De operawereld verloor in 2016 een aantal belangrijke zangers. Hier volgt een overzicht.
Engelse sopraan Marion Studholme overleden (85)
Op 8 januari 2016 is de Engelse sopraan Marion Studholme overleden.
Marion Studholme werd in 1930 geboren. Zij zong gedurende 25 jaren bij het gezelschap van de Sadler’s Wells. Zij trad er in 1952 op als Blonde in ‘Die Entführung aus dem Serail’ en als Sophie in ‘Werther’ van Massenet. In 1961 zong zij de rol van Yum Yum in ‘Mikado’ bij het Sadler’s Wells nadat de D’Oyly Carte copyright eindigde. Eerder in dat seizoen was zij op West End te bewonderen in Her Majesty’s Theatre in Haymarket in het kader van het Canadese Stratford Festival in twee andere operettes van Gilbert & Sullivan als Josephine in ‘HMS Pinafore’ en Mabel in ‘The Pirates of Penzance’. Begin jaren zestig zong zij Blonde ook bij de Scottish Opera. Andere grote rollen van haar repertoire waren Despina in ‘Così fan tutte’ en Susanna in ‘Le Nozze di Figaro’ van Mozart, Rosina in ‘Il Barbiere di Siviglia’, Adele in ‘Die Fledermaus’, Gilda in ‘Rigoletto’ en Gretel in ‘Hänsel und Gretel’.
Marion Studholme werkte mee aan diverse opnamen, waaronder ‘The Lodger’ van Phyllis Tate, in de rol van één van Auntie’s “nieces” in ‘Peter Grimes’ van Britten onder leiding van de componist zelf uit 1959, ‘The Mikado’ onder leiding van Alexander Faris, ‘H.M.S. Pinafore’ en hoogtepunten uit operettes van Gilbert & Sullivan met het London Concert Orchestra onder leiding van Marcus Dods en hoogtepunten uit ‘Die Fledermaus’ onder leiding van Vilém Tausky.
Na het beëindigen van haar zangcarrière gaf zij les aan de Royal College of Music en onder haar studenten waren Sally Burgess en Sarah Brightman.
Duitse mezzosopraan Eva Fleischer overleden (93)
Op 8 januari 2016 is de Duitse mezzosopraan Eva Fleischer overleden.
Eva Fleischer werd op 5 mei 1922 in Breslau geboren. Zij studeerde aan de Musik Hochschule van Leipzig bij F. Himmler, H. Lissmann en P. Russ. In 1954 maakte zij haar debuut bij de Oper Leipzig als Wanja in ‘Ivan Susanin’ (‘Een Leven voor de Tsaar’) van Glinka. Tussen 1959 en 1967 bleef zij als dramatische alt verbonden in Leipzig. Tijdnes deze jaren gaf zij gastoptredens in Berlijn, Bulgarije en belangrijke operahuizen in de DDR in rollen van Verdi en Wagner. Tussen 1951 en 1964 gaf zij lezingen en van 1964 tot 1982 doceerde zij zang aan de Musik Hochschule van Leipzig. Haar stem is vastgelegd op opnamen door het label Eterna (complete opname van ‘L’Orfeo’ van Monteverdi en liederen van Moessorgsky), door HMV (Page in ‘Salome’ van R. Strauss, 1964) en door DGG (Bach Cantata’s).
Amerikaanse sopraan Jane Stuart Smith overleden (90)
Op 14 januari 2016 in de sopraan Jane Stuart Smith overleden.
Jane Stuart Smith werd op 29 september 1925 geboren. Zij studeerde aan de Julliard School of Music in New York en de Tanglewood School of Music in Massachusetts. Daarna ging zij in 1951 naar Italië om te studeren bij Maestro Ettore Verna en maakte in datzelfde jaar haar Amerikaanse debuut in Detroit. Een paar maanden later maakte zij haar Europese debuut in Venetië. Vervolgens zong zij in belangrijke operahuizen in Egypte, Palermo, Sicilië, Athene en Londen. Haar grote rollen waren Turandot en Brünnhilde. Haar laatste optreden was als Brünnhilde in het Teatro San Carlo van Napels in 1959, waarna zij haar operacarrière beëindigde om haar leven te wijden aan het geloof. Jane Stuart Smith overleed in Roanoke, West-Virginia.
Franse sopraan Denise Duval overleden (94)
Op 25 januari 2016 is de Franse sopraan Denise Duval in de Zwitserse plaats Bex overleden
Denise Duval werd op 23 oktober 1921 in Parijs geboren. Zij studeerde aan het conservatoire van Bordeaux en maakte haar operadebuut in 1943 in Bordeaux als Lola in ‘Cavalleria Rusticana’. Bij de Opéra-Comique maakte zij in 1947 haar debuut in de titelrol van ‘Madama Butterfly’ en zong zij op 3 juni 1947 de titelrol in de wereldpremière van ‘Les Mamelles de Tirésias’ van Poulenc. Bij de L’Opéra de Paris zong zij in die tijd de rol van Salomé in ‘Hérodiade’ van Massenet en Concepción ‘L’Heure Espagnole’ van Ravel. Van Poulenc zong zij in de Franse première van ‘Dialogues des Carmélites’ op 21 juni 1957 de rol van Blanche in het Théâtre National de l’Opéra en de wereldpremière van ‘La Voix Humaine’ op 6 februari 1959 de rol van Elle in het Théâtre National de l’Opéra-Comique. Deze laatste rol zong zij in 1960 in het Edinburgh Festival en in Carnegie Hall te New York. Zij trad op als Mélisande in ‘Pelléas et Mélisande’ van Debussy tijdens het Glyndebourne Festival in 1962 and 1963. In 1965 zakte Denise Duval na een voorstelling van ‘Dialogues des Carmélites’ in Buenos Aires ineen. Een behandeling daarna aan haar stembanden mocht niet baten en zij trok zich uiteindelijk in Zwitserland voorgoed terug uit de muziekwereld.
Italiaanse mezzosopraan Anna Maria Canali overleden (98)
Op 26 januari 2016 is de Italiaanse mezzosopraan Anna Maria Canali overleden.
Anna Maria Canali werd op 17 januari 1918 in Lucca geboren. Zij zong in meer dan 120 opera’s, vooral in de Scala van Milaan, naast zangers als Maria Callas en Giuseppe Di Stefano. Anna Maria Canali was ‘s werelds grote Meg Page in ‘Falstaff’ van de Scala en Wenen tot Chicago.
Anna Maria Canali werd na een voorstelling van ‘Rigoletto’ op 5 november 1944 in Florence geïntroduceerd aan de Amerikaanse legerkapitein John Richard Nygaard. Zij trouwden op 18 april 1946 in Florence. Nygaard overleed op 24 oktober 1973 in Great Lakes, Illinois.
De stem van Canali is door EMI vastgelegd op diverse studio-opnamen als Lola in ‘Cavalleria Rusticana’ (naast Maria Callas), Suzuki in ‘Madama Butterfly’, Zita in ‘Gianni Schicchi’ en Berta in ‘Il Barbiere di Siviglia’ (alle drie naast Victoria de los Ángeles). Diverse live-registraties zijn er van haar glansrol van Meg Page in ‘Falstaff’ (Turijn RAI, 1949, 1953 en 1966; Scala, 1951 en 1952; Wenen, 1957; Chicago, 1958). Verder zijn er live-opnamen van Anna Maria Canali als Maddalena in ‘Rigoletto’ (Scala, 1946), Berta in ‘Il Barbiere di Siviglia’ (Scala, 1952 en 1956), Preziosilla in ‘La Forza del Destino’ (Rio de Janeiro, 1951) en Emilia in ‘Otello’ van Verdi (Scala, 1954; Rome, 1962).
Anna Maria Canali overleed in Monaco. De begrafenis zal op 28 januari 2016 plaatsvinden op 10 uur in de kerk van Monte Carlo.
Sloveens-Oostenrijkse alt Sonja Draksler overleden (89)
Op 29 januari 2016 is de Sloveens-Oostenrijkse alt Sonja Draksler overleden.
Sonja Draksler werd op 5 januari 1927 in Dol geboren en debuteerde aan de Nationale Opera van Ljubljana. Zij werd in 1955 gecontracteerd door de Volksoper van Wenen, waar zij haar debuut gaf als Fenena in ‘Nabucco’. Bij de Volksoper zou zij tot 1973 ensemblelid bleef en zong er belangrijke partijen als Suzuki in ‘Madama Butterfly’, Czipra in ‘Der Zigeunerbaron’, Maddalena in ‘Rigoletto’, Jezibaba in ‘Rusalka’, Frau Reich in ‘Die lustigen Weiber von Windsor’, Azucena in ‘Il Trovatore’, Revírníková in ‘Příhody lišky Bystroušky’ van Janáček en Maddalena in ‘Der Evangelimann’. Verder gaf zij gastoptredens in de Wiener Staatsoper, bij de Salzburger Festspiele, in Bregenz en in Aix-en-Provence. Sonja Draksler overleed in Klagenfurt.
Amerikaanse sopraan Jayne Casselman overleden (60)
Op 3 februari 2016 is de Amerikaanse sopraan Jayne Casselman overleden.
werd op 8 december 1955 in Sioux City, Iowa, geboren. Zij studeerde aan de Hiawatha (Kansas) High School en de University of Kansas en begon haar operacarrière aan de Kansas City Lyric Opera. Vervolgens accepteerde zij een engagement in de Duitse plaats Kaiserslautern. Zij zong eerst rollen voor mezzosopraan als Cenerentola, Rosina, Hänsel, Dorabella, Carmen, Charlotte, Orfeo in ‘Orfeo ed Euridice’ en Marina in ‘Boris Godoenov’. Daarna wisselde zij naar het repertoire voor dramatische sopraan en zong onder andere Elektra, Isolde, Brünnhilde, Kundry, Venus en Salome. In de “weekend-Ring” in Keulen was zij op 1 april 2006 te bewonderen als de Walküre-Brünnhilde en op 2 april 2006 als de Götterdämmerung-Brünnhilde.
Jayne Casselman zong in juni 2011 tijdens het Richard Wagner Festival in de Oostenrijkse plaats Wels nog Isolde en een jaar later de altpartij van Kabanicha in ‘Kat’a Kabanova’ in Oldenburg. Daarna verhuisde zij naar Arizona, gaf voornamelijk recitals en doceerde zang aan het Yavapai Community College. In haar naam is het Jayne Casselman Vocal Scholarship Fund (www.yc.edu/memorial) opgericht. Jayne Casselman overleed in Phoenix, Arizona, aan de gevolgen van ALS.
Italiaanse sopraan Elena Rizzieri overleden (93)
Op 17 februari 2016 is de Italiaanse sopraan Elena Rizzieri overleden.
Elena Rizzieri werd op 6 oktober 1922 geboren in Grignano Polesine. Zij studeerde aan het Conservatorio Benedetto Marcello in Venetië en was leerlinge van Gilda Dalla Rizza. Elena Rizzieri maakte haar operadebuut 26 januari 1946 in het Teatro La Fenice van Venetië als Marguerite in ‘Faust’ van Gounod. In Venetië had zij daarna een grote carrière. Zij zong zij er Eva in ‘Die Meistersinger von Nürnberg’ (1947), Mimì in ‘La Bohème’ (1948), Carmela in ‘Mese Mariano’ van Giordano (1949), Parasha in ‘Jaarmarkt van Sorotsjintsi’ van Moessorgsky (1950), de titelrol in ‘La Clementina’ van Boccherini (1951), Euridice in ‘Orfeo ed Euridice’ van Gluck (1952), Susanna in ‘Le Nozze di Figaro’ (1953), Nedda in ‘Pagliacci’ (1954), Ännchen in ‘Der Freischütz’ (1956), Gnese in ‘Il Campiello’ van Wolf-Ferrari (1958), Serpina in ‘La Serva Padrone’ van Pergolesi, Rosa in ‘La Cantatrice Villane’ van Fioravanti en Lesbina in ‘Il Filosofo di Campagna’ van Galuppi (1960). Verder trad zij in Italië op in steden als Verona (Liù naast de Turandot van Maria Callas), Palermo, Bologna, Modena, Turijn en Trieste.
Zij maakte haar debuut in het Teatro all Scala van Milaan in 1948 als Liù in ‘Turandot’ van Puccini. Daarna zong zij in de Scala nog in 1950 in ‘I Quattro Rusteghi’ van Wolf-Ferrari en in 1953 de titelrol van ‘Manon’ van Massenet naast Ferruccio Tagliavini en Rolando Panerai een onder leiding van Antonino Votto. Verder werkte zij in de Scala nog mee aan de wereldpremière van ‘Il Cappello di Paglia di Firenze’ van Nino Rota op 2 juni 1958. En op 23 juni 1960 zong zij in Milaan voor de RAI de rol van Somar in ‘La Burlesca’ van Antonio Verétti.
Elena Rizzieri zong in diverse wereldpremières. Zo werkte zij op 26 februari 1948 mee aan de wereldpremière van Daughter in ‘Il Tesoro’ van Jacopo Napoli in het Teatro dell’Opera in Rome. En op 4 mei 1949 zong zij in de oeropvoering van ‘Vanna Lupa’ van Pizzetti tijdens het festival Maggio Musicale in Florence.
Verder bracht haar internationale carrière haar naar het Teatre del Gran Liceu in Barcelona, Dublin (1953, Butterfly), Glyndebourne (1955/1956, Susanna; 1956, Despina), Parijs, de Royal Festival Hall in Londen, Lissabon, Cairo, Malta.
Vanwege haar schoonheid werkte zij mee aan diverse films. Zo trad zij naast Tito Gobbi op in de film ‘The Glass Mountain’ uit 1949. Daarnaast is haar stem vastgelegd door diverse plaatopnamen: op Cetra (titelrol in ‘Martha’ naast Ferruccio Tagliavini, ‘Il Segreto di Susanna’ van Wolf-Ferrari, ‘I Zingari’ van Paisiello), HMV (‘Il Filosofo di Campagna’), MRF (‘Il Crescendo’ van Cherubini), Nuova Era (titelrol in ‘La Clementina’) en Golden Melodram (Mimì naast Mario Del Monaco in Napels 1950). Elena Rizzieri overleed in Rome.
Spaanse bariton Francisco Kraus overleden (89)
Op 27 februari 2016 is de Spaanse bariton Francisco Kraus overleden.
Francisco Kraus Trujillo werd op 21 oktober 1927 in Las Palmas de Gran Canaria geboren. Hij begon samen met zijn broer Alfredo Kraus zijn zangopleiding bij María Suárez Fiol in Las Palmas de Gran Canaria en daarna in Milaan bij de sopraan Mercedes Llopart.
In december 1960 maakte Francisco Kraus onder de artiestennaam Franco di Marco zijn operadebuut in het Teatro Comunale Giuseppe Verdi van Trieste als Sjaklovity in ‘Khovansjtsjina’ van Moessorgski. Daarna zong hij Enrico in ‘Lucia di Lammermoor’, Valentin in ‘Fausto’ en Germont in ‘La Traviata’.
In 1962 richtte hij zijn eigen gezelschap op en toerde gedurende vier jaren door Spanje met zarzuela. Daarna zong Kraus in Spanje en Venezuela in opera en zarzuela. In Caracas kreeg hij in de jaren zeventig een betrekking aangeboden als zangdocent aan de Escuela Superior de Música José Angel Lamas en de Escuela de Música Prudencio Esaa. In 1987 keerde hij terug naar Spanje om les te geven aan het Gran Teatro del Liceu van Barcelona. Zijn laatste openbare optreden was in 1996 in Las Palmas de Gran Canaria.
Spaanse tenor José Ferrero overleden (43)
Op 4 maart 2016 is de Spaanse tenor José Ferrero overleden.
José Ferrero werd in 1972 als José López Ferrero geboren in de Spaanse plaats Albacete en studeerde in Valencia bij Ana Luisa Chova. Hij maakte zijn operadebuut in 1997 in Düsseldorf als Don José in ‘Carmen’. Verder zong hij in operahuizen als La Fenice in Venice, Teatro San Carlo in Napels, Teatro Real in Madrid en de Scottish Opera. Andere rollen van zijn repertoire waren Edgardo in ‘Lucia di Lammermoor’, Pinkerton in ‘Madama Butterfly’, Calaf in ‘Turandot’, de titelrol in ‘Parsifal’ en Froh in ‘Das Rheingold’. Belangrijke optredens van Ferrero waren die van Cavaradossi in ‘Tosca’ in de Staatsoper Unter den Linden van Berlijn (seizoen 2012/2013), Siegmund in ‘Die Walküre’ in het Teatro de la Maestranza van Sevilla (2011) en Turiddu in ‘Cavalleria Rusticana’ (2011) in het Gran Teatre del Liceu van Barcelona (2011).
Hij maakte daarnaast deel uit van de barokgroep Capilla Antigua de Chinchilla en nam met de leden drie CDs op voor het label Naxos. José Ferrero overleed aan een hartaanval in zijn woonplaats Chinchilla.
Franse tenor Maurice Maievski overleden (78)
Op 10 maart 2016 is de Franse tenor Maurice Maievski overleden.
Maurice Maievski werd op 11 januari 1938 als Maurice Machabanski in Parijs geboren. Hij begon zijn zangstudie aan het conservatoire van Parijs in 1957 en maakte zijn operadebuut in 1962 als Dimitri in ‘Boris Godoenov’ bij de Opera van Reims. In 1963 werd hij ingehuurd door de Opéra de Paris, waar hij gedurende drie jaren diverse rollen zong. Daarna trad hij in provinciale theaters op in talrijke hoofdrollen, waaronder Don José, Roméo, Hoffmann, Chénier, Cavaradossi, Werther, Faust en Lohengrin. Terug in Parijs zong hij tussen 1969 en 1971 Canio en Dick Johnson in Salle Favart en José, Don Carlos en Cavaradossi in Opéra Garnier.
Zijn buitenlandse carrière bracht hem naar Glyndebourne (Herman in 1971 en Bacchus in 1972), het Bolsjoi Theater (Radamès), Genève, Brussel, Palermo, Philadelphia, Madrid, Santa Fe, Montevideo en Teheran. Daarna zong hij het zwaardere repertoire, zoals Samson, Florestan en Otello. Zijn laatste optreden was waarschijnlijk op 9 maart 1997 in Calais als Pinkerton.
Maurice Maievski werkte mee aan enkele wereldpremières. Zo trad hij op in kleine rollen in ‘Le Dernier Sauvage’ van Gian Carlo Menotti op 21 oktober 1963 bij de Opéra Comique onder leiding van Jean-Pierre Marty en in ‘Antoine et Cléopâtre’ van Emmanuel Bondeville in 1974 in Rouen.
Zijn stem is door EMI vastgelegd als Remendado in de opname van ‘Carmen’ onder leiding van Georges Prêtre naast Maria Callas en Nicolai Gedda opgenomen in de Salle Wagram tussen 6 en 20 juli 1964. In het archief van INA bevindt zich een film van ‘Les Contes d’Hoffmann’ met Maievski in de titelrol naar Christiane Eda-Pierre en Gabriel Bacquier.
Franse mezzosopraan Deva Dassy overleden (105)
Op 11 maart 2016 is de Franse mezzosopraan Deva Dassy overleden.
Deva Dassy werd op 26 augustus 1911 als Marie-Anne Gertrude Françoise Lambert in Parijs geboren als de dochter van politicus Charles Lambert en de pianiste Germaine Polack.
Zij huwde op 21 december 1925 met Louis Lallemant in Fontainebleau en scheidde van hem in 1932. Zij trouwde op 10 februari 1936 in Parijs met François Brunschwig en in hetzelfde jaar werd het huwelijk alweer ontbonden. Van hem kreeg zij een zoon, die inmiddels is overleden. En 1940 was Deva Dassy met haar geliefde Georges Mandel één van de passagiers van de boot Massilia, waarmee politici en andere bekendheden Frankrijk konden vluchten naar Noord-Afrika.
Deva Dassy zong in de Opéra-Comique de titelrollen van ‘La Belle Hélène’ en ‘Mignon’, als Charlotte in ‘Werther’, Inès in ‘Farsquita’, Violette in ‘Le Roi Bossu’ en Suziki in ‘Madama Butterfly’. Zij werkte verder mee aan diverse wereldpremières, waaronder in de titelrol van de operette ‘Erosine’ van Georges Célérier op 5 november 1935 bij Folies Wagram, in de titelrol van de operette ‘Yana’ van Henri Christiné en Tiarko Richepin op 24 december 1936 in Châtelet en in ‘La Féerie Blanche’ van Mitty Goldin en Casimir Oberfeld op 22 december 1937 in Mogador.
In 1933 werd de parfum Deva-Dassy naar haar vernoemd en in 1946 was zij te zien in de film ‘Faut ce qu’il faut’ van René Pujol. Na haar afscheid vestigde zij zich in Mouriès in het zuiden van Frankrijk. Daar overleed zij en is zij 16 maart 2016 na de uitvaart in de kerk van Mouriès begraven op het plaatselijke kerkhof.
Franse sopraan Claudine Collart overleden (93)
Op 15 maart is de Franse sopraan Claudine Collart overleden.
Claudine Collart werd op 6 februari 1923 in Auby geboren. Zij studeerde zang aan het conservatorium van het nabijgelegen Dowaai en vervolgens aan het Conservatoire de Paris. Zij werd ensemblelid van de Opéra-Comique van Parijs en zong veel voor de Franse radio- en televisiezender ORTF, opnamen die vervolgens werden uitgezonden op France Culture en France Musique. Zij trad tevens op tijdens de bruiloft van Prins Rainier van Monaco en Grace Kelly op 18 april 1956. Later werd Claudine Collart docente aan het conservatorium van Dowaai. Zij ontving de onderscheiding Chevalier des Arts et des Lettres. De muziekschool van de gemeente Sin-le-Noble bij Dowaai draagt haar naam: “Le Pôle Culturel Claudine Collard”. Claudine Collart overleed in de gemeente Clichy in het Franse departement Hauts-de-Seine even ten oosten van Parijs. Haar begrafenis vond plaats in Nanterre, Hauts-de-Seine.
Armeneense tenor Gegham Grigorian overleden (65)
Op 23 maart 2016 is de Armeneense tenor Gegham Grigorian overleden.
Gegham Grigorian werd op 29 januari 1951 in Yerevan geboren. Hij studeerde aan het conservatorium van Yerevan bij Sergei Danielyan en maakte zijn operadebuut in 1971. Een jaar later ging hij naar West-Berlijn.
In 1975 zong hij bij het Nationale Opera Theater van Armenië als Edgardo in ‘Lucia di Lammermoor’ en daarna Saro in ‘Anush’ van Tigranian, Tirith in ‘Arshak II’ van Chukhajyan, Sayat Nova in ‘Sayat-Nova’ van Harutyunyan, Almaviva in ‘Il Barbiere di Siviglia’ en de titelrol in ‘Faust’.
In 1978 was hij één van de vier winnaars van het zangconcours van de Scala in Milaan en nam dientengevolge deel aan de zangopleiding van de Scala. Om onbekende redenen verboden de Sovjet-autoriteiten hem echter gedurende tien jaren buiten de Sovjet-Unie op te treden. Na 1980 werkte hij in Vilnius bij de Nationale Opera van Litouwen. Daar zong hij in opera’s als ‘Jevgeni Onjegin’, ‘Don Carlos’, ‘Boris Godoenov’, ‘La Traviata’, ‘Madama Butterfly’ en ‘Rigoletto’. Vanaf 1989 zong hij op uitnodiging van Valery Gergiev hoofdrollen in het Mariinsky Theater.
Na de val van de Sovjet-Unie bracht zijn zangcarrière hem naar het buitenland. Zo maakte hij in 1993 als Lenski in ‘Jevgeni Onjegin’ zijn debuut in het Royal Opera House van Londen. In de Metropolitan Opera van New York maakte hij op 27 december 1995 zijn debuut als Herman in ‘Schoppenvrouw’. Verder zong hij in onder andere Buenos Aires, Rome, Berlijn, Washington, Tokyo, Parijs, Wenen, München, Amsterdam, Monte Carlo, Genève en Florence en diverse festivals.
Hij zong de rol van Duca in ‘Rigoletto’ 208 maal en de partij van Radamès in ‘Aida’ 70 keer.
In 2000 werd hij artistiek directeur van het Opera Theater van zijn geboorteplaats Yerevan. Hij regisseerde daar tot 2007.
Zijn stem is door Philips vastgelegd op opnamen van ‘Oorlog en Vrede’ van Prokofiev, ‘Schoppenvrouw’ en ‘Iolanta’ van Tchaikovski,’Prins Igor’ van Borodin, ‘Sadko’ van Rimsky-Korsakov en ‘La Forza del Destino’ van Verdi.
Gegham Grigorian overleed in zijn geboorteplaats Yerevan.
Amerikaanse mezzosopraan Marcia Baldwin overleden (79)
Op 3 april 2016 is de Amerikaanse mezzosopraan Marcia Baldwin overleden.
Marcia Maree Baldwin werd op 5 november 1939 – maar waarschijnlijker 1936 – in Milford, Nebraska geboren. Zij maakte haar debuut in de Metropolitan Opera van New York op 17 oktober 1963 en trad met het gezelschap 463 keer op. Zij zong bij de Met hoofdrollen als Siebel in ‘Faust’, Stéphano in ‘Roméo et Juliette’, de Komponist in ‘Ariadne auf Naxos’, Cherubino in ‘Le Nozze di Figaro’, Magdalene in ‘Die Meistersinger von Nürnberg’, Lisa in ‘Schoppenvrouw’, Suzuki in ‘Madama Butterfly’, Annina en Marianne in ‘Der Rosenkavalier’, de Priesteres in ‘Aida’, Mercédès in ‘Carmen’, Flora in ‘La Traviata’ en talrijke voorstellingen als Die zweite Dame in ‘Die Zauberflöte’ en diverse Rijnmeisjes en Walküres in ‘Der Ring des Nibelungen’. Op 24 februari 1977 nam zij afscheid van de Met als Siegrune in ‘Die Walküre’. In de jaren zeventig en tachtig doceerde zij aan de Eastman School of Music van de Indiana University. Verder was zij later staflid van de faculteit zang in Oregon en Washington. Haar stem is door DGG vastgelegd als Mercédès in een opnamen van ‘Carmen’ naast Marilyn Horne in de titelrol.
Marcia Baldwin overleed in de stad Eugene in de Amerikaanse staat Oregon aan de zijde van haar partner Nira Frohnmayer. De uitvaart vindt plaats in het Musgrove Family Mortuary in Eugene.
Australische sopraan Elsie Morison overleden (91)
Op 5 april 2016 is de Australische sopraan Elsie Morison overleden.
Elsie Jean Morison werd op 15 augustus 1924 in Ballarat, Victoria, geboren en studeerde tussen 1943 en 1945 aan het Melbourne Conservatorium of Music bij Clive Carey. Bij hem studeerde zij in 1947 en 1948 ook aan het Royal College of Music in Londen.
Elsie Morison maakte haar Engelse concertdebuut in 1948 in de Royal Albert Hall te Londen in ‘Acis and Galatea’ van Händel. Die zomer werd zij geëngageerd door de Sadler’s Wells Opera en daar zou zij tot 1954 geregeld optreden. Zij zong de rol van Anne Trulove in 1953 tijdens de Britse scenische première van ‘The Rake’s Progress’ van Stravinsky in Edinburgh en tijdens haar Glyndebourne debuut een jaar later. Haar debuut in het Royal Opera House Covent Garden in Londen vond plaats in 1953 als Mimì in ‘La Bohème’ van Puccini en zij zou tot 1962 regelmatig in het operahuis blijven zingen. Buitenlandse engagementen brachten haar onder andere naar Nederland, Denemarken en Frankrijk.
Andere rollen van haar repertoire waren Susanna in ‘Le Nozze di Figaro’, Pamina in ‘Die Zauberflöte’, Marzelline in ‘Fidelio’, Micaëla in ‘Carmen’, Antonia in ‘Les Contes d’Hoffmann’, Marenka in ‘Die verkaufte Braut’ en Blanche in de Britse première van ‘Dialogues de Carmelites’ van Poulenc in 1958. In 1955 zong zij de titelrol in de wereldpremière van ‘Menna’ van Arwel Hughes bij de Welsh National Opera.
In 1963 werd zij de tweede echtgenote van de Tsjechische dirigent Rafael Kubelík en beëindigde daarna haar zangcarrière. Haar stem is vastgelegd op opnamen van onder andere ‘A Child of Our Time’ van Michael Tippett en ‘Liebeslieder Waltzer’ van Brahms met Marjorie Thomas, Richard Lewis en Donald Bell.
Elsie Morison overleed in Praag en na een dienst in Praag is zij overgebracht naar het familiegraf in haar geboorteplaats Ballarat.
Belgische sopraan Maria Geens overleden (93)
Op 8 april 2016 is de Belgische sopraan Maria Geens overleden.
Maria Geens werd op 17 december 1922 in Antwerpen geboren. Zij studeerde bij Mme De Preter in Mechelen en maakte in 1944 haar operadebuut bij de Koninklijke Vlaamse Opera (KOV). Op 6 mei 1966 zong zij tijdens een gastvoorstelling van de KOV in de Stadsschouwburg van Eindhoven de rol van Lady Gente in de opera ‘Stroppe la Corde’ van Peter Welffens. Maria Geens overleed in een verzorgingshuis in haar geboorteplaats Antwerpen.
Nederlandse bas-bariton Jan Garritsen overleden (69)
Op 10 april 2016 is de Nederlandse bas-bariton Jan Garritsen overleden.
Jan Garritsen maakte meer dan veertig jaar lang deel uit van het koor van Opera Forum en later de Reisopera. De bas-bariton en voormalige bakker uit Pathmos was er als kind bij toen in 1955 in Enschede de Twentse Schouwburg werd geopend. De gebeurtenis maakte zoveel indruk dat hij besloot om te gaan zingen. Via het Enschedese mannenkoor Excelsior kwam hij in de jaren zestig in dienst van Opera Forum. Behalve als koorzanger was Garritsen ook actief als solist. Zo speelde hij hoofdrollen in De ‘Pathmosprinses’ van Willem Wilmink, de opera ‘MAAK’ over de vuurwerkramp en de jubileumproductie ‘Jesus Christ Superstar’ van Studio’65 vorig jaar in het Wilminktheater. Zijn grootste succes beleefde hij echter als de oude man Tevje in ‘Anatevka’, geproduceerd in Vlaanderen. Na zijn vertrek bij de Reisopera vier jaar geleden was hij onder meer regisseur bij de Hengelose Opera- en Operettevereniging.
Duitse bas Richard Medenbach overleden (81)
Op 16 april 2016 is de Duitse bas Richard Medenbach overleden.
Richard Medenbach werd op 4 april 1935 geboren. Hij was tussen 1974 en 2009 ensemblelid van het Aalto-Theater in Essen. Voor erkenning van zijn carrière ontving hij in 2002 de titel Kammersänger.
Amerikaanse countertenor Brian Asawa overleden (49)
Op 18 april 2016 is de Amerikaanse countertenor Brian Asawa overleden.
Brian Asawa werd op 1 oktober 1966 in Los Angeles geboren. Hij nam zangles bij de tenor Harlan Hokin en daarna aan de UCLA bij Virginia Fox en Kari Windingstad. In 1991 was Brian Asawa de eerste countertenor die de Metropolitan Opera National Council Auditions won en met een Adler Fellowship trad hij toe tot het San Francisco Opera Merola Opera Program.
Brian Asawa maakte in 1991 zijn professionele operadebuut bij de San Francisco Opera in ‘Das verratene Meer’ van Henze. In 1992 maakte hij zijn debuut in New York tijdens de viering van de Mozart Bicentennial in Lincoln Center in de titelrol van ‘Ascanio in Alba’ van Mozart.
In 1993 maakte Asawa zijn Europese debuut bij De Nederlandse Opera als Orfeo in ‘Orfeo ed Euridice’ van Gluck. Ook in dat jaar won hij de Richard Tucker Career Grant. In 1994 was hij de eerste countertenor die de Plácido Domingo Operalia International Opera Competition won. Op 18 februari 1994 maakte hij zijn debuut in de Metropolitan Opera van New York als de Voice of Apollo in ‘Death in Venice’ van Britten. In 1999 en 2000 zong hij in de Met nog acht maal de rol van Tolomeo in ‘Giulio Cesare’ van Händel. Deze glansrol zong hij verder in Bordeaux, bij Opera Australia in Sydney, de Royal Opera House Covent Garden van Londen, l’Opéra de Paris, het Gran Teatre del Liceu in Barcelona, de Staatsoper Hamburg en De Nederlandse Opera.
Andere rollen uit zijn repertoire waren Orlovsky in ‘Die Fledermaus’ bij de San Francisco Opera en San Diego Opera, Arsamene in ‘Serse’ in Los Angeles, Keulen, Seattle en Genève, de titelrol in ‘Admeto’ in Sydney, Montpellier en Halle, Baba The Turk in ‘The Rake’s Progress’ in San Francisco en de Zweedse televisie, Fyodor in ‘Boris Godoenov’ in het Gran Teatre del Liceu, Endimione in ‘La Calisto’ in Brussel, Oberon in ‘A Midsummer Night’s Dream’ in San Francisco, Houston, Lyon en bij de London Symphony Orchestra, Farnace in ‘Mitridate’ bij de Opéra National de Lyon en l’Opéra de Paris, Nero in ‘L’Incoronazione di Poppea’ in Sydney, La Speranza in ‘L’Orfeo’ en L’Umana Fragilita/Anfinomo in ‘Il Ritorno d’Ulisse in Patria’ bij De Nederlandse Opera, David in ‘Saul’ en Belize in ‘Angels’ bij de Bayerische Staatsoper in München en Sesto in ‘Giulio Cesare’ in Toronto. Asawa zong ook modern repertoire, waaronder ‘Eight Songs for a Mad King’ van Peter Maxwell Davies. Jake Heggie schreef voor hem de compositie ‘Countertenor’s Conundrum’.
De countertenor van Brian Asawa is vastgelegd op talrijke studio-opnamen. Zo zong hij de rol van Farnace in ‘Mitridate’ (Decca), Arsamene in ‘Serse’ (Conifer) en Oberon in ‘A Midsummer Night’s Dream’ (Philips). Op DVD is hij te bewonderen in ‘Le Grand Macabre’ van Ligeti in het Gran Teatre del Liceu, in ‘Il Ritorno d’Ulisse in Patria’ (Opus Arte), ‘Boris Godoenov’ in het Gran Teatre del Liceu en ‘The Rake’s Progress’ (Kultur). Op CD en DVD verscheen zijn bijdrage aan ‘Messiah’ van Händel onder leiding van Marc Minkowski. Asawa nam vier recital CDs op met liederen van onder anderen Dowland, Edmund Campion, Rachmaninov en Ned Rorem. In 2014 bracht hij met de mezzosopraan Diana Tash nog een CD met duetten uit op het label LML Music met werken van Händel, Monteverdi, Purcell, Alessandro Scarlatti en Marco da Gagliano. Ook in 2014 richtte Asawa met Peter Somogyi het agentschap ‘Asawa and Associates’ op voor operazangers.
Brian Asawa werd 49 jaar. Andere belangrijke zangers die op jonge leeftijd overleden waren Jussi Björling (49), Enrico Caruso (48) en Leonard Warren (48).
Oostenrijkse mezzosopraan Gabriele Sima overleden (61)
Op 27 april 2016 is de Oostenrijkse mezzosopraan Gabriele Sima overleden.
werd op 25 februari 1955 geboren in Innsbruck en studeerde aan het Universität Mozarteum in Salzburg en de Universität für Musik und darstellende Kunst in Wenen. In 1979 won zij de eerste prijs van de Maria Callas Grand Prix voor lied en oratorium in Athene en in datzelfde jaar maakte zij haar professionele operadebuut met het operagezelschap Spectaculum.
Op 18 oktober 1979 maakte zij haar debuut in de Wiener Staatsoper als Barbarina in ‘Le Nozze di Figaro’ en tussen 1979 en 1982 was zij lid van het programma voor jonge talenten van de Wiener Staatsoper. Vanaf het seizoen 1982/83 tot 1988 was zij werkzaam als ensemblelid van de Wiener Staatsoper. In de jaren negentig keerde zij diverse malen terug naar het Weense operahuis, waaronder in 1991 als Annio in ‘La Clemenza di Tito’ en Octavian in ‘Der Rosenkavalier’ en in 1995 als Nicklausse in ‘Les Contes d’Hoffmann. Zij zou in de Weense Staatsopera tot haar laatste optreden op 27 februari 1999 als Carlotta in ‘Die schweigsame Frau’ van Richard Strauss in totaal 53 rollen in 559 voorstellingen zingen en had van het operahuis in 1996 de onderscheiding Kammersängerin ontvangen.
Gabriele Sima maakte in 1980 haar debuut bij het Salzburg Festival in ‘Karl V’ van Křenek en zong in de decennia daarna regelmatig op het festival. Haar rollen in roles at Salzburg waren onder anderen Johanna in de wereldpremière van ‘Baal’ van of Friedrich Cerha op 8 juli 1981 en de rol van Aya in de wereldpremière van ‘Un Re in Ascolto’ van Luciano Berio op 7 juli 1984. Zij zong in Salzburg ook in ‘Penthesilea’ van Othmar Schoeck in 1982, ‘Dantons Tod’ van Gottfried von Einem in 1983 en ‘Elektra’ van Richard Strauss in 1989.
Na 1988 had zij een vast engagement aan te gaan bij het Opernhaus Zürich. Verder maakte zij in 1991 haar debuut bij de Deutsche Oper am Rhein als Cherubino in ‘Le Nozze di Figaro’. Ook trad zij tijdens haar carrière meerdere keren op bij de Hamburger Staatsoper.
Andere rollen van haar repertoire waren Barbarina in ‘Le Nozze di Figaro’, Berta en Rosina in ‘Il Barbiere di Siviglia’, Esmeralda in ‘Die verkaufte Braut’, Eine Kartenaufschlägerin in ‘Arabella’, Flora in ‘La Traviata’, Giannetta in ‘L’Elisir d’Amore’, Papagena in ‘Die Zauberflöte’, Ein junger Hirt in ‘Tannhäuser’, Siebel in ‘Faust’, Xenia in ‘Boris Godoenov’, Zerlina in ‘Don Giovanni’ en Prinz Orlofsky in ‘Die Fledermaus’.
Vanaf 2003 doceerde zij zang aan de Musik und Kunst Privatuniversität van Wenen. Gabriele Sima overleed na een ernstige ziekte in haar huis in Wenen.
Oekraïense bariton Dmytro Hnatyuk overleden (91)
Op 29 april 2016 is de Oekraïense bariton Dmytro Hnatyuk overleden.
Dmytro Hnatyuk werd op 28 maart 1925 geboren in het – destijds Roemeense – dorpje Mămăești (Мамаївці) bij Tsjernivtsi (Чернівці). Hij studeerde in 1951 af aan het conservatorium van Kiev en debuteerde in 1951 als bariton. Hij zong in opera’s van Oekraïense componisten als Sydir Vorobkevych en Westerse componisten als Giuseppe Verdi (de titelrol van ‘Rigoletto’) en Joseph Haydn. Als concertzanger gaf hij concerttournees in Hongarije, de Verenigde Staten, Canada, Rusland, Portugal en Duitsland. In 1988 nam hij afscheid van het operatoneel.
Naast operazanger had Dmytro Hnatyuk vele nevenfuncties. Zo was hij vanaf 1975 directeur van de Staatsacademisch Theater voor Opera en Ballet in Kiev en docent aan de Nationale Academisch Theater. Verder was hij tussen 1972 en 1984 lid van de Opperste Sovjet en tussen 1998 en 2002 parlementslid in Oekraïne.
Dmytro Hnatyu overleed na een langdurig ziekbed. Hij zal op 4 mei 2016 tussen 11.00 en 13.00 uur worden opgebaard in de Nationale Opera van Oekraïne en begraven worden op het Baikove kerkhof van Kiev.
Franse mezzosopraan Hélène Jossoud overleden (53)
Op 10 mei 2016 is de Franse mezzosopraan Hélène Jossoud overleden.
Hélène Jossoud werd in 1963 geboren. Zij studeerde geneeskunde en tevens zang aan het conservatoire van het Franse departement Haute Marne. Zij maakte haar operadebuut in het Théatre des Arts de Rouen na het winnen van de eerste prijs op het Tournoi des Voix d’Or in 1983. Tevens won zij de eerste prijs op het Concours de Verviers in België.
In 1985 werd zij bekend bij het grote publiek vanwege de CD-opname van de Franse versie van de opera ‘La Favorite’ van Donizetti voor het label Erato. In het Théatre des Arts van Rouen zong zij in het seizoen 1985/1986 de rol van Pauline in ‘Schoppenvrouw’ van Tsjaikovski. Daarna trad zij in 1990 in Rouen op als Azucena in ‘Il Trovatore’ van Verdi en werkte zij in 1993 er mee aan een productie van de opera ‘Jocaste’ van Charles Chaynes. In deze opera was zij in 1988 al in Montpellier te horen geweest.
In 1991 zong Hélène Jossoud de rol van Fricka in ‘Die Walküre’ te Dortmund, in 1992 was zij Sonyetka in ‘Lady Macbeth van Mtsensk’ bij de L’Opéra van Parijs en in 2003 trad zij op als Margret in ‘Wozzeck’ van Alban Berg in Lyon. Andere rollen van haar repertoire waren Geneviève in ‘Pelléas et Mélisande’ van Debussy, Mère Marie in ‘Dialogues de Carmélites’ van Poulenc en Suzuki in ‘Madama Butterfly’,
De stem van Hélène Jossoud is verder nog vastgelegd op opnamen van ‘Pelléas et Mélisande’, ‘Rodrigue et Chimène’ van Debussy, ‘Guercoeur’ van Magnard, de Franstalige versie van ‘Salomé’ van Richard Strauss en ‘Messa di Gloria’ van Donizetti.
Hélène Jossoud bleef naast haar zangcarrière tegelijkertijd haar beroep van arts uitoefenen.
Amerikaanse mezzosopraan Irene Jordan overleden (97)
Op 13 mei 2016 is de Amerikaanse mezzosopraan Irene Jordan overleden.
Irene Jordan werd op 25 april 1919 in de Amerikaanse plaats Birmingham geboren. Zij studeerde in 1939 af in zang en drama aan het Judson College in de plaats Marion in de Amerikaanse staat Alabama. Een jaar later verhuisde zij naar New York waar zij zang, ballet, Duits, Frans en Italiaans studeerde.
Irene Jordan maakte haar debuut in de Metropolitan Opera van New York tijdens de seizoensopening op 11 november 1946 in de mezzosopraanpartij van Mallika in ‘Lakmé. Zij zou bij de Met tot en met 1948 ruim 70 optredens geven in vooral bijrollen voor sopraan. Op 23 maart 1957 gaf zij als de Koningin van de Nacht haar laatste optreden in de Met na een afwezigheid van negen jaren.
Ook gaf Irene Jordan concerten ten behoeve van de Southern Baptist Foreign Missions Board in Libanon, Duitsland, Trinidad, Venezuela, Ecuador en Nigeria. Verder gaf zij – naast haar optredens – zangles aan de Northwestern University, de Eastman School of Music, de Manhattan School of Music, het The King’s College en het Kennesaw College. Haar carrière omspande zes decennia. Haar laatste grote optreden was in de zomer van 1999 op 80-jarige leeftijd met liederen van Brahms voor zangstem en altviool in de Mohawk Trail Concert Series in Charlemont, Massachusetts. Irene Jordan overleed in Craneville Place in Dalton, Massachusetts, waar zij sinds 2008 woonde.
Amerikaanse tenor Mario Alch overleden (96)
Op 22 mei 2016 is de Amerikaanse tenor Mario Alch overleden.
Mario Alch werd op 20 maart 1920 in Highland, Illinois geboren. Hij studeerde aan de Juilliard School of Music en Columbia University. Daarna zong hij hoofdrollen in Duitse steden als Aachen, Braunschweig, Düsseldorf, Frankfurt am Main, Hamburg, Hannover, Kassel, Köln, München en Stuttgart. Buiten Duitsland zong hij in Graz, Innsbruck, Bern, Wenen en Zürich en in Amerika in Washington, Ohio, Boston en New York.
In 1970 keerde hij terug naar de Verenigde Staten en was operadirecteur en zangdocent aan de SUNY Fredonia. Verder was hij werkzaam als regisseur. In 1988 nam hij als professor emeritus afscheid van de Ohio State University in Columbus.
Mario Alch oveleed in zijn huis in Lily Dale.
Hongaarse sopraan Annamária Albert overleden (89)
Op 25 mei 2016 is de Hongaarse sopraan Annamária Albert overleden.
Annamária Albert werd op 12 september 1926 geboren. Zij studeerde aan het Conservatorium in Cluj-Napoca en maakte op 5 juni 1947 haar debuut in een pera van Gluck. Zij was tot 1972 was de soliste bij de Hongaarse Staatsopera, waar zij zowel lyrische als dramatische rollen zong.
Amerikaanse sopraan Phyllis Curtin overleden (94)
Op 4 juni 2016 is de Amerikaanse sopraan Phyllis Curtin overleden.
Phyllis Curtin werd op 3 december 1921 als Phylis Smith in Clarksburg, West Virginia geboren. Zij studeerde zang bij Olga Averino aan het Wellesley College en vervolgde haar studie bij Boris Goldovsky aan het New England Conservatory. In 1946 maakte zij haar professionele debuut als Tatyana in ‘Jevgeni Onjegin’ bij het New England Opera Theater. Op 22 oktober 1953 maakte zij haar debuut bij de New York City Opera als Fraulein Burstner, Frau Grubach en Leni in de Amerikaanse première van ‘Das Prozess’ van Gottfried von Einem. Zij bleef bij dit gezelschap tot in de jaren zestig.
Vanaf 1953 zong zij ook regelmatig in het Royal Opera House Covent Garden van Londen at Covent Garden. In 1959 maakte zij haar debuut in het Teatro Colón in Buenos Aires en zong zij ook Donna Anna in ‘Don Giovanni’ tijdens het Glyndebourne Festival. Zij zong diverse rollen in de Wiener Staatsoper in 1960 en 1961, waaronder Cio-Cio-San in ‘Madama Butterfly’, Fiordiligi in ‘Così Fan Tutte’, de titelrol in ‘Salome’ en Violetta in ‘La Traviata’.
Curtin maakte haar debuut in de Metropolitan Opera van New York op 4 november 1961 als Fiordiligi. Zij keerde regelmatig terug naar de Met in rollen als Alice Ford in ‘Falstaff’, Gravin Almaviva in ‘Le Nozze di Figaro’, Donna Anna, Ellen Orford in ‘Peter Grimes’, Eva in ‘Die Meistersinger von Nürnberg’, Rosalinde in ‘Die Fledermaus’, Salome en Violetta. Haar laatste optreden in de Met was op 6 juli 1973 in de titelrol van ‘Tosca’. Op 16 maart 1962 maakte zij haar debuut in het Teatro alla Scala als Fiordiligi.
Zij zong verder in de wereldpremières van twee opera’s van Carlisle Floyd: ‘Susannah’ (1955) en ‘Wuthering Heights’ (1958). In 1966 werkte zij mee aan de wereldpremière van ‘La Mère Coupable’ van Milhaud in het Grand Théâtre van Genève.
Andere rollen van haar repertoire waren Antonia in ‘Les Contes d’Hoffmann’, Cressida in ‘Troilus and Cressida’, Frau Fluth in ‘Die lustigen Weiber von Windsor’, Katharina in ‘The Taming of the Shrew’ van Vittorio Giannini, Konstanze in ‘Die Entführung aus dem Serail’, Mélisande in ‘Pelléas et Mélisande’, Norina in ‘Don Pasquale’, Thérèse in ‘Les Mamelles de Tirésias’ van Poulenc (Amerikaanse première), de titelrol in ‘Médée’ van Darius Milhaud, Mimì in ‘La Bohème’ en Marguerite in ‘Faust’.
Phyllis Curtin gaf les aan de Yale University en was Artistic Advisor van het Opera Institute aan de Boston University College of Fine Arts School of Music. Haar stem is vastgelegd door het label VAI op onder andere een opnamen van ‘Susannah’ uit New Orleans van 1962.
Italiaanse sopraan Maria Luisa Cioni overleden (89)
Op 5 juni 2016 is de Italiaanse sopraan Maria Luisa Cioni overleden.
Maria Luisa Cioni werd – volgens het Archivio del Canto van de Universiteit van Bologna – geboren op 22 mei 1926 als Maria Luisa Leoni in Florence. In 1947 zong zij Oscar in ‘Un Ballo in Maschera’ en Gilda in ‘Rigoletto’ in de Arena van Verona. Zij trad op in alle belangrijke operahuizen van Italië. Zij maakte haar debuut in de Scala van Milaan op 5 maart 1968 als Marie in ‘La Fille du Régiment’. In de Scala zong zij verder nog Gilda, de titelrollen in ‘Lucia di Lammermoor’, ‘Maria di Rohan’, ‘Linda di Chamounix’, ‘Norma’ en ‘Madama Butterfly’, Elvira in ‘I Puritani’, Amalia in ‘I Masnadieri’ en Adina in ‘L’Elisir d’Amore’. Haar laatste optreden in de Scala was op 18 april 1979 als Mimì in ‘La Bohème’.
Haar buitenlandse carrière bracht haar onder andere naar Parijs, Zürich, de Wiener Staatsoper (als Oscar in ‘Un Ballo in Maschera’), het Gran Teatre Liceu van Barcelona (als Micaëla in ‘Carmen’ in 1969) en De Munt Schouwburg in Brussel (1971). Overige rollen van haar repertoire waren de titelrollen in ‘Anna Bolena’ en ‘Aida’, Fiordiligi in ‘Così Fan Tutte’, Julia in ‘La Vestale’, Marguerite in ‘Faust’ en Miss Jessel in ‘The Turn of the Screw’.
Cioni-Leoni nam rond 1980 afscheid van het operatoneel. Daarna gaf zij les in Milaan, alwaar zij overleed. De begrafenisplechtigheid vond plaats op 7 juni 2016 in de parochie Dio Padre di Segrate in Milaan.
Oostenrijkse tenor Erich Wessner overleden (68)
Op 6 juni 2016 is de Oostenrijkse tenor Erich Wessner overleden.
Erich Wessner werd op 14 maart 1948 in Hollabrunn geboren. Hij had privé zanglessen naast zijn baan als leraar Duits en muziek. In 1981 werd hij als tenor koorlid van het Wiener Staatsopernchor en bleef er tot zijn pensionering in 2008 zingen. In 1991 kreeg hij bij de Wiener Staatsoper tevens een contract voor solorollen. Erich Wessner overleed in zijn geboorteplaats Hollabrunn.
Britse tenor Alberto Remedios overleden (81)
Op 11 juni 2016 is de Britse tenor Alberto Remedios overleden.
Alberto Remedios werd op 27 februari 1935 in Liverpool geboren en studeerde aan de Royal College of Music. Hij begon zijn operacarrière bij de Sadler’s Wells Opera – de voorloper van de English National Opera – in rollen als Alfredo in ‘La Traviata’, de titelrol in ‘Faust’ van Gounod, Samson in ‘Samson et Dalila’ van Saint-Saëns, Bacchus in ‘Ariadne auf Naxos’ van Richard Strauss en Max in ‘Der Freischütz’ van Von Weber. Remedios werkte in 1970 mee aan de eerste studio-opname van de opera ‘The Midsummer Marriage’ van Michael Tippett in de hoofdrol van Mark onder leiding van Sir Colin Davis.
Daarna was Remedios vooral in Wagnerrollen te horen. Zo zong hij in 1973 Siegfried in ‘Der Ring des Nibelungen’ bij de Sadler’s Wells Opera onder leiding van Reginald Goodall. EMI en Chandos op CD brachten van deze productie een live-concertuitvoering van ‘Siegfried’ en studio-opnamen van hoogtepunten uit ‘Götterdämmerung’ op CD uit.
Alberto Remedios zong in alle belangrijke operahuizen van de wereld, waaronder de Metropolitan Opera in New York (vijf voorstellingen als Bacchus in 1976), Seattle, Frankfurt, San Francisco en Buenos Aires. In 1981 werd Remedios benoemd tot Commander of the Most Excellent Order of the British Empire. Na zijn afscheid emigreerde hij in 1999 naar Australië. Daar overleed hij vredig omringd door zijn familie. De crematie zal in besloten kring plaatsvinden.
Sloveense sopraan Ondina Otta Klasinc overleden (91)
Op 14 juni 2016 is de Sloveense sopraan Ondina Otta Klasinc overleden.
Ondina Otta Klasinc werd op 16 juli 1924 geboren in de Italiaanse plaats Triëst. Zij studeerde zang bij Luigiju Toffoli in Valdu Medicusu en won in 1946 een zangwedstrijd in Triëst. Daarna kreeg zij een engagement op het Opera Theater in Ljubljana, waar zij debuteerde als Rosina in ‘Il Barbiere di Siviglia’.
Van 1958 tot 1972 zong Ondina Otta Klasinc bij de Opera van Maribor en vertolkte zij rollen als Adina, Cio-Cio-San, Desdemona, Despina, Fiordiligi, Donna Elvira, Gilda, Lucia, Marguerite, Mimi, Rusalka en Tatjana. Haar repertoire bestond uit meer dan 60 rollen uit het Italiaanse, Franse, Duitse en Slavische repertoire.
Na haar carrière in Maribor was zij werkzaam als pedagoge. Ondina Otta-Klasinc overleed in Maribor.
Oostenrijkse bariton Alfred Šramek overleden (65)
Op 23 juni 2016 is de Oostenrijkse bariton Alfred Šramek overleden.
Alfred Šramek werd op 5 april 1951 geboren in de Oostenrijkse gemeente Mistelbach. Hij studeerde zang bij Hilde Zadek en Peter Klein en maakte in 1975 zijn debuut in de Wiener Staatsoper in ‘Palestrina’.
Šramek zou 40 jaren verbonden blijven aan de Wiener Staatsoper. Hij zong sinds zijn toetreding tot het ensemble in 1975 meer dan 90 rollen in ruim 2500 voorstellingen gezongen aan de Weense Staatsopera. In december 1988 kreeg hij de onderscheiding Kammersänger. In mei 2014 werd hij in aansluiting op een uitvoering van ‘Andrea Chénier’ tot erelid van de Wiener Staatsoper benoemd.
Šramek vierde op maandag 16 februari 2015 als Bartolo in een productie van ‘Il Barbiere di Siviglia’ van Rossini zijn jubileum aan de Wiener Staatsoper. Zijn laatste optreden in de Wiener Staatsoper was op 16 april 2016 in ‘Tosca’ van Puccini.
Oekraïense bas Vasyl Slipak overleden (41)
Op 29 juni 2016 is de Oekraïense bas Vasyl Slipak overleden. Slipak werd gedood door een scherpschutter in het oorlogsgebied rond de Oost-Oekraïense stad Loehansk.
Vasyl Slipak werd op 20 december 1974 in de West-Oekraïense oblast Lviv geboren. Hij studeerde aan het conservatorium van Lviv en tijdens zijn opleiding won hij het Concours International de Chant de Clermont-Ferrand in Frankrijk. In 1996 ontving Slipak een uitnodiging om op te treden in de Opéra Bastille in Parijs. Hij woonde en werkte vervolgens gedurende 19 jaren in Frankrijk. Zijn glansrollen waren onder andere Sparafucile in ‘Rigoletto’, Der Tod in ‘Der Kaiser von Atlantis’ en Escamillo in ‘Carmen’.
Toen Rusland twee jaren geleden de oorlog in Oekraïne begon onderbrak Vasyl Slipak zijn zangcarrière en keerde terug naar zijn geboorteland om als vrijwillige soldaat zijn vaderland te verdedigen. Op 29 juni 2016 werd hij om 6.00 uur ’s ochtends getroffen door een sluipschutter.
Hongaarse bas György Tréfás overleden (85)
Op 2 juli 2016 is de Hongaarse bas György Tréfás overleden.
György Tréfás werd op 6 oktober 1931 in Boedapest geboren. Hij studeerde bij Werner Alajos, Makai Mihály en Hetényi Kálmán. Tréfás maakte in 1957 zijn debuut bij het Csokonai Theater en was vanaf 1961 gedurende vijftig jaren solist bij het gezelschap. Hij won in 1968 de Liszt Ferenc-prijs.
Belangrijke rollen van zijn omvangrijke repertoire waren onder andere Osmin in ‘Die Entführung aus dem Serail’, Sarastro in ‘Die Zauberflöte’, Leporello in ‘Don Giovanni’, Rocco in ‘Fidelio’, Dulcamara in ‘L’Elisir d’Amore’, Basilio in ‘Il Barbiere di Siviglia’, de titelrol in ‘Attila’, Filippo II in ‘Don Carlos’, Hermann in ‘Lohengrin’ en de titelrol in ‘Kékszakállú Herceg’.
Franse bariton Bernard Imbert overleden (53)
Op 2 juli 2016 is de Franse bariton Bernard Imbert overleden. Hij stierf tijdens de openingsvoorstelling ‘Offenbach Dans Tous Ses États’ van het Festival Les Nuits de Robinson in het Théâtre Robinson van de Franse gemeente Mandelieu-la-Napoule.
Bernard Imbert werd in 1963 geboren in Marseille. Hij was laureaat van het Concours International de Mélodie Française in Toulouse en het Concours International de Chant van Verviers en trad meer dan 250 keer op in de musical ‘Les Misérables’ in het Théâtre Mogador in Parijs.
In 1994 werd hij als solist geëngageerd door de Opéra de Nice. Daar zong hij de afgelopen jaren rollen als Dr Franke in ‘Die Fledermaus’, Roberto in ‘I Vespri Siciliani’, Ned Keene in ‘Peter Grimes’, Deuxième Officier in ‘Dialogues des Carmélites’ en Creonte in ‘Medea’. Andere glansrollen in Nice waren Schaunard in ‘La Bohème’ en Il Sagrestano in ‘Tosca’.
Bij de Opéra de Monte-Carlo zong hij de afgelopen seizoenen Potapytch in ‘De Speler’ en Le Messager de Schnals in ‘La Wally’ naast Eva-Maria Westbroek. Bij de Opéra Municipal de Marseille was hij onlangs Le Brésilien in ‘La Vie Parisienne’, Un Chef Grec en Premier Sentinelle in ‘Les Troyens’, Amnhès in ‘Cleopatra’ en Saint Jacques de Compostelle / L’Émissaire Maure in ‘Le Cid’. Bij de Opéra Grand Avignon trad hij de laatste jaren op als Juan in ‘The Man of La Mancha’, Horatio in ‘Hamlet’, Grégorio in ‘Roméo et Juliette’ en Lérida in ‘Die lustige Witwe’. Verder zong Imbert de rol van Ajax in ‘La Belle Hélène’ bij de Opéra de Vichy, Un Vecchio Zingaro in ‘Il Trovatore’ tijdens het festival Chorégies d’Orange, Grégorio bij de Opéra de Massy, Mordred in ‘Le Roi Arthus’ bij de Opéra National du Rhin in Straatsburg en Un Officier in ‘Dialogues des Carmelites’ bij de Opéra National de Bordeaux.
Amerikaanse sopraan Maralin Niska overleden (89)
Op 9 juli 2016 is de Amerikaanse sopraan Maralin Niska overleden.
Maralin Niska werd geboren op 16 november 1926 in San Pedro, Californië. Zij studeerde bij onder anderen Louise Mansfield, Lotte Lehmann en Ernest St. John Metz. In de jaren vijftig zong zij in Californië bij de USC Opera, UCLA Opera, Los Angeles Opera, Redlands Bowl en andere locale gezelschappen.
Haar doorbraak was in 1965 in Indianapolis in de titelrol van ‘Susannah’ van Carlisle Floyd bij de opening van de Metropolitan Opera National Company. In de herfst van 1967 zong zij voor het eerst bij de New York City Opera in de rol van de Gravin in ‘Le Nozze di Figaro’. Bij New York City Opera zong zij 29 hoofdrollen, meer dan enig andere zanger of zangeres. Zo zong zij er de titelrollen in de Puccini-opera’s ‘Madama Butterfly’, ‘Suor Angelica’, ‘Tosca’, ‘La Fanciulla del West’ en ‘Manon Lescaut’ en ‘La Traviata’, ‘Medea’, ‘Salome’ en ‘Susannah’ van Carlisle Floyd. Verder was zij er te horen als Mimì en Musetta in ‘La Bohème, Nedda in ‘Pagliacci’, Marguerite in ‘Faust’, de Governess in ‘The Turn of the Screw’, Donna Anna en Donna Elvira in ‘Don Giovanni’, de Komponist in ‘Ariadne auf Naxos’, Elettra in ‘Idomeneo’, Santuzza in ‘Cavalleria Rusticana’, Rosalinde in ‘Die Fledermaus’, Elisabetta in ‘Maria Stuarda’ en in ‘La Voix Humaine, ‘Prins Igor’ en ‘De Zaak Makropoulos’.
Niska maakte haar debuut bij de Metropolitan Opera van New York op 17 maart 1970 als Violetta in ‘La Traviata’. Zij trad in totaal 42 keer op bij de Met, behalve als Violetta ook in de titelrollen van ‘Tosca’ en ‘Salome’ en als Nedda, Musetta, Elena in ‘I Vespri Siciliani’ en ten slotte als Donna Elvira op 10 juni 1978.
Na haar afscheid van het operatoneel woonde zij in Santa Fe, New Mexico en trouwde zij met William Mullen. In Santa Fe overleed zij vier maanden voor haar 90ste verjaardag.
Britse sopraan Catherine Wilson overleden (80)
Op 11 juli 2016 is in Londen de Britse sopraan Catherine Wilson overleden.
Catherine Wilson werd in 1936 in Glasgow geboren. Zij studeerde aan de Royal Manchester College of Music en zong in eerste instantie rollen voor mezzosopraan bij Opera for All en in Glyndebourne.
In 1960 maakte zij haar debuut bij de Sadler’s Wells Opera in de titelrol van ‘La Cenerentola’ van Rossini. Bij dit gezelschap vertolkte zij tevens Rosina, Dorabella en Cherubino. Verder zong zij later bij de Sadler’s Wells de rol van Ninetta in ‘La Gazza Ladra’ van Rossini en was zij Jenny in de wereldpremière van ‘The Mines of Sulphur’ van Bennett op 24 februari 1965.
Zij werkte in 1964 met Benjamin Britten samen in Aldeburgh voor de opname van ‘Albert Herring’ als Nancy en toerde met de English Opera Group naar Rusland en Canada. Verder trad zij met Britten op in voorstellingen van ‘Turn of the Screw’ in 1972.
Catherine Wilson maakte haar debuut bij de Scottish Opera in de lente van 1966 als Nancy in ‘Albert Herring’ en Ortlinde in ‘Die Walküre’. Daarna volgden rollen als de Gravin in ‘Le Nozze di Figaro’ in 1968, de Governess in ‘The Turn of the Screw’ in 1970, Freia en Gutrune in ‘Der Ring des Nibelungen’ in 1971, Helena in ‘A Midsummer Night’s Dream’ in 1972, Rosina in ‘Il Barbiere di Siviglia’, Ellen Orford in ‘Peter Grimes’ en Hanna Glawari in ‘Die lustige Witwe’ in 1973. Rollen die zij er in latere seizoenen zong waren Rosalinde, Female Chorus, de Marschallin, Emilia Marty, Alice Ford en Marcellina. Ten slotte vertolkte zij nog de stomme rol van Tadzio’s Mother in ‘Death in Venice’. Ook werkte zij bij het gezelschap mee aan de wereldpremières van ‘The Catiline Conspiracy’ van Iain Hamilton op 16 maart 1974 in de rol van Fulvia en van ‘Mary, Queen of Scots’ van Thea Musgrave op 6 september 1977 in de rol van Mary.
De stem van Catherine Wilson is door Decca vastgelegd op studio-opnamen als Nancy in ‘Albert Herring’ (1964) en als Witch in ‘Dido and Aeneas’ (1961). Voor EMI zong zij de titelrol in een Engelstalige productie van de Scottish Opera van ‘Die lustige Witwe’ tijdens opnamen van hoogtepunten (1977).
Catherine Wilson was getrouwd met dirigent Leonard Hancock, die in 1999 overleed.
Weense operettezanger Ossy Kolmann overleden (88)
Op 18 juli 2016 is de Weense operettezanger Ossy Kolmann overleden.
Ossy Kolmann op 10 januari 1928 in Wenen geboren. Hij behoorde tientallen jaren tot de belangrijkste operettezangers van Oostenrijk. Na eind jaren vijftig speelde en zong hij in operettes in het Operettenhaus Hamburg, aan het Theater an der Wien, aan het Wiener Volkstheater en aan het Raimundtheater. Vanaf 1973 was hij twintig jaren de belangrijkste komiek van de Wiener Volksoper. Tot zijn glansrollen behoorden de spreekrollen van Frosch in ‘Die Fledermaus’, Njegus in ‘Die lustige Witwe’, de baspartij van Sigismund Sülzheimer in ‘Im weißen Rössl’ en de tenorpartijen van Ober Philippe in ‘Der Opernball’ en Sindulfo in ‘Gasparone’. De ziekte van Parkinson beëindigde zijn carrière. Zijn laatste publieke optreden was in 2003 toen hem de titel ‘Kammerschauspieler’ werd toegekend.
Duitse bas Günter von Kannen overleden (76)
Op 29 juli 2016 is in Karlsruhe de Duitse bas Günter von Kannen overleden.
Günter von Kannen werd op 22 maart 1940 in de Duitse plaats Rheydt – tegenwoordig deel van Mönchengladbach – geboren. Hij werkte als leraar in Baden-Wuerttemberg, terwijl hij zangles had bij Paul Lohmann en Franziska Martienssen-Lohmann in Frankfurt am Main. In 1965 won Von Kannen het zangconcours van de ARD in München.
Zijn carrière op het podium begon in 1966 in het Pfalztheater van Kaiserslautern. Vervolgens zong hij tussen 1967 en 1969 in het theater van de Bielefeld en daarna in Würzburg (1969-70), Bonn (1970-72) en Gelsenkirchen (tussen 1972 en 1977).
In 1977 tekende hij een contract bij het Staatstheater van Karlsruhe en daarna werd hij ensemblelid van de Opera van Zürich, waar hij aanvankelijk zich vanaf 1979 in bufforollen specialiseerde. Als gastzanger trad hij rond die tijd ook nog op in de Bayerische Staatsoper en bij de Oper Köln.
Hij zong in 1983 bij de Opéra van Parijs als Bartolo in ‘Il Barbiere di Siviglia’, in de Munt Schouwburg van Brussel in ‘Le Comte d’Ory’ van Gioacchino Rossini en in Noord-Amerika (Santa Fe en Canada) in de titelrol van ‘Don Pasquale’ van Donizetti.
In 1985 zong hij de rol van Osmin in ‘Die Entführung aus dem Serail’ en de partij van Claudio in ‘Agrippina’ van Händel op het Drottningholm Festival.
Hij maakte zijn debuut bij de Salzburger Festspiele in 1986 als Bartolo in ‘Le Nozze di Figaro’. In 1987 maakte hij zijn debuut bij de Bayerische Staatsoper van München als Alberich in ‘Der Ring des Nibelungen’, tijdens het Schwetzingen Festival als Mustapha in ‘L’Italiana in Algeri’ van Rossini en in Aix-en-Provence als Osmin.
In 1988 nam hij voor het eerst deel aan de Bayreuther Festspiele. Hij zong Alberich in ‘Das Rheingold’, ‘Siegfried’ en ‘Götterdämmerung’ in 1988, 1989, 1990, 1991, 1992, 2000 en 2001. Verder was hij in Bayreuth te bewonderen als Klingsor in ‘Parsifal’ in 1990, 1996, 1997 en 1999.
Ook in 1988 maakte hij zijn debuut bij de Deutsche Oper in Berlijn als Ochs in ‘Der Rosenkavalier’, bij het Grand Théâtre van Genève en de Volksoper van Wenen. In 1989 gaf hij met de Deutsche Oper van Berlijn in de rol van Alberich in de Ring-cyclus gastoptredens in Washington.
In 1991 zong hij in Karlsruhe de rol van Hans Sachs in ‘Die Meistersinger von Nürnberg’ en in 1992 trad hij in het Théâtre du Châtelet van Parijs op als de Doktor in ‘Wozzeck’ van Alban Berg.
De rol van Alberich in de Ring-cyclus zong hij bij de Berlijnse Staatsopera ook in 1996.
In april 1997 had hij zijn succesvolle roldebuut in de titelrol van ‘Falstaff’ van Verdi in Keulen. In het seizoen 2002/2003 debuteerde hij in het Gran Teatre del Liceo van Barcelona als Alberich in de Ring-cyclus. Zijn debuut in de Royal Opera House Covent Garden van Londen kwam pas in december 2004 als Alberich in de Ring-cyclus onder leiding van Antonio Pappano.
Andere rollen van zijn repertoire waren Dulcamara in ‘L’Elisir d’Amore’ van Donizetti, Falstaff in ‘Die lustigen Weiber von Windsor’ van Nicolai (Opéra-Comique van Parijs in 1995), Don Alfonso in ‘Così Fan Tutte’ van Mozart, ‘Cardillac’ van Hindemith (Karlsruhe, 1995), Pizarro in ‘Fidelio’ van Beethoven, Dr. Schön in ‘Lulu’ van Berg, Sir Morosus in ‘Die schweigsame Frau’ en La Roche in ‘Capriccio’ (beide opera’s van Richard Strauss) en Warlaam in ‘Boris Godoenov’ van Moessorgski (Deutsche Oper Berlin, 1995).
Amerikaanse coloratuursopraan Patrice Munsel overleden (91)
Op 4 augustus 2016 is de Amerikaanse coloratuursopraan Patrice Munsel overleden.
Patrice Munsel werd op 14 mei 1925 in de stad Spokane in de Amerikaanse staat Washington geboren. Zij studeerde van 1938 tot 1940 zang aan de Lewis & Clark School in haar geboorteplaats en daarna bij de pedagoog William Hermann en Charlotte Grannis Lange, Renato Bellini en G. Spadoni in New York. In 1943 won zij het concours van de Metropolitan Oper New York (Auditions of the Air) en debuteerde zij op 14 maart 1943 in de Met als jongste zangeres ooit tijdens een concert met de aria “O luce di quest’anima”. Haar operadebuut in de Met was op 4 december 1943 als Philine in ‘Mignon’ van Thomas. Zij zou tot en met 1958 in de Met in 225 voorstellingen optreden in 16 rollen, waaronder Adele in ‘Die Fledermaus’, Rosina in ‘Il Barbiere di Siviglia’, Despina in ‘Così fan tutte’, Gilda in ‘Rigoletto’, Blumenmädchen in ‘Parsifal’, Lucia di Lammermoor, Juliette in ‘Roméo et Juliette’, Lakmé, Adina in ‘L’Elisir d’Amore’, Zerlina in ‘Don Giovanni’ en Musetta in ‘La Bohème’.
Patrice Munsel zong in 1951 de rol van Adele in de studio-opname van hoogtepunten uit ‘Die Fledermaus’ voor RCA. Verder portretteerde zij in 1953 de sopraan Nellie Melba in de film ‘Melba’. Ook zong zij op 15 januari 1955 de titelrol in de operette ‘Naughty Marietta’ van Victor Herbert tijdens een live-televisieuitzending. In het seizoen 1957/1958 had zij haar eigen show op televisie ‘The Patrice Munsel Show’. Patrice Munsel beëindigde haar operacarrière in 1981 en zong daarna nog in musical comedy.
Amerikaanse bas-bariton Bernard Izzo overleden (92)
Op 5 augustus 2016 is de Amerikaanse bas-bariton Bernard Izzo overleden.
Bernard Izzo werd op 21 maart 1924 in de Amerikaanse plaats Rochester geboren. Hij begon zijn muziekstudie aan het Heidelberg College in Tiffin, Ohio, maar onderbrak zijn opleiding om twee jaren in het Amerikaanse leger te dienen ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. Na zijn legerdienst in het Japanse Osaka keerde Izzo terug naar Heidelberg en voltooide zijn studie in 1948. Hij vervolgde daarna zijn opleiding in Chicago aan het American Conservatory of Music, waar hij zijn mastersopleiding behaalde in 1949.
In 1956 werd Izzo gecontracteerd door de Lyric Opera van Chicago en daar zong hij gedurende detig jaren vele solopartijen. Tussen 1961 en 1986 was hij tevens muziekdocent aan het North Central College in Illinois. Gedurende 17 seizoenen was Izzo ook muzikaal directeur van het Summer Place Theater in Naperville, Illinois. Verder was hij solist in de Kenilworth Union Church in Kenilworth en zong Izzo – die niet Joods was – 35 jaren lang tijdens Joodse feestdagen in de Temple Beth-El synagoge in Chicago.
Izzo woonde voor de laatste 25 jaren in de plaats Lombard (Illinois) na ruim 40 jaren in nabijgelegen Elmhurst te hebben geleefd. Hij stierf een natuurlijke dood in het Advocate Good Samaritan Hospital in Downers Grove.
Italiaanse sopraan Daniela Dessì overleden (59)
Op 20 augustus 2016 is de Italiaanse sopraan Daniela Dessì overleden.
Daniela Dessì werd op 14 mei 1957 in Genua geboren. Zij studeerde zang aan het conservatorium van Parma en de Accademia Chigiana van Siena en won in 1980 de eerste prijs op het internationale zangconcours van de Italiaanse RAI TV. Zij maakte vervolgens haar operadebuut bij de Opera Giocosa in Savona in ‘La Serva Padrona’ van Pergolesi. Op 9 februari 1982 maakte zij haar debuut in de Scala van Milaan als Fulvia in ‘La Pietra del Paragone’ van Rossini. Verder zong zij in de Scala onder andere Liù in ‘Turandot’ (1988), Contessa in ‘Le Nozze di Figaro’ (1989), Fiordiligi in ‘Così Fan Tutte’ (1989), Elisabetta in ‘Don Carlo’ naast Luciano Pavarotti (1992), Alice in ‘Falstaff’ (1993), de titelrollen in ‘Adriana Lecouvreur’ (2000), ‘Madama Butterfly’ (2002), ‘Tosca’ (2003) en Desdemona in ‘Otello’ (2005).
Haar internationale carrière bracht haar naar alle belangrijkste operahuizen van de wereld. Zo maakte zij op 22 september 1990 haar debuut in de Wiener Staatsoper als Elisabetta in ‘Don Carlo’. Verder zong zij in de Wiener Staatsoper nog Amelia in ‘Simon Boccanegra’ (1990), Mimì in ‘La Bohème’ (1992) en de titelrollen in de Puccini-opera’s ‘Tosca’ (2002), ‘Manon Lescaut’ (2007) en ‘Madama Butterfly’ (2011). Verder debuteerde zij in de Metropolitan Opera van New York op 1 februari 1995 als Nedda in ‘Pagliacci’. Tevens zong zij in de Met nog de titelrollen in de Puccini-opera’s ‘Madama Butterfly’ (2002) en ‘Tosca’ (2010).
Haar uitgebreide discografie bestaat uit talrijke opnamen. Zo is zij onder andere op CD te horen in ‘Rigoletto’ (EMI), ‘Don Carlo’ (EMI), ‘La Bohème’ (EMI), ‘I Medici’ van Leoncavallo (DG), ‘Pagliacci’ (Philips), ‘Falstaff’ (Sony), ‘La Traviata’ (SoloVoce), ‘Otello’ van Verdi (SoloVoce), ‘La Fanciulla del West’ (SoloVoce), ‘Madama Butterfly’ (Dynamic), ‘Manon Lescaut’ (Real Sound), ‘Iris’ van Mascagni (Ricordi), ‘Andrea Chénier’ (Universal), ‘Gli Orazi e i Curiazi’ van Domenico Cimarosa (Bongiovanni), ‘Alina, Regina di Golconda’ van Donizetti (Nuova Era), ‘Ernani’ (Nuova Era) en ‘La Zingara Guerriera’ van Nicolini (L’Opera).
Ook op DVD is zij te bewonderen in haar glansrollen in ‘La Bohème’ (C Major), de titelrol in ‘Turandot’ (Dynamic), ‘I Vespri Siciliani’ (Cmajor), ‘Tosca’ (Opus Arte/Arthaus Musik), ‘Norma’ (Hardy Classics), ‘La Fanciulla del West’ (Arthaus Musik), ‘Francesca da Rimini’ (Arthaus Musik), ‘Aida’ (Opus Arte), ‘Madama Butterfly’ (Dynamic), ‘Adriana Lecouvreur’ (EuroArts), ‘Don Carlo’ (EMI), ‘Così Fan Tutte’ (Opus Arte) en ‘Elisabetta Regina d’Inghilterra’ (Hardy Classics).
Daniela Dessì werd in juli 2016 ziek en moest haar optredens annuleren vanwege de behandelingen tegen kanker. Zij overleed in het ziekenhuis van de Noord-Italiaanse stad Brescia. Haar partner was sinds 2000 de tenor Fabio Armiliato, die drie dagen voor haar overlijden 60 jaar werd.
Zuid-Afrikaanse tenor Johan Botha overleden (51)
Op 8 september 2016 is de Zuid-Afrikaanse tenor Johan Botha overleden.
Johan Botha werd op 19 augustus 1965 in de Zuid-Afrikaanse plaats Rustenburg geboren. Hij maakte zijn operadebuut in 1989 in Roodepoort als Max in ‘Der Freischütz’ en had zijn internationale doorbraak in 1993 in de Opéra Bastille als Pinkerton in ‘Madama Butterfly’ van Puccini.
Zijn internationale carrière bracht hem naar alle belangrijke operahuizen van de wereld. In de Scala van Milaan zong hij voor het eerst op 11 januari 1996 als Pinkerton. Verder zong hij in de Scala nog de rollen van Radamès in ‘Aida’ en Der Kaiser in ‘Die Frau ohne Schatten’.
Botha maakte op 20 februari 1996 zijn debuut in de Wiener Staatsoper als Cavaradossi in ‘Tosca’ en dit operahuis zou tot het einde van zijn carrière zijn thuisbasis blijven. Hij zong er verder de rollen Radames, Bacchus in ‘Ariadne auf Naxos’, Turiddu in ‘Cavalleria Rusticana’, Apollo in ‘Daphne’, Erik in ‘Der fliegende Holländer’, Ein Sänger in ‘Der Rosenkavalier’, als verrassingsgast bij Orlofsky in ‘Die Fledermaus’, Der Kaiser in ‘Die Frau ohne Schatten’, Stolzing in ‘Die Meistersinger von Nürnberg’, Siegmund in ‘Die Walküre’, Florestan in ‘Fidelio’, Arrigo in ‘I Vespri Siciliani’, Canio in ‘Pagliacci’, Calaf in ‘Turandot’ en de titelrollen in ‘Andrea Chénier’, ‘Don Carlo’, ‘Otello’, ‘Tannhäuser’, ‘Parsifal’ en ‘Lohengrin’. In 2003 kreeg hij in de Wiener Staatsoper de onderscheiding van Kammersänger. Zijn laatste optreden in de Wiener Staatsoper was op 8 april 2015 in de titelrol van ‘Parsifal’.
Botha maakte zijn debuut in de Metropolitan Opera van New York op 6 januari 1997 als Canio. Hij trad ruim tachtig maal in de Met in rollen als Stolzing, Florestan, Calaf, Radamès, Siegmund en de titelrollen in ‘Don Carlo’, ‘Otello’, ‘Tannhäuser’ (met Eva-Maria Westbroek als Elisabeth) en ‘Lohengrin’. Bij de Bayreuther Festspiele maakte hij met de rol van Siegmund pas in 2010 zijn debuut. Siegmund was in Bayreuth zijn enige rol en hij zong er deze partij nog in 2013 tot en met 2015.
Johan Botha overleed in Wenen aan de gevolgen van leverkanker. Hij laat zijn echtgenote Sonja en twee zonen achter.
Italiaanse bariton Giampiero Mastromei overleden (83)
Op 8 september 2016 is de Italiaanse bariton Giampiero Mastromei overleden.
Giampiero Mastromei werd op 1 november 1932 in de Toscaanse plaats Camaiore geboren. Hij studeerde zang vanaf zijn 19e en deed daarna de opleiding van de Arte Lirica van het Teatro Colón in Buenos Aires.
Zijn internationale carrière leidde hem naar de belangrijkste theaters over de hele wereld. In de Wiener Staatsoper maakte hij zijn debuut in de rol van Scarpia in ‘Tosca’ op 7 februari 1969. Hij zong in de Wiener Staatsoper 15 rollen verdeeld over 203 avonden. Op 22 april 1972 debuteerde Mastromei in de Scala van Milaan als Amonasro in ‘Aida’. Verder zong hij in de Scala nog Renato in ‘Un Ballo in Maschera’ en Scarpia. Hij trad in 1974 op in het Gran Teatre del Liceu van Barcelona als Amonasro naast Montserrat Caballé en Plácido Domingo. Op 23 februari 1990 was Giampiero Mastromei nog één maal terug in de Wiener Staatsoper als Dulcamara in ‘L’ Elisir d’Amore’.
Andere rollen van zijn omvangrijke repertoire waren Escamillo in ‘Carmen’, Rodrigo in ‘Don Carlo’, Luna in ‘Il Trovatore’, Marcello in ‘La Bohème’, Carlo in ‘La Forza del Destino’, Germont in ‘La Traviata’, Sharpless in ‘Madama Butterfly’, Lescaut in ‘Manon Lescaut’, Iago in ‘Otello’, Tonio in ‘Pagliacci’, Wolfram in ‘Tannhäuser’, Alfio in ‘Cavalleria Rusticana’ en de titelrollen in ‘Il Barbiere di Siviglia’, ‘Macbeth’ en ‘Rigoletto’.
De begrafenis zal plaatsvinden op zaterdag 10 september 2016 in zijn geboorteplaats Camaiore.
Engelse tenor Thomas Round overleden (100)
Op 2 oktober 2016 is de Engelse tenor Thomas Round overleden.
Thomas Round werd op 18 oktober 1915 in de Engelse stad Barrow-in-Furness geboren. Hij werd ensemblelid van de D’Oyly Carte Opera Company gedurende zijn werkzaamheden als gevechtspiloot tijdens de Tweede Wereldoorlog. Vanaf 1949 was hij eerste tenor bij de Sadlers Wells Opera voor de duur van zes jaren.
Round werkte in 1953 mee aan de wereldpremière van de opera ‘Irmelin’ van Frederick Delius onder leiding van Sir Thomas Beecham. Tevens trad hij in 1955 op in de eerste uitzending van een opera op de Brite televisie bij de BBC in ‘La Traviata’ naast Heather Harper. Hij nam daarnaast diverse opera’s op voor het platenlabel EMI.
Thomas Round werd met name geroemd vanwege zijn vertolkingen van rollen in operettes van Gilbert and Sullivan. In 1963 richtte hij ‘Gilbert and Sullivan For All’ op en toerde met het gezelschap door onder andere Noord-Amerika en Australië.
Roemeense bas Pompeiu Hărăşteanu overleden (81)
Op 5 oktober 2016 is de Roemeense bas Pompeiu Hărăşteanu overleden.
Pompeiu Hărăşteanu werd op 14 september 1935 geboren in de Roemeense stad Gheorgheni en bracht zijn jeugd door in Luduş. Hij studeerde tot 1958 aan het conservatorium van Boekarest en won daarna diverse internationale concoursen. Hărăşteanu maakte zijn debuut bij de Nationale Opera van Roemenië in Boekarest in 1966 als Ferrando in ‘Il Trovatore’.
Hărăşteanu zong tussen 1968 en 1972 bij de opera van de Duitse stad Bonn en vanaf 1972 als solist bij de Nationale Opera van Roemenië in Boekarest. Hij zong in zo’n 3000 operavoorstellingen, waaronder als Osmin in ‘Die Entführung aus dem Serail’ en Sarastro in ‘Die Zauberflöte’.
Pompeiu Hărăşteanu was vanaf 1982 docent aan het Institutul de Artă Teatrală şi Cinematografică, sinds 1990 was docent aan het Universitatea de Muzică van Boekarest, tussen 1994 en 1997 algemeen directeur van de Nationale Opera van Boekarest en sinds 1997 docent aan de Universitatea ‘Ovidiu’ van Constanţa.
Britse sopraan Anne Pashley overleden (81)
Op 7 oktober 2016 is de Britse sopraan Anne Pashley overleden.
Anne Pashley werd op 5 juni 1935 geboren in de Britse kustplaats Skegness. Zij won in 1954 op de Europese Kampioenschappen Atletiek voor vrouwen in Bern de bronzen medaille op de 100 meter. Tijdens de Olympische Spelen van 1956 in Melbourne vertegenwoordigde zij Groot Brittannië en won de zilveren medaille op de 4×100 meter voor vrouwen.
Pashley maakte haar debuut als sopraan in 1959 bij de Handel Opera Society in ‘Semele’. Zij maakte haar debuut tijdens het Glyndebourne Festival op 19 juli 1963 als de Zweite Knabe in ‘Die Zauberflöte’ van Mozart. Zij zong voor het eerst in de Royal Opera House Covent Garden van Londen in 1965 als Barbarina in ‘Le Nozze di Figaro’. In 1966 keerde zij terug naar Glyndebourne voor de rol van de Zweite Dame in ‘Die Zauberflöte’. In 1970 werkte zij nij de New Opera Company in Londen mee aan de Britse première van de opera ‘Cardillac’ van Paul Hindemith. Verder zong Anne Pashley bij de English National Opera, de Welsh National Opera, de Scottish Opera, bij de Edinbourgh en Aldeburgh Festivals. Gastoptredens brachten haar naar Frankrijk, Duitsland, Portugal, Spanje, België, Italië en Israël. Zij zong hoofdrollen in acht televisie-opera’s bj de BBC en in talrijke radio-uitzendingen. Anne Pashley woonde de laatste jaren in Frankrijk.
De stem van Anne Pasley is vastgelegd op plaatopnamen van ‘La Morte de Cléopâtre’ van Berlioz, het ‘Magnificat’ van Bach en ‘Albert Herring’ en ‘Peter Grimes’ van Benjamin Britten.
Russische sopraan Irina Udalova overleden (67)
Op 12 oktober 2016 is de Russische sopraan Irina Udalova overleden.
Irina Udalova werd in 1949 geboren in de stad Nikolajevsk aan de Amoer in de Russische regio Kraj Chabarovsk. Zij studeerde in 1978 af aan het kunstinstituut van Chisinau en daarna zong zij bij de Staatsopera van Ashgabat.
Vanaf 1985 tot en met 2016 was zij soliste bij het Bolshoi Theater in Moskou. Daar zong zij onder andere de titelrollen in ‘Turandot’ en ‘Madama Butterfly’, Amelia in ‘Un Ballo in Maschera’, Marguerite in ‘Faust’, Leonora in ‘Il Trovatore’, Liza in ‘Schoppenvrouw’, Tatiana en Larina in ‘Jevgeni Onjegin’ en Babulenka in de wereldpremière van de eerste versie van ‘De Speler’ van Prokofiev in 2001 onder leiding van Gennady Rozhdestvensky. Ook met het Bolshoi Theater maakte zij in 1992 een gastoptreden als Yaroslavna in een co-productie van de opera ‘Prins Igor’ van Borodin in het Teatro Carlo Felice van Genua.
Irina Udalova overleed na een langdurig ziekbed in Moskou.
Servische sopraan Suzana Šuvaković Savić overleden (47)
Op 18 oktober 2016 is de Servische sopraan Suzana Šuvaković Savić overleden.
Suzana Šuvaković Savić werd op 13 januari 1969 geboren in de Servische plaats Majdanpeku. Na het winnen van de eerste prijs op de internationale zangwedstrijd “Petar Konjović” in Belgrado werd zij geëngageerd door het Nationale Theater van Belgrado. Daar zong zij hoofdrollen als Nedda in ‘Pagliacci’, Micaëla in ‘Carmen’, Donna Elvira in ‘Don Giovanni’, Mimì in ‘La Bohème’, Tatjana in ‘Jevgeni Onjegin’, Marguerite in ‘Faust’, Alice Ford in ‘Falstaff’, Liù in ‘Turandot’ en de titelrollen in ‘Madama Butterfly’, ‘Adriana Lecouvreur’, ‘Tosca’ en ‘Het Dagboek van Anne Frank’ van Frid. Suzana Šuvaković Savić overleed na een ernstige ziekte.
Duitse alt Ursula Boese overleden (88)
Op 25 oktober 2016 is de Duitse alt Ursula Boese overleden.
Ursula Boese werd op 27 juli 1928 in Hamburg geboren. Zij studeerde aan de Musikhochschule Hamburg en begon in 1954 als concertalt. Haar debuut in Bayreuth was in 1958 als Floßhilde en de Zweite Norn in ‘Der Ring des Nibelungen’ en zou tot met 1965 in Bayreuth zingen. In haar laatste jaar in Bayreuth zong zij Fricka in de tetralogie. In 1960 werd zij ensemblelid van de Staatsopera van Hamburg, waar zij tot haar pensionering in 1993 zou blijven zingen.
In de Wiener Staatsoper maakte Ursula Boese haar debuut op 12 juni 1960 als de Erste Norn in ‘Götterdämmerung’. Zij zou de rol in Wenen tot en met 15 juni 1963 in totaal zes maal zingen. Op 24 juni 1963 maakte zij haar debuut in de Scala van Milaan als Jocasta in ‘Oedipus Rex’ van Stravinsky in het kader van vier gastoptredens van de Hamburgse Staatsopera. Gastoptredens van de Opéra de Paris op 29 mei en 1 juni 1979 brachten haar terug naar de Scala als de Garderobiere en de Kunstgewerblerin in ‘Lulu’ van Alban Berg.
In 1968 zong Ursula Boese Jocasta in ‘Oedipus Rex’ in San Francisco waarbij Stravinsky zelf aanwezig was. Zij gaf in 1970 diverse Mahler-concerten in Israël onder leiding van dirigent Zubin Mehta. Tijdens een gastoptreden van de Hamburgse Staatsopera in Nederland zong zij in 1971 de Derde Dame in ‘Die Zauberflöte’ van Mozart. In een nieuwe productie van ‘Un Ballo in Maschera’ in Hamburg zong zij Ulrica naast Luciano Pavarotti en Sherrill Milnes.
Ursula Boese werkte op 4 maart 1967 in Hamburg mee als de buurvrouw Mrs. Bradshaw in de wereldpremière van de opera ‘Arden Muß Sterben’ van Alexander Goehr.
Andere gastoptredens brachten haar naar het Royal Opera House Covent Garden in Londen, het Teatro dell’Opera in Rome, naar Venetië, Turijn, Florence, de Opéra de Montréal, het Teatro Colón van Buenos Aires, Chicago, het Gran Teatre del Liceu van Barcelona, het Edinburgh Festtval, het Mariinski-Theater in St. Petersburg, Moskou en Tokyo.
Op 21 mei 1969 ontving Ursula Boese in Hamburg de oorkonde ‘Kammersängerin’ uit handen van Rolf Liebermann.
Amerikaanse bas-bariton John Del Carlo overleden (65)
Op 29 oktober 2016 is de Amerikaanse bas-bariton John Del Carlo overleden.
John Del Carlo werd in 1951 geboren. Hij maakte zijn debuut in de Metropolitan Opera van New York op 14 januari 1993 als Kothner in ‘Die Meistersinger von Nürnberg’ en zong in totaal 309 maal in de Met gedurende 23 jaren met rollen als de titelrol in ‘Don Pasquale’, Dr Bartolo in ‘Il Barbiere di Siviglia’, Swallow in ‘Peter Grimes’, Quince in ‘A Midsummer Night’s Dream’, Mathieu in ‘Andrea Chénier’, Frank in ‘Die Fledermaus’, Baron Zeta in ‘Die lustige Witwe’ en Alfieri in ‘A View from the Bridge’ van Bolcom in 2002. Zijn laatste optreden bij de Met was op 19 januari 2016 in de dubbelrol van Benoît/Alcindoro in ‘La Bohème’ van Puccini, de dubbelrol die hij in de Met 22 keer zong.
Andere rollen van zijn omvangrijke repertoire waren de titelrol in ‘Falstaff’ van Verdi en Salieri, Dulcamara in ‘L’Elisir d’Amore’, Alidoro in ‘La Cenerentola’ en Général Boum in ‘La Grand Duchesse de Gerolstein’ van Offenbach.
Gastoptredens brachten hem naar de Royal Opera House Covent Garden in Londen, de Opéra National van Parijs, het festival van Aix-en-Provence, het Teatro Comunale Giuseppe Verdi van Trieste, het Opernhaus Zürich, de Oper Köln, de Deutsche Oper am Rhein en de Vlaamse Opera. In zijn woonplaats zong hij talrijke malen bij de San Francisco Opera. Andere Amerikaanse operahuizen waar hij zong zijn de Lyric Opera of Chicago, Seattle Opera, Houston Grand Opera, Los Angeles Opera, Washington National Opera en San Diego Opera.
John Del Carlo was te zien in Metropolitan Opera live HD broadcasts van ‘Il Barbiere di Siviglia’, ‘The Tempest’ en ‘Don Pasquale’ en de PBS uitzendingen van ‘Madama Butterfly’ bij de Lyric Opera of Chicago, ‘La Gioconda’ bij de San Francisco Opera en ‘La Bohème’ bij de Opera Company of Philadelphia.
Verder werd zijn optreden in ‘La Cambiale de Matrimonio’ in Keulen door de televiesie uitgezonden en op video disc door Teldec/NVC label uitgegeven. Zijn vertolking van de titelrol van ‘Falstaff’ van Salieri bij de Schwetzinger Festspiele kwam op DVD beschikbaar bij Arthaus Musik. Tot zijn talrijke CD opnamen behoren de opera ‘L’Italiana in Algeri’ op Teldec Classics, ‘La Cenerentola’ onder leiding van Neville Marriner op Philips Classics, Zuane in ‘La Gioconda’ op London/Decca en Olivio in ‘Olivo e Pasquale’ van Donizetti op Bongiovanni.
John Del Carlo zegde zijn optreden als Sacristano in ‘Tosca’ bij de Hollywood Bowl in Los Angeles op 24 juli 2016 af.
Kroatische sopraan Branka Stilinović overleden (90)
Op 4 november 2016 is de Kroatische sopraan Branka Stilinović overleden.
Branka Stilinović werd op 24 oktober 1926 geboren in Zagreb, waar zij haar studie zang aan het Conservatorium Pavao Markovac voltooide. Zij maakte haar solistisch operadebuut als Santuzza in ‘Cavalleria Rusticana’ in 1958 bij het het Kroatische Nationaal Theater Ivan Zajc in Rijeka. Een jaar later werd zij solist van de Opera van het Kroatische Nationaal Theater in Zagreb, waar zij tot 1979 zou blijven.
Tot haar repertoire behoorden rollen als Amelia in ‘Un Ballo in Maschera’, Elizabeth in ‘Don Carlos’ van Verdi, Leonora in ‘Il Trovatore’, de titelrol in ‘Aida’, Leonore in ‘Fidelio’, Senta in ‘Der fliegende Holländer’, Micaëla in ‘Carmen’, de titelrol in ‘Tosca’, Maddalena in ‘Andrea Chénier’, Lisa in in ‘Schoppenvrouw’ en Tatjana in ‘Jevgeni Onjegin’.
Gastoptredens brachten haar naar belangrijke operahuizen in Italië, Oostenrijk, Duitsland, Zwitserland, Hongarije en Polen.
Branka Stilinović zal op 9 november 2016 worden gecremeerd.
Britse bariton Ralph Kohn overleden (88)
Op 11 november 2016 is de Britse bariton Ralph Kohn overleden.
Ralph Kohn werd op 9 december 1927 in Leipzig geboren. In 1933 vluchtte zijn familie naar Amsterdam en gingen bij het uitbreken van de oorlog naar Liverpool. In Engeland vond Kohn uiteindelijk werk op twee verschillende terreinen: als zakenman en winnaar van de Queen’s Export Award voor zijn werk in de farmaceutische industrie en als bariton. Een voorbeeld van zijn vele activiteiten in de kunst was onder andere zijn financiering een project met Bach Cantates door John Eliot Gardiner. Kohn richtte in 1997 de Wigmore Hall International Song Competition op en werd later lid en begunstiger van de Royal Academy of Music. Zijn Kohn Foundation steunde de Bach Cantate Serie van het conservatorium en de jaarlijkse Bach Prize, evenals diverse studiebeurzen voor zangers. Ralph Kohn zelf gaf talrijke recitals en uitvoeringen met orkest en nam 16 CDs op, waarvan vele met pianist Graham Johnson.
Kroatsiche bas-bariton Tomislav Neralić overleden (98)
Op 16 november 2016 is de Kroatsiche bas-bariton Tomislav Neralić overleden.
Tomislav Neralić werd op 9 december 1917 in Karlovac geboren. Hij maakte zijn operadebuut in 1939 in Zagreb als Un Frate in ‘Don Carlos’ van Verdi. Daarna maakte hij op 25 september 1943 zijn debuut in de Wiener Staatsoper als Monterone in ‘Rigoletto’. In de Wiener Staatsoper gaf hij tot 1963 212 voorstellingen met tientallen rollen. Tussen 1948 en 1955 was hij gecontracteerd als ensemblelid door de opera van Zagreb. Hij werd in 1955 geëngageerd door de Deutsche Oper van Berlijn, waar hij zonder onderbreking tot 1995 ensemblelid bleef en in 1963 de titel Kammersänger kreeg. Neralić maakte op 16 februari 1959 zijn debuut in de Scala van Milaan in de titelrol van ‘Der fliegende Holländer’ en zong er Wotan, Wanderer en Gunther in ‘Der Ring des Nibelungen’ onder leiding van André Cluytens.
Neralić gaf in totaal zo’n 4000 optredens in meer dan 150 operarollen. Andere glansrollen van zijn repertoire waren Hans Sachs in ‘Die Meisersinger von Nürnberg’, de titelrollen van ‘Falstaff’ en ‘Don Giovanni’, Iago in ‘Otello’, Scarpia in ‘Tosca’, Baron Ochs in ‘Der Rosenkavalier’, Don Basilio in ‘Il Barbiere di Siviglia’ en Méphistophélès in ‘Faust’.
Duitse coloratuursopraan Jutta Vulpius overleden (88)
Op 17 november 2016 is de Duitse coloratuursopraan Jutta Vulpius overleden.
Jutta Vulpius werd op 31 december 1927 in Erfurt geboren. Zij maakte haar debuut in de Komsiche Oper van Berlijn in 1954 als Königin der Nacht in ‘Die Zauberflöte’ in een enscenering van Walter Felsenstein. Zij werd in 1956 geëngageerd door de Berlijnse Staatsoper Unter den Linden, waar zij gedurende 35 jaren ensemblelid bleef. Daar werd zij in 1959 met de titel Kammersängerin en de Nationalpreis van de DDR onderscheiden. In de Berlijnse Staatsopera werkte zij ook mee aan de wereldpremières van de anti-Amerikaanse opera ‘Joe Hill’ van de Britse communistische componist Alan Bush op 29 september 1970 en de opera ‘Einstein’ van Paul Dessau op 16 februari 1974.
Tussen 1954 en 1956 was Jutta Vulpius bij de Bayreuther Festspiele één van de bloemenmeisjes in ‘Parsifal’ en Woglinde in ‘Der Ring des Nibelungen’. Verdere gastoptredens brachten haar naar het Bolshoi Theater van Moskou, Praag, Rome, Lissabon, Barcelona, München, Hamburg, Cairo, het Royal Opera House Covent Garden van Londen en de Opéra de Paris. Tevens zong zij gedurende tien jaren tijdens de Händelfestspiele in Halle. Tot haar omvangrijke repertoire behoorden rollen als Konstanze in ‘Die Entführung aus dem Serail’, Violetta in ‘La Traviata, Donna Elvira in ‘Don Giovanni’, de Gravin in ‘Le Nozze di Figaro’, Eva in ‘Die Meistersinger von Nürnberg’, Alice in ‘Falstaff’, Praskowja Ossipowna in ‘De Neus’, de Erste Dame in ‘Die Zauberflöte’, Fulvia in ‘Ezio’, Abigaille in ‘Nabucco’ en Fiordiligi in ‘Così Fan Tutte’.
Amerikaanse countertenor Russell Oberlin overleden (88)
Op 26 november 2016 is de Amerikaanse countertenor Russell Oberlin overleden.
Russell Keys Oberlin werd op 11 oktober 1928 in Akron, Ohio, geboren. Hij studeerde tussen 1948 en 1951 aan de Juilliard School of Music in New York. In 1952 was hij medeoprichter van het New York Pro Musica Antiqua ensemble, waarmee hij optrad in werken uit de middeleeuwse en Renaissance tijd.
Oberlin werd in 1955 door Leonard Bernstein geëngageerd voor de studio-opname van ‘Messiah’ van Händel. Bernstein schreef ook een deel van zijn ‘Chichester Psalms’ (1965) voor hem.
Oberlin zong op 2 februari 1961 de rol van Oberon in de eerste opvoering van ‘A Midsummer Night’s Dream’ van Benjamin Britten in het Royal Opera House Covent Garden van Londen. De muzikale leiding was in handen van Georg Solti en de regisseur was John Gielgud. Het was zeven maanden na de wereldpremière van de opera tijdens het Aldeburgh Festival waar Alfred Deller de rol van Oberon had gezongen.
Al op 36-jarige leeftijd stopte Oberlin zijn zangcarrière en legde zich toe op lesgaven. Zo doceerde hij tussen 1966 en 1994 aan het Hunter College in New York. Russell Oberlin overleed in New York City.
Russische tenor Aleksei Maslennikov overleden (87)
Op 30 november 2016 is de Russische tenor Aleksei Maslennikov overleden.
Aleksei Maslennikov werd als Albert Dmitryevich Maslennikov op 9 september 1929 in Novocherkassk geboren. Hij studeerde vanaf 1953 aan het Conservatorium van Moskou. Op 15 januari 1955 werkte hij mee aan de officiële wereldpremière van ‘Uit Joodse Volkspoëzie’ van Shostakovich naast de sopraan Nina L’vovna Dorliak en mezzo Zara Dolukhanova. Maslennikov maakte op 2 september 1956 zijn debuut in het Bolshoi Theatre in de rol van Lenski in ‘Jevgeni Onjegin’, de glansrol die hij veertig jaren later nog steeds vertolkte. Bij het Bolshoi bleef hij als ensemblelid tot in de jaren tachtig zingen in zo’n veertig verschillende producties. In 1985 stopte hij met optredens in het Bolshoi Theater als zanger en was vanaf dat moment directeur van het gezelschap. Maslennikov trad nauwelijks in het buitenland op.
Het repertoire van Maslennikov in het Bolshoi Theater bestond voornamelijk uit Russische rollen, waaronder Lenski in ‘Jevgeni Onjegin’, Simpleton in ‘Boris Godoenov’, Vaudemont in ‘Iolanta’, Anatole Kuragin in ‘Oorlog en Vrede’, Vladimir Igorevich in ‘Prins Igor’, Hermann en Chekalinsky in ‘Schoppenvrouw’, Klembovsky in ‘Semyon Kotko’ van Prokofiev, Finn in ‘Ruslan en Lyudmila’ van Glinka, Paolo in ‘Francesca da Rimini’ van Rachmaninov, Aleksei in ‘De Speler’, Mozart in ‘Mozart en Salieri’ en Golitsyn in ‘Chovanshchina’ van Moessorgski. Van Puccini zong hij Rodolfo in ‘La Bohème’ en Pinkerton in ‘Madama Butterfly’ en van Verdi Alfredo in ‘La Traviata’, Duca in ‘Rigoletto’, Fenton in ‘Falstaff’ en Cassio in ‘Otello’. Overige rollen waren Almaviva in ‘Il Barbiere di Siviglia’ van Rossini, Erik in ‘Der fliegende Holländer’ van Wagner en de titelrollen in ‘Werther’ van Massenet en ‘Faust’ van Gounod.
De stem van Maslennikov is vastgelegd in rollen als Don Jerome in ‘De Verloving in het Klooster’ van Prokofiev, de piloot Kukushkin in ‘Het Verhaal van een Echte Man’ van Prokofiev, Shuisky en Simpleton in ‘Boris Godoenov en Anatole Kuragin in ‘Oorlog en Vrede’.
Amerikaanse sopraan Elisabeth Carron overleden (94)
Op 1 december 2016 is de Amerikaanse sopraan Elisabeth Carron overleden.
Elisabeth Carron werd op 12 februari 1922 in Newark geboren. Zij zong op 27 december 1954 de bijrol van A young woman in de wereldpremière van de opera ‘The Saint of Bleecker Street’ van Menotti in het Broadway Theatre in New York. In 1958 zong zij de rol van Glauce in ‘Medea’ van Cherubini naast Maria Callas in de titelrol bij de Dallas Opera en de rol van Liù in ‘Turandot’ naast Birgit Nilsson in de titelrol en Richard Tucker als Calaf bij de New Orleans Opera.
Elisabeth Carron zong tussen 1958 en 1973 regelmatig bij de New York City Opera in rollen als Liù, Anna Maurrant in ‘Street Scene’ van Kurt Weill, Birdie Hubbard in ‘Regina’ van Marc Blitzstein, de Cook in ‘Le Rossignol’, de Foreign Woman in ‘The Consul’, Mimì in ‘La Bohème’, de Maagd in ‘Jeanne d’Arc au Bûcher’ van Honegger en de titelrollen in ‘Suor Angelica’ en ‘Madama Butterfly’. Met de rol van Madama Butterfly nam zij in oktober 1973 afscheid van de New York City Opera.
Ook zong zij Liù in haar debuut bij de Philadelphia Lyric Opera Company in 1959 en de Houston Grand Opera in 1960. In 1962 maakte zij haar debuut bij de San Francisco Opera als Konstanze in ‘Die Entführung aus dem Serail’. In de jaren daarna debuteerde zij als Madama Butterfly bij de Detroit Opera, de Cincinnati Opera en de Caracas Opera. Verder zong zij hoofdrollen bij het Edinburgh Festival, de Washington National Opera en in Tokyo.
Elisabeth Carron gaf tussen 1988 en 1996 les aan de Manhattan School of Music in New York.
Italiaanse sopraan Gigliola Frazzoni overleden (93)
Op 3 december 2016 is de Italiaanse sopraan Gigliola Frazzoni overleden.
Gigliola Frazzoni werd op 22 februari 1923 in Bologna geboren. Daar studeerde zij bij Marchesi en Secchiaroli en maakte zij haar debuut in het Teatro Comunale Bologna als Mimì in ‘La Bohème’. Zij zong al snel in alle belangrijke operahuizen van Italië, waaronder Milaan, Palermo, Parma, Rome, Turijn en Venetië.
Haar debuut in de Scala van Milaan was op 6 februari 1955 toen zij inviel voor Maria Callas in ‘Andrea Chenier’. Later dat jaar zong Frazzoni in de Scala nog als Santuzza in ‘Cavalleria Rusticana’. In 1956 was zijn in Scala te bewonderen in de titelrol van ‘La Fanciulla del West’ naast Franco Corelli en Tito Gobbi. Verder trad zij in de Scala op als Nedda in ‘Pagliacci’ (1957) en de titelrol van ‘Madama Butterfly’ (1958). Daarnaast werkte zij in de Scala mee aan de wereldpremières van ‘Dialogues des Carmélites’ van Poulenc in de rol van Mère Marie op 26 januari 1957 en van de opera ‘Gli Eroi di Bonaventura’ van Gianfrancesco Malipiero in de rol van Ecuba op 7 februari 1969.
Vanaf 1954 zong Frazzoni in steden als Cairo, München, Stuttgart, Wiesbaden, Zürich, Wenen, Bordeaux en Dublin. Tussen 1956 en 1979 trad zij regelmatig op in de Arena van Verona. Zij werd meerdere malen uitgenodigd naar de Metropolitan Opera van New York maar weigerde vanwege vliegangst. Met een optreden als Santuzza in de Arena van Verona nam zij in 1979 afscheid van het operatoneel.
De sopraan van Gigliola Frazzoni is vastgelegd op een integrale studio-opname van ‘Tosca’ naast Ferruccio Tagliavini en Giangiacomo Guelfi (label Cetra). Tevens is er de befaamde live-opname van haar Minnie in ‘La Fanciulla del West’ in de Scala op 4 april 1956 met Franco Corelli en Tito Gobbi. Daarnaast is er een opname van de Milanese RAI van ‘La Cena delle Beffe’ van Giordano’ uit 1955 met Gigliola Frazzoni in de partij van Ginevra.
Hongaarse sopraan Éva Lehoczky overleden (91)
Op 6 december 2016 is de Hongaarse sopraan Éva Lehoczky overleden tijdens een brand in haar woning in Boedapest.
Éva Lehoczky werd op 7 maart 1925 in de Hongaarse stad Debrecen geboren. Tijdens de Tweede Wereldoorlog verhuisde zij met haar familie naar Boedapest en studeerde daar als eerste vrouw af aan de Muziekacademie in slagwerk.
Na de ontdekking van haar stem studeerde zij tussen 1949 en 1956, waarna zij een contract tekende bij het Operettetheater van Boedapest. Na vier jaar freelance te hebben gewerkt sloot zij zich in 1962 aan bij het Theater Gárdonyi Géza, waar zij in operettes zong. Vanaf 1965 was zij de toonaangevende coloratuursopraan van Chemnitz. In 1968 kwam zij terug naar Hongarije en zong bij het Nationale Theater van Szeged. Twee jaar later werd zij lid van de Hongaarse Staatsopera, waar zij talrijke keren optrad in operettes. Zij ging in 1984 met pensioen.
Éva Lehoczky overleed op 6 december 2016 toen haar twee verdiepingen tellende gezinswoning door brand werd verwoest.
Canadese sopraan Constance Lambert overleden (89)
Op 13 december 2016 is de Canadese sopraan Constance Lambert overleden.
Constance Lambert werd op 17 januari 1927 geboren in de Canadese plaats Macamic. Na zanglessen bij Anna Amlenfant kreeg zij een beurs om in Italië te gaan studeren samen met haar landgenoten Andre Turp, Robert Savoie, Guy Lepage en Joseph Rouleau.
In de Verenigde Staten won Constance Lambert de American Opera Auditions en trad als gevolg daarvan op tijdens het zomerfestival in Milaan in het Teatro Nuovo als Musetta in ‘La Bohème’ naast Arlene Saunders, George Shirley en Spiros Malas. De rol van Musetta werd haar glansrol, die zij tevens vertolkte naast Licia Albanese en Salvatore Baccaloni.
In 1950 won Constance Lambert een zangwedstrijd van de Canadian Broadcasting Company. Vervolgens trad zij talrijke malen in Canada op tijdens concerten, opera’s, operettes en voor de televisie. In 1967 zong zij de titelrol in ‘Louise’ van Charpentier bij de Opera of Quebec naast George London in het kader van een televisie-uitzending van de CBC TV in Montreal. Andere optredens voor de televisie waren in het ‘Stabat Mater’ van Poulenc en ‘Le Roi David’ van Honegger.
Een herdenkingsdienst voor Constance Lambert zal worden gehouden op 21 december 2016 in Fair Lawn en de familie stelt donaties aan de Alzheimer’s Association op prijs.
Chileense sopraan Claudia Parada overleden
Op 14 december 2016 is de Chileense sopraan Claudia Parada overleden.
Claudia Parada werd als Olinfa Parada Allende geboren in Santiago. Zij zou volgens haar biograaf geboren zijn op 11 september 1927, maar waarschijnlijk haalde zij zelf van haar leeftijd vier jaren af, waardoor alle kranten melden dat zij op 85-jarige leeftijd is overleden.
Zij studeerde viool, dans en uiteindelijk zang aan het nationale conservatorium van Santiago, eerst bij Consuelo Guzmán en daarna bij Clara Oyuela. Haar operadebuut maakte Claudia Parada op 25 september 1949 in het Teatro Municipal van Santiago in de rol van Charlotte in ‘Werther’ van Massenet en een jaar later zong zij op 24 september 1950 de ‘Vier letzte Lieder’ van Richard Strauss in Montevideo onder leiding van de Weense dirigent Erich Kleiber. Hij was onder de indruk van de jonge sopraan en dankzij hem kwam zij in aanmerking voor een beurs om naar Europa te gaan.
In Europa studeerde zij bij Carmen Melis (ook de lerares van Renata Tebaldi), Elvira de Hidalgo (ook de lerares van Maria Callas), Gennaro Barra en Florencio Tasso. Op 25 oktober 1952 maakte zij haar debuut in Italië in het Teatro Comunale van het kleine plaatsje Pieve di Cento in de titelrol van de opera ‘Tosca’ van Puccini.
Op 4 juni 1957 maakte zij haar debuut aan het Teatro alla Scala van Milaan toen zij inviel voor Antonieta Stella als Leonora in ‘La Forza del Destino’ naast Giuseppe Di Stefano, Giulietta Simonato en Aldo Protti onder leiding van Antonino Votto. Zij keerde terug naar de Scala in 1958 als Amelia in ‘Un Ballo in Maschera’, in 1959 als Elvira in ‘Ernani’, in 1965 als Amelia in ‘Simon Boccanegra’ en in 1969 als Elisabetta ‘Don Carlo’ en opnieuw als Elvira in ‘Ernani’, in 1971 in de titelrol van ‘Maria Stuarda’, in 1978 als Leonora in ‘Il Trovatore’ en in 1982 als Giovanna Seymour in ‘Anna Bolena’.
Een andere belangrijke mijlpaal in de carrière van Claudia Parada was haar debuut aan de Metropolitan Opera in New York toen zij op 27 februari 1962 Leonie Rysanek in ‘Un Ballo in Maschera’ verving. Naar de Metropolitan keerde zij terug als vervangster van Eileen Farrell in de rol van Maddalena in ‘Andrea Chenier’ op 25 januari 1963.
Andere gastoptredens brachten Claudia Parada naar Brussel en Antwerpen (1955), San Sebastian (1958), Amsterdam, Lausanne, Genève, Berlijn, München, Wenen en Keulen (1959), Bilbao (1960), Oviedo (1960), Belgrado, Teheran, Caïro, Osaka en Tokyo (1963), het Teatro Colon van Buenos Aires (1965), Edinburgh (1969), Barcelona (1970) en Caracas (1976).
Claudia Parada zong gedurende 40 jaren in – naar eigen zeggen – 108 verschillende rollen, waaronder Marie in ‘Wozzeck’ (Opera di Roma, 1964), Giorgetta in ‘Il Tabarro’ (Palermo, 1964), Stefana in ‘Siberia’ van Giordano (Foggia, 1967), Salúd in ‘La Vida Breve’ van De Falla (Palermo, 1968), Ellen Orford in ‘Peter Grimes’ (Turijn, 1968), La Madre in ‘Il Prigioniero’ van Dallapiccola (Florence, 1969), Bianca in ‘Le Due Illustri Rivali’ van Mercadante (Venetië, 1970), Donna Anna in ‘Don Giovanni’ (Florence, 1971), Anne Trulove in ‘The Rake’s Progress’ (Turijn, 1972) en Lady Macbeth in ‘Macbeth’ van Verdi (Genua, 1978) en de titelrollen in ‘Salome’ van Richard Strauss (Florence, 1964), ‘Jenůfa’ (Triëst, 1965), ‘L’Incoronazione di Poppea’ (Buenos Aires, 1965), ‘Lucrezia’ van Respighi (Buenos Aires, 1970), ‘Maria Egiziaca’ van Respighi (Buenos Aires, 1970), ‘Katerina Ismailova’ van Shostakovich (Turijn, 1971), ‘Maria Stuarda’ van Donizetti (Milaan, 1971), ‘L’Africaine’ van Meyerbeer (Florence, 1971) en ‘Jeanne d’Arc au Bûcher’ van Honneger (Genua, 1977). Andere rollen van haar repertoire waren Lia in ‘L’Enfant Prodigue’ van Debussy, de gravin in ‘Le Nozze di Figaro’ van Mozart, Mimì in ‘La Bohème’ van Puccini, de titelrol in ‘Aida’, Desdemona in ‘Otello’ van Verdi en Santuzza in ‘Cavalleria Rusticana’.
Zij deelde operapodia met tenoren als Giuseppe Di Stefano, Ramón Vinay, Alfredo Kraus en Plácido Domingo, bariton Ettore Bastianini en mezzosopraan Giulietta Simionato en werkte met onder anderen Herbert von Karajan, Gianandrea Gavazzeni, Antonino Votto en Tullio Serafin.
Vanaf november 1979 zong Claudia Parada ook rollen voor mezzosopraan. Haar debuut als mezzosopraan maakte zij als Amneris in ‘Aida’ in het Teatro Verdi van de Italiaanse plaats Sassari. Daarna zong zij nog Azucena in ‘Il Trovatore’, Giovanna Seymour (zie boven), Leonora in ‘La Favorita’ van Donizetti, Laura in ‘La Gioconda’ en Ulrica in ‘Un Ballo in Maschera’. In september 1985 zong zij in Cagliari de altrol van Bertarido in ‘Rodelinda’ van Händel. Haar laatste operaoptreden gaf zij in oktober 1989 in de rol van Madame Flora (Baba) in ‘The Medium’ van Giancarlo Menotti tijdens het Festival van Ancona.
Vanaf 1990 woonde zij de helft van het jaar in Bolivia, waar zij haar eigen zangschool oprichtte en de andere zes maanden van het jaar in Cagliari, alwaar zij ook een privé-academie had. In 2003 werd Claudia Parada getroffen door een hartaanval en belandde op de intensive care in Rome. Claudia Parada overleed in Cagliari aan de complicaties van een bronchitis. Haar stoffelijke resten zullen worden gecremeerd en verzonden naar Chili. Zij had geen kinderen.
Haar stem is vastgelegd op opnamen van hoogtepunten uit ‘Aida’ (SAGA-STXID, 1966), het ‘Egloda para Soprano, Coro y Orquesta van Domingo Santa Cruz (RCA, 1951) en een integrale live-registratie van ‘L’Incoronazione di Poppea’ (Opera d’Oro, 1966).
Oostenrijkse sopraan Lotte Rysanek overleden (93)
Op 14 december 2016 is de Oostenrijkse sopraan Lotte Rysanek overleden.
Lotte Rysanek werd op 18 maart 1924 in Wenen geboren. Zij was de oudere zuster van de sopraan Leonie Rysanek.
Lotte Rysanek studeerde zang aan het conservatorium van Wenen bij Rudolf Grossmann en gaf haar operadebuut in 1950 in het Stadttheater van Klagenfurt in de titelrol van ‘Manon’ van Massenet.
Zij maakte haar debuut in de Wiener Staatsoper op 5 november 1954 in de titelrol van ‘Madama Butterfly’ van Puccini. Tussen 1956 en 1987 was zij ensemblelid van de Wiener Staatsoper en zong er in 939 voorstellingen 46 rollen, waaronder Agathe in ‘Der Freischütz’, Rosalinde in ‘Die Fledermaus’, Donna Elvira in ‘Don Giovanni’, Marzelline in ‘Fidelio’, Leonora in ‘Il Trovatore, Mimì in ‘La Bohème’, de Contessa in ‘Le Nozze di Figaro’, Giulietta en Antonia in ‘Les Contes d’Hoffmann’ en Nedda in ‘Pagliacci’. Lotte Rysanek werd in 1968 tot Oostenrijkse Kammersängerin en in 1987 tot erelid van de Wiener Staatsoper benoemd.
Gastoptredens brachten haar naar de Weense Volksoper, de Staatsopera’s van Hamburg en München, de Deutsche Oper am Rhein, naar Zürich en de festivals van Bayreuth en Bregenz.
Haar zuster Leonie Rysanek overleed in 1998 aan kanker. De begrafenis van Lotte Rysanek zal plaatsvinden op 29 december 2016 op het Friedhof Hietzing te Wenen.
Italiaanse mezzosopraan Miriam Pirazzini overleden (98)
Op 25 december 2016 is de Italiaanse mezzosopraan Miriam Pirazzini overleden.
Miriam Pirazzini werd op 21 augustus 1918 in de stad Castelfranco Veneto geboren. Zij maakte haar operadebuut in 1944 in Rome als Laura Adorno in ‘La Gioconda’. Daarna zong zij in alle belangrijke operahuizen van Italië, inclusief de Scala van Milaan. Haar laatste optreden in de Scala was op 19 april 1951 als Maffio Orsini in ‘Lucrezia Borgia’.
Miriam Pirazzini trad vele malen op in opera’s naast Maria Callas. Zo zong zij met de sopraan als Amneris in ‘Aida’ in Rovigo (1948), Reggio Calabria (1951) en de Arena van Verona (1953). Naast Callas trad zij tevens op als Azucena in ‘Il Trovatore’ in het Teatro dell’Opera van Rome (1953) en als Néris in ‘Medea’ in Venetië (1953). Pirazzini verving Fedora Barbieri als Adalgisa in de beroemde opvoering van ‘Norma’ in Rome in 1958, waar Maria Callas na de eerste akte wegens ziekte moest stoppen.
Haar stem is vastgelegd op studio-opnamen van ‘Il Trovatore’ (Cetra, 1951), ‘La Gioconda’ (Urania, 1952), ‘La Forza del Destino’ (Urania, 1952), ‘Aida’ (Cetra, 1956), ‘Medea’ (Ricordi/EMI, 1957), ‘Madama Butterfly’ (EMI, 1959), ‘Rigoletto’ (Philips, 1959) en ‘Otello’ (RCA, 1960).