo sterke ‘La Clemenza di Tito’. Zijn aankleding voor ‘Il Signor Bruschino’ is fraai met een decor bestaande uit een enorme kooi en verrassende belichting. Hij gebruikt het hele podium, maar hij laat Florville bij zijn openingsaria met zijn rug naar het publiek en Sofia tijdens haar aria naar de zijkant zingen. En Bruschino senior beweegt zich wel erg soepel voor iemand die jicht heeft. Maar het ergste dat Visser verweten kan worden zijn de vele, lange stiltes, die de vaart uit het verhaal halen en dodelijk zijn voor de sprankeling van de komedie.
Ook door de zeer trage tempi van de recitatieven bruist deze ‘Il Signor Bruschino’ niet. De zangers staan met hun rug naar de dirigent Richard Egarr en het laag gestemde (430 Hz?) Nationaal Jeugd Orkest van de 19e eeuw, waardoor zang en orkest nogal eens langs elkaar heen gaan. Peter Davoren als Florville en Alexandra Schoeny als Sofia zingen goed, maar het is jammer om de stemproblemen te horen, die Florian Bonneau (hier als Gaudenzio) inmiddels heeft. De Nederlandse bariton Tim Kuypers is Bruschino senior en een groot vocaal en acterend talent. Prachtig om te horen hoeveel verschillende kleuren hij kan geven aan de herhaling van de woorden “che caldo”. Hopelijk is hij zuiniger op zijn materiaal. Een andere belofte is Anna Traub als Marianna.
Een uitvoering van ‘Il Signor Bruschino’ past meestal op één CD en duurt doorgaans niet langer dan 80 minuten. De voorstelling van DNOA is door de trage recitatieven en vele, lange stiltes zo’n 100 minuten en ontbeerde daardoor de sprankeling zo essentieel voor Rossini.