***
© Sandra Then
Essen, 13 november 2025

‘Wiener Blut’ met charme en een vleugje ondeugd

Een heerlijke operette, een prima bezetting en een weelderig decor. Theater und Philharmonie Essen presenteert ‘Wiener Blut’ als charmant eindejaarsfeest voor liefhebbers.

De operette ‘Wiener Blut’ van de Oostenrijkse componist Johann Strauss II (1825-1899) speelt ten tijde van het Weense congres van 1814 en 1815. Op dit congres verzamelden zich meer dan 200 keizers, koningen, vorsten en diplomaten om na de val van Napoleon een nieuwe toekomst voor Europa tot stand te brengen. Maar op het congres werd meer gedanst dan vergaderd en daarom interesseert de operette ‘Wiener Blut’ zich vooral voor de escapades van ambassadeur Graaf Balduin Zedlau van het vorstendom Reuß-Greiz-Schleiz.

‘Wiener Blut’ werd gemaakt met Strauss’ goedkeuring, maar zonder zijn participatie. Voor de operette werd muziek hergebruikt, die hij eerder had geschreven. Ruim 30 werken van Johann Strauss II werden door de componist Adolf Müller jr. gebruikt om het werk samen te stellen. Het libretto schreven Victor Léon en Leo Stein. Strauss heeft mogelijk een concept van de compositie gezien, maar hij stierf op 3 juni 1899; een paar maanden voor de première van ‘Wiener Blut’ op 26 oktober 1899 in het Carltheater van Wenen.

In het 200ste geboortejaar van Johann Strauss II brengt nu het Theater und Philharmonie Essen ‘Wiener Blut’ in het Aalto-Theater. Het is een co-productie met Johann Strauss 2025 Wien, waar de productie in augustus 2025 in het Schlosstheater Schönbrunn in première ging.

‘Wiener Blut’ wordt gespeeld in schitterende decors van ontwerper Heike Vollmer. Regisseur Nikolaus Habjan (1987) vertelt hier het verhaal romantisch en duidelijk. Ambassadeur Graaf Balduin Zedlau van Reuss-Greiz-Schleiz is getrouwd met Gravin Gabriele, maar zij mist in hem het Weense bloed en verhuist terug naar het kasteel van haar ouders. De verveelde Zedlau begint een affaire met de danseres Franziska Cagliari en heeft daarnaast een oogje de mannequin Pepi, de vriendin van zijn eigen bediende Josef.

In de eerste akte toont het weelderige decor van het brede Aalto toneel een indrukwekkende showtrap toont in Zedlau’s villa te Döbling. Hier wacht Franziska op de Graaf, maar wordt hij ook gezocht door prins Ypsheim-Gindelbach – premier van Reuss-Greiz-Schleiz en Zedlau’s baas – en Zedlau’s bediende Josef. Gabriele hoort van de avonturen van haar man en begeeft zich eveneens naar de villa. De akte besluit met de chaotische verwisseling van Franziska en Gabriele door de premier.

Het enthousiaste Opernchor des Aalto-Theaters opent met de Polonaise het grote kostuumbal van de tweede akte in het paleis van Graaf Bitowski. Een gigantische spiegel staat scheef tegen de achterwand dat het tafereel reflecteert en een ruimtelijk effect geeft. Zedlau verleidt Pepi en nodigt haar uit voor het volksfeest in Hietzing. Franziska en Gabriele willen echter ook met Zedlau naar Hietzing en als de Bitowski uiteindelijk Gabriele als de Gravin begroet, worden hun persoonsverwisselingen opgehelderd.

De spiegel blijft in derde akte, maar een geraffineerd changement maakt van de balzaal een casinotuin in Hietzing. De Graaf tracht Pepi het hof te maken, maar die ontkomt luchtig aan zijn avances. Gabriele begeleid door prins Ypsheim-Gindelbach en Franziska begeleid door Josef ontmaskeren de Graaf, waarna de koppels zich ten slotte herenigen.

Dat deze ‘Wiener Blut’ in Essen toch niet de Weense charme bezit, komt door de regie, die de personages meer had kunnen uitdiepen, de acteerprestaties had kunnen bijschaven en de timing van de grappen had kunnen verbeteren. Dat de operette muzikaal niet bruist komt door de trage tempi van de Napolitaanse dirigent Tommaso Turchetta, sinds 2023 1. Kapellmeister in Essen. In het voorspel stond de muziek zelfs bijna stil. Zijn lezing trekt de polka’s, walzen en marsen uit elkaar, waardoor ook de Essener Philharmoniker dikwijls moeite heeft gelijk te spelen.

Dat deze ‘Wiener Blut’ in Essen toch een geslaagde voorstelling wordt, komt door de acht zangers en acteurs. Naast de deftige Duitse sopraan Raffaela Lintl als Gabriele, is de Weense tenor Clemens Kerschbaumer de ster van de avond als Zedlau, met een stem die als twee druppels water lijkt op die van Fritz Wunderlich. Het is jammer dat het tweede gedeelte van zijn aria in de tweede akte werd geschrapt.

De Duitse sopraan Janina Mae Dettenborn is Franziska met een prachtige hoogte, naast de stijve prins van de Beierese bas-bariton Stefan Stoll. De Amerikaanse sopraan Christina Clark – sinds 2001 in Essen – is een vederlichte Pepi, naast de droog geestige Josef van de Weense acteur Boris Eder. Kortom, een uitvoering van een heerlijke operette, waarin veel te genieten valt.