1.
De wereldpremière van de opera ‘Macbeth’ van Giuseppe Verdi (1813-1901) vond plaats in Florence in 1847. Verdi reviseerde de opera voor de opvoering in Parijs van 1865 en deze Parijse ‘Macbeth’ wordt tegenwoordig het meest opgevoerd. De opname van die Parijse versie werd in juli 1976 door EMI gemaakt in de Abbey Road Studio van Londen. De Italiaanse dirigent Riccardo Muti is de held van de opname en biedt zinderend theater. Hij vertaalt met de New Philharmonia Orchestra de partituur in felle, overpeinzende, onrustige en donkere sferen. Luister naar zijn adembenemende uitvoering van de heksenscène in de eerste akte of zijn verpletterende finale van die eerste akte. Een fantastische lezing van de jonge Verdi-partituur! De Amerikaanse bariton Sherrill Milnes is een expressieve Macbeth en tekstueel boetserend ook al is zijn egale bariton niet zeer kleurrijk. Dat de Italiaanse mezzosopraan Fiorenza Cossotto gemeen kon zijn, weet men van haar Adalgisa “tegen” de Norma van Maria Callas in Parijs 1965 en van haar legendarische Amneris. Dat helpt bij haar vertolking van Lady Macbeth, waarschijnlijk de meest uitgekookte en wilde – zoals Verdi wenste – op CD. Maar hier nadert Cossotto ook de grens van haar stemvak en zijn de hoge noten continu voorspelbaar te laag. De Italiaanse bas-bariton Ruggero Raimondi is een getrouwe en zekere generaal Banco met een stevige “bite” en Macduff is luxueus bezet door de 29-jarige, Spaanse tenor José Carreras als een vurige held. Het Ambrosian Opera Chorus is op CD onovertroffen. De spannendste ‘Macbeth’ op CD!
Warner 5099931927024 (2CDs)
Aan de hand van een ‘Macbeth’-productie van de Scala werd in januari 1976 in het Centro Telecinematografico Culturale van Milaan en studio-opname van de opera gemaakt. De Italiaanse bariton Piero Cappuccilli is als Macbeth enigszins kleinschalig, maar biedt een uitstekende tekstuitbeelding met een breed palet aan klankkleuren. De Amerikaanse mezzosopraan Shirley Verrett is hier te horen in haar glansrol van Lady Macbeth. Zij overtreft in zang en acteertalent de rest op CD, ook al mist men bij haar de wilde kant van de rol. De Bulgaarse bas Nicolai Ghiaurov zingt “Come del ciel precipita” als een serenade en niet als een vader die met zijn zoon in het bos omringd is door sluipmoordenaars. De Spaanse tenor Plácido Domingo zingt Macduff welbespraakt en met autoriteit, maar zonder het vuur van Carreras. De Italiaanse dirigent Claudio Abbado geeft met het Orchestra del Teatro alla Scala een energieke en expressieve vertolking van de partituur. Voor de finale worden beide versies (1847 én 1865) achter elkaar gespeeld, dus ook de aria “Mal per me” van Macbeth uit 1847, waardoor men de dood van Macbeth ook te horen krijgt. Wegens Verrett en Cappuccilli en must voor de discografie.
DG 449 732-2 (3CDs)
Ook deze Berlijnse opname van november en december 1983 heeft een passende en homogene bezetting. De Italiaanse bariton Renato Bruson zingt Macbeth met pakkende fraseringen en fraai legato. De Italiaanse sopraan Mara Zampieri is een Lady met versluierde klank en onevenwichtig vibrato en glijdt naar bijna alle noten toe, maar haar coloraturen zijn interessant en levendig. De Britse bas Robert Lloyd heeft hier een redelijke goede menging van zijn klank en nog niet het nasale geluid van later. En de Amerikaanse tenor Neil Shicoff is een frisse, onstuimige Macduff. De Italiaanse dirigent Giuseppe Sinopoli ontlokt interessante contrasten aan het Orchester der Deutschen Oper Berlin. Plotse dynamische veranderingen maken zijn lezing boeiend. De verdeling van de opname over de drie CDs is merkwaardig.
Decca 480 4654 (3CDs)
Wat zou de Amerikaanse dirigent Thomas Schippers de wereld nog meer voor moois hebben nagelaten als hij niet op 47-jarige leeftijd al aan longkanker zou zijn overleden? Schippers was van juni tot en met augustus 1964 in Rome voor de opname van drie opera’s van Verdi. In juni nam hij in de zaal van het conservatorium in Rome – de Accademia Nazionale di Santa Cecilia – ‘Macbeth’ voor Decca op en ook hier werd de versie uit 1865 gebruikt. Schippers ontlokt aan het Orchestra dell’Accademia Nazionale di Santa Cecilia een symfonische klank en een diversiteit aan sferen. En hij had de beschikking over uitstekende zangers. De Italiaanse bariton Giuseppe Taddei maakt met zijn gekwelde geluid en zorgvuldige frasering Macbeth uiterst geloofwaardig. Elke zin is doordrenkt met gevoel. Luister naar zijn intensieve uitbeelding in de derde akte! De Zweedse sopraan Birgit Nilsson is een no-nonsense Lady Macbeth. Haar Italianità is niet volmaakt, maar zij zet met haar grote, ronde en toch ijzige klank een passend dominante, kille, manipulatieve en wrede Lady neer. Haar hoge tonen zijn als straaljagers, maar kunnen ook beheerst zacht, zoals haar flageoletachtige, pianissimo Des aan het einde van de slaapwandelscène. Het vibrato is heerlijk bescheiden, maar de coloraturen zijn niet altijd nauwkeurig. Verder is de Italiaanse tenor Bruno Prevedi een stralende, heroïsche Macduff, maar de Italiaanse bas Giovanni Foiani zingt Banco ongesteund met een omvloerste klank en onrustig vibrato. Er is een aantal bijdragen van de heksen geëlimineerd. Zo zijn het stretta van de heksen aan het einde van de eerste scène van de eerste akte, het begin van het heksenkoor aan het begin van de derde akte, het “Ondine e Silfidi” en nog een paar koordeeltjes weggelaten. Het zijn geen belangrijke koordelen en de coupures maken de opera compacter.
Decca 433 039-2 (2CDs)
De vijf voorstellingen van de productie van ‘Macbeth’ in het Metropolitan Opera House van New York in februari en maart 1959 vormden de aanleiding voor deze studio-opname van februari 1959. Het was de première van ‘Macbeth’ in de Met. De dirigent Erich Leinsdorf verving Dimitri Mitropoulos – die door een hartaanval was geveld – en benadert ‘Macbeth’ scherp en fel als een echte jonge Verdi en stuwt broeierig met prompte tempi. In de titelrol is hier Leonard Warren te horen, een jaar voor zijn dood op 48-jarige leeftijd op het Met-toneel in ‘La Forza del Destino’. Hij zingt de partij met zijn grote, fluwelen stem en prachtig legato. Het was de bedoeling geweest dat Maria Callas de Met-première van ‘Macbeth’ zou zingen, maar meningsverschillen met Rudolf Bing verhinderden dit. Hierdoor maakte de Oostenrijkse sopraan Leonie Rysanek op 5 februari 1959 haar Met-debuut als Lady Macbeth. Rysanek heeft een beeldschone stem, is uiterst communicatief, maar het onvaste middenregister en de diverse onzuivere noten zullen niet iedereen aanspreken. De Amerikaanse bas Jerome Hines is een fenomenaal profundo Banco en met de Italiaanse tenor Carlo Bergonzi was Macduff luxe bezet. Ook hier wordt de versie uit 1865 gehanteerd en voor de finale worden beide versies – uit 1847 én 1865 – achter elkaar gespeeld. Verder zijn het ballet en het “Ondine e Silfidi” van de derde akte weggelaten. Helaas kon de technicus niet met zijn handen van de knoppen blijven, want de stemmen worden continu van voor naar achteren geschoven.
Urania URN 8025726224147 (2CDs)
BONUS:
De Amerikaans-Griekse sopraan Maria Callas zong de rol van Lady Macbeth slechts vijf maal, tussen 7 en 17 december 1952 in de Scala van Milaan. De première werd uitgezonden en de geluidsopname is bewaard gebleven. Ongelooflijk hoe Callas bij haar roldebuut zich de partij zo eigen had gemaakt! Van het opgeladen “Vieni! t’affretta!”, via het mysterieuze en kwaadaardige “La luce langue” en vilaine “Brindisi” naar “Una macchia è qui tottura” breidt zij haar personage steeds meer uit. Kleuren en stembuigingen geven beeldend het drama weer. Haar vaste, bronzen stem is egaal, zij schakelt vloeiend naar het borstregister en de laagte is indrukwekkend. Boeiender zong men Lady Macbeth daarna slechts zelden! Callas was in de Scala omringd door Italianen. Enzo Mascherini is een krachteloze Macbeth, Italo Tajo is een uitstekende Banco, maar Gino Penno is niet de meest gevoelige Macduff in zijn Romanza in de vierde akte. De Italiaanse dirigent Victor de Sabata maakt grote indruk en geeft een robuuste en broeierige lezing. Zijn tempi zijn passend, zijn frasen bewegen natuurlijk en hij steunt de zangers op elk moment. Gekozen is ook hier voor de versie uit 1865 met zelfs het ballet en het slotduet van de derde akte. Helaas is het tweede vers van het Brindisi met de coloraturen geschrapt. Vanwege Callas en De Sabata een onmisbare uitgave!
Myto 00310 (2CDs)
De Nederlandse Operastichting speelde ‘Macbeth’ op 4 april 1976 in het Circustheater van Scheveningen. De uitvoering werd integraal uitgezonden door de KRO en de opname is verkrijgbaar op CD. Zij laat de Nederlandse bariton Jan Derksen (1931-2004) horen in zijn glansrol van Macbeth. Zijn Macbeth is geen zwakke echtgenoot, maar iemand die voor niets uit de weg gaat. Derksen domineert de derde akte en het laatste kwartier van de opera. Zijn vertolking van de aria in de laatste akte – inclusief extra hoge As – werd zo ongeveer zijn “handtekening” op concerten. Een interpretatie van wereldklasse! De Britse sopraan Pauline Tinsley is een pinnige Lady bij wie je de machtswellust ieder moment gelooft. Zij gaat de duivelsachtige partij geen ogenblik uit de weg. De Amerikaanse tenor Arley Reece is een prima Macduff, maar de Deense bas Aage Haugland is een saaie, ongesteunde Banco. Waarschijnlijk was Pieter van den Berg niet beschikbaar. De Duitse dirigent Michael Gielen en het Omroeporkest volgen, maar stuwen niet echt. Ook hier wordt de versie uit 1865 gespeeld, echter zonder ballet en de cabaletta van Macduff “La patria tradita” is geschrapt. Maar men krijgt wel beide finales te horen, dus ook de stervensaria van Macbeth door Derksen! Een opname van een spannende opera-avond, die zeker niet onderdoet voor de bovenstaande top 5 studio-opnamen.
Mitridate Ponto PO 2002 (4CDs)