Engelse opera’s in de 21e eeuw (deel 2)
De derde opera van Mark-Anthony Turnage ‘Anna Nicole’ zal op 17 februari 2011 in het Royal Opera House Covent Garden van Londen in wereldpremière gaan met de Nederlandse sopraan Eva-Maria Westbroek in de titelrol. Van de vorige opera’s van Turnage ‘Greek’ (1988) en ‘The Silver Tassie’ (2000) werden opnamen uitgegeven.
Mark-Anthony Turnage werd in 1960 in Essex geboren en studeerde compositie bij onder anderen Oliver Knussen. Zijn eerste opera ‘Greek’ beleefde haar wereldpremière in 1988 tijdens de eerste Biennale van München en werd verder al opgevoerd bij de English National Opera, in Londen (onder leiding van de Nederlandse dirigent Jac van Steen), Edinburgh, Manchester, Amsterdam (1996), Chicago, Melbourne, Italië (Montepulciano) en Wenen. Dit jaar staat de opera tijdens het Buxton Festival op het programma.
Turnage en Jonathan Moore bewerkten voor ‘Greek’ het gelijknamige toneelstuk van Steve Berkoff uit 1980. Zij verplaatsten de oude Oedipus mythe naar Londens East End met als eigentijdse plaag de sociale problemen uit het Thatcher tijdperk, zoals werkeloosheid, racisme en politiegeweld. Het libretto is geschreven in Cockney dialect en dat geeft het een alledaagse en agressieve spraak. Turnage gebruikt de cadens van de spraak in zijn muziek. De gestileerde, gesproken dialogen met de overdreven intonatie van het Cockney is een bijzonder aspect van de opera. Het idioom van zijn muziek heeft affiniteit met jazz en rock, maar er zijn ook invloeden van Stravinsky, Tippett (‘King Priam’). Janácek, Henze, Puccini, Britten (‘Billy Budd’) en Berg. De monologen zijn uitgebreid en bieden ruimte voor aria’s. Duetten zijn er in de vorm van Griekse koren. De opera bestaat uit twee akten. De eerste bevat een snelle opeenvolging van scènes, zoals een geestig ontbijtkwartet, een agressieve en ritmische politieoproer en cafégevecht, maar ook het lyrische afscheid van Eddy, een liefdesduet en een aria van de serveerster. De tweede akte heeft langere delen van meer lyrische aard en culmineert in de finale-aria van Eddy “No more, oh no more”.
Er zijn weinig conventionele melodieën in ‘Greek’, maar de muziek van Turnage is kleurrijk en gevarieerd. Het straalt zelfvertrouwen uit, heeft energie, emotionele kracht en dramatische impact. Er zijn contrasterende sferen: Het is nu eens geestig en ironisch, dan weer lyrisch en sensueel. Deze veelzijdigheid maakt de muziek onverwacht, maar het blijft te allen tijde toegankelijk en natuurlijk. De beperkte middelen, die Turnage gebruikt, houden het werk intiem. Zo zijn er maar vier solisten voor meerdere rollen en slechts 17 instrumentalisten. Turnage maakt prominent gebruik van slagwerk. Lage strijkers en een basklarinet – vaak in hun bovenste registers – geven een donkere, bezielde ondertoon en de fluit en sopraansaxofoon zorgen voor een scherp contrapunt. In het operahuis zullen de zangers voor sommige passages echter microfoons nodig hebben gehad.
Van ‘Greek’ wordt een CD én een DVD aangeboden, waarop de solisten van de wereldpremière van 1988 zingen. De CD-opname werd eind 1992 gemaakt voor Decca. Bariton Quentin Hayes is een fantastische Eddy. De onzedelijke, gewelddadige, maar ook tedere antiheld is hem op het lijf geschreven. Zijn finale-aria van de tweede akte zingt hij intensief en gevoelig. Zijn ouders treffen de juiste noten van de zelfvoldane, niet-ontplooiende lower-class. Bariton Richard Suart is vader, caféhouder en politiechef en sopraan Helen Charnock is moeder, een serveerster en een sfinx. Mezzosopraan Fiona Kimm is een sexy en veelzijdige echtgenote, serveerster en sfinx. Het ensemble onder leiding van dirigent Richard Bernasverklinkt de partituur helder en met kracht. De filmversie van ‘Greek’ werd in 1990 door de BBC voor de televisie vervaardigd in een opslagplaats in Liverpool. De regie was in handen van Jonathan Moore en Peter Maniura. De DVD van deze opname geniet de voorkeur, want het maakt sommige scènes een stuk duidelijker, zoals de ironie van de wijnbarscène. Er zijn minimale verschillen in het libretto en de muziek tussen de uitvoeringen op de CD en de DVD. (Arthaus DVD 102 105 / Decca CD 473 426-2)
De tweede opera van Turnage is ‘The Silver Tassie’, die in 2000 bij de English National Opera in Londen in première ging. De abonnees kregen vooraf een CD met hoogtepunten van de opera toegestuurd. De opera is sindsdien in Dublin bij Opera Ireland gespeeld (2001) en een filmversie van ‘The Silver Tassie’ is vertoond tijdens het Momentum weekend in Barbican Center te Londen (2003). De opera is gebaseerd op het gelijknamige toneelstuk van Sean O’Casey en het libretto is van Amanda Holden. Het verhaal gaat over de ellende van oorlog (de impact Eerste Wereldoorlog) en de brutaliteiten tijdens vrede. Het volgt de anti-held Harry Heegan (vergelijk de anti-held Eddy in ‘Greek’) van zijn overwinningen op het rugbyveld via zijn verwondingen tijdens de oorlog tot zijn uiteindelijke wanhoop. De vier akten hebben ieder een eigen muzikale stijl en zijn als delen van een symfonie met een finaledans. De eerste akte is rusteloos, gefragmenteerd en contrastrijk, waarin de sfeer huiselijk is en de personages worden geïntroduceerd. De succesvolle rugbyspeler Harry toost op de winst en op zijn geliefde Jessie met een dronk uit de bokaal ‘The Silver Tassie’. Tenslotte is het tijd voor de mannen om naar het front te vertekken. De tweede akte is breder als een langzaam symfonisch deel. Een ineengedoken bas zingt als een Grieks koor (vergelijk opnieuw ‘Greek’) tijdens een lange klaagzang van de soldaten “Shall we die in November?”. Een jongenskoor van kindsoldaten, die de brancards dragen, zingt schrijnend. De begeleiding door slechts violen is expressief, de sfeer is overdonderend. De derde akte is de kortste als een langzaam scherzo en speelt zich af in het ziekenhuis. Harry heeft een dwarslaesie opgelopen op het slagveld en de onverschillige Jessie heeft hem verlaten voor zijn ongewonde vriend Barney. Als contrast wordt in het begin van deze akte de begeleiding voornamelijk verzorgd door houtblazers. Aan het einde komen de koperblazers erbij met invloeden van jazz. De vierde akte is geschreven als een dansreeks met onder andere een Ierse horlepijp, een wals en een tango. Het ontroerende duet tussen Harry in een rolstoel en zijn blindgeraakte kompaan Teddy “I can dance, but I cannot see” over verlies en wanhoop vormt het hart van de akte.
Twee aspecten vallen op tijdens het beluisteren van ‘The Silver Tassie’. In de eerste plaats is Harry afwezig in het grootste gedeelte van de eerste akte en de gehele tweede. Hij krijgt als hoofdpersoon weinig gelegenheid om zich te manifesteren, waardoor het publiek moeilijk empathie voor hem kan ontwikkelen. In de tweede plaats is er een gebrek aan muzikale eenheid door de sterke differentiatie tussen de akten. Toch is ‘The Silver Tassie’ al wel meer gestroomlijnd dan ‘Greek’. De roekeloze emoties van de eerste opera zijn vervangen door meer volwassen gevoelens. De personages zijn subtieler en meer ontwikkeld dan in ‘Greek’. Vaak worden de zanglijnen niet begeleid en door orkestrale passages verbonden. De orkestratie is dun, waardoor de stemmen helder zijn. ‘The Silver Tassie’ is muzikaal indrukwekkend en intens expressief. Het is donker en melancholisch en krachtig, menselijk en ontroerend.
De English National Opera heeft in eigen beheer een CD van de ‘The Silver Tassie’ uitgebracht. Deze opname werd samengesteld van uitvoeringen tijdens de wereldpremièrereeks in 2000 in het London Coliseum. De bariton Gerald Finley geeft zich helemaal als Harry. Hij schroomt niet de uitersten van zijn stem te gebruiken. De mezzosopraan Sarah Connolly is een overtuigende Susie. De mezzosopraan Anne Howells is sympathiek als Harry’s moeder Mrs Heegan. De bas Gwynne Howell zingt de onverbiddelijke, ineengedoken man in de tweede akte met fluwelen stem. De sopraan Mary Hegarty is flirterig als Jessie. Dirigent Paul Daniel differentieert goed tussen de verschillende en complexe sferen van de akten. (ENO Alive 001)
Illustratief is ook de DVD ‘Getting Scorched’. Daarin wordt ingegaan op de samenwerking tussen Turnage en jazzgitarist John Scofield tijdens de repetities voor de première van het werk ‘Scorched’. De eerste doorloop en beelden van de première worden afgewisseld met interviews en citaten. Ook zijn er delen van zijn opera’s ‘Greek’ en ‘The Silver Tassie’ te zien. (Digital Classics DVD 1004DC)