06-11-2024
De Nederlandse tenor Chris van Woerkom werd geboren op 6 november 1924 te Ridderkerk bij Rotterdam.
Chris van Woerkom volgde in eerste instantie de HBS en het middelbaar technische onderwijs. Eind jaren veertig begon hij op 24-jarige leeftijd op aanraden van vrienden met het nemen van zanglessen. Hij studeerde bij onder anderen Jo Bollekamp in Rotterdam, Catharina Riesz-Klikee in Wassenaar en Reginald Bourlier in Den Haag.
Van Woerkom zou later nog les nemen bij onder anderen ene mevrouw Grütter te Zürich, Clemens Glettenberg te Keulen, Georg Hartmann – intendant van het Nationaltheater München – en Ernst Gerold Schramm.
1950
Chris Woerkom werd begin jaren vijftig toegelaten tot het Conservatorium van Amsterdam. Vanaf 1953 studeerde hij gedurende twee jaren bij Hans Brandts-Buys passiemuziek van Bach. In 1953 zong Van Woerkom in zijn eerste grote concert met de ‘Johannes-Passion’ van Bach.
In het seizoen 1953/1954 werd Van Woerkom geëngageerd door De Nederlandsche Opera te Amsterdam en maakte er zijn debuut aan het einde van het seizoen als de 2. Gefangener in ‘Uit Een Dodenhuis’ van Janáček.
Ondertussen nam Van Woerkom in september 1954 deel aan het eerste Internationaal Vocalistenconcours ‘s-Hertogenbosch (IVC) – toen nog Benelux Vocalistenconcours – waar hij tot de finalisten behoorde.
In het seizoen 1954/1955 zong Van Woerkom bij De Nederlandsche Opera de rol van Antonio in ‘Mignon’ van Thomas en 1. Geharnischter in ‘Die Zauberflöte’ van Mozart.
1955
Chris van Woerkom zong bij De Nederlandsche Opera op 27 september 1955 de rol van Un Messo in ‘Il Trovatore’ van Verdi en op 2 maart 1956 zong hij de rol van Trabuco in ‘La Forza del Destino’ van Verdi.
Verder vertolkte hij in dat seizoen 1955/1956 bij De Nederlandsche Opera de rol van Ottokar in ‘Der Zigeunerbaron’ van Johann Srauss jr., Giuseppe in ‘La Traviata’ van Verdi, Un Messaggero in ‘Aida’ van Verdi.
Hij zong bij De Nederlandsche Opera op 25 oktober 1956 de rol van Don Curio in ‘Le Nozze di Figaro’ van Mozart.
Op 2 februari 1957 werkte Van Woerkom mee aan de wereldpremière van de opera ‘De Kous’ van Johannes Röntgen in de rol van Peter de Smid in de Amsterdamse Stadsschouwburg.
Tussen 5 april en 27 augustus 1957 trad hij bij De Nederlandsche Opera op in de rol van de Graaf van Lerma in ‘Don Carlos’ van Verdi.
Verder vertolkte hij in het seizoen 1956/1957 bij De Nederlandsche Opera de rol van Beppo in ‘Pagliacci’ van Leoncavallo, Lillas Pastia in ‘Carmen’ van Bizet en Tschaplitzki in ‘Schoppenvrouw’ van Tsjaikovski.
Bij De Nederlandsche Opera zong hij op 1 september 1957 de rol van Un Garde in ‘Carmen’ en op 2 mei 1958 de rol van Altoum in ‘Turandot’ van Puccini. Tussen 15 juni en 11 juli 1958 vertolkte hij de rol van Bertaut de Villebresme in de wereldpremièrereeks van de opera ‘François Villon’ van Sem Dresden. Ondertussen zong hij op 25 juni en 8 juli 1958 bij De Nederlandsche Opera de rol van Un Giudice in ‘Un Ballo in Maschera’ van Verdi.
Verder trad Van Woerkom in dat seizoen 1957/1958 bij De Nederlandsche Opera op in rollen als Graaf Riccardo in ‘De Vier Huistirannen’ van Wolf-Ferrari en Borsa in ‘Rigoletto’ van Verdi.
In het seizoen 1958/1959 trad hij voor het laatst op bij De Nederlandsche Opera als Giuseppe in ‘La Traviata’.
In datzelfde seizoen volgden engagementen aan de Koninklijke Vlaamse Opera te Antwerpen. In België zou Chris van Woerkom vanaf de jaren vijftig blijven wonen en trouwde hij ook met de Belgische sopraan Angèle Geerts.
Hij maakte zijn debuut bij De Munt Opera van Brussel op 22 oktober 1959 als de Berger in ‘Oedipus Rex’ van Stravinsky. In Brussel studeerde hij nog bij Mina Bolotine.
1960
Chris van Woerkom studeerde begin jaren zestig nog bij regisseur Herbert Graf in Zürich (1960-1963).
In november 1963 zong hij in De Munt voor het eerst Valzacchi in ‘Der Rosenkavalier’ van Richard Strauss.
1965
Chris van Woerkom zong in 1966 de partij van de Evangelist in de ‘Matthäus-Passion’ van Bach:
“zonder twijfel werd deze uitvoering voor een groot deel gedragen door de overtuigende evangelistenpartij van Chris van Woerkom, die de persoonlijke geëmotioneerdheid van de ‘verteller’ in juist en overtuigend evenwicht brengt met de objectiviteit, die aan deze verteller is toebedacht” (Vrije Volk; 16-3-1966)
Op 6 mei 1966 gaf hij met de Koninklijke Vlaamse Opera een gastvoorstelling in de Stadsschouwburg van Eindhoven en zong hij de titelrol in ‘Reinaert de Vos’ van Peter Welffens.
Bij Opera Forum trad hij op 1 januari 1968 in de Twentse Schouwburg te Enschede op in de rol van Alfredo in ‘La Traviata’.
1970
Chris van Woerkom zong in maart 1974 in De Munt de rol van Monostatos in ‘Die Zauberflöte’ van Mozart.
Hij werd in België docent aan de Studio Herman Teirlinck te Antwerpen, aan de Muziekacademie van Wemmel en aan de Muziekacademie in Geraardsbergen.
1995
Ieder jaar zong hij de Evangelist in de ‘Matthäus-Passion’ in de Carolus Boromeuskerk in Antwerpen op paaszaterdag. In de ‘Matthäus-Passion’ trad hij voor het laatst op 72-jarige leeftijd op. Hij zou in het werk meer dan vijfhonderd keer gesoleerd hebben, voornamelijk in de partij van de Evangelist.
2005
Chris van Woerkom overleed op 14 mei 2008 op 83-jarige leeftijd in het Belgische Zottegem.