***** József Debreczeni – Het koude crematorium
Toen het boek ‘Hideg krematórium’ van de Hongaarse journalist en dichter József Debreczeni (1905-1978) in 1950 voor het eerst werd gepubliceerd, noemde een recensent het “de hardste, meest genadeloze aanklacht tegen het nazisme ooit”. Debreczeni had het boek geschreven in het Hongaars en laten publiceren in Joegoslavië, waar hij na de oorlog woonde. Het boek raakte in de Koude Oorlog echter uit beeld. Het Westen wilden niet de lof lezen die het Rode Leger als bevrijder werd toegezwaaid, terwijl de stalinisten niet konden uitstaan dat Debreczeni expliciet de Joden als slachtoffers noemde en niet de anti-fascisten. Nu meer dan zeventig jaar later is dit werk wereldwijd vertaald en verschijnt het voor het eerst in een Nederlandse vertaling van Frans van Nes (1969) als ‘Het koude crematorium; verslag uit het land van Auschwitz’.
Debreczeni doet verslag vanaf zijn deportatie op 1 april 1944 vanuit het door nazi-Duitsland bezette Bácska naar Auschwitz, via zijn slavenarbeid rondom het satellietkamp Groß-Rosen in Neder-Silezië tot aan de bevrijding uit het buitenkamp Dörnhau op 4 mei 1945. Dörnhau noemt hij ‘het koude crematorium’, het ziekenhuis waar gevangenen die te zwak waren om te werken op hun dood wachtten.
In de concentratiekampen waren Joden een grondstof, wier bezittingen, werkkracht en lichamen voor de nazi’s een instrument waren om geld mee te verdienen of te besparen. De Joden werden er behandeld als dieren en gingen zich ook als dieren gedragen. Het verlies van menselijkheid schildert Debreczeni als zowel intern als extern proces. Met meedogenloze nauwkeurigheid geeft hij de sociale orde en de mechanismen van ontmenselijking in de kampen weer. Meer dan eens spreekt hij van de afdaling in de krankzinnigheid en de lokroep van de zelfdoding.
‘Het koude crematorium’ heeft uitzonderlijke waarde. Niet alleen zijn het de herinneringen van een volwassene, maar ook nog eens van een verslaggever, een professioneel en zeer deskundig waarnemer. Debreczeni is niet alleen slachtoffer, maar ook getuige en analist. Hij is waarnemer van een boosaardig, sociaal experiment. Hij doorziet het psychologische spel in de kampen, de hiërarchie van de gevangenen onderling, het duivels vernuftige nazisysteem.
Debreczeni’s verslag is niet voor tere zieltjes. Het beschrijft de kwaadaardige onmenselijkheid en de observaties zijn keer op keer aangrijpend. ‘Het koude crematorium’ is een pijnlijke, overrompelende getuigenis en een waarschuwing voor de huidige en toekomstige generaties. Met een voorwoord van de Joods-Britse journalist Jonathan Freedland (1967) en een nawoord van Debreczeni’s neef Alexander Bruner.
Paperback
januari 2024
248 pagina’s
Uitgeverij De Arbeiderspers
ISBN 9789029550840
€ 23,99
***** Rūta Vanagaitė & Efraim Zuroff – Onze mensen
Door de vijandige reacties op de publicatie van haar boek ‘Mūsiškiai; Kelionė su Priešu’ (2016) in Litouwen zag de televisiejournaliste en schrijfster Rūta Vanagaitė (1955) zich gedwongen om naar Jeruzalem te verhuizen. Het boek, dat zij samen schreef met de Amerikaans-Israëlische historicus en nazi-jager Efraim Zuroff (1948), is nu door Rob Pijpers (1955) vanuit de Engelse editie van 2020 naar het Nederlands vertaald als ‘Onze mensen; Holocaust in Litouwen; collaboratie, ontkenning en verdraaiing’.
Van de circa 220.000 Joden die voor de Tweede Wereldoorlog in Litouwen leefden, zou slechts 3,6 procent (8.000) de Duitse bezetting overleven. De overige 96,4 procent van de Litouwse Joden werden echter niet in de gaskamers, maar via massa-executies in de openlucht vermoord. Hierbij vormden niet de Duitse bezetters, maar de met de nazi’s collaborerende Litouwers de belangrijkste daders. Niet alleen in het Sovjettijdperk, maar ook na de onafhankelijkheid van Litouwen in 1991 bleef deze massamoord op hun Joodse landgenoten een verzwegen publiek geheim.
Tot het verschijnen van het boek was in Litouwen niet geprobeerd een zinvol gesprek over dit thema te hebben. Vanagaitė – nazaat van een Litouwse ‘dader’ – en Zuroff – die een Joods-Litouwse familieachtergrond heeft – wilden met hun project de omvang van de Litouwse betrokkenheid bij de Sjoah en de opzettelijke verheimelijking ervan onthullen en de Litouwse maatschappij over de omvang en aard te informeren.
Voorafgaande aan hun reis langs 13 massamoordplaatsen in Litouwen deed Vanagaitė onderzoek naar documenten uit de periode 1940-1991 in de Litouwse Speciale Archieven en naar studies van Litouwse historici die informatie over Litouwse medeplichtigheid verschaften. Tijdens hun reis hoorden Vanagaitė en Zuroff verhalen van ooggetuigen.
De auteurs gingen op zoek naar overgebleven sporen van de Joodse massagraven in Litouwen. Tevens analyseerden ze de maatschappelijke verdeeldheid die de Sjoah in Litouwen nog altijd oproept. De verhalen die zij verzamelden gaan door merg en been. Zuroff voelde na de reis woede en frustratie, Vanagaitė de schaamte en walging om de misdadige onverschilligheid en “vergeetachtigheid”.
‘Onze mensen’ vertelt de waarheid over de verregaande Litouwse medeplichtigheid aan de vernietiging van het Litouwse Jodendom en biedt de eerste pijnlijke stappen naar een accurate geschiedschrijving van de Sjoah in het land. Het boek was in Litouwen binnen twee dagen uitverkocht, stond vier maanden lang op de bestsellerlijst en er werden binnen enkele maanden 19.000 exemplaren van het boek verkocht. Eind oktober 2017 maakte de uitgever van Vanagaitė echter bekend dat ze alle banden met de schrijfster doorsneed en zou overgaan tot het vernietigen van alle 27.000 exemplaren van haar zes boeken. Litouwen blijkt nog altijd niet toe aan de waarheid.
Hardcover
augustus 2023
306 pagina’s
Uitgeverij Verbum
ISBN 9789493028661
€ 24,50
**** Mikołaj Łoziński – Stramer
‘Stramer’ (2019) is de derde roman van de Poolse auteur Mikołaj Łoziński (1980). De vertaalrechten van het boek zijn inmiddels aan meer dan tien landen verkocht en met de Nederlandse vertaling van Charlotte Pothuizen (1982) verschijnt nu voor het eerst een werk van Łoziński in ons land.
‘Stramer’ vertelt het familierelaas van de Joodse familie Stramer in het Poolse provinciestadje Tarnów gedurende de eerste decennia van de 20ste eeuw. Vader Nathan Stramer keert terug uit Amerika naar zijn geboorteland Polen om er met zijn jeugdliefde Rywka te trouwen. In Tarnów – waar de meeste bewoners net als Nathan en Rywka Joods zijn – zullen zij samen zes kinderen grootbrengen. De kinderen groeien op en jagen hun eigen dromen na, terwijl de spanningen op het wereldtoneel toenemen. De Joodse familieleden worden meer en meer geconfronteerd met antisemitisme. Een aantal kinderen van de familie zoekt zijn heil in het communisme als tegenspeler van het fascisme.
In ‘Stramer’ wordt het verhaal in ieder hoofdstuk steeds door telkens één van de acht familieleden verteld. Ieder hoofdstuk draagt zijn of haar voornaam. Dat geeft fraaie perspectiefwisselingen. Niet ieder karakter is even grondig uitgediept, er is geen intens verhaal, het gaat niet over de Sjoah, niet over de oorlog. Maar dat hoeft ook niet. ‘Stramer’ biedt een familiekroniek over een alledaags Joods gezin, gewone, arme mensen in een bijzondere tijd, het vooroorlogse Polen. En inmiddels is vorig jaar in Polen al Łoziński’s vervolg op dit succesvolle boek verschenen met de titel ‘Stramerowie’.
Paperback
februari 2024
400 pagina’s
Uitgeverij Atlas Contact
ISBN 9789025475017
€ 24,99
*** Henk Smeijsters – Hoe je een beter mens wordt
Ingrijpende systeemveranderingen zijn nodig om economische, maatschappelijke, politieke en ecologische crises op te lossen. Maar een betere wereld, een goed persoonlijk leven en een goede samenleving beginnen bij jezelf. Zo worden bedrijven, instellingen, overheid en samenleving gemaakt door individuen die met of tegen elkaar besluiten nemen. Als deze individuen hun opvattingen, gevoelens en gedrag veranderen, dan zullen ook de bedrijven, instellingen, overheid en samenleving als geheel veranderen. In zijn nieuwste boek ‘Hoe je een beter mens wordt; levenslessen van moderne denkers’ onderzoekt andragoog, musicoloog en cultuurfilosoof Henk Smeijsters (1952) hoe moderne denkers kunnen helpen met crises om te gaan.
Smeijsters bestudeert in ‘Hoe je een beter mens wordt’ relevante inzichten uit het werk van 18 filosofen en denkers, waaronder Jean-Paul Sartre, Hannah Arendt, Peter Sloterdijk en Yuval Noah Harari. De selectie van de denkers en thema’s maakte Smeijsters op basis van twee criteria. Het betreft denkers die enerzijds de actuele maatschappelijke ontwikkelingen kunnen duiden en anderzijds bouwstenen aandragen voor levenslessen die maatschappelijke ontwikkelingen de goede kant op sturen.
Ieder hoofdstuk heeft dezelfde opbouw. Op de informatie over het leven en werk volgen inzichten van de betreffende denker die aansluiten bij de actualiteit. Vervolgens wordt de relatie tussen deze inzichten en actuele maatschappelijke ontwikkelingen uitgewerkt en ten slotte zijn er enkele levenslessen die daaruit af te leiden zijn.
Het boek biedt een fraaie inleiding in het leven en werk van een aantal moderne denkers en past hun inzichten goed toe op onze tijd. Door tijdig ons denken, voelen en handelen drastisch te veranderen, zouden veel moderne crises kunnen worden voorkomen. Want als ieder mens een beter mens wordt, wordt de wereld steeds een stukje beter. ‘Hoe je een beter mens wordt’ tracht hiervoor handvatten aan te reiken.
Smeijsters schrijft in de inleiding dat het boek geen uitgesproken linkse of rechtse signatuur heeft. In deze opzet is hij echter niet geslaagd. De concentratie van zijn kritiek ligt vooral op rechts-radicaal en extreem-rechts, op Geert Wilders en Thierry Baudet. Smeijsters’ kritiek op links is op één hand te tellen en dan nog slechts gericht op de SP, zoals “polariserende strategieën van de SP” en “SP-politici [hebben] van boze of woedende verontwaardiging hun handelsmerk gemaakt”.
Opvallend is Smeijsters’ afkeer van Donald Trump, want diens naam wordt in de 18 hoofdstukken 23 keer in negatieve zin genoemd. “De agressieve warhoofd Donald Trump”, “een leeghoofd zonder geestelijke ontwikkeling”, “Trump verkondigde elke dag tientallen leugens”, “Trump is het schoolvoorbeeld van een denklui persoon”, “Als een klein kind”, “Hitlers nazisme, maar ook de door Trump geïnitieerde bestorming van het Capitool”. Deze scheldpartijen maken het boek niet sympathiek, of je nu een voor- of tegenstander bent van Trump.
Belerend is de musicoloog Smeijsters ook over andere aspecten. Zo beweert hij: “Jongeren die zo snel mogelijk het toneel op willen missen de mentaliteit om een goede kunstenaar te worden.” Iedere musicus weet echter dat je het vak pas in de praktijk, op het podium leert. Victoria de los Ángeles was 17 jaar toen zij als Mimì in ‘La Bohème’ in het Liceu haar operadebuut maakte, Maria Callas maakte op haar 18e haar roldebuut als Tosca en Renata Scotto zong als 19-jarige al voor het eerst in de Scala.
Paperback
februari 2024
296 pagina’s
Uitgeverij Damon Vof
ISBN 9789463404143
€ 24,90
*** Elfriede Jelinek – Persoonsgegevens
De Beierse belastingdienst wilde enkele jaren geleden bewijzen dat de Nobelprijswinnares voor literatuur 2004 Elfride Jelinek (1946) belastingfraude had gepleegd en nam haar harde schijf met haar sms’jes en haar e-mails in beslag. De procedure werd uiteindelijk ongegrond verklaard en stopgezet. De vervolging vormde voor Elfriede Jelinek de reden om terug te blikken in het autobiografische ‘Angabe der Person’ (2022). De monoloog werd op 16 december 2022 in het Deutsches Theater van Berlijn opgevoerd als toneelstuk. Tweeënhalf uur werd het gebracht zonder pauze door drie actrices. Een knap stukje acteerwerk!
Het werk is nu in het Nederlands vertaald door Inge Arteel als ‘Persoongegevens’. In het boek ondervraagt Jelinek de staat met haar literaire wapen. Haar monoloog biedt een observatie van het Duitse heden en een caleidoscoop van onrechtvaardigheden waarvoor de rechtsstaat een oogje dichtknijpt. In haar vurige aanklacht rekent Jelinek af met een samenleving die meer belangstelling heeft voor daders dan voor slachtoffers.
Door haar onderzoek trof Jelinek in haar eigen archief ook berichten aan over het lot van haar familieleden die voor de nazi’s Oostenrijk waren ontvlucht of door hen waren gedeporteerd of vermoord. Daarnaast riep haar onderzoek naar haar privésituatie vragen op over de mondiale kapitaalstromen. In hoeverre profiteren landen tot op de dag van vandaag van onteigend Joods bezit en vermogen?
Volgens Jelinek hechtte het Openbaar Ministerie tijdens het onderzoek geen belang aan communicatie met haar. Zelfreflectie en verontschuldigingen van de staat achteraf bleven uit. Jelinek verwachtte de staat in actie te komen bij onrecht, maar hier faalde de staat, tot grote woede van de schrijfster: “Duitse staat, ik haat je!” ‘Persoonsgegevens’ toont Jelinek intiem als nooit tevoren en zoals altijd streng en onvermurwbaar.
Elfriede Jelinek is in ‘Persoonsgegevens’ zoals altijd sarcastisch, provocerend en soms obsceen. Het sarcasme komt in boekvorm minder goed over dan in het toneelstuk of audioboek en gaat na 200 pagina’s wringen. Het boek bevat geen echt plot en het perspectief kan binnen een zin veranderen. Deze wervelwind geeft een gevoel van opwinding, maar ook van onsamenhangendheid. Bovenal echter een knap staaltje vertaalwerk van Inge Arteel, die de associatieve en woordkunstige teksten van Jelinek omzette naar het Nederlands.
Paperback
december 2023
208 pagina’s
Uitgeverij Querido
ISBN 9789021482705
€ 23,99
***** Iván Gil / Rudi Miel / Fabienne Pigière – Buonaparte; 2. Oorlogsbuit
In deel 1 van de drieluik ‘Buonaparte’ (2022) namen de Spaanse striptekenaar Iván Gil (1978) en de Belgische scenaristen Rudi Miel (1965) en Fabienne Pigière (1972) ons mee op de overtocht van de krijgsgevangen Napoleon in 1815 van Plymouth naar Sint-Helena. Op het schip vindt een muiterij plaats, waarvan de Engelsen vermoeden die Bonaparte georkestreerd is. Zij verdenken Napoleon ervan in Egypte de oorlogsbuit van Alexander de Grote te hebben buitgemaakt.
In deel 2 ‘Oorlogsbuit’ bevindt Napoleon zich in 1816 als krijgsgevangene in een onhygiënisch verblijf op Sint-Helena. Het eiland is het toneel van een touwtrekkerij tussen hemzelf en de Engelse officier Hudson Lowe, die vastbesloten is om het geheim van Napoleons oorlogskas te ontdekken.
Scenaristen Rudi Miel en Fabienne Pigière laten hun fantasie over de oorlogsschat van Alexander en blikken zo nu en dan terug in de tijd naar Egypte. De tekeningen van Iván Gil zijn spannend en bezitten vaart. Met een historisch katern van zes pagina’s van Rudi Miel. Deel 3 verschijnt over een jaar in april 2025 in softcover.
Softcover
maart 2024
49 pagina’s
Uitgeverij Daedalus
ISBN 9789463947343
€ 10,25