***** Thomas Meyer – Hannah Arendt

Na de biografie ‘Hannah Arendt; For Love of the World’ (1982) van de Amerikaanse schrijfster Elisabeth Young-Bruehl – in 2005 bij uitgeverij Atlas in de Nederlandse vertaling verschenen – is er geen veelomvattende biografie over de Duitse filosofe Hannah Arendt (1906-1975) meer verschenen. De Duitse filosoof Thomas Meyer (1966) vond het tijd voor een nieuwe biografie om het leven en werk van Arendt voor onze eigen tijd te ontsluiten. Het boek werd vorig jaar in Duitsland gepubliceerd en nu is het werk bij uitgeverij Atlas in een Nederlandse vertaling van Wil Hansen (1949) uitgebracht als ‘Hannah Arendt; De biografie’.

Meyer maakte gebruik van tot dusverre onbekend archiefmateriaal en andere, tot nu toe genegeerde documenten. Archiefonderzoek leverde een grote hoeveelheid brieven en teksten van en over Arendt op, die deels voor het eerst voor deze biografie werden gebruikt. Meyer beschrijft Arendts leven in de biografie eerst chronologisch van haar geboorteplaats Linden bij Hannover via haar studies bij Heidegger in Marburg (1924) en Jaspers in Heidelberg (1926), naar haar Parijse jaren (1933) tot tijd in Amerika (1941). Daarna belicht Meyer haar leven per onderwerp, zoals de media-intellectueel Arendt, haar problematische relatie met Heidegger, haar werken en haar houding tegenover vrouwenrechten.

De eerste 35 jaren van Arendts leven stonden in het teken van haar Joodszijn. Pas na haar vlucht naar de Verenigde Staten kwam haar enorme tekstproductie en omvangrijke spectrum aan onderwerpen op gang. Haar optredens in de media waren indrukwekkend vanwege de verbinding van haar vermogen tot persoonlijk-vakkundig gezag met een retoriek die geen twijfel toelaat. Velen hebben Arendt veroordeeld niet genoeg afstand te hebben genomen van haar leraar Heidegger vanwege diens nazi-sympathieën. Meyer toont aan dat zij kritiek op hem vermeed, haar soms zelfs wegredeneerde, maar zijn houding in een lezing in 1954 in Chicago weldegelijk verpletterde.

De kritiek op Arendts ‘Eichmann in Jerusalem’ (1963) wordt in (slechts) tien bladzijden behandeld en hier veronderstelt Meyer – zoals ook dikwijls elders in de biografie – bij de lezer een zekere basiskennis van Arendt. Te allen tijde is Meyer echter – zoals je van een goed filosoof mag verwachten – uiterst genuanceerd en bewaart hij tevens een zekere, nuchtere distantie. Maar naast de kritiek weet Meyer ook steeds weer de fascinatie die de persoon en de werken van Arendt opriepen te schetsen. ‘Hannah Arendt’ is een waardevolle biografie die veel toevoegt aan onze kennis over deze belangrijke denker. De uitgever zou overigens voor de volgende editie een minder korrelige foto op de omslag kunnen nemen.

Hardcover
mei 2024
424 pagina’s
Uitgeverij Atlas Contact
ISBN 9789045039572
€ 39,99

***** Laurien Vastenhout – ‘Joodse raden’ in West-Europa tijdens de Duitse bezetting

In de periode na de Tweede Wereldoorlog werd voornamelijk negatief geoordeeld over de rol van Joodse raden in bezet Europa. Zo kwam Hannah Arendt tot haar beruchte uitspraak dat als de Joden ongeorganiseerd en zonder leiders waren geweest “chaos en veel ellende het gevolg waren geweest, maar het totale aantal slachtoffers vermoedelijk niet 4,5 tot 6 miljoen had bedragen.”

In haar proefschrift ‘The ‘Jewish Councils’ of Western Europe’ toonde Laurien Vastenhout (1991) aan dat dit thema van de Joodse raden veel complexer is. Haar boek ‘Between Community and Collaboration; ‘Jewish Councils’ in Western Europe under Nazi Occupation’ uit 2022 is nu in Nederlandse vertaling verschenen als ‘‘Joodse raden’ in West-Europa tijdens de Duitse bezetting’.

Vastenhout wilde inzicht krijgen in de omstandigheden en overwegingen die de keuzes en het gedrag van Joodse raden hebben bepaald. Daarvoor diende zij een beter begrip te verwerven van de vorm, functie en rol van de Joodse raden. Als bronnen gebruikte zij administratieve bescheiden, rechtbankverslagen, persoonlijke getuigenissen en biografische documenten van voor, tijdens en na de oorlog.

Al snel bleek dat met een vergelijkende benadering beter recht kon worden gedaan aan de geschiedenis van deze organisaties in Nederland, België en Frankrijk. Door overeenkomsten en verschillen tussen de organen in die drie landen te onderzoeken kon Vastenhout verhelderen hoezeer lokale omstandigheden van invloed waren en kon zij de keuzes van de Joodse leiders in breder verband beoordelen.

Zo viel in Nederland de Joodse Raad onder de SS, terwijl in België en Frankrijk de raden onder toezicht van meerdere instanties met verschillende belangen waren. Daardoor hadden die instanties in België en Frankrijk minder grip op de Joodse raden dan in Nederland.

Ook de samenstelling en organisatiegraad van de Joodse gemeenschappen in de drie landen vertoonden verschillen. In de meer uniforme Joodse gemeenschap in Nederland kon makkelijker een organisatie worden opgericht die het grootste gedeelte van de Joden in het land representeerde. In België en Frankrijk waren de gemeenschappen meer versplinterd en kon door de Joodse organisaties onmogelijk een vertegenwoordigende rol worden vervuld. Wellicht had Hannah Arendt dan toch geen ongelijk, want in België en Frankrijk waren minder Joodse slachtoffers dan in Nederland. Deze conclusie trekt Vastenhout echter niet.

De onderzoekster toont verder dat de coöperatie van Joodse bestuursleden met de nazi’s – vooral in België en Frankrijk – dikwijls fungeerde ook als dekmantel voor verzet. Ten slotte concludeert zij dat bij de nazi’s geen duidelijk vooropgezet beeld was van de opzet, rol en taken van de Joodse raden in alle drie landen. Vaak zorgden lokale omstandigheden en de houding van de lokale overheden ervoor dat de nazi’s dit voortdurend aanpasten. ‘‘Joodse raden’ in West-Europa tijdens de Duitse bezetting’ is een belangrijk boek en onderzoek dat tevens een lans breekt voor de vergelijkende benadering in historische studies.

Hardcover
mei 2024
413 pagina’s
Uitgeverij Verbum
ISBN 9789493028654
€ 29,50

***** Rainer Maria Rilke – Het boek der beelden

De Duitse dichter Rainer Maria Rilke (1875-1926) schreef tussen 1898 en 1906 zijn gedichtenbundel ‘Das Buch der Bilder’, die in 1902 werd gepubliceerd en waarvan in 1906 een herziene tweede druk verscheen. De verzameling wordt beschouwd als een belangrijk werk van het impressionisme en het is des te opmerkelijker dat de gedichten nog nooit integraal in het Nederlands werden overgezet. Gerard Kessels (1951) – van wie in 2023 nieuwe Nederlandse vertalingen verschenen van Rilkes werk – vertaalde de bundel nu als ‘Het boek der beelden’.

‘Het boek der beelden’ bestaat uit twee boeken met ieder twee afdelingen. De bundel vormt een overgang tussen Rilke’s vroege, emotionele en atmosferische fase en zijn latere, objectiverende en interpreterende poëzie. De eerste afdeling van het eerste boek is een meer heterogene verzameling, waarin de oudere, neoromantische teksten te vinden zijn. De thema’s zijn engelen, kinderen, lente, kunst, leven en individu met een emotionele nadruk van het lyrische ego. Het behandelt het over een drempel stappen en verlaten van de vertrouwde situatie. Al in het eerste gedicht “Eingang” – prachtig op muziek gezet door de Joodse componist Robert Fürstenthal – leest men hoe de wereld aan de kunstenaar verschijnt. In stijl komt het één en ander tot uiting in Rilkes virtuoze gebruik van klanknabootsingen zoals alliteraties en halfrijmen.

De tweede afdeling van het eerste boek bevat de overgave van Rilkes existentiële eenzaamheid aan de natuur met de kleuren en de klanken van de avond, herfst, nacht en storm, aan landschappen vol verwachting. In “Der Einsame” voelt men die eenzaamheid die Rilke zijn hele leven begeleidde. “Herbsttag” en “Herbst” (heerlijke jazzy door Michael Tilson Thomas op muziek gezet) en “Ende des Herbstes” (door Erik Norby getoonzet) zijn de herfstgedichten. “Zum Einschlafen zu sagen” (op muziek van Viktor Kalabis) en “Abend” (ook op muziek van Norby) zijn avondgedichten. De storm in “Vorgefühl” werd door Schoenberg van expressionistische muziek voorzien.

Het tweede deel biedt vanaf 1902 de op ervaringen gebaseerde nuchtere esthetiek en afstand van gevoelens. De dichter is hier een observator en interpreet die met de kracht van de verbeelding zijn taal aanstuurt en de diepere kern van de dingen verwoordt. De eerste afdeling bevat omvangrijkere gedichten met een historische en religieuze inhoud met onderwerpen uit het Christendom en de geschiedenis. De tweede afdeling is uiterst heterogeen en hier krijgt het onesthetische meer ruimte. Lees de 9-delige cyclus ‘Die Stimmen’ waarin figuren hun eigen stem verwerven, zoals in “Das Lied des Trinkers”, eveneens door Michael Tilson Thomas getoonzet.

‘Das Buch der Bilder’ lijkt een willekeurig verzameling waar diverse stijlen, genres, stemmen en onderwerpen een plek vinden en een samenhangende visie schijnt te ontbreken. Maar de bundel bevat veel van Rilkes bekendste en mooiste gedichten, waarin hij als geen ander een gevoel, een perspectief of een intonatie in taal en symboliek kan oproepen. De tweetalige uitgave toont Gerard Kessels sterke affiniteit met de teksten van Rilke. In zijn vertaling wordt Rilkes poëzie met verbeeldingskracht tot leven gewekt. Kessels schuift zo nu en dan met rijmschema’s, behoudt echter de vormschoonheid en respecteert zoveel mogelijk metrum en ritme. Het voorwoord is van docent, literatuuronderzoeker en poëzierecensent Johan Reijmerink (1945) en het nawoord en de noten zijn van de vertaler.

Paperback
mei 2024
304 pagina’s
Uitgeverij IJzer
ISBN 9789086842964
€ 29,50

**** Dick Harrison – Karel de Grote

Karel de Grote (742-814) was tijdens zijn leven al omgeven door mythes en zijn reputatie groeide nog meer na zijn dood. Zelfs nu nog wordt hij beschouwd als één van de grootste heersers en strijders in de Europese geschiedenis. Echter, de scheidslijn tussen wat waargebeurd en wat legende is, is dun. De Zweedse hoogleraar geschiedenis Dick Harrison (1966) reconstrueerde het leven en tijd van de Frankische koning en keizer in het boek ‘Karel den Store’ (2021), dat nu in een Nederlandse vertaling van Ger Meesters is uitgebracht als ‘Karel de Grote; Erfgenaam van Rome, vader van Europa’.

Harrison schreef tal van artikelen, blogs, romans en non-fictieboeken, maakt tv-documentaires over Europese en Zweedse geschiedenis en zijn eerdere naar het Nederlands vertaalde boeken werden bestsellers. Voor ‘Karel de Grote’ gebruikte hij tal van recente biografieën en analyses van Karel de Grote en diens regeerperiode. Daarnaast onderzocht Harrison verschillende aspecten van de geschiedenis van Karel de Grote met uitzicht op Europa in die tijd. Een belangrijke bron was de biografie van Karel de Grote die de Frankische geleerde, dichter en geschiedschrijver Einhard in de 9e eeuw schreef.

‘Karel de Grote’ geeft een beeld van de vorst als krijger, als bestuurder en als christen. Het boek vertelt over zijn prestaties van de Frankische koning en keizer en zijn tijd. De vorst maakte het Frankische Rijk tot het grootste West-Europese rijk van de vroege middeleeuwen. Zijn belang is vandaag de dag nog niet afgenomen. Weinig heersers hebben door de eeuwen heen zoveel betekend voor de politieke en culturele ontwikkeling van Europa. Karel de Grote heeft meer bouwstenen aan het West-Europese politiek stelsel toegevoegd dan menig andere militair of politicus in de geschiedenis. Zijn culturele ambities waren des te opmerkelijk aangezien hij nooit heeft leren lezen en schrijven.

Er waren al talloze boeken over Karel de Grote verschenen – alleen al in het Nederlands de laatste tien jaren vier – maar Harrison biedt een vlot en levendig geschreven biografie met details en boeiende wetenswaardigheden. Hij beschrijft het leven en de tijd van Karel de Grote niet chronologisch, maar per onderwerp. Daardoor moet men eerst door een lange inleiding om de vroege middeleeuwen te begrijpen, een inleiding die een derde van het boek in beslag neemt en waarin Karel de Grote niet of nauwelijks wordt genoemd. Met ruim zestig schitterende afbeeldingen in kleur.

Paperback
juni 2024
192 pagina’s
Uitgeverij Omniboek
ISBN 9789401919746
€ 22,99

***** Emmanuel Despujol & Isabelle Bottier – Agatha Christie; 13. En het einde is de dood

‘Death Comes as the End’ is de enige roman van de Britse schrijfster Agatha Christie (1890-1976), die zich niet in de 20e eeuw afspeelt en ook – ongebruikelijk voor haar – geen Europese personages bevat. Het boek verscheen voor het eerst in 1944 in de Verenigde Staten. In 1990 werd de roman opgenomen in de lijst van de 100 beste misdaadromans aller tijden van de Crime Writers’ Association.

Christies verhalen verschijnen sinds 2017 bij de Franse uitgeverij Paquet in stripvorm. Diverse scenaristen en tekenaars werkten hier reeds aan mee en inmiddels zijn in het  Frans 16 delen uitgebracht. In de reeks verscheen vorig jaar ‘Death Comes as the End’ als ‘La mort n’est pas une fin’, die nu door Dark Dragon Books als deel 13 in het Nederlands is uitgegeven als ‘En het einde is de dood’.

‘En het einde is de dood’ valt op door het hoge aantal doden. Het verhaal gaat over koning Imhotep die na de dood van zijn eerste echtgenote Ashayet terugkeert uit Memphis met zijn nieuwe bijvrouw Nofret. Zij zorgt met haar optreden binnen de familie van Imhotep voor chaos, haat en jaloezie. Als Nofret wordt vermoord en daarna nog meer doden vallen, ontstaat bij de familie de angst dat haar vloek op het huis rust…

Scenariste Isabelle Bottier (1973) bewerkte het complete verhaal met vele personages zeer knap tot een heldere strip. Alle personages van het origineel zijn bewaard gebleven. De Franse tekenaar Emmanuel Despujol (1964), die samen met zijn dochter Juliette Despujol (1997) ook de inkleuring verzorgde, differentieert helaas niet altijd scherp tussen de figuren. De vertaling van is handen van Natasja van Loon (1969).

augustus 2024
64 pagina’s
Uitgeverij Dark Dragon Books
ISBN 9789464605495 (softcover)
€ 10,95 (softcover)

***** Pierre Tranzano / Clotilde Bruneau / Luc Ferry – Gilgamesj; 2. De woede van Isjtar

De collectie ‘De wijsheid van mythes’ is ontstaan op initiatief van de Franse filosoof en voormalig minister van onderwijs Luc Ferry. Hij herschreef Grieks mythologische verhalen, waarbij hij trouw bleef aan de originele teksten van onder anderen Homerus en Plutarchus. In deze serie verscheen in mei 2023 in het Nederlands het eerste deel van de drieluik ‘Gilgamesj’ en nu is deel 2 ‘De woede van Isjtar’ uitgebracht.

Voor deze trilogie zocht Ferry het niet binnen de Griekse mythologie, maar bij die van Mesopotamië. In deel 1 zagen we hoe de goden een alter ego tegen de gewelddadige koning Gilgamesj schepten in de gedaante van Enkidoe. Deze dubbelganger is de enige die met de koning kan wedijveren wat betreft moed en kracht en uiteindelijk sluiten de twee vriendschap. In deel 2 besluiten de helden op avontuur te gaan in het cederwoud en het daar op te nemen tegen het monster Humbaba, de bewaker van het woud. Maar zij houden geen rekening met de godin Isjtar, wier heiligdom het woud domineert…

Voor deel 2 zijn dezelfde makers geëngageerd als voor deel 1 en dat zorgt voor samenhang. Het storyboard en de tekeningen zijn opnieuw van de Fransman Pierre Taranzano, die prikkelende, mythische illustraties biedt. Het scenario is weer van de Franse schrijfster Clotilde Bruneau en de inkleuring is van de Fransman Bruno Tatti (alias Stambecco), bijgestaan door zijn landgenoot Thomas Levadoux. De Nederlandse vertaling is deze keer in handen van Christophe Deconinck. De fabelachtige cover is – zoals altijd in de reeks – van Fred Vignaux. Deel 2 bevat helaas geen extra literair katern zoals deel 1.

augustus 2024
48 pagina’s
Uitgeverij Daedalus
ISBN 9789463947657 (softcover)
€ 10,25 (softcover)