***** CD van de MaandDe Argentijnse componist Carlos Guastavino (1912-2000) distantieerde zich van moderne componisten, liet aan hen het experimenteren over en volgde zelf zijn eigen weg. Hij greep in zijn muziek terug op de 19e eeuw en componeerde zo’n 500 werken, waarvan ruim 150 liederen voor zang en piano. Guastavino schreef ze op teksten van belangrijke Spaanstalige dichters als Rafael Alberti, León Benarós, Jorge Luis Borges en Pablo Neruda.

Er bestaan al diverse CDs die volledig aan Guastavino’s liederen gewijd zijn, denk aan de schitterende albums van de Argentijnse mezzo Désirée Halac (Albany Records, 2008), de Dominicaanse tenor Ulises Espaillat (New Albion, 1993) en de Argentijnse bariton Marcos Fink (Cascavelle, 1996). Aan deze discografie hebben de Italiaanse sopraan Letizia Calandra en de Cubaanse pianist Marcos Madrigal nu de CD ‘Guastavino; Song Cycles’ toegevoegd. Zij namen van de Argentijnse componist 23 liederen – in feite twee liederencycli met vier losse liederen – tussen 14 en 16 maart 2018 in Lugano op.

Guastavino’s liederen zijn gecomponeerd in een romantische stijl, klinken herkenbaar en doen populair aan. Ze zijn folkloristisch, hebben een lokale kleur en bezitten de nostalgische klank van het Argentijnse vaderland. De mensen, de dieren, de bloemen en de planten schijnen door in de miniatuurtjes. Zo opent Letizia Calandra de CD met de ‘Flores Argentinas’, die ook Marcos Fink al integraal had opgenomen. De sopraan vertolkt de twaalf melodieuze liederen op teksten van León Benarós vol charme en Marcos Madrigal begeleidt haar kleurrijk, elegant en expressief.

Als intermezzo zijn er de drie bekende liederen “La rosa y el sauce”, “Elegía para un gorrión” en “Se equivocó la paloma”, die Calandra met overgave zingt. Ook Ulises Espaillat had Guastavino’s vroege cyclus ‘Siete Canciones Sobre Poesías de Rafael Alberti’ al opgenomen en Calandra brengt ook deze liederen mooi lyrisch. De CD besluit met het beroemde “El sampedrino”. Er bestaat nog een opname van het lied door de tenor Juan Carlos Taborda met Guastavino zelf aan de piano. Zo vriendelijk, mild en getemperd had de Argentijnse componist zijn liederen in gedachten.

Letizia Calandra zingt de liederen gevoelvol. Haar Spaanse is niet perfect, de “i” en “e” zijn soms geknepen en er is een scheiding tussen het borst- en middenregister, maar haar benadering past helemaal bij deze muziek. Marcos Madrigal voelt alle kleine buigingen in Guastavino’s muziek feilloos aan. Opvallend is de ‘vintage’ geluidskwaliteit die men de opname met opzet heeft gegeven, waardoor de esthetiek van de liederen en de nostalgie van een voorbije tijd worden opgeroepen. Een album vol charme, rust en warmte.
Brillant Classics 95798 (1CD)

**** De Duitse sopraan Christiane Karg vertolkte in 2016 Susanna in ‘Le Nozze di Figaro’ bij DNO en zingt op haar nieuwe CD ‘Erinnerung’ liederen van Gustav Mahler (1860-1911). Zij nam het album tussen 30 april en 3 mei 2019 met pianist Malcolm Martineau op in de studio van de Bayerischer Rundfunk te München en zingt er voornamelijk liederen die door Mahler oorspronkelijk gecomponeerd waren als orkestliederen.

De CD opent met twee fragmenten uit ‘Des Knaben Wunderhorn’. Uit de honderden anonieme, Duitstalige volksliedteksten van ‘Des Knaben Wunderhorn’ had Mahler tussen 1887 en 1891 negen geselecteerd voor pianoliederen en tussen 1892 en 1898 twaalf voor orkestliederen. Karg opent met “Rheinlegendchen” en zingt het innemend en vertellend. Vervolgens het liefdeslied “Wer hat das Liedlein erdacht?”, dat zij met hoorbare vreugde vertolkt. In “Des Antonius von Padua Fischpredigt” vertelt zij boeiend en “Wo die schönen Trompeten blasen” is teer en gevoelig.

Even later schakelt Karg over naar de vijf Rückert-Lieder, waarvan vier hun première met orkest in 1905 in Wenen hadden beleefd samen met de ‘Kindertotenlieder’. Karg zingt de Rückert-Lieder intiem en fris. “Ich atmet’ einen linden Duft” is luchtig, “Um Mitternacht” is vol verwachtig en “Ich bin der Welt abhanden gekommen” ontroerend.

Verrassend de laatste twee fragmenten van de CD. Hier wordt Karg begeleid door de pianorollen, die Mahler in 1905 voor Edwin Welte opnam. In “Ich ging mit Lust” en “Das himmlische Leben” uit de Vierde Symfonie dient Karg zich aan te passen aan de impulsieve, onregelmatige ritmen van de componist zelf, maar is zij toch in staat tot fraaie tekstuitdrukking. Het resultaat is betoverend en interessant.

Christiane Karg is een muzikale, intelligente en communicatieve zangers met een mooi, fluweelachtig timbre, ontspannen geluid en natuurlijke frasering. Malcolm Martineau toont zich als altijd een bijzonder attente, gevoelige en expressieve begeleider en speelt vol leven, frisheid, humor en kleur. Een aantrekkelijk liederenprogramma!
Harmonia Mundi HMM 905338 (1CD)

**** De Duitse componist Georg Friedrich Händel (1685-1759) schreef niet minder dan twaalf rollen in opera’s en oratoria voor de Franse sopraan Élisabeth Duparc. Na haar opleiding in Italië zong zij in de jaren dertig van de 18e eeuw in Florence en vervolgens in Londen. Haar bijnaam was ‘La Francesina’ en zo ook heet de CD, die de Belgische sopraan Sophie Junker tussen 24 en 26 juni 2019 in de Temple Lanterne van Lyon opnam. Het album bevat negen aria’s uit acht van de twaalf partijen die Händel in Londen voor Élisabeth Duparc componeerde.

Met de CD maakt Junker een reis door het repertoire van de “kleine Française”. Duparc moet een charmante zangeres zijn geweest, die nu eens beschouwende rollen, dan weer kokette partijen vertolkte. De variatie in de kleuren, personages en stijlen resulteert in een afwisselend album. De CD opent met de aria van Asenath “Prophetic raptures swell my breast” uit het oratorium ‘Joseph and his Brethren’ (1744) en hier krijgt men al een duidelijk beeld van de bekoorlijkheid van Élisabeth Duparc. Händel schreef voor haar ook de titelrol van de opera ‘Deidamia’ (1741), zijn laatste opera voordat hij zich volledig aan oratoria wijdde. Junker zingt uit de tweede akte de aria “Và, perfido! quel cor mi tradirà” met opgetogenheid en verderop in het album nog de finale aria uit de eerste akte “Nasconde l’usignol in alti rami il nido”. Een andere titelrol die Händel aan Duparc gaf, was voor het oratorium ‘Semele’ (1744). Van Semeles elf aria’s zingt Junker het verleidelijke “Myself I shall adore”.

Waarschijnlijk de eerste samenwerking van Händel met Duparc was voor de opera ‘Faramondo’ op 3 januari 1738. Hierin zong zij de rol van Clotilde, de zuster van Faramondo, koning van de Franken en Junker zingt hieruit de aria van de eerste akte “Mi parto lieta sulla tua fede!”. In het CD-boekje wordt overigens in het essay van Pedro-Octavio Diaz nog gesproken over de aria “Combattuta da due venti” uit ‘Faramondo’, maar deze aria staat niet op de CD. Junker zong tijdens het London Handel Festival van 2011 de rol van Michal in het oratorium ‘Saul’ (1739) en op dit album toont zij in Michals aria “In sweetest harmony they lived” de nobelheid van de Israëlische prinses.

De CD geeft een fraai portret van het repertoire van de legendarische muze La Francesina. Sophie Junker laat horen hoe innemend Élisabeth Duparc moet zijn geweest en waarom Händel tot aan het einde van zijn leven met haar werkte. Le Concert de l’Hostel Dieu speelt onder leiding van de Franse dirigent Franck-Emmanuel Comte attent en fris. Vier glansrollen van La Francesina ontbreken helaas op deze CD, Duparcs rollen in ‘Belshazzar’ (1745) – slechts de sinfonia staat op de CD -, ‘Susanna’ (1749), ‘Theodora’ (1750) en ‘Jephtha’ (1752). Het CD-boekje bevat verder drie kleine essays en de teksten van de aria’s met Franse en Engelse vertaling.
Aparte AP233 (1CD)

*** Het muzikale sprookje ‘Peter en de Wolf’ van Sergej Prokofjev (1891-1953) is een werk voor spreekstem en orkest. Het was een opdracht van Natalya Sats, de directeur of van het Centrale Kindertheater in Moskou. De muziek moest simpel en verstaanbaar zijn en dus aantrekkelijk voor kinderen, maar ook voor communistische idealisten. Het werk ging op 2 mei 1936 in het conservatorium van Moskou in première en werd uiteindelijk wereldwijd een enorm succes.

Ieder jaar komt er wel een nieuwe opname van ‘Peter en de Wolf’ op CD uit en in december 2002 was de Italiaanse actrice Sophia Loren de verteller in de repetitiezaal van het Orchestre de la Suisse Romande in Genève voor een opname onder muzikale leiding van de Japanse dirigent Kent Nagano. Deze opname is nu heruitgebracht.

De solisten van het Orchestre de la Suisse Romande karakteriseren hun partijen levendig en Nagano neemt actieve tempi. Sophia Loren is een sympathieke verteller en introduceert de instrumenten en leitmotieven van elk personage op charmante wijze en in uitstekend Engels met een innemend accent. Zij vult echter de tekst niet echt stuwend of met drama. Voor een boeiende vertelling luister naar de opname uit 1971 van het New Philharmonia Orchestra onder leiding van dirigent Raymond Leppard met presentator Richard Baker.

Ten tijde van deze opnamesessies nam men tevens ‘Wolf Tracks’ van de Franse componist Jean-Pascal Beintus (1966) op met de Amerikaanse president Bill Clinton als verteller. Het werk had in augustus 2002 zijn wereldpremière beleefd tijdens het Stern Grove Festival in San Francisco. Beintus verzorgde de muziek voor tientallen films en dat is te horen. Deze opname ontving een Grammy Award in 2003, ook al is Clinton hier een al even matig acteur als tijdens zijn Monica-Lewinsky-affaire. Mikhail Gorbachev geeft in het Russisch een gesproken introductie, intermezzo en epiloog, die werden nagesynchroniseerd in het Engels.
Pentatone Classics PTC 5186 011 (1CD)

*** Deze opname van ‘L’Orfeo’ (Mantua, 1607) van Claudio Monteverdi (1567-1643) werd tussen 2 en 10 januari 2020 gemaakt in het concertgebouw Corum te Montpellier. De Zwitserse tenor Emiliano Gonzalez Toro zingt de titelrol, terwijl hij zelf de muzikale leiding over het geheel heeft. Hij geeft een aangenaam portret van Orfeo, heeft een helder timbre, open geluid, goede laagte en fraaie dictie. Hij doseert zijn vibrato goed, ook al worden door de non-vibrato tonen de noten dikwijls te bleek. In de aria “Possente spirto” in de derde akte toont hij zich een virtuoze meester van de zangkunst.

De Hongaarse sopraan Emőke Baráth heeft een te droeve klank voor La Musica. Haar dubbelrol van Euridice is niet heel delicaat of sereen en haar “Così per troppo amor” in de vierde akte is helaas niet erg ontroerend. De Argentijnse mezzo Natalie Pérez heeft een licht timbre voor Messaggiera en is verstaanbaar. Zij zingt bijna alles non-vibrato waardoor het nogal eentonig wordt. Haar “In un fiorito prato” in de tweede akte is jammer genoeg niet heel aangrijpend.

De overige solisten komen uit Frankrijk. De mezzo Alix Le Saux heeft de mooiste stem van de opname en is een melancholische en aansporende Speranza in de derde akte. Eigenlijk de enige op de opname die kippenvel bezorgt! De bas Jérôme Varnier is een solide Caronte en Nicolas Brooymans heeft een korrelige, kille bas voor Pluto. De Belgische sopraan Mathilde Étienne als Proserpina is in haar smeekbede aan het begin van de vierde akte niet erg overtuigend. De ensemble I Gemelli speelt verzorgd, maar niet opwindend. Het CD-boekje vermeldt niet welke bron van ‘Orfeo’ men gekozen heeft voor de uitvoering. Er bestaan meerdere, betere opnamen van ‘L’Orfeo’.
Naïve V 7176 (2CDs)