***
© Enrico Nawrath
Bayreuth, 15 augustus 2016
Bayreuth ‘Parsifal’ wankelt door Buffo-tenor in titelrol
Met de wereldpremière van zijn laatste opera ‘Parsifal’ opende de componist Richard Wagner op 26 juli 1882 zijn Bayreuther Festspielhaus. ‘Parsifal’ bleef de ziel van Bayreuth en naar de nieuwe productie van de opera op de Grüne Hügel – voor het eerst sinds acht jaren – werd dan ook reikhalzend uitgekeken.
De voorbereidingen van de nieuwe productie van de opera ‘Parsifal’ van Richard Wagner (1813-1883) gingen dit jaar tijdens de Bayreuther Festspiele niet zonder slag of stoot. De voorziene regisseur Jonathan Meese werd vervangen, de dirigent Andris Nelsons zegde een maand voor de première af en de uitvoeringen in Bayreuth moesten worden omgeven door veiligheidsmaatregelen. Er is een grote politie-inzet, er zijn controleposten, inspecties ook na de pauzes en de rode loper ontbreekt.
Eind 2014 kreeg de Duitse regisseur Uwe Eric Laufenberg (1960, Keulen) de opdracht voor de nieuwe Bayreuth ‘Parsifal’. Hij had in 2009 al een sensationele ‘Die Meistersinger von Nürnberg’ in Keulen geënsceneerd en is sinds 2014 intendant in Wiesbaden. Laufenberg herleidt de kritische houding van Wagner tegenover het christendom naar de huidige tijd. In de eerste akte ziet men een gebombardeerde, christelijke kerk in Syrië met vluchtelingen, waar Gurnemanz predikt en moslima Kundry de kruiden uit Arabië brengt voor de verwonde koning Amfortas. Amerikaanse soldaten verkennen her en der. De tweede akte speelt zich af in de moskee van Syriëganger Klingsor. Hij bezit nog een verzameling kruizen en is onwennig in welke richting Mekka voor gebed. Ook heeft hij als bloemenmeisjes een leger moslima’s in burka ingezet, die zich ontpoppen tot buikdanseressen om de US-soldaat Parsifal tot moslim te bekeren. Kundry lukt het uiteindelijk, maar op tijd toont hij berouw. Overigens laat zich de vraag stellen hoe de US-soldaat Parsifal zo vrij in het IS-bolwerk kan rondlopen zonder onthoofd te worden. Voor de derde akte komt de dolende Parsifal terug in de christelijke kerk, die inmiddels volledig is verwoest en waar toeristen rondkijken. Hier verliest de enscenering van Laufenberg aan spanning. Pas in de finale komt zijn boodschap als hij Joden, Christenen en Moslims hun religieuze symbolen in het graf van Titurel laat leggen ten teken van verbroedering. Alles bij elkaar genomen vertelt Laufenberg een interessant verhaal en stelt hij vraagtekens bij religie als bron van oorlog.
Muzikaal wankelt deze ‘Parsifal’ door de Duitse tenor Klaus Florian Vogt in de titelrol. De Buffo-tenor van Vogt is ongeschikt voor de Heldenpartijen van Wagner. Bleke, ongesteunde klanken vallen uit een niet-egale, eenkleurige stem. De hoge tonen bevatten weinig resonans en de lage tonen hebben geen draagkracht. Wie luistert naar de opnamen van de eerste Parsifal Hermann Winkelmann weet hoe Wagner zijn titelvertolker wilde hebben.
De Duitse bas Georg Zeppenfeld zingt Gurnemanz en is zoals altijd welluidend, natuurlijk, verstaanbaar en vertellend. De Duitse bas-bariton Gerd Grochowski biedt een Klingsor met rauwe en brede bariton. De Russische sopraan Elena Pankratova als Kundry is expressief en haar hoogte heeft enorme “Durchslagkraft” à la Gertrude Grob-Prandl. Zij draagt de finale II. De Amerikaan Ryan McKinny zingt Amfortas met geknepen bas-bariton en de Oostenrijkse bas Karl-Heinz Lehner is een Titurel met autoriteit.
De Duitse dirigent Hartmut Haenchen maakt met ‘Parsifal’ zijn Bayreuth-debuut. Hij klokt bijna een nieuw Olympisch record met een uitvoering binnen de vier uur en slechts Pierre Boulez en Clemens Krauss waren in ‘Parsifal’ sneller. Haenchen geeft een frisse, elegante en genuanceerde, maar ook ingetogen lezing zonder wierook of grote emoties. Het Festspielchor maakt zijn reputatie waar en biedt weelde en glans.
Na de eerste akte van ‘Parsifal’ was er dit jaar in Bayreuth applaus. En ook daarmee komt in Bayreuth een einde aan een traditie. Een traditie die – hoe onbegrepen ook – toch iets bijzonders had…