Deze productie uit Zürich 2004 van regisseur Rolf Langenfass heeft glamour, is levendig en zit lekker vol met clichés. De prachtige decors en kostuums staan geheel in dienst van de weduwe Hanna en haar “lustige” mannen en vrouwen. Hanna is al vanaf het begin bereid Danilo terug te winnen en is speels zonder vijandig te zijn. Dit is een verfrissende opvatting. De rollen zijn tot in de kleinste rollen prima bezet en de acteer- en zangprestaties zijn een lust voor het oog en oor. Rodney Gilfry is ideaal in zijn paraderol van Danilo. Hij is de perfecte belichaming van de rijkeluiszoon. “Stimmlich” karakteriseert hij meesterlijk, of hij nu dronken, slaperig of verliefd is. Dagmar Schellenberger neemt iedereen voor zich in. Haar middenstem is weelderig en zij weet haar toon licht te houden. Zij is een uitdagende Hanna en haar scènes met Danilo hebben een ongehoorde “chemistry”. Ute Gfrerer heeft de warme soubrette voor Valencienne en zingt én danst voortreffelijk. Piotr Beczala meent in Parijs helaas met zijn ongepaste portamenti en snikken in ‘La Boheme’ terecht gekomen te zijn in plaats van in ‘Die lustige Witwe’. Dirigent Franz Welser-Möst – dirigent van het Weens Nieuwjaarsconcert 2011 – fraseert de lichte muziek subtiel en het orkest van het operahuis Zürich speelt sprankelend. Een groot feest is ook het optreden van de Weense komiek Herbert Prikopa als Njegus, die met een vet accent grapt en grolt. Alleen al voor zijn bijdrage met het commentaar gericht aan het publiek is deze DVD de moeite waard. Elke goede uitvoering van ‘Die lustige Witwe’ of ‘Die Fledermaus’ zou zo’n Njegus moeten bezitten. Geestig ook de “Männer-Marsch” als variatie op de “Weiber-Marsch”.
Ondertiteling in Duits, Engels, Japans, Spaans en Frans. (Arthaus Musik 100451)
De productie die Jérôme Savary voor Dresden in 2007 maakte, stelt helaas teleur. Het probleem ligt vooral in het feit dat het verhaal serieus genomen wordt. De leiders van Pontevedro zijn dictators, de baron is een soort Hitler en de weduwe Hanna is een rijke Amerikaanse. Deze ernst is dodelijk voor humor. En daar waar Savary geestig wil zijn – de lipvormige bank, de flitslichten het schilderijportret van de baron, de gigantische vrouwenhandpalm waarin Danilo zit, het Weiberseptet met de mannen als een soort militaire junta en Njegus in tutu – doet het allemaal te geforceerd aan. Niemand van de bezetting kan tegen de zangers van Zürich op. De sopraan Petra-Maria Schnitzer is een prima Wagnerzangeres, maar geen Hanna. Haar hoogte is hier te breed genomen en onzuiver. Bo Skovhus is geweldig in de rol van de onverschillige playboy. Zijn bariton is indrukwekkend kleurrijk en beheerst en zijn gesproken tekst heel natuurlijk. Oliver Ringelhahn als Camille heeft een heldere tenor, maar in de hoogte niet goed gesteund en daardoor onvast. Lydia Teuscher is een flirtende, levendige en expressieve Valencienne. De rol van baron Mirko is pijnlijk bezet door Günther Emmerlich, die afschuwelijk “zingt”. Dirigent Manfred Honeck benadrukt de hoem-pa-pa en degradeert Lehárs dansen tot circusmuziek. Deze productie is trouw aan de originele teksten en vooral aan te raden aan hen, die dit bekende werk in een nieuw jasje willen zien.
Ondertiteling in Duits, Engels en Frans. (Medici Arts 2056818)