***
© Susanne Diesner
Düsseldorf, 13 januari 2023

Iréne Theorin majestueuze Isolde in Tonhalle Düsseldorf

De Tonhalle van Düsseldorf viert de onsterfelijke liefde van de tweede akte uit Richard Wagners opera ‘Tristan und Isolde’. Hier oogst vooral de Zweedse sopraan Iréne Theorin bewondering als Isolde.

De Duitse componist Richard Wagner (1813-1883) schreef ‘Tristan und Isolde’ tussen 1856 en 1859 in drie akten. De tweede akte componeerde hij gedurende zijn acht maanden durende verblijf in Venetië. Daar was hij in afwezigheid van zowel zijn echtgenote Minna – in een kuuroord vanwege een hartaandoening – als zijn minnares Mathilde Wesendonck. In Venetië schreef Wagner aldus in eenzaamheid de tweede akte over de grote, onsterfelijk liefde, waarvoor men naar oud literaire traditie sterven wil.

Deze tweede akte van ‘Tristan und Isolde’ wordt in Tonhalle van Düsseldorf gevierd in een concertante uitvoering. De gebouw bevat een indrukwekkende zaal met 1854 zitplaatsen. Het monument werd in 1926 gebouwd onder de naam Rheinhalle en was oorspronkelijk als planetarium ontworpen. In de jaren 1970 werd het omgebouwd tot concertzaal, aangezien de oorspronkelijke Düsseldorfer Tonhalle in de Flinger Straße in 1942 door bombardementen was verwoest. In de Flinger Straße had overigens Richard Wagner zelf nog zijn werken gedirigeerd.

In de tweede akte vinden we Tristan en Isolde op het eiland Cornwall van koning Marke, voor wie Isolde eigenlijk als bruid bestemd is. De verliefden zijn vervuld van verlangen, zwelgen in geluksgevoel en wensen zich de liefdesdood, die eeuwige genoegen belooft. Door hun extatische beloften negeert het liefdespaar vervolgens de waarschuwingen van Isoldes verzorgster Brangäne en worden zij betrapt door koning Marke en Tristans oude vriend en verrader Melot. In de strijd met Melot wordt Tristan uiteindelijk verwond.

Drie concertante uitvoeringen van deze tweede akte uit ‘Tristan und Isolde’ staan in de Tonhalle op het programma, waarvan de eerste niet uitverkocht was. Het huisorkest van de Tonhalle, de Düsseldorfer Symphoniker, staat onder leiding van de Hongaarse maestro Ádám Fischer, sinds 2015 chefdirigent van het orkest. In zijn geboortestad Boedapest leidt hij sinds 2006 zijn eigen ‘Budapest Wagner Days’, nadat hij in Bayreuth vier seizoenen ‘Der Ring des Nibelungen’ had gedirigeerd. Het Düsseldorfer Symphoniker is geen operaorkest, maar speelt geconcentreerd onder de bezielende leiding van Fischer, die alles uit het hoofd dirigeert, de solisten uitstekend aangeeft én dikwijls meezingt!

Ook de vocalisten zingen alles uit hun hoofd. De Zweedse sopraan Iréne Theorin vertolkte Isolde onder andere in de Wiener Staatsoper en Bayreuth en is nog altijd vocaal indrukwekkend (ze wordt dit jaar 60!). Zij zingt nooit in haar borststem en houdt de laagte in haar middenregister, dat in het piano dikwijls wollig en onverstaanbaar klinkt. Maar in het forte en de hoogte gaat de stem open, is er “Durchschlagskraft” en volledige expressie. En haar hoge Cs stonden als een huis. Een majestueuze Isolde!

Tijdens haar liefdesduet met Tristan wordt in het “Wunderreich der Nacht” de lichten van het podium in de Tonhalle sfeervol gedimd. Hier wordt de partij van Tristan vertolkt door de Hongaarse tenor Zoltán Nyári, die vermoedelijk door Fischer is meegebracht. Nyári zingt Wagner als barokmuziek, zonder legato, met een licht timbre, soms holle, vlakke tonen met een leeg timbre zonder resonansen en heeft helaas niet het vocale karakter van een heldentenor.

De Hongaarse mezzosopraan Atala Schöck is een vaste soliste bij het Budapest Wagner Days en een vocaal imponerende Brangäne. De jonge, Australische bas Derek Welton is een slanke König Marke in perfect Duits en de Kroatische bariton Miljenko Turk overtuigt als Melot. Melot zingt vreemd genoeg ook de entree van Kurwenal in de derde scène.

De tweede akte van ‘Tristan und Isolde’ is geen avondvullend programma. In deze Düsseldorfer uitvoering is bovendien in het liefdesduet van Tristan en Isolde – het zenuwcentrum van de tweede akte – nog een forse, onnodige coupure gemaakt. Door de “Tagwelt” – met zijn wetten van eer en trouw –  te schrappen, ontbreekt het contrast met de “Sphäre der Nacht”. De enige smet op een verder mooi concert.