****
© Bernd Uhlig
Brussel, 21 januari 2018

Ángeles Blancas Gulín geeft alles in bipolaire tweeluik te Brussel

Drie tweeluiken staan dit seizoen centraal bij De Munt Opera van de Belgische hoofdstad Brussel. De eerste is de combinatie ‘Il Prigioniero’ van Luigi Dallapiccola met ‘Das Gehege’ van Wolfgang Rihm. De enscenering van Andrea Greth beeldt uitstekend de bipolaire en benauwende atmosfeer van de eenakters uit en de Spaanse sopraan Ángeles Blancas Gulín geeft fysiek en vocaal werkelijk alles.

Zowel ‘Il Prigioniero’ (1949) van Luigi Dallapiccola (1904-1975) als ‘Das Gehege’ (2006) van Wolfgang Rihm (1952) is een duister werk over gevangenschap, sadisme en dood. In ‘Il Prigioniero’ wordt een gevangene zijn verlossing voorgehouden, maar die bevrijding blijkt dan toch de dood. Hiermee wilde Dallapiccola een terugblik geven op het fascisme en nationaalsocialisme. Zijn dodecafonie tracht te ontsnappen in gevoelvolle passages, maar wordt uiteindelijk toch steevast teruggebracht in verscheurende harmonieën, want de gevangene kan zich niet onttrekken aan de dood. ‘Das Gehege’ vertelt over een vrouw die een gekooide adelaar bevrijdt. In vrijheid blijkt hij echter oud en krachteloos en besluit zij hem te doden. Het “ingesloten of omheinde terrein” fungeerde voor Rihm als een metafoor voor de val van de Berlijnse muur, de adelaar als het wapendier van de Bondsrepubliek en uiteindelijk is er de twijfel na de Duitse eenwording. Dit politieke decor schildert Rihm in een harmonische overdaad aan intense gevoelens.

De bipolaire en benauwende atmosfeer van de eenakters wordt uitstekend weerspiegelt in de statische enscenering van de Duitse regisseuse Andrea Breth. Het decor van Martin Zehetgruber bevat in ‘Il Prigioniero’ eerst slechts één kooi, vervolgens steeds meerdere en ten slotte in ‘Das Gehege’ vele kooien met grotere mazen. De hoofdpersoon is in ‘Il Prigioniero’ het slachtoffer en in ‘Das Gehege’ de dader en beiden vinden zich gevangen in een kooi; in ‘Il Prigioniero’ is het slachtoffer omringt door meerdere daders, in ‘Das Gehege’ laat Breth de slachtoffers in meerdere gedaanten verschijnen. Breth weet de twee werken theatraal te verbinden, te mengen en te contrasteren.

Tijdens blackouts in ‘Il Prigioniero’ en tijdens stroboscopisch licht in ‘Das Gehege’ veranderen de posities van de personages als in een film noir. Het lichtontwerp van Alexander Koppelmann toont zo nu en dan fraaie silhouetten door middel van achtergrondbelichting. Zo zit Die Frau in ‘Das Gehege’ op een bepaald moment als een mot tegen de tralies gekleefd.

Breth vergt met haar enscenering het uiterste van de zangers. De fenomenale Spaanse sopraan Ángeles Blancas Gulín introduceert zich eerst als de moeder in ‘Il Prigioniero’ en geeft na de pauze als de gefrustreerde Frau in ‘Das Gehege’ vocaal en fysiek werkelijk alles. Haar lichaam schenkt zij op alle ondenkbare manieren aan de vier spelers van de adelaar. Zij gaat ook vocaal tot aan de grens van het mogelijke met enorme Durchschlagskraft en grote “peng”, nu eens scherp, dan weer vol rond, met nu eens non-vibrato tonen, dan weer Sprechgesang, strakke coloraturen, wild en woest en altijd met enorme expressiviteit.

Ook van de zangers uit ‘Il Prigioniero’ eist Breth opmerkelijke gymnastiek als zij hen laat opdraven in ‘Das Gehege’. In ‘Il Prigioniero’ zijn zij licht bezet met de lyrische bariton Georg Nigl in de titelrol en de karaktertenor John Graham-Hall in de heldentenorpartij van de Carceriere. Het symfonieorkest van De Munt ontvouwt onder de muzikale leiding van de Franse dirigent Franck Ollu de meervoudige stijluitdagingen doorschijnend en vol spanning.

Later in dit seizoen volgen nog twee tweeluiken in De Munt. In juni 2018 is de vereniging van de twee opera’s ‘Hertog Blauwbaards Burcht’ en ‘De Wonderbaarlijke Mandarijn’ van Bartók en in maart 2018 is er de beproefde combinatie ‘Cavalleria Rusticana’ van Mascagni met ‘Pagliacci’ van Leoncavallo, waarin de Nederlandse sopraan Eva-Maria Westbroek de rol van Santuzza zal vertolken.