***** Er is veel erotiek, lust, seks, prostitutie, macht, geweld en moord te vinden in liederen, mélodies en songs. De Nederlandse mezzosopraan Olivia Vermeulen en de Duitse pianist Jan Philip Schulze onderzochten deze thema’s op hun nieuwe CD ‘Dirty Minds’. De CD werd tussen 18 en 20 september 2019 in de Kammermusiksaal van de Deutschlandfunk – waarschijnlijk te Keulen – opgenomen. In 28 liederen van 14 componisten wordt niet alleen de tekst primair weergegeven, maar ook tussen de regels door gelezen. Het eerste lied “Sex” van de Duitse cabaretiers Thomas Pigor en Benedikt Eichhorn laat echter niets aan suggestie over en verrast door de non-klassieke zang van Vermeulen. Deze stemvoering komt even later terug in Weills “Die Ballade von der sexuellen Hörigkeit” en de ‘Sieben Lieder über die Liebe’ van Hanns Eisler.
Een jong meisje dat naar een vis grijpt in “Erstes Liebeslied eines Mädschens” van Hugo Wolf, of door een magiër betoverd wordt in Mozarts “Der Zauberer”, of haar moeder smeekt om dat ene in Brahms “Och Moder, ich well en Ding han”. Olivia Vermeulen vertolkt de liederen schitterend. Haar tekstuitbeelding is fraai en haar dictie en uitspraak uitstekend. De improvisaties in “Heidenröslein” van Schubert zijn evenwel overbodig en “Die Nachtigall” van Berg vraagt om een grotere boog. De ‘Trois Chansons de Bilitis’ van Debussy zijn daarentegen voorbeeldig ! Luister hier naar haar prachtige legato. Jan Philip Schulze weet in alle genres steeds de juiste atmosfeer te treffen. Helaas ontbreken de liedteksten in het CD-boekje en dat is voor zo’n thema-uitgave een gemis.
Challenge Classics CC72835 (1CD)
**** ‘Les Horaces’ is een tragédie lyrique in drie akten van Antonio Salieri (1750-1825) op tekst van Nicolas-François Guillard naar ‘Horace’ van Pierre Corneille. De wereldpremière van de opera in Fontainebleau werd afgeblazen, nadat de koningin niet tevreden was met de generale repetitie en de eerste opvoering was uiteindelijk op 2 december 1786 in Versailles.
Met het libretto van Fontainebleau en slechts de manuscripten van uitvoeringen in Parijs en Wenen kon een partituur voor deze opname van ‘Les Horaces’ worden geconstrueerd. Op 15 oktober 2016 werd een concertante uitvoering van het werk gegeven in de Opéra Royal du Château van Versailles en dit concert verscheen nu op CD.
De Nederlandse sopraan Judith van Wanroij straalt hier als Camille, de Romeinse vrouw die verloofd is met Curiance uit het vijandige Alba. Luister naar haar stralende “Oui, mon bonheur est assuré” als het orakel in de eerste akte haar verloving voorspelt. De Franse tenor Cyrille Dubois is haar verloofde Curiace, zoals altijd met gebrek aan legato en onrustig vibrato, maar prima tekstuitdrukking. Luister naar zijn “Victime de l’amour, victime de l’honneur” in de tweede akte, ambivalent tussen Camille en de verdediging van ‘s vaderlands eer.
De Fransman Jean-Sébastien Bou heeft een te lichte bariton voor de autoriteit van Le Vieil Horace. Hoogtepunt is zijn vredesverklaring “Déjà les deux armées” in de eerste akte. De Franse tenor Julien Dran – in 2013 nog Edmondo in ‘Manon Lescaut’ in Brussel – is uitstekend in de kleine partij van Le Jeune Horace en de Engelse bas-bariton Andrew Foster-Williams is een ook lichte Le Grand-Prêtre in het second intermède. Les Talens Lyriques speelt onder leiding van de Franse dirigent Christophe Rousset beheerst, fris en glansrijk. Les Chantres du Centre de Musique Baroque de Versailles zingt als Romeinse volk, priesters en soldaten stijlvol en zorgvuldig.
De wereldpremière van ‘Les Horaces’ was geen succes en ook deze opname kan helaas niet verhullen dat Salieri de ontoereikendheid van het libretto niet kon compenseren. Het werk circuleert te veel om het conflict tussen liefde en staatsplicht en de personages zijn te eendimensionaal geschetst om echt te kunnen boeien. Voorts blijkt de muziek van deze tragédie lyrique voornamelijk in recitatief – zoals het genre overigens vereiste – en laat het libretto nauwelijks ruimte voor aria’s, waardoor de lyrische momenten en melodieën beperkt zijn.
Aparté AP185 (2CDs)
**** De Amerikaanse componist Walter Donaldson (1893-1947) schreef in de jaren tien en twintig van de 20ste eeuw talrijke hits. Hij componeerde muziek voor honderden liedjes, waarvan hij 600 zelf publiceerde. Het label Retrospective heeft in de serie “vintage entertainers of yesteryear, both popular and jazz” de anthologie ‘Walter Donaldson; My Blue Heaven’ met 52 opnamen van zijn hits uitgebracht.
CD1 opent met “My Blue Heaven”, dat in 1927 door Gene Austin werd gezongen en met meer dan 5 miljoen exemplaren lange tijd de meest verkochte plaat aller tijden was. Austin had twee jaren eerder al een nummer één hit gehad met Donaldsons “Yes sir, that’s my baby”, ook op de eerste CD te beluisteren. In 1928 componeerde Donaldson de muziek voor de musical ‘Whoopee!’ met enkele liedjes die later evergreens zijn worden: “Love me or leave me” hier gezongen door Ruth Etting en het bekende “Makin’ Whoopee”, hier gebracht door de onvergetelijke Eddie Cantor.
Donaldson bewerkte in 1930 ‘Whoopee!’ voor Samuel Goldwyn tot een filmversie in Hollywood, één van de eerste films die in Technicolor werd opgenomen. Eén van de nieuwe songs in de film was “My baby just cares for me”, hier in de oorspronkelijke versie door Ted Weems en tevens in haar befaamde opname door Nina Simone uit 1957. Voor Irving Berlin schreef Donaldson talrijke hitsongs, zoals in 1918 “My Mammy” voor Al Jolson in de musical ‘Sinbad’. Jolson vertolkte het lied in 1946 in de film ‘The Jolson Story’ en die uitvoering is hier geïncludeerd. Donaldson had zich overigens in 1943 al teruggetrokken uit het muziekleven en overleed in 1947 in Santa Monica vanwege nierproblemen.
Andere belangrijke vertolkers van Donaldsons oeuvre op deze uitgave zijn Bix Beiderbecke, Bing Crosby, Fats Waller, Ethel Waters, Benny Goodman, Django Reinhardt, Stéphane Grappelli, Johnny Mercer, Ella Fitzgerald, Gene Kelly, Doris Day en Billie Holiday – in “Did I remember” uit de film ‘Suzy’ van 1936 – en Frank Sinatra.
Helaas zijn de eerste successen van Donaldson op deze anthologie afwwzig. Zo had hij in 1915 zijn eerste hit als professioneel componist met “Back Home in Tennessee”, een top 5-hit voor Prince’s Orchestra. In de periode 1916-1919 volgden meerdere successen, zoals het prachtige “The Daughter of Rosie O’Grady”, opgenomen door Robert Lewis in 1918. Deze opnamen hadden op deze uitgave echt niet mogen ontbreken.
Retrospective RTS 4364 (2CDs)
**** Het ensemble Aventure is gespecialiseerd in Middeleeuwse muziek. Het gezelschap werd in 1993 opgericht en richt zich sinds 2007 op muziek uit de 15e eeuw van ten noorden van de Alpen. Een kwartet van Aventure bestaande uit zanger Christopher Kale en blokfluitisten Marco Magalhães, Fumitaka Saito en Ita Hijmans nam tussen 30 juni en 2 juli 2018 in de Schuilkerk de Hoop te Diemen de CD ‘Totdat De Wachter Heeft Gezongen’ op.
De CD bevat 21 liederen uit het ‘Gruuthuse Manuscript’ van rond 1400. Deze verzameling is vernoemd naar de eigenaar Lodewijk van Gruuthuse en is de grootste collectie Nederlandstalige liederen uit de Middeleeuwen. Het zijn ballades, rondo’s en virelai’s en ze bestaan uit liefdesliederen, schuine liederen en drinkliederen.
De arrangementen op de CD tellen negen eenstemmige tenorliederen en voor de rest instrumentale fragmenten gebaseerd op bestaande polyfone modellen uit 1450-70. In de tenorliederen is de relatie tussen de liefde en het spirituele opvallend. Zo drukt de ballade “Dijn troost allein” de wens uit voor altijd bij de geliefde te zijn en krijgt zij in het laatste vers een religieus karakter. “So wie bi lieve in rusten leit” beschrijft de vreugde van de nacht en het verdriet wanneer de geliefden bij het aanbreken van de dag moeten scheiden. Het hoogtepunt van de CD is het rondo “Egidius waer bestu bleven”, een lied voor een overleden vriend. De Amerikaanse tenor Christopher Kale vertolkt de liederen intiem en innemend.
De eenvoudige muzikale notatie van het ‘Gruuthuse Manuscript’ zorgt aan de ene kant voor onzekerheid, maar laat ook ruimte voor onderzoek naar de juiste melodie. Het resultaat van het musicologische onderzoek door Aventure klinkt oorspronkelijk en de polyfonie van de Middeleeuwen weerklinkt in hun instrumentale arrangementen voor het blokfluittrio.
Challenge Classics CC72795 (1CD)
*** In het kader van het 250e geboortejaar van Ludwig van Beethoven (1770-1827) verschijnt een uitgave van een live-uitvoering van de eerste versie van diens enige opera, die René Jacobs op 7 november 2017 in de Philharmonie van Parijs dirigeerde. Voor Jacobs is de eerste versie van Beethovens opera ‘Leonore’ uit 1805 succesvoller dan de revisie van ‘Leonore’ uit 1806 en de laatste versie ‘Fidelio’ uit 1814. Beethoven reviseerde ‘Leonore’, aangezien de opera bij de wereldpremière te langdradig werd bevonden. Maar ook de – vreemde – coupures en de het omvormen van drie naar twee akten maakten van de opera geen succes, waarna Beethoven uiteindelijk de compositie bewerkte tot ‘Fidelio’.
De positieve kanten van de oerversie zijn evident. Haar ouverture is zonder reprise gewaagd, opwindend en dramaturgische logischer als introductie tot het verhaal, aangezien de muziek voorbereidt en anticipeert op het drama. De drie akten – ieder vernoemd naar een hoofdpersoon – bieden elk een eigen atmosfeer en dramaturgie. De finale ten slotte is spannender, omdat lange tijd onduidelijk blijft waaruit het koor bestaat.
Er bestonden al meerdere opnamen van ‘Leonore’. De radio-opname uit 1950 met Julius Patzak als Florestan op Preiser, de Weense live-opname uit 1960 met Hilde Zadek als Leonore op Opera d’Oro en de live-opname van de RAI Torino uit 1970 met Ernst Kozub als Florestan onder leiding van Erich Leinsdorf zijn ieder op hun eigen wijze onmisbaar voor iedere operaliefhebber. Van de studio-opnamen dirigeerde Marc Soustrot voor EMI de revisie uit 1806, John Eliot Gardiner voor Archiv een samenstelling van de beide versies van ‘Leonore’ en Herbert Blomstedt voor Berlin Classics de oerversie.
Jacobs’ lezing is authentieker van klank dan de eerdere opnamen en uit de historische instrumenten van het Freiburger Barockorchester komen ontelbare, fraaie finesses boven. Luister hoe de duisternis in Florestans kerker geschetst wordt. Jacobs kiest voor een meer klassieke dan romantische benadering en dat is een kwestie van smaak. De tempi zijn snel om het fris te laten klinken, maar dat maakt het soms ook gejaagd.
Marlis Petersen is een lichtgewicht Leonore zonder grote lijnen en zonder veel legato en de Florestan van Maximilian Schmitt klinkt als door de jarenlange opsluiting verzwakt. Verder Robin Johannsen als een soubrette Marzelline, Dimitry Ivashchenko als een slanke Rocco en Johannes Weisser als een kelige Pizarro. Het ensemble evenaart absoluut niet de briljante cast van Blomstedt op Berlin Classics met Edda Moser, Richard Cassily, Helen Donath, Karl Ridderbusch en Theo Adam.
Jacobs zelf kortte de gesproken dialogen van Beethoven’s librettist Joseph Sonnleithner nogmaals in en moderniseerde haar, maar ze blijven te stug en onderbreken de flow van de compositie. De CDs worden uitgegeven is een gebonden boekwerk met daarin een essay van Jacobs, een synopsis en het complete libretto met Engelse en Franse vertaling. Uit het boek valt helaas niet op te maken welke bronnen zijn gebruikt voor deze opname, aangezien de originele partituur van ‘Leonore’ verloren is gegaan.
Harmonia Mundi HMM90241415 (2CDs)