***
© Tristram Kenton
Amsterdam, 25 januari 2019
DNO ‘Porgy and Bess’ met handicaps
MUZIKAAL
1. Is men trouw aan de muziek of zijn er veranderingen? **
– De Nationale Opera (DNO) brengt een nieuwe productie van de opera ‘Porgy and Bess’ van George Gershwin (1898-1937). DNO heeft helaas geen keuze gemaakt tussen Gershwins eerste editie van de opera voor de try-out en zijn revisie voor de wereldpremière, maar men speelt een soort hybrideversie. De rol van de advocaat Mr. Archdale is geschrapt. DNO plaatst de pauze – zeer ongelukkig – in het midden van de tweede akte, terwijl twee korte pauzes in de drieakter bevorderlijker waren geweest voor de beleving van het werk.
2. Zijn de zangers rollendekkend? ***
– De bijzonderheid van ‘Porgy and Bess’ is, dat alle vocale partijen vertolkt dienen te worden door zwarte zangers. De componist stelde dit als eis. Eric Owens is een fantastische Porgy, die Bess probeert te redden uit de klauwen van haar gewelddadige en bezitterige minnaar Crown en haar drugsdealer Sportin’ Life. Owens zet de oude, gehandicapte bedelaar Porgy vocaal en acterend uiterst geloofwaardig neer. Adina Aaron heeft een te slank middenregister voor Bess en de stem gaat te vaak zijn eigen weg. Mark S. Doss zingt Crown vocaal gespierd met een echte heldenbariton en Janai Brugger is een stralende Clara, maar onverstaanbaar. De rest van de cast is dezelfde als in de ENO-coproductie van 2018. Latonia Moore is een aangrijpend tragische Serena. Haar “My man’s gone now” was het hoogtepunt van de voorstelling. Frederick Ballentine overtuigt acterend als Sportin’ Life en zingt met “scat”, maar zonder Gospel in “It ain’t necessarily so”. Donovan Singletary zingt Jake met musicalstem zonder sterke projectie en Tichina Vaughn maakt vooral acterend indruk als Maria.
3. Is de dirigent betrokken bij het podium? **
– Het geheel staat onder muzikale leiding van de (witte) Amerikaanse dirigent James Gaffigan. Gaffigan is geen zangersdirigent, maakt de meest sierlijke, vrouwelijke bewegingen, maar geeft de inzetten van de zangers zeer wisselvallig aan. Het zou overigens sympathiek zijn geweest als DNO een zwarte dirigent had geëngageerd.
4. Vormen de (koor- en) orkestleden onderling en samen een eenheid? **
– Gaffigans keuze voor de tempi zijn extreem, waaronder een te trage “Summertime” en een te snelle “My man’s gone now”. Zijn lezing van ‘Porgy and Bess’ is vooral “opera”, waardoor het Nederlands Philharmonisch Orkest en het Porgy and Bess Ensemble niet swingen.
DRAMATURGISCH
5. Wordt er een verhaal verteld? ****
– De enscenering is in handen van de (witte) Amerikaanse regisseur James Robinson. Hij weet het relaas van de volksopera over het lijden in de sloppenwijken uitstekend over te brengen.
6. Hoe is de esthetiek en functionaliteit van de vormgeving? ****
– Het decor en de kostuums zijn gedetailleerd, smaakvol en treffend. Zij geven de broeierige, drukkende, verstikkende en benauwd hete sfeer van South Carolina goed weer.
7. Hoe is de integratie regie – muziek? ****
– Robinson is een muzikale regisseur. Hij geeft de verschillende scènes – zoals de vechtscène tussen Crown en Robbins in de eerste akte – goede spanning en flow en ieder persoon op het toneel is te allen tijde een actief karakter.
8. Komt de enscenering overeen met het libretto? *****
– Elke woord uit het libretto van auteur DuBose Heyward en librettist Ira Gershwin wordt trouw gevolgd.
ALGEMEEN
9. Is de productie artistiek innovatief? ****
– De enscenering is zeer traditioneel en dat is goed, want al het andere zou slechts geforceerd aandoen. Een Hongaarse productie van ‘Porgy and Bess’ zorgde vorig jaar nog voor opgetrokken wenkbrauwen vanwege een enscenering over Syrische vluchtelingen.
10. Is de productie onderscheidend of spraakmakend? ***
– ‘Porgy and Bess’ past niet echt in deze tijd, waarin termen als “inclusiviteit” en “diversiteit” als trend gelden. Daarnaast worden de Afrikaans-Amerikaanse personages in de opera stereotype en “racistisch” neergezet als onontwikkeld en primitief, wild en grof met bedrog, geweld, drank en drugs. De vraag laat zich dan ook stellen of ‘Porgy and Bess’ inmiddels überhaupt nog wel opgevoerd zou mogen worden.
11. Is er Nederlandse betrokkenheid bij de productie (zangers, regisseur, ontwerpers, dirigent)? *
– Er is totaal geen Nederlandse betrokkenheid. Het was sympathiek geweest als DNO zangeressen als Roberta Alexander en Claron McFadden een rol hadden gegeven in deze productie.
12. Hoe is het bezoekersaantal in verhouding tot de zaalcapaciteit? *****
– Alle zeven DNO-voorstellingen van ‘Porgy and Bess’ waren al snel uitverkocht. Dit was uiteraard voor zo’n publiekstrekker te verwachten en DNO stelt met dit beperkte aantal uitvoeringen veel potentiële bezoekers teleur.
De nieuwe algemeen directeur van DNO is inmiddels alweer vijf maanden in dienst en is tot nu toe onzichtbaar. Een indruk van haar koers blijft uit. Als de nieuwe, afgrijselijke banken en zittenkussens in de foyer een voorteken zijn van haar artistieke beleid, dan is voor de toekomst weinig allure te verwachten.