Amerikaanse opera’s in de 21e eeuw (deel 6)
De kameropera ‘The Scarecrow’ is geschreven door de Amerikaanse componist Joseph Turrin (New Jersey, 1947). Turrin studeerde compositie aan de Eastman School of Music in Rochester en de Manhattan School of Music in New York. Als dirigent werkte hij met vooraanstaande orkesten in de Verenigde Staten, zoals het Pittsburgh Symphony Orchestra, het Baltimore Symphony Orchestra, het New Orleans Symphony Orchestra en het Detroit Symphony Orchestra. Turrin componeerde veel muziek voor film en theater en zijn vorige opera’s waren ‘Love Games’, ‘Frankie’ en ‘The Barricade’. Turrin begon al in 1976 aan ‘The Scarecrow’, maar beëindigde de orkestratie pas in 2006. De wereldpremière werd uitgevoerd op 24 februari 2006 in Austin, Texas.
‘The Scarecrow’ is een opera in twee akten van ongeveer zeventig minuten. Zij is gebaseerd op het boek “Feathertop” van Nathaniel Hawthorne en het libretto is geschreven door Bernard Stambler (1910 – 1994), die al eerder de libretti vervaardigde voor vier opera’s van Robert Ward, waaronder ‘The Crucible’. Het verhaal van ‘The Scarecrow’ speelt zich af in 1685 in de Massachusetts Bay Colony, het huidige Boston. Het gaat over een vogelverschrikker, die gemaakt is door zijn “moeder” en tot leven wordt gewekt door de duivel om wraak te nemen om een hypocriete buurman. Als de vogelverschrikker ontdekt wat het is om mens te zijn, moet hij uiteindelijk zijn eigen lot bepalen. Aan één kant is het een werk over de verlossende kracht van de liefde en aan de andere kant onderzoekt het de vraag of existentie vooraf gaat aan essentie.
De ouverture begint krachtig en maakt plaats voor een mystiek begin, een dramatisch middengedeelte en een schrijnend einde. De stijl is licht melancholisch, maar ook elegant en zachtaardig. De beschouwelijke aria van de heks Rigby “You will make that decision” in de eerste akte is gevoelig en kleurrijk. Polly’s aria “At dinner you spoke of foreign lands” in de tweede akte heeft een duidelijke textuur en is mooi breekbaar. Het sextet in de tweede akte “When this man came from out of nowhere” is stevig, inventief en effectief. De eerste akte gaat helaas als een nachtkaars uit, maar de finale van de laatste akte “The ruin of the mission” is jachtig en produceert een goede spanning. Turrins muziek is ritmische en dynamisch levendig en doet denken aan Bartók, maar ook aan Stephen Sondheim en Kurt Weill. Zijn idioom is modern, maar tonaal en zijn voorgeschiedenis met filmmuziek helpt hem beeldend te componeren. Turrin maakt behendig gebruik van de instrumenten en hij heeft een voorkeur voor blazers. Het orkest bestaat verder uit fluiten, een hobo, klarinetten, fagotten, hoorns, trompetten, een harp, een piano, twee slagwerkers, vier celli, een bas en geen violen.
Turrin dirigeerde zelf de wereldpremière. Tijdens deze voorstellingen werd een studio-opname van de opera gemaakt voor het label Longhorn Music. De bezetting van de opname is dezelfde als die van de wereldpremière en de zangers hebben een relatie met het Butler Opera Center; sommigen zijn nog studenten, anderen oud-studenten. De rol van Mother Rigby verdient een dramatische mezzo en de titelrol van Feathertop is geschreven voor een hoge bariton met opeens uit het niets een hoge G. De opera kan nog groeien en tot haar recht komen met goede zangers. ‘The Scarecrow’ is een opera voor alle leeftijden, is toegankelijk en nodigt aan het einde uit tot het opnieuw beluisteren ervan. (Longhorn Music LHM 2007004)