CD top tien 2013
1.
Het ‘Frieda-Leider-Gesellschaft’ bracht in 2011 een CD uit van Ottilie Metzger en in 2012 van Frida Weber, twee zangeressen die door de Nazi’s in Auschwitz zijn vermoord. Dit jaar verschijnt op het label een CD met 24 fragmenten van de in Sobibor vermoorde bariton Juan Luria. Juan Luria werd op 20 december 1862 geboren in Warschau. In het seizoen 1890 / 1891 zong hij in de Metropolitan Opera van New York, waar hij acht rollen in 25 voorstellingen zong. In 1893 was Luria in de Scala te horen als Wotan in de eerste Milanese opvoering van ‘Die Walküre’. In 1902 zong hij in de wereldpremière van Pfitzner’s ‘Die Rose vom Liebesgarten’ in Elberfeld. Na 1908 zong trok hij zich terug om les te geven aan onder anderen Gotthelf Pistor, Käthe Heidersbach, Elfriede Marherr en Michael Bohnen. Luria moest in 1937 Duitsland verlaten en vluchtte naar Nederland om les te geven in Amsterdam en Den Haag. Hij werd echter in 1942 door de Nazi’s opgepakt en naar het concentratiekamp Sobibor gedeporteerd. Daar is Juan Luria op 21 mei 1943 op 81-jarige leeftijd gestorven. Uit de bijna 250 grammofoonplaten, die Luria maakte is een keuze gemaakt voor de CD ‘Oper-Lied-religöse Gesänge’. De CD bevat fragmenten, die Luria tussen 1905 en 1912 op plaat zette. Ze geven een goede indruk van de veelzijdigheid van de bariton. Zijn bariton was sterk, met een groot bereik en een prachtig legato, ook al werd in recensies nog wel eens geschreven over het gebrek aan expressie. Interessant op de CD is onder andere de aria “Fille des rois” uit ‘L’Africaine’ van Meyerbeer. Van deze componist zong Luria in de Met in de opera’s ‘Les Huguenots’ en ‘Le Prophète’. Daarnaast twee fragmenten van Wolfram uit de derde akte van ‘Tannhäuser’ van Wagner. In de Met zong Luria veel Wagnerrollen: Kurwenal in ‘Tristan und Isolde’, Alberich in ‘Siegfried’ en Gunther in ‘Götterdämmerung’ en zoals gezegd in de Scala ook Wotan in ‘Die Walküre’. De eerste opnamen uit 1905 en 1906 zijn met piano, die van 1907 en later met orkest. Twee belangrijke opnamen zijn de religieuze, Hebreeuwse gezangen, die Luria in 1907 met het koor van de Neuen Synagoge Berlin opnam: “Adaun aulom” van Rossi en “Adonoj s’choronu”. De andere twee fragmenten hij in deze sessie opnam “Ruth und Naomi” en “Hajom haras olom” zijn waarschijnlijk niet meer te achterhalen. Luisterend naar de stem van Juan Luria op deze opnamen word je aangegrepen door zijn afgrijselijke lot. In oktober 2013 werd bij zijn laatste woonadres in Berlijn een “Stolperstein” geplaatst. Samen met deze CD levert dat een belangrijke bijdrage aan de herinnering aan deze fantastische zanger. Opnieuw mede mogelijk gemaakt dankzij de bijdragen van een aantal 78s-liefhebbers en de uitstekende transfers van Christian Zwarg. Het CD-boekje bevat gedetailleerde informatie over de opnamen. (Frieda Leider Gesellschaft 19051912 www.frida-leider.de)
2.
De Nederlandse componist Leo Kok (1893-1992) werd in Amsterdam geboren. Zijn moeder was Joods en zijn vader Protestants en zij overleden allebei kort na de geboorte van hun zoon. Leo Kok had meerdere kwaliteiten. Hij speelde zelfs voetbal in het Nederlands elftal, maar uiteindelijk ging hij naar het Conservatorium van Den Haag en studeerde daar piano en compositie bij Willem Pijper. Kok werd in de Eerste Wereldoorlog als pacifist en dienstweigeraar voor drie jaar opgesloten in Den Helder. In de jaren 20 en 30 leefde hij alternerend in Parijs en het Italiaanse Ascona en hij componeerde zijn werken veelal in cafés van Rio de Janeiro tot St. Moritz. Toen de Nazi’s aan de macht kwamen, sloot Kok zich aan bij het verzet. Hij smokkelde mensen naar Spanje en was zelfs een spion voor de Britten. Hij woonde in Parijs toen hij door de Gestapo op 24 januari 1944 werd opgepakt en als politieke gevangene – zijn Joodse afkomst was de Nazi’s niet bekend – via de gevangenis Fresnes naar Buchenwald werd gedeporteerd. In Fresnes werd hij op afschuwelijke wijze gemarteld. Kok was één van de overlevenden toen Buchenwald op 11 april 1945 werd bevrijd en tijdens de herdenking voor de slachtoffers op 19 april 1945 dirigeerde Kok op de appelplaats van Buchenwald “De dood van Åse” uit de suite ‘Peer Gynt’ van Grieg. Na de oorlog vestigde Kok zich in Ascona en opende daar een klein antiquarisch boekhandeltje. Hij zou nog slechts incidenteel componeren. Op het kleine privé-label Gideon Boss Musikproduktion van de gelijknamige Israëlische producent en geluidsman is nu de CD ‘Lieder und Kammermusik’ met werken van deze onbekende Nederlandse componist verschenen. Alle werken gaan uit van de geest van de piano en zijn gecomponeerd tussen 1914 en 1935, dus voor de Tweede Wereldoorlog, voor de afschuwelijke tijd die Kok doormaakte. Er staan 18 liederen op de CD, een aantal pianosoli en werken voor viool en piano. De liederen zijn op Duitse, Engelse, Franse en Nederlandse teksten en zijn vol Duitse romantiek en Franse impressionisme. Luister naar ‘Deux Chansons’ met het lied “La Neige” op tekst van Koks schoonmoeder, de dichteres Marie Metz Koning, net als het lied “Mijn Bleeke Gedachten” van de cyclus ‘Sept Mélodies Retrouvées’. De liederen zijn – zoals veel van Koks werken – tegelijk gevoelig, expressief, mysterieus en vreugdevol. Maar vooral zijn ze melancholisch, zoals het “Wiegenliedchen”. En ook het lied “Little Brother”, op tekst van Olga Fröbe-Kapteyn, waarvan Kok de melodie opnieuw gebruikte voor “Petite Chanson pour les enfants qui n’ont pas de Noël” voor viool en piano. De Nederlandse mezzosopraan Irene Maessen zingt ze uitstekend en stijlvol. Pianist Marcel Worms speelde vaker muziek van vervolgde componisten als Dick Kattenburg, Szymon Laks en Leo Smit en geeft net als violiste Ursula Schoch prachtig klank aan de weemoedigheid van Koks muziek. Het CD-boekje is schitterend verzorgd en bevat een uitgebreide biografie van Leo Kok, fraaie foto’s en de liedteksten. De CD wordt op 14 oktober 2013 gepresenteerd in het Bethaniënklooster te Amsterdam om 20.15h. (Gideon Boss Musikproduktion gb 006)
3.
De Russisch-Joodse componist Grigory Frid (1915 – 2012) overleed in september vorig jaar. Frid was vooral bekend geworden vanwege zijn twee kameropera’s ‘De Brieven van Van Gogh’ en ‘Het Dagboek van Anne Frank’. ‘Het Dagboek van Anne Frank’ ging in 1972 in Moskou in première en is sindsdien één van de meest frequent opgevoerde, hedendaagse opera’s. Zo werd het werk nog in het seizoen 2011 / 2012 in Dessau gespeeld. Het is een eenakter op een libretto van Frid zelf en bestaat uit twee delen van ieder twee scènes. De serie van 20 fragmenten uit het dagboek van Anne Frank toont onder andere indrukwekkende scènes als haar vreugde over het verjaardagscadeau (het dagboek), haar ontluikende gevoelens voor Peter en haar eenzaamheid in isolatie. Er bestond al een opname van de opera in het Duits uit 2004 met sopraan Sandra Schwarzhaupt en het Emsland Ensemble onder leiding van Hans Erik Deckert op het label Profil-Hänssler. Nu heeft het CD-label Brilliant Classics een opname van de opera in het Russisch uitgebracht. Op de opname uit 1991 zingt de Litouws-Israëlische sopraan Eva Ben-Zvi de 20 teksten uit het dagboek. Zij is een expressieve zangeres en verklinkt uitstekend de angst, hoop en woede van het jonge meisje. Je gelooft de sopraan elk woord en je ziet Anne Frank bijna voor je. De leden van het Bolshoi Theatre Orchestra – een ensemble van negen instrumentalisten op piano en enkele bezetting viool, cello, contrabas, trompet, klarinet, fluit, fagot en percussie – spelen Frids clusterharmonieën en zijn menging van seriële en tonale muziek fraai. De Russische dirigent Andrey Chistiakov houdt het ensemble goed bij elkaar. Helaas doet de opname voorkomen alsof er een vol orkest speelt en komt daardoor de intimiteit van het ensemble niet helemaal tot haar recht. Het libretto is niet afgedrukt in het CD-boekje, maar is wel te vinden op de website van Briljant Classics. Helaas komen de trackindeling in het boekje en het libretto niet overeen met de tracks op de CD, aangezien de ouverture en de eerste scène op de CD in één track samengevoegd zijn in plaats van twee afzonderlijke. Afgezien van deze kanttekeningen bij de uitgave is ‘Het Dagboek van Anne Frank’ een indrukwekkend werk. Het onderwerp is universeel en heeft aan actualiteit niet ingeboet. De opera zou een goede productie voor een festival zijn vanwege haar intieme karakter en kleinschaligheid, die het met weinig middelen goed doet in een klein theater. (Brilliant Classics 9296)
4.
Amerikaanse operazangers zijn tegenwoordig al net zo bedreven in de lichte muziek als in het klassieke repertoire. Zangeressen als Renée Fleming en Dawn Upshaw namen al fantastische CDs met lichte muziek op en nu heeft ook Patricia Racette haar eerste CD met cabaret songs uitgebracht. De Amerikaanse sopraan zong hoofdrollen in onder andere de Met, de Scala, Covent Garden, Parijs en München en in de Met zong zij Puccini-partijen als Tosca, Madama Butterfly, Musetta en de drie sopraanrollen in ‘Il Trittico’. Haar nieuwe CD met lichte muziek ‘Diva on Detour’ is een registratie van een live cabaret show, die zij met publiek in 2012 opnam in de GPR / Sound Associate Studios. Patricia Racette zingt elk lied emotioneel eerlijk en het genre met schijnbaar gemak. Luister naar de warmte van “Here’s that rainy day” uit de musical ‘Carnival in Flanders’ van Jimmy van Heusen, de spontaniteit van “Not a care in the world” van Vernon Duke, de sensualiteit van “Angels Eyes” van Matt Dennis en de humor van “I’m Calm” van Stephen Sondheim. De medley met drie liedjes van Edith Piaf – “Milord”, “Padam” en “La vie en rose” – zingt zij stijlvol en de overgang van “The Man That Got Away” uit ‘A Star is Born’ naar “To Keep My Love Alive” is kostelijk. Het hoogtepunt van de CD is de medley van “Sad Songs”. Van “You’ve changed” van Bill Carey en Carl Fisher, het aangrijpende “Guess who I saw today” van Murray Grand, het hartverscheurende “Where do you start” van Johnny Mandel en tenslotte het uitbundige “So in love” uit ‘Kiss me, Kate’ van Cole Porter zijn briljant gezongen. En de toegift “Not a day goes by” van Stephen Sondheim bezorgt je kippenvel! Patricia Racette praat de songs geestig aan elkaar en men voelt de intieme sfeer van het café. Je ziet de rook opstijgen en de champagne bubbelen. Pianist Craig Terry is een bescheiden begeleider. In het CD-boekje staan geen teksten afgedrukt, maar Patricia Racette is uitstekend verstaanbaar. Opmerkelijk genoeg staan noch in het boekje, noch op de CD namen van de componisten van de songs vermeld. Het wachten is nu op een CD van Patricia Racette met haar schitterende uitvoeringen van songs van Kurt Weill. Hiervan bracht zij al een aantal ten gehore tijdens het recital ‘Berlin im Licht’, dat zij gaf in het Café Sabarsky van het Neue Galerie Art Museum in de Upper East Side van New York in 2007 en destijds door de radio werd uitgezonden (GPR Records GPR 10013)
5.
De Duitse zangeres en actrice Salome Kammer nam in mei 2011 de CD ‘I’m a Stranger Here Myself’ op. De CD is voornamelijk gewijd aan liederen van Kurt Weill (1900 – 1950) en Hanns Eisler (1898 – 1962) op teksten van Bertolt Brecht. De CD opent met zeven bekende liederen van Weill uit ‘Happy End’, ‘Dreigroschenoper’, ‘Das Berliner Requiem’ en ‘Aufstieg und Fall der Stadt Mahagony’, werken van eind jaren twintig. Luister eens naar Kammers fenomenale vertolking van “Der Bilbao Song”! Daarna twee liederen, die Weill componeerde, nadat hij in 1935 naar Amerika was gevlucht: Het prachtige “Nannas Lied” uit 1939, Weills cadeau voor Lotte Lenya (kerst of verjaardag), dat zij pas in 1973 in première liet gaan in Milwaukee en “Und was bekam des Soldaten Weib”, dat Weill in 1942 componeerde en waarin Salome Kammer – in navolging van anderen – “Rotterdam” vervangt door “Amsterdam”. Het zijn twee liederen, die Hanns Eisler ook op muziek zette, maar zijn versies staan helaas niet op deze CD. Bijna alle liederen van Eisler op deze CD zijn in ballingschap geschreven in nauwe samenwerking met Brecht zelf. Het zijn korte liederen – slechts één lied is langer dan twee minuten – in de kunst van Schubert. Kammer wordt intiem begeleid door pianist Rudi Spring, die als intermezzo op deze CD zelf drie korte liederen op teksten van Brecht componeerde. Met teksten die Brecht in zijn verblijfplaats in Finland schreef, volgt Spring muzikaal de pakkende stijl van Weill en Eisler. Daarna een blok met prachtige liederen van Eisler over gevangenschap en omzwervingen. Luister naar “Über den Selbstmord”, aangrijpend gezongen door Kammer. Zijn acht gevarieerde ‘Hollywood-Elegien’ zijn boeiend door hun kritiek, de melancholische toon en het soms open einde. De CD eindigt met vier liederen van Weill uit zijn Amerikaanse “exil” periode. Ze detoneren enigszins met de rest van de CD, want het zijn natuurlijk geen teksten van Brecht – aangezien Weill na zijn vertrek uit Duitsland geen Duits meer wilde spreken, behalve dan met zijn ouders in Israël – en de titelsong van de CD is helaas te recht toe, recht aan en niet erg spannend gezongen. In de andere liederen op deze CD is Simone Kammer fascinerend. Niet voor niets schreven componisten als Wolfgang Rihm en Jörg Widmann al werken voor haar. Haar veelzijdige gebruik van de stem, virtuositeit en expressie zijn indrukwekkend. De CD is bomvol met 40 liederen en elk blok heeft een thema. Het CD-boekje bevat een goed essay van Niels Kaiser plus de volledige teksten. Een meeslepende CD! (Capriccio C 5154)
6.
De Nederlandse sopraan Elly Ameling zong slechts zelden in opera, maar richtte zich vooral op het Franse en Duitse liedrepertoire. Ter gelegenheid van haar 80ste verjaardag op 8 februari 2013 is een CD-box uitgebracht met de toepasselijke titel ‘Elly Ameling 80 jaar’. De vijf CDs bevatten fragmenten van live-opnamen, die de Nederlandse Omroep tussen 1967 en 1990 maakte. Op CD1 staan 17 liederen van Johannes Brahms, waaronder het kwartet voor vier stemmen “Der Abend” met Carolyn Watkinson, Hein Meens en Robet Holl. Mogelijk was dit een recital ter gelegenheid van de viering van Amelings 50ste verjaardag in het Concertgebouw in 198, waar de zangers te gast waren. Luister ook op deze CD naar Amelings verstilde vertolking van “Feldeinsamkeit”, het populaire “Vergebliches Ständchen”, haar intensiteit in “Dein blaues Auge” en haar frasering in “Wir wandelten”. Bijzonder interessant is ook de opname van ‘Sieben frühe Lieder’ van Alban Berg (1885 – 1935) uit 1980, in deze box het enige uitstapje van Ameling naar het Duits laatromantische repertoire. Zij zingt de liefdesliederen expressief met grote expansieve bogen begeleid door Rudolf Jansen aan de piano. De CD is opgevuld met nog drie sfeervolle liedjes in het Spaans van Obradors en Turina. CD2 is bestemd voor liederen van Robert Schumann. De twee cycli ‘Frauenliebe- und leben’ en ‘Liederkreis’ begeleid door Rudolf Jansen aan de piano in een uitvoering uit begin jaren tachtig zingt zij prachtig. Daarna zijn er diverse liederen, waaronder een fantastische interpretaties van “Widmung”, “Die Lototsblume” en “Der Nussbaum”. De oudste opnamen van deze box is uit 1967 van de Schumann-liederen “Käuzlein”, “Sehnsucht” en “Die Kartenlegerin” met Norman Shelter aan de piano. Heerlijk hier het intieme geluid van Diligentia in Den Haag. CD3 is gewijd aan het Frans repertoire. De CD opent met een opname van ‘Les Nuits d’été’ van Berlioz, die in 1983 werd gemaakt tijdens een uitvoering in het Concertgebouw van Amsterdam. Helaas is Elly Ameling hier enigszins aan het foezelen en zingt zij nogal wollig en wazig. Het eerste lied “Villanelle” zit vol foutjes en de het tweede lied “Le Spectre de la Rose” is onverklaarbaar naar achteren verplaatst. Haar sopraan komt beter tot haar recht in een opname van een uitvoering van ‘Shéhérazade’ van Ravel uit het Concertgebouw van Amsterdam in 1981 onder leiding van Hans Vonk. Prachtig ook op deze CD de intiemere liederen met pianobegeleiding van Rudolf Jansen, waaronder de interessante vijf ‘Serres Chaudes’ van Chausson. Charmant ook de opname van “Les Feuilles Mortes” van de Hongaars-Joodse componist Joseph Kosma uit het privébezit van Elly Ameling. Op CD4 staan uitsluitend liederen van Hugo Wolf. Vijf ‘Mignon Lieder’, acht van de 44 liederen uit het ‘Spanisches Liederbuch en twaalf liederen uit zijn 53 ‘Mörike Lieder’, allen begeleid door Rudolf Jansen. De diverse gemoedstoestanden van de liederen lenen zich uitstekend voor de verbeeldingskracht van Elly Ameling. Zij interpreteert ze met geconcentreerde intensiteit. Op CD 5 staan diverse liederen van Franz Schubert. Daarin wordt zij begeleid door Rudolf Jansen, Irwin Gage en Dalton Baldwin, de drie pianisten die haar gedurende haar hele carrière vergezelden. De CD wordt afgesloten met een werkelijk beeldschone uitvoering van “Der Hirt auf dem Felsen” in het Concertgebouw van Amsterdam onder leiding van Jean Fournet. ‘Elly Ameling 80 jaar’ is een uitstekende aanvulling op de vorig jaar verschenen acht CDs van EMI en een box die iedere liefhebber van het liedrepertoire in de kast moet hebben staan. De box geeft een goede indruk van één van de belangrijkste sopranen van Nederland en van het aanzien van Elly Ameling in de wereld van het liedrepertoire. Haar muzikale benadering, taalkundige veelzijdigheid en perfectie zijn indrukwekkend. De inhoud van de box is bekwaam gecompileerd en het geluid van de opnamen is prima. Het begeleidende boekje bevat een biografie van Elly Ameling, de trackindeling, alle liedteksten en een dankwoord van Elly Ameling zelf. (Omnium GW 13001)
7.
Franse kunstenaars werden na de Tweede Wereldoorlog in hun land het eerst berecht, terwijl collaborerende politici nog met rust gelaten werden. Een voorbeeld daarvan was de sopraan Germaine Lubin. Zij werd na de oorlog vijf maal gearresteerd en bracht vele maanden door in verschrikkelijke gevangenissen wachtend van haar berechtingen. En wat had zij gedaan? Zij had in 1938 Sieglinde aan de Staatsopera van Berlijn gezongen, Isolde in een productie van de Berlijnse Staatsopera in Parijs en Kundry in Bayreuth. Na afloop zou Hitler haar hebben uitgenodigd aan zijn zijde te dineren. Een jaar later zong zij Sieglinde, Kundry en Ariadne in Berlijn en Isolde in Bayreuth, terwijl Frankrijk nog diplomatieke betrekkingen met Duitsland onderhield. Daarna zong zij niet meer in Duitsland. Nadat haar zoon gevangen was genomen in 1940 deed Lubin een beroep op Winifred Wagner, die zich richtte tot Hitler om diens vrijlating te bewerkstellingen. Op 26 augustus 1944 – de dag van de bevrijding van Parijs door de geallieerden – werd Germaine Lubin gearresteerd tijdens de repetities van ‘Alceste’ voor de Parijse Opera en voor enige tijd zat zij zelfs nog opgesloten in het concentratiekamp Drancy. Uiteindelijk werd ze beschuldigd van verraad, veroordeeld tot drie jaar gevangenisstraf, werden haar bezittingen geconfisqueerd en werd ze verbannen van de Parijse opera en uit Frankrijk. Het betekende het einde van haar carrière. Germaine Lubin maakte slechts enkele commerciële opnamen, die in 1997 bij het label Lys op een dubbel-CD verschenen onder de titel ‘Germaine Lubin; Intégrale de son Héritage’. Het label Andromeda heeft nu een selectie van deze opnamen uitgebracht op de CD ‘Germaine Lubin; In her finest recordings’. De CD bevat zes van de zeven bekende Wagner-fragmenten uit haar opnamesessies van 1929 en 1930. Alleen het duet van Siegmund en Sieglinde staat er niet op. Verder staat op de CD de Duitstalige opname van de “Liebestod”. Dit fragment was volgens Lys opgenomen voor Pathé in 1937, maar wordt door Andromeda toegeschreven aan het Bayreuthfestival van 1939! De dirigent zou inderdaad zeer goed Victor de Sabata kunnen zijn. Luister verder naar haar schitterende diminuendo op de hoge As aan het einde van “Einsam in trüben Tagen” uit ‘Lohengrin’ en in de finale van ‘Siegfried’ naar haar prachtige frasering, mooie triller en de Koninklijke hoge C op “Leuchtender Spross!” (beide fragmenten in het Frans). De opnamen van 1930 laten een rondere stem horen dan de opnamen van 1929. Luister ook naar haar volle kleur in “Salut, splendeur du jour” uit ‘Sigurd’ van Reyer, naar de fraaie portamenti in “Vissi d’arte” uit ‘Tosca’ van Puccini en naar “Tristesse” van Chopin als eerbetoon aan Lubins lerares Félia Litvinne, die de aanpassing componeerde. Tenslotte zijn er nog drie fragmenten uit de opnamesessie van 1954, toen Lubin op 64-jarige leeftijd nog vijf liederen opnam. Het was tijdens haar kortstondige comeback, die zij afbrak na de zelfmoord van haar zoon. Een eerbetoon aan een fantastische zangeres! (Andromeda ANDRCD 9113)
8.
Champs Hill Records heeft een CD heruitgegeven met 26 liederen van Richard Strauss (1864 – 1949), die de Britse sopraan Felicity Lott in 2002 voor het label ASV opnam. Pianist Graham Johnson verdeelde de liederen in vier categorieën. In de eerste bevat nocturnes en fantasieën. Luister naar “Die Nacht” waarin Felicity Lott o zo beheerst de grote bogen en lijnen zingt en luister ook naar het populaire “Ständchen” op de piano filigraan begeleid door Johnson. Het lied “Slechtes Wetter” maakt de comédienne los in Flott. In de tweede categorie gaan de liederen over bloemen. Lott is briljant vertellend in het korte “Die Verschwiegenen” en betoverend, nu eens tragisch, dan weer geestig in “Ich wollt ein Sträusslein binden”, oorspronkelijk geschreven voor de sopraan Elisabeth Schumann. Johnson ondersteunt hier met fraai chromatische harmonieën. De derde categorie bevat afscheids- en slaapliedjes en de meest bekende liederen van Richard Strauss. “Ruhe, meine Seele” hoorde men zelden zo aangrijpend gezongen als door Felicity Lott hier en als zij daarna somber en donker “Allerseelen” zingt zullen weinigen onbewogen blijven. “Einerlei”, “Wiegenlied” en het uitbundige, maar veeleisende “Müttertänderlei” brengt zij innemend. En “Zueignung” staat als een huis. De laatste categorie bevat vier liederen over verliefde meisjes. En natuurlijk mag “Cäcilie” niet ontbreken, hier door Flott vurig gezongen. De vier groepen worden aangevuld met de ‘Drei Lieder der Ophelia’, waarin Felicity Lott fenomenaal de dolende, manische en fluctuerende geest van Ophelia laat horen en Johnson illustreert, maar geeft ook commentaar. De CD sluit af met “Morgen”, één van de belangrijkste liederen uit de muziekliteratuur. Hoor hoe Johnson een eenheid vormt met de zangeres. Ongelooflijk hoe geweldig beheerst de sopraan van Felicity Lott is in de hoogte en laagte, in het piano en het forte. Niet te geloven dat zij hier 55 jaar was! Een CD van één van de belangrijkste Strauss-sopranen van de afgelopen decennia en gelukkig terug in de catalogus. (Champs Hill Records CHRCD037)
9.
De wereld viert dit jaar de 200ste geboortedag van de componist Richard Wagner (1813-1883). Hij schreef met ‘Der Ring des Nibelungen’ één van de langste werken ter wereld. Normaliter duurt de vierdelige opera ruim 15 uur. ‘Der Ring des Nibelungen’ is een spannend verhaal over dwergen, goden, reuzen, waternimfen en de vloek van de ring en leent zich uitstekend als muzikaal avontuur voor kinderen. Edwin Rutten speelde daarom al jaren met de gedachte het verhaal van ‘Der Ring des Nibelungen’ op te schrijven en te vertellen aan kinderen, geïllustreerd door de muziek van Wagner. Rutten smeedde een nieuwe ‘Ring’ en vertelt op de dubbel-CD ‘Aangenaam Klassiek for Kids 2013’ zijn versie van ‘Der Ring des Nibelungen’ in twee uur. De presentatie van de CD-box vond plaats tijdens de 7-daagse Wagner Academie van het Internationaal Vocalisten Concours tussen 21 en 28 september 2013. Edwin Rutten is een ideale verteller. Hij spreekt direct, levendig en warm. Hij vertelt met een vaderlijk vertrouwen en respecteert te allen tijde de intelligentie van de kinderen. Hij nodigt uit om ‘Der Ring des Nibelungen’ in al zijn eenvoud, intimiteit en vreugde te ontdekken. De muziek op de CD is van de integrale EMI-opname van ‘Der Ring des Nibelungen’. Het Symfonieorkest van de Beierse Omroep en de solisten staan onder leiding van de Nederlandse dirigent Bernard Haitink. Een aanrader, ook voor volwassenen! (Warner Classics 509951947927)
10.
De 50ste gedenkdag van de bombardementen door de geallieerden op Dresden werd door de Duitse stad op 13 februari 1995 muzikaal omlijst met een uitvoering van de Tweede Symfonie van Gustav Mahler (1860 – 1911). Deze “Auferstehungs” symfonie uit 1895 is een apocalyptisch werk vol angst, spijt en mogelijke verlossing. Juist Bernard Haitink werd als Nederlandse dirigent gevraagd om dit concert te leiden. Haitink had Mahlers tweede symfonie ook in 1990 gedirigeerd tijdens de 50ste gedenkdag van de bombardementen op Rotterdam en heeft gedurende zijn lange carrière al een aantal opnamen van Mahlers tweede symfonie gemaakt: In 1968 voor Philips met het Concertgebouw, Elly Ameling en Aafje Heynis, in 1994 voor Decca met het Berliner Philharmoniker en Jard van Nes en recent nog in 2009 met het Chicago Symphony Orchestra en Christianne Stotijn. Voor de uitvoering in Dresden nam Haitink ook twee Nederlandse zangeressen mee. Opvallend aan zijn lezing is de natuurlijk ademende frasering, de juiste dosis spanning en de vloeiendheid van de muziek. Haitink overdrijft nergens de tutti’s, de rubati of de tempi en hij jaagt de muziek nergens op. En toch geeft hij de sterkst mogelijke contrasten. Het één na laatste deel “Urlicht” gaat over de beproevingen van de mensheid en het verlossende licht van God. Haitink houdt dit deel eenvoudig en beheerst. De Nederlandse alt Jard van Nes zingt statig, verstaanbaar, expressief en meer berouwvol dan religieus. Haitink laat haar door de strijkers bijschijnen met fluwelen, troostende tonen. Na dit vredige einde breekt de hel van het vijfde deel los, waarin Mahler het einde der tijden schildert. Haitink opent dit laatste deel reusachtig alsof de graven openspringen en alle schepselen zich uit de aarde losmaken. Na de ontwikkeling van het thematische materiaal laat hij een climax ontstaan met ongenadige kracht en marsritmen, waarna de “Apocalyps” sterk aanzwelt met koperblazers op verschillende plaatsen buiten de zaal. Na de grootse onrust klinkt vervolgens de vogel des doods uit de verte met de fluit, piccolo en koperblazers. Daarop zet vanuit uiterste stilte het a capella koor mysterieus het “Auferstehen” in. Haitink houdt het koor hier gematigd met goed gevoel voor reserve. De Nederlandse Charlotte Margiono voegt zich met haar prachtig ronde sopraan bij het koor tijdens “Wird, der dich rief, dir geben” en met charme zingt zij “Uns ein, die starben”. Bij “O glaube” smeken Margiono en Van Nes om beurten om gratie van God. Het mannenkoor zingt vervolgens “Was entstanden is” en brengt het goede nieuws met “Bereite dich zu leben”, waarna Haitink de vaart en intensiteit weer oppakt. Daarna smelten de solistes, het koor en orkest samen en spelen in een climax krachtig naar een overweldigende lofzang als een stralende overwinning op de dood. Het laatste “Aufersteh’n” is een zinderend moment. Haitink trekt hier alle registers open en de finale bereikt een donderend hoogtepunt, waarin ook het orgel van de Semperoper van Dresden meedoet. Je voelt de bijzondere atmosfeer van het concert! Het CD boekje van de dubbel-CD is goed verzorgd en bevat een aantal fraaie essay’s, biografieën en foto’s. In de tekst van “O glaube” zijn helaas een paar foutjes afgedrukt. (Profil Hänssler PH07040)