Vrouwenhandel vanuit de zandbak in ‘Die Entführung aus dem Serail’
‘Die Entführung aus dem Serail’ was Mozarts eerste echte operasucces. Het was zijn wens om met deze opera snel het grote publiek te veroveren. De tekst is, in tegenstelling tot zijn latere opera’s, volledig ondergeschikt aan de muziek. Er zijn nog geen uitgesponnen finales met opstapelingen van spanning en verwarring en er bestaat nog een scheiding tussen de serieuze en de komische wereld. Zelf deed Mozart het werk later af als een ‘prul’.
‘Die Entführung’ gaat over 2 vrouwen in een harem, die de Bassa net zolang op zijn zenuwen werken, totdat hij hen uiteindelijk maar besluit weg te geven. Weer een soort vrouwenhandel dus, die we ook tegenkomen in ‘Die Zauberflöte’ en ‘Zaide’. De opera bestaat uit slechts 4 duetten en 3 ensembles en maar liefst 13 grote bravour-aria’s en een semi-concertante opvoering is misschien wel het beste wat je ervan zou kunnen maken.
Voor deze ‘Entführung’ heeft de Nationale Reisopera (NR) gekozen voor een regieteam bestaande uit set- en kostuumontwerper Thomas Hoheisel en de volstrekt onbekende actrice Imogen Kogge. Hoheisel was eerder het hulpje van regisseurs als Nikolaus Lehnhoff en Robert Carsen en met Kogge gaf hij zijn regiedebuut bij NR in 2002 met Händels ‘Ariodante’. Hoheisel doet waar hij goed in is en zijn kostuums zijn prachtig. Maar door het minimalistische zandbak-decor wordt het uiteindelijk toch die statische, semi-concertante voorstelling. Van Lehnhoffs personenregie heeft Hoheisel duidelijk niet geleerd.
Maar misschien moeten we ons afvragen wat er van de muziek was terechtgekomen als de zangers ook nog hadden moeten acteren? In dit geval waarschijnlijk nog minder. Julia Borchert als Konstanze lijkt meer gecast vanwege haar timbre en uiterlijk, dan om haar zangkwaliteiten. Haar coloratuurtechniek is te beperkt, haar intonatie vaak te hoog en haar vibrato te wijd. Deze onvolkomenheden in haar techniek braken haar op in de aria ‘Martern aller Arten’. Het werd voor haar een ware marteling. Daarna had zij alle tijd om op adem te komen, want de pauze van de voorstelling viel vreemd genoeg in het midden van de tweede akte na deze aria. De overige zangers zongen gewoon de noten die geschreven staan keurig allemaal in de juiste volgorde. Het alleszeggende hoogtepunt van de avond was dan ook de prachtige dictie van Selim. Waarom NR heeft gekozen voor deze 5 niet-gedenkwaardige solisten en niet een keuze heeft gemaakt uit de grote, nieuwe generatie Nederlandse zangers die zich op dit moment aanbiedt is een raadsel.
Jed Wentz toont zich de ideale dirigent voor deze ‘Entführung’. Eerder nam hij al 4 van zulke vroege prulwerken op voor de Kruidvat Mozart CD Box. Hij geeft de zangers alle ruimte, past zijn vlotte tempi aan aan hun (niet-)kunnen en laat zijn orkest Musica ad Rhenum fris en geanimeerd klinken. Wentz is een musicus met een visie, houdt van oude muziek en weet die liefde over te brengen op de luisteraar.
Deze productie is een passend avondje uit voor een passant die net als het gezelschap zelf op doorreis is. De echte liefhebber kijkt liever uit naar de volgende productie van NR, het ongetwijfeld spannendere `Hänsel und Gretel` door regisseur Richard Jones.