Engelse opera’s in de 21ste eeuw (deel 5)
‘The Wandering Jew’ is een radio-opera van de Britse componist Robert Saxton. Het werk was een opdracht van de BBC en werd in 2008 opgenomen.
De componist Robert Saxton (Londen, 1953) schreef zelf het libretto voor zijn opera ‘The Wandering Jew’. Hij was geïnspireerd door de gelijknamige satire van Stefan Heym uit 1984, waarin aan de hand van de dolende Jood en zijn reizende metgezel Lucifer de corruptie, leegheid en hypocrisie van de DDR wordt getoond. De opera van Saxton knoopt aan op het antisemitische verhaal van de joodse schoenlapper, die Jezus weigerde te laten rusten op weg naar zijn kruisiging en door hem werd veroordeeld om voor altijd te dolen over de aarde.
Saxton heeft het verhaal omgezet in een opera over verzoening. De opera bevat acht korte scènes, waarin de dolende Jood zich bevindt in een Nazi concentratiekamp en terugkeert naar situaties in de geschiedenis, waarin de Joden werden vervolgd. Hij bevindt zich nu eens in Jeruzalem ten tijde van de vernietiging van de Tempel door de Romeinen in 70 voor Christus, dan weer in de synagoge in Cordoba voor het “Alhambra besluit” en uiteindelijk terug in een Nazi concentratiekamp. In de zevende scène treft hij Jezus, die verklaart dat hij gedwongen was hem te veroordelen, omdat hij een aardse getuige nodig had om de onmenselijkheid te aanschouwen. Daarna zingen zij een verzoeningsduet in een Nazi concentratiekamp.
Saxton speelt in ‘The Wandering Jew’ met operatradities en het werk bevat veel referenties naar personages uit middeleeuwse verhalen en ander mythen. Zo verschijnen Faust, die zoekt naar de eeuwige jeugd, Kundry, die Jezus uitlachte in Via Dolorosa en de vrouwelijke tegenhanger van de dolende Jood is en Wotan, die zoekt naar wedergeboorte. Maar letterlijke muzikale citaten zijn er niet. De muziek van Saxton is tonaal, lyrisch en zorgvuldig gekleurd en is meer meditatief dan echt een opera. Saxton voegt aan de recht-toe-recht-aan opname van orkest en stem elektronische technieken toe. Zo krijgt de proto-kruisiging en het ritueel van vernieuwing van Wotan in de vijfde scène een etherische sfeer door drie enorme elektro-akoestische krijsen. Interessant hier het gebruikt van de Bayreuth Tuba, waarmee Saxton aan Wagner refereert.
De bariton Roderick Williams geeft een goed portret van de dolende Jood in de spreekrol en verteller en als zanger wanneer hij bij de handeling betrokken is. Bariton Tim Mirfin schetst een vermoeide en hongerige Jezus in de gedaante van een bedelaar. Vooral prachtig de twee duetten voor de baritons in de zesde en zevende scène. De mezzo Louise Winter verklinkt fraai de ondraaglijke last van Kundry en de bas Graeme Danby is een leidende Wotan. Het BBC Symphony Orchestra creëert fraaie klankbeelden in de verschillende scènes onder leiding van de Berlijnse dirigent André de Ridder.
Saxton noemt ‘The Wandering Jew’ een radio-opera. De opname werd in de studio door post-productie door sound design voorzien van Antony Pitts. Het medium radio gaf Saxton meer vrijheid en de gelegenheid om meerdere dramatische lagen te creëren. Maar eigenlijk is elke opname van een opera geschikt voor de radio en kan de luisteraar als in een hoorspel zelf zijn verbeelding laten spreken.
‘The Wandering Jew’ geeft het gevoel dat het verleden voortleeft in, voor en met het heden. Het een interessant werk, dat uitdaagt om over het onderwerp na te denken. (NMC Recordings D170)