****
© Matthias Stutte
Mönchengaldbach, 9 december 2025
‘Die Passagierin’; tegen vergeten en verdringen
De opera ‘Die Passagierin’ van Mieczysław Weinberg is op het programma van het Theater Krefeld und Mönchengladbach genomen ter gelegenheid van het 75-jarige huwelijksfeest van de operahuizen. Het voordeel van zo’n samenwerking is dat producties dikwijls langer gespeeld kunnen worden. Zo wordt ‘Die Passagierin’ nu opgevoerd in Mönchengladbach, nadat de enscenering in april 2025 in Krefeld in première ging.
In deze tijd van groeiend antisemitisme op onderwijsinstellingen is de opera ‘Die Passagierin’ een krachtige vertelling. De Joods-Poolse componist Mieczysław Weinberg (1919-1996) schreef het werk in Rusland, waarnaartoe hij in 1939 was gevlucht nog voordat zijn ouders en zus in het kamp Trawniki werden vermoord.
Het verhaal van ‘Die Passagierin’ wordt gezien vanuit het perspectief van voormalig Auschwitz-bewaakster Lisa die vijftien jaren na de oorlog de overtocht van Duitsland naar Brazilië maakt. Op het schip meent zij haar voormalige gevangene Martha te herkennen. Vervolgens wisselen de scènes van Lisa en haar echtgenoot Walter op de oceaanstomer en de terugblikken naar Auschwitz elkaar af.
Het Russische libretto van ‘Die Passagierin’ baseerde Alexander Medvedev (1927-2010) op het Poolse hoorspel ‘Pasażerka z kabiny 45’ (1959) van de Auschwitz-overlevende Zofia Posmysz (1923-2022). In 1963 was dit werk in Polen al op indringende wijze in zwart-wit verfilmd als ‘Pasażerka’.
De opera ‘Die Passagierin’ zou in 1968 in het Bolsjoitheater in première gaan, maar uit angst voor associaties met de Goelag werd het werk door het Sovjet-regime geschrapt. Pas in 2006 beleefde de opera zijn première in een semi-concertante uitvoering in Moskou. De eerste scenische première in 2010 in Bregenz was met een nieuw, zeventalig libretto. In deze versie werd ‘Die Passagierin’ een repertoirestuk met opvoeringen in onder andere Warschau, Tel Aviv, Houston, Chicago, Miami, Madrid, Frankfurt, Karlsruhe, Weimar, Mainz en München.
In Krefeld/Mönchengladbach is de Israëlische Dedi Baron (1954) verantwoordelijk voor de regie. Zij wil “concentratiekamp-realisme” vermijden en laat alles afspelen op het schip, zowel de scènes van de jaren vijftig als die van Auschwitz. Het decorontwerp van Kirsten Dephoff etaleert deze eenwording onder meer door op het scheepsdek de verroeste douches van het concentratiekamp te tonen. Ook krijgen de badgasten een nummer toebedeeld en mengen zij zich onder de gevangenen. Bovendien worden de stewards zonder kostuumwisseling tot SS-opzichters. Hierdoor wil Baron laten nadenken over de relatie tussen verleden en heden.
Steeds ook loopt een jonge vrouw door de scènes die de toeschouwers wijst op geprojecteerde vragen. Vragen die eveneens de toeschouwer laten reflecteren over de relatie van het verhaal met het heden.
Gekozen is voor de meertalige editie, gezongen in Duits, Engels, Frans, Jiddisch, Pools, Russisch en Tsjechisch. Deze versie toont de internationale omvang van de Jodenvervolging. Marta wordt in het Pools gezongen door de Griekse sopraan Sofia Poulopoulou, sinds 2023 in Krefeld/Mönchengladbach. Net als in haar ‘La Traviata’ maakt zij hier indruk met grote vocale intensiteit en elan. Een talent om in de gaten te houden!
Lisa wordt in het Duits vertolkt door de Duitse mezzo Eva Maria Günschmann, sinds 2010 in Krefeld/Mönchengladbach. Zij is uitstekend verstaanbaar en met haar ranke gestalte portretteert zij de autoritaire kampbewaakster goed.
Tadeusz wordt geïnterpreteerd door de Duits-Mexicaanse bariton Rafael Bruck, sinds 2012 in Krefeld/Mönchengladbach. Wanneer Tadeusz in de tweede akte rebels de Chaconne uit de Solo Partita Nr.2 van Bach – in plaats van de opgedragen wals – speelt, staat Bruck poedelnaakt met de rug naar het publiek (en speelt zo te zien zelf viool!). En met zijn magere lichaam – als verschijning van een uitgehongerde gevangene – is het een vernederende aanblik. Een indrukwekkend portret!
De Duitser Jan Kristof Schliep is te gast als Walter en zingt met heldere en verstaanbare Spieltenor. Ook de andere leden van het omvangrijke ensemble zijn stuk voor stuk opmerkelijk. Het koor geeft als gevangenen en passagiers overeenkomstig een tragedie commentaar in lyrische, dikwijls verstilde, nostalgische liederen.
De Estlandse dirigent Mihkel Kütson – sinds 2012 Generalmusikdirektor in Krefeld/Mönchengladbach – tovert nauwkeurig en transparant details uit Weinbergs laat-expressionistische partituur, vol scherpe dansmuziek (walsen en Latijns-Amerikaans), collages en citaten waar naast Shostakovitsj, ook Stravinsky, Bernstein en anderen om de hoek komen kijken. Subtiel, gevoelig en geconcentreerd verklinkt de Niederrheinische Sinfoniker het kamermuziek-achtige karakter, met orkestleden als personages. Helaas zijn er in de derde en zesde scène “mit vom Verlag autorisierten Kürzungen” en dat is jammer bij zo’n uitzonderlijk werk.
‘Die Passagierin’ bezit een intensiteit en kracht, die niet slechts indruk maakt, maar ook aangrijpt. Het is een unieke, schokkende opera, die onder je huid kruipt en een argument tegen het vergeten en verdringen en een pleidooi voor herinnering en bezinning is.