***
Nieuwegein, 19 maart 2016
Attractieve ‘Il Trovatore’ van Tatarstan Staatsopera
De Staatsopera van Tatarstan van de Russische plaats Kazan brengt ieder jaar zo’n drie producties naar Nederland. Het zijn traditionele ensceneringen voor een groot publiek, dat niet warmloopt voor het pseudo-intellectuele regietheater. De laatste opera waarmee de Staatsopera van Tatarstan dit seizoen door Nederland toert is ‘Il Trovatore’.
De Staatsopera van Tatarstan toert met een nieuwe productie van ‘Il Trovatore’ (1853) van Giuseppe Verdi (1813-1901) door Nederland. De enscenering is van de Amerikaanse regisseur Yefim Maizel en ging op 25 september 2015 in het Mussa Djalil Theater van de Russische plaats Kazan in première. Maizel vertelt het onwerkelijke drama van ‘Il Trovatore’ met zijn eendimensionale personages zo goed als dat mogelijk is. De decors tonen wat ze dienen te laten zien: het Moorse Aljafería paleis, de paleistuinen, de zigeunerplaats in het Spaanse Biskaje, het klooster bij Castellor en een soldatenkamp. De kostuums zijn onbestendig. De emotionele energie van ‘Il Trovatore’ wordt door Maizel in strakke banen geleid, zodat niets afleidt van het verhaal en de muziek.
De Staatsopera van Tatarstan werkt vaak met dubbele en soms drievoudige bezettingen, waardoor de kwaliteit van de opvoering ieder keer weer een lot uit de loterij is. Opvallend genoeg steeg de muzikale uitvoering na de pauze van deze ‘Il Trovatore’ mogelijk omdat de zangers de eerste twee akten nodig hadden om aan elkaar (en de dirigente) te wennen. De Georgische tenor George Oniani zingt veel in het Theater Bonn en vertolkte de titelrol van Manrico al in de Volkoper van Wenen, Kiel, Bonn en Zagreb. Hij schakelt adequaat tussen klaroengeluid en poëtische klank van de lirico-spinto-partij. Het “Ah! si ben mio” zong hij prachtig en het stretta “Di quella pira” besloot hij met een fraaie hoge B. De Oezbekische zangeres Irina Dolzhenko is de vaste mezzosopraan van het Bolshoi Theater in Moskou voor het dramatische vak en zij vertolkte er rollen als Carmen en de Gravin in ‘Schoppenvrouw’. Haar Azucena is een woeste zigeunerin en zij maakt heerlijk onomwonden overgangen tussen midden- naar borstregister. Haar “Giorni poveri vivea” zong zij lekker in “zigeuner-modus” en zij verduidelijkte waarom Verdi Azucena de centrale figuur van de opera zag. Alexey Shishliaev heeft voor Luna de passende grote, egale heldenbariton, maar niet de bijbehorende nuances. Zoya Tsererina maakt met Leonora de transitie van het mezzovak naar het sopraanrepertoire. Haar “D’amor sull’ali rosee” was liefdevol en zij verraste door na “Di te! scordami di te” toch de cabaletta “Tu verdrai” weg te laten.
Dirigente Alla Kulbaba was helaas te lief voor Verdi, maar het koor maakte grote indruk met dynamische schakeringen en nauwkeurigheid. En waar hoor je de bassen nog zo profundo als door de Russen in “È vero! È ver!” van de eerste akte… Kortom, deze ‘Il Trovatore’ van de Staatsopera van Tatarstan is een attractieve voorstelling waarin veel te genieten is en de voor driekwart gevulde zaal in Nieuwegein toonde zich dan ook dankbaar met enthousiast applaus.