Amsterdam, 9 december 2015
‘Eichmann’ op eigen verantwoordelijkheid
Het was de politiek-theoretica Hannah Arendt – filosofe wenste zij niet genoemd te worden – die begin jaren zestig tijdens het proces tegen Adolf Eichmann in Israël tot de slotsom kwam dat iedereen verantwoordelijk is voor zijn eigen daden. De makers van de productie ‘Eichmann’ namen haar conclusie als uitgangspunt voor hun vraagstelling over eigen verantwoordelijkheid door het wel of niet denken.
De figuur Eichmann komt in de opera ‘Eichmann’ zelf niet voor. Hij wordt door de makers van de opera slechts opgevoerd als excuus om vragen te stellen over vrije wil. Zij koppelen deze vraag aan zeven personages. In een jaren zestig decor met ijzeren bureaus en kasten verhaalt een Recidivist over “vallen”, praat de Hippie over “vrijheid” en vertelt de Calvinist “volgen”. Hannah Arendt wordt achter een bureau met een portret van Martin Heidegger en haar befaamde asbak nogal “pathetisch” neergezet, zoals zij zelf zou zeggen. Ook “Ik denk daar niet over na” is niet helemaal in haar geest. Een verlichtingsfilosoof, Golem en een Moslima completeren het zevental. Bo Tarenskeen (1981) schreef monologen en verstrekte aan elk moment een sfeer. Er zijn geen dialogen, men praat naast elkaar, niet met elkaar en er is weinig interactie tussen de personages. Zijn libretto bevat tamelijk veel open deuren.
Zanger, instrumentalist en speler vloeien in elkaar over en scheidslijnen vervallen, maar de muziek van de Peruaans-Nederlandse componiste Maria Alejandra Castro Espejo (1978) zelf is niet doorlopend. Muzikaal begint ‘Eichmann’ interessant met percussie op strijkinstrumenten en streken over slaginstrumenten. Soms is de muziek opvulling, soms invulling, soms ondersteuning. Zij is fragmentarisch, traditioneel en conventioneel en men kan haar niet betrappen op een oorspronkelijk idee. De Hippie heeft een popnummer, Hannah Arendt is een klassiek geschoolde zangstem en er is een vioolsolo (improvisatie?). Aan de personages zijn geen Leidmotieven gekoppeld. De terugkerende slagakkoorden à la Stravinsky zijn het meest spannend.
‘Eichmann’ is ledig van nieuwe ideeën. Er zijn geen grote gedachten of associaties en het werk bevat nogal wat gemeenplaatsen. In de finale komt ook Buddha nog even om de hoek kijken met “geef jezelf weg.” Het is de verwachting die persisteert.
De Grote Zaal het Muziekgebouw aan ’t IJ van Amsterdam was tijdens de première op 9 december 2015 voor 80% bezet.