15-12-2017

De sopraan Hilde Zadek werd op 15 december 1917 in de stad Bromberg van de Freistaat Preußen – tegenwoordig de Poolse stad Bydgoszcz – geboren.

Hilde Zadek bracht in Stettin – tegenwoordig de Poolse stad Szczecin – haar jeugd door. In 1934 verliet zij Duitsland vanwege haar Joodse afkomst en ging naar Palestina. Daar werkte zij in Jerusalem als verpleegster in een kinderkliniek en studeerde zij bij Rose Pauly. Hilde Zadek werd in 1945 in Zürich leerling van Ria Ginster en zong in 1946 in Winterthur de solopartij in de wereldpremière van het oratorium ‘Königin Esther’ van Max Ettinger.

Hilde Zadek maakte haar operadebuut op 3 februari 1947 in de Wiener Staatsoper in de titelrol van ‘Aida’ van Verdi. Daarna bleef zij twintig jaren lang ensemblelid van de Wiener Staatsoper en zong er in 786 voorstellingen in 37 rollen.

Bij de Salzburger Festspiele zong zij in 1948 Brangäne in ‘Le Vin Herbé’ van Frank Martin, in 1949 Vitellia in ‘La Clemenza di Tito’, de sopraanpartij in het ‘Messa da Requiem’ van Verdi en de ‘Krönungsmesse’ van Mozart en in 1955 de titelrol in ‘Ariadne auf Naxos’. Op 9 augustus 1949 werkte zij in Salzburg in de rol van Eurydice mee aan de wereldpremière van de opera ‘Antigonae’ van Orff.

Gastoptredens brachten haar naar het Edinburgh Festival met het ensemble van het Glyndebourne Festival in 1950 als Ariadne en in 1951 als Donna Anna in ‘Don Giovanni’ en met het ensemble van het Royal Opera House Covent Garden van Londen in 1952 en 1953 als Aida en in 1953 als Leonora in ‘Il Trovatore’. In het Royal Opera House Covent Garden van Londen zong zij in 1950 Lisa in ‘Schoppenvrouw’ van Tsjaikovski, Aida en Tosca.

Op 26 november 1952 maakte zij haar debuut in de Metropolitan Opera van New York als Donna Anna. In de Met gaf zij in totaal acht optredens in zeven weken, waarvan vier keer Donna Anna, twee maal Eva in ‘Die Meistersinger von Nürnberg’, één maal Elsa in ‘Lohengrin’ en één maal ‘Aida’.

In Nederland zong Hilde Zadek in het kader van het Holland Festival in 1955 de Contessa in ‘Le Nozze di Figaro’ en Donna Anna. Zij gaf in 1957 een gastoptreden aan de Berliner Staatsoper in de titelrol van ‘Iphigenie auf Tauris’ van Gluck.

Verder gaf Hilde Zadek gastoptredens in onder andere het het Teatro Comunale van Florence, het Maggio Musicale Fiorentino, het Teatro San Carlos van Lissabon, de Deutschen Oper am Rhein Düsseldorf/Duisburg, de Staatsoper München, het Bolschoi Theater in Moskou en operahuizen in Parijs, Brussel, Rome en Rio de Janeiro.

Hilde Zadek beëindigde haar operacarrière in 1971. Vanaf 1967 werkte zij al als docente aan de Wiener Musikakademie en vanaf 1990 gaf zij masterclasses in Riva del Garda.

Haar stem is vastgelegd door CD-labels als Decca (‘Der Zigeunerbaron’, Wenen 1950), Walhall (‘Aida’, Hamburg 1951; ‘I Vespri Siciliani’, Keulen 1955), Melodram (‘Ariadne auf Naxos’, Wenen 1953), Capriccio (‘Ariadne auf Naxos’, Keulen 1954; ‘La Clemenza di Tito’, Keulen 1955), Philips (‘Don Giovanni’, Wenen 1955), Testament (‘Don Giovanni’, Keulen 1955), Memories (‘Leonora’, Wenen 1960), Deutsche Grammophon (‘Assassinio Nella Cattedrale’ van Pizzetti, Wenen 1960), Golden Melodram (‘Liebesverbot’, Wenen 1962), Orfeo (‘Elektra’, Düsseldorf 1964) en Gala (‘Prins Igor’, Wenen 1969). Op LP verschenen bij Philips hoogtepunten uit ‘Der Vogelhändler’.

Lees in Der Taggesspiegel