***** CD van de Maand De nieuwste uitgave van het CD-label Marston Records bevat de volledig bekende opnamen van de Franse mezzosopraan Blanche Marchesi, dochter van de legendarische zangpedagoge Mathilde Marchesi.

Blanche Marchesi (1863-1940) werd in Parijs geboren en kreeg zangles van haar moeder. Moeder Mathilde Marchesi (1821-1913) was geboren in Frankfurt en werd na een korte zangcarrière zangpedagoge. Haar carrière als docente bracht haar naar Wenen (1854-1861 en 1868-1881) met een onderbreking aan het Conservatoire van Parijs (1861-1868). Ten slotte zou zij vanaf 1881 in haar Parijse woning lesgeven en zo’n zestig internationale sterzangeressen, waaronder Frances Alda, Emma Calvé, Emma Eames, Selma Kurz en Nellie Melba, werden door haar opgeleid. Het boek ‘Divas’ van Roger Neill uit 2016 geeft een goed overzicht van Marchesi’s zangschool.

Dochter Blanche Marchesi begon haar carrière in 1881 tijdens privéconcerten in Parijs. In 1894 vestigde zij zich na een huwelijk in Londen. Haar professionele debuut was in 1895 in Berlijn, Brussel en Parijs en in 1896 maakte zij haar recitaldebuut in Londen. In 1900 trad Blanche Marchesi voor het eerst op in een opera toen zij in Praag Brünnhilde in ‘Die Walküre’ zong. Vervolgens zong zij in 1902 en 1903 in Engeland bij de Moody-Manners Opera Company in onder andere ‘Cavalleria Rusticana’. Het grootste deel van de tijd werkte zij echter als concertsoliste en later ook als zanglerares.

De nieuwe uitgave van het CD-label Marston Records ‘The Complete Blanche Marchesi and Selected Recordings by Pupils of Mathilde Marchesi’ opent met zeven Berlijnse opnamen van Blanche Marchesi uit februari 1906, waarvan drie met Bruno Seidler-Winkler aan de piano en vier met hem als orkestdirigent. “Bist du bei mir” van Stölzel in een arrangement van Bach laat al de Marchesi-techniek horen. Moeder Mathilde was een voorstander van een natuurlijke zangstijl en alles klinkt bij Blanche ontspannen zonder scherpe randen. De trillers zijn voortreffelijk.

“Schaatsen op de Nijl” zei de Amerikaanse recensent James Huneker ooit over Emma Eames’ vertolking van Aida en die dramatiek ontbreekt ook in de opnamen van Blanche Marchesi’s “Voi lo sapete” uit ‘Cavalleria Rusticana’ en “Vissi d’arte” uit ‘Tosca’. Mathilde Marchesi instrueerde een instinctieve manier van ademhalen en Blanche haalt in “Vissi d’arte” vele extra en onnodige keren adem. Aan de andere kant hoor je haar lange lijnen, zoals de twintig seconden durende laatste frase van “Im Mai” van Otto Goldschmidt.

Blanche Marchesi keerde in 1930 terug naar Londen en maakte daar – toen zij over de zeventig was – elf opnamen met pianobegeleiding. Deze opnamen laten de uitstekende basis van haar techniek horen en zij zingt crescendi, melismata’s, pianissimi en fraai legato, ook al zijn de noten en zuiverheid soms twijfelachtig. Interessant het tragische “O death, rock me asleep” op woorden van Anne Boleyn. Na de Eerste Wereldoorlog gaf Blanche Marchesi nog zangles in Parijs. Haar afscheidsconcert vond plaats in 1938 en zij stierf op 15 december 1940 in Londen.

Naast de volledige Blanche Marchesi bevat deze box van twee CDs nog een aantal zeldzame platen van andere leerlingen van Mathilde Marchesi, waarvan de meeste opnamen hier voor het eerst worden uitgebracht. Het zijn registraties van vier Amerikaanse sopranen en een Australische alt.

Ester Pallister (1868-?) was een Marchesi-leerlinge van de tweede categorie. Zij was een concertzangeres en gaf onder andere liedrecitals met Ambroise Thomas. De CD-box bevat zes Londense opnamen van haar uit 1902. Luister naar haar coloraturen in het duet “Bolero” van Saint-Saëns dat zij samen met haar zus zingt en naar “La folletta” van Mathide Marchesi’s echtgenoot Salvatore.

Suzanne Adams (1872-1953) had niet lang les van Mathilde, aangezien zij haar dwingende manieren niet tolereerde. Adams had een grote operacarrière in Covent Garden te Londen en de Metropolitan Opera van New York. De CD-box bevat zes Londense opnamen van haar uit 1902. Luister naar de aria’s van Gounod “Ah! Je ris” uit ‘Faust’ en “Je veux vivre” uit ‘Roméo et Juliette”, de opera waarmee zij haar Met-debuut maakte.

Ook Frances Saville (1865-1935) maakte als Juliette haar Met-debuut. Zij was een nicht van Frances Alda en had in 1894 in Monte Carlo naast Francesco Tamagno in Verdi’s ‘Otello’ gezongen. De CD-box bevat twaalf Weense opnamen van haar uit 1902. De opnamen laten een vibratoloze stemvoering horen en de aria’s in het Duits gezongen. Luister uit Wagners ‘Lohengrin’ naar “Euch Lüften, die mein Klagen” van Elsa, de rol waarmee zij in 1899 afscheid nam van de Met. Verder haar “Voyons Manon” en “Obéissons” uit Massenets ‘Manon’, de titelrol die zij voor het eerst in 1897 in Covent Garden zong. In “Les oiseaux dans la charmille” uit Offenbachs ‘Les Contes d’Hoffmann’ laat Saville haar Marschesi-triller horen.

Naast Suzanne Adams maakte Elizabeth Parkina (1878-1922) in 1904 haar Covent Garden-debuut als Siebel in ‘Faust’. De CD-box bevat twaalf Londense opnamen van Parkina uit 1904 en 1906. Op de platen klinkt een jonge, frisse coloratuursopraan in intieme vertolkingen met strakke, maar elegante en luchtige versieringen. Luister naar “La villanelle” van de Belgische componiste Eva Dell’Acqua, charmant en speels met sprankelende staccati en feilloze trillers. Parkina stierf op 43-jarige leeftijd aan tuberculose.

Ten slotte de Australische alt Ada Crossley (1871-1929), een concertzangeres met optredens in onder andere Queen’s Hall en Wigmore Hall te Londen. De CD-box bevat vier opnamen die zij in 1903 maakte in Philadelphia en zij was daarmee de eerste zangeres die Red Seal registraties maakte voor de Victor Talking Machine Company. Daarnaast zijn er nog drie Londense opnamen uit 1905 en 1906. Luister naar haar charme in “Paysage” van Hahn en de rust en kalmte in “But the Lord is mindful of his own” uit ‘Paulus’ van Mendelssohn.

Opnieuw een interessante uitgave van Marston met opnamen van bijzondere zangeressen. De transfers zijn zoals altijd uitmuntend en het CD-boekje bevat unieke foto’s, essays met biografieën en besprekingen van de opnamen.