***** Dertig jaren moest het Londense publiek wachten op een nieuwe productie van ‘Andrea Chénier’ van Umberto Giordano (1867-1948) in het Royal Opera House Covent Garden. En dit wachten werd in januari 2015 beloond met een nieuwe productie van de Britse regisseur David McVicar (Glasgow, 1965), die nu op DVD is verschenen. McVicar schetst de personages van ‘Andrea Chénier’ en hun relaties uitstekend. De enscenering speelt gewoon af in het Frankrijk van de laat 18e eeuw met echte mensen en echte locaties en is traditioneel, effectief, onderhoudend en fantasierijk. De decors van Robert Jones en de kostuums van Jenny Tiramani – die ook kostuums voor Shakespeare’s Globe Theatre in Londen maakt – zijn werkelijk een lust voor het oog. Op het voordoek leest men de zin “Même Platon a banni les poètes de sa République”, waarmee Robespierre het doodsvonnis van André Chénier tekende. In de tweede akte overziet een gigantische buste van de vermoorde Jean-Paul Marat de taferelen in het café en in de derde akte vellen rechters met desinteresse hun vonnis. De Nederlandse sopraan Eva-Maria Westbroek maakte in deze productie haar scenische roldebuut in de partij van Maddalena de Coigny en het was alweer haar achtste rol bij de Royal Opera sinds haar huisdebuut in 2006. Haar Maddalena is geen verlegen meisje, maar al vanaf de eerste akte een zelfverzekerde vrouw, waardoor er eenheid met haar personage in de derde en vierde akte ontstaat. Met haar opwindende en weelderige sopraan ontroert zij als de opofferende Maddalena. Haar “La mamma morta” is adembenemend en zij lijkt alsof in een trance, waarin zich een film voor haar ogen afspeelt. Ongeëvenaard! De Duitse tenor Jonas Kaufmann maakte zijn roldebuut in de veeleisende titelpartij. Er is op het ogenblik geen tenor denkbaar, die de rol van Chénier beter zingt dan Kaufmann. Zijn vier aria’s vertolkt hij stijlvol en de hoge noten zijn werkelijk “thrilling”. De Servische bariton Željko Lučić zong de rol van Gérard ook al in de Metropolitan Opera van New York en zijn robuuste heldengeluid is indrukwekkend. Rosalind Plowright was ooit zelf Maddalena bij de Royal Opera en in de herfsttij van haar carrière is zij nu in de mezzopartij van Maddalena’s moeder Contessa di Coigny te horen. De Amerikaanse mezzosopraan Denyce Graves portretteert Maddalena’s hulpje Bersi op “merveilleuse” wijze. Haar aria “Vivere in fretta” is de tweede akte was ronduit opwindend! De 73-jarige Elena Zilio als Madelon brengt aan het begin van de derde akte opwindend theater en fascineert met verismo en Italianità. Chefdirigent Antonio Pappano van de Royal Opera House laat het drama van ‘Andrea Chénier’ tot leven komen met een weelderig en breed cantabile. Een zeldzaam volmaakte uitvoering! Het DVD-boekje bevat helaas geen trackindeling en het applaus aan het einde is slecht erin gemonteerd.
Warner Classics 0190295937966 (1DVD)
**** In haar nieuwe album ‘So Many Things’ exploreert de Zweedse mezzosopraan Anne Sofie von Otter samen met het strijkkwartet Brooklyn Rider hedendaagse muziek, die een emotionele snaar raakt. Het is hedendaagse muziek waarin de grens tussen klassiek en populair vervaagt en labels niet meer volstaan. Het album opent met het post-minimalistische “Pi” van Kate Bush, over een man met “a complete infatuation with the calculation of pi”. Vervolgens zingt Von Otter de aria “Am I in your light?” van Kitty Oppenheimer uit ‘Doctor Atomic’ van John Adams met sinitere en toch huiselijke klank. De Amerikaanse componiste Caroline Shaw schreef voor deze nieuwe CD het melodische en zachte “Cant voi l’aube” op een 12e-eeuwse tekst. Ook de violist van Brooklyn Rider Colin Jacobson componeerde de kleine short story “For Sixty Cents” speciaal voor dit album. Björk is vertegenwoordigt met “Cover me” en een “hollow” interpretatie van “Hunter”. Nico Muhly componeerde de titelsong van twaalf minuten voor Anne Sofie von Otter in 2013 en arrangeerde voor dit nieuwe project de begeleiding door strijkkwartet. De veelzijdige Zweedse componist Anders Hillborg levert een bewerking van “Kwäll”, het jazzy “Love Sublime” van de Amerikaanse musicus Brad Mehldau komt van het gelijknamige album van Renée Fleming uit 2006, “Speak darkly, my angel” werd zo’n twintig jaar geleden door Elvis Costello geschreven voor Anne Sofie von Otter en het Brodsky Quartet en het prachtige “Practical arrangement” is van het meest recente album van Sting. Ten slotte de finale van de sopraan Régine Saint Laurent “Les feux d’artifice t’appellent” uit de opera ‘Prima Donna’ van Rufus Wainwright. Anne Sofie von Otter zingt met alle uitdrukkingskracht die men bij dit repertoire mag verwachten en het strijkkwartet Brooklyn Rider mengt middels buigzame densiteit met de mezzosopraan. Een heerlijke CD voor de zachte herfstdagen.
Naïve V5436 (1CD)
**** ‘Ein deutsches Requiem’ van Johannes Brahms (1833-1897) is een groot werk voor koor, solisten en symfonieorkest. Brahms begon aan het werk na de vroege dood van zijn vriend Robert Schumann in 1856. De dood van zijn moeder in februari 1865 was een impuls om de compositie te voltooien. De succesvolle première was op Goede Vrijdag 10 april 1868 in de kathedraal van Bremen en zou de doorbraak van de 34-jarige Brahms betekenen. ‘Ein deutsches Requiem’ is geestelijke muziek zonder liturgische teksten, want Brahms liet met opzet de christelijke dogma’s weg. Hij brak met de traditie van het requiem als godvrezend werk en herdenking van de doden. Liever verklonk Brahms de verlichting van de doodsangst en de hulp voor de overlevenden en zo begint het eerste deel met “Selig sind, die da Leid tragen, denn sie sollen getröstet werden”. Challenge Classics stelde een CD-uitgave van ‘Ein deutsches Requiem’ samen aan de hand van opnamen van live-uitvoeringen op 22 en 24 januari 2016 in het Zuiderstrandtheater van Scheveningen. Dirigent Jan Willem de Vriend leidde zelden zo’n contrastrijke uitvoering met het Residentie Orkest, waarvan hij sinds 1 augustus 2015 vaste dirigent is. Luister naar de sterke, dramatische stuwing in het tweede deel en het uiterst spannende “Denn es wird die Posaune schallen” van het zesde deel. De Nederlandse sopraan Renate Arends zingt het lijden, het rouwen en het troosten met vocale schoonheid en genegenheid in het vijfde deel. De Nederlandse bariton Thomas Oliemans heeft een mooie stem en sympathiek geluid en zijn persoonlijke bede in het derde deel zingt hij met fraai legato. Opvallend nauwkeurig en geconcentreerd is het Rotterdam Symphony Chorus, het nieuwe symfonische koor dat hoort bij de Stichting Laurenscantorij. Het CD-boekje bevat een klein essay over ‘Ein deutsches Requiem’ door de concertmeester van het Residentie Orkest, biografieën van de uitvoerenden en de gezongen teksten.
Challenge Classics CC72738 (1CD)
**** De Amerikaanse componist Nico Muhly studeerde compositie bij John Corigliano en Christopher Rouse. Zijn tweede opera ‘Two Boys’ beleefde in 2011 zijn wereldpremière bij de English National Opera en in 2013 zijn première bij de Metropolitan Opera van New York. En inmiddels heeft de Met hem opdracht gegeven om in 2019 zijn derde opera op de planken te brengen. Muhly was composer-in-residence bij het Muziekgebouw Frits Philips te Eindhoven en werkte in die tijd met de zanger/tekstschrijver Teitur aan het project ‘Confessions’. De teksten werden Teitur ingegeven door passages op YouTube. De commentaren, uitspraken en bekentenissen van mensen op homevideo’s vormden zijn inspiratiebron. ‘Confessions’ ging in 2008 in première in het Muziekgebouw Frits Philips, toerde in 2009 met veel succes langs zeven Nederlandse concertzalen en de musici namen het project aan het einde van de tournee op voor de CD. De veertien nummers – waarvan “Sick of Fish” en “Dog and Frog” instrumentaal zijn – richten zich op kleine details en gebaren. Luister bijvoorbeeld naar het geestige “I love the smell of my printer in the morning”. Teitur zingt ze op zijn eigen, originele manier en het ensemble Holland Baroque speelt onder leiding van de 35-jarige Muhly zelf. De stijl van Muhly is nu eens conservatief, traditioneel, lyrisch, slank, dan weer krachtig, voortstuwend en post-minimalistisch. Voor liefhebbers van klassiek wellicht te populair en voor liefhebbers van populair mogelijk niet super, cool, ziek, kapot en vet genoeg, maar interessant is het zeer zeker.
Nonesuch Records 7559-79443-0 (1CD)
*** De Franse mezzosopraan Marianne Crebassa gaf in 2012 haar debuut bij de Salzburger Festspiele als Irene in twee concertante opvoeringen van ‘Tamerlano’ van Händel onder leiding van Marc Minkowski. Onder zijn leiding zong zij in Salzburg i 2013 ook Cecilio in ‘Lucio Silla’ van Mozart en in Amsterdam in 2014 Siebel in ‘Faust’. Tussen 4 en 8 januari 2016 stond Marianne Crebassa met Minkowski in de Großer Saal van het Mozarteum in Salzburg voor de opname van haar debuut-CD ‘Oh, Boy!’. Het repertoire onderzoekt de wereld van de travestiepartijen van Mozart tot de Franse rollen. De 29-jarige Marianne Crebassa is een groot talent en heeft een aantrekkelijke en warme mezzo. De Franse fragmenten op de CD zijn het meest interessant. Luister naar “Sommeil, ami des dieux” uit ‘Psyché’ van Thomas en “Alors, adieu donc” uit ‘Mozart’ van Hahn, de hoogtepunten van de CD. Maar ook aria’s uit ‘Les Huguenots’ (Urbain), ‘Roméo et Juliette’ (Stéphano), ‘Cendrillon’ (Prince), ‘Fantasio’ (titelrol) en ‘L’Étoile’ (Lazuli). Voor “Parto” uit ‘Sesto’ heeft Crebassa nog niet de overreding van bijvoorbeeld Teresa Berganza, maar dat kan nog komen. Marc Minkowski heeft het Mozarteumorchester uitstekend in zijn grip, maar is emotioneel vaak afgevlakt. Luister naar het uitdrukkingsloze “Voi che sapete”. Minkowski is overigens zelf nog even te horen als Baron de Grimm in het fragment uit ‘Mozart’. De volgorde van de aria’s op de CD is onduidelijk, want de aria’s van Cherubino staan verwijderd van elkaar op track 7 en 14 en van Cecilio uit elkaar getrokken op track 2 en 5. In het CD-boekje schrijft Crebassa zelf een introductie, is er een essay van Michel Parouty en staan alle gezongen teksten afgedrukt met Franse, Engelse en Duitse vertaling, maar zijn er geen biografieën van de uitvoerenden. Een sympathieke debuut-CD.
Erato 0190295927622 (1CD)
*** Op het label Signum Classics was de Schotse pianist Malcolm Martineau al eerder verantwoordelijk voor de opnamen van de complete liederen van Poulenc en nu is ‘The Complete Songs of Fauré Vol. 1’ verschenen. De CD bevat 35 liederen van Gabriel Fauré (1845-1924), die tussen 2012 en 2015 door acht verschillende zangers werden opgenomen in de All Saints’ Church in East Finchley bij Londen. De Amerikaanse bariton John Crest zingt een prachtig berustende “Adieu” in de complete cyclus ‘Poème d’un Jour’, de Engelse countertenor Iestyn Davies een indringende “Tristesse” die onder je huid kruipt en de Schotse sopraan Lorna Anderson een krachtige, indringende “Les Berceaux”. De Britse bas-bariton Nigel Cliffe vertolkt “Chanson du pêcheur” met een indrukwekkende laagte, maar onduidelijke dictie. De Britse tenor Ben Johnson zingt een aria-achtige “Sérénade toscane” en de Schotse sopraan Janis Kelly geeft een weelderige lezing van “Aurore”. Ann Murray is te horen in een ingetogen vertolking van “Après un rêve” en een integrale uitvoering van de cyclus ‘Cinq mélodies de Venise’, op.58, waarin zij nogal eens te laag intoneert. De Engelse sopraan Joan Rodgers geeft ten slotte de late cyclus ‘Le Jardin Clos’ iets inwendigs en spiritueels. Malcolm Martineau stuwt met de gestaag pulserende ritmen van Fauré en verheldert de verrassende dissonanten schitterend. Helaas zijn de liederen niet op opusnummer gerangschikt, waardoor men de ontwikkeling van Fauré had kunnen beluisteren. Op naar de volgende delen…
Signum Classics SIGCD427 (1CD)