***** ‘Die Königin von Saba’ was de eerste opera van de Hongaars-Weense componist Karl Goldmark (1830-1915). Het Duitstalige libretto van Hermann Salomon Mosenthal is gebaseerd op de niet-bijbelse driehoekverhouding tussen Koningin Seba, Assad – een ambassadeur van Koning Salomon – en Sulamith, diens verloofde. De opera beleefde op 10 maart 1875 zijn wereldpremière in de Hofoper van Wenen – het tegenwoordige Wiener Staatsoper – en was een groot succes. De opera was gedurende vele decennia één van de meest opgevoerde werken van de Hofoper Wien. Van april tot en met juni 2015 werd ‘Die Königin von Saba’ in een nieuwe productie opgevoerd in het Theater Freiburg en tussen 4 mei en 28 juli 2015 werd met de betrokken musici in de Rolf Böhme Saal van het Konzerthaus te Freiburg een CD-opname van de opera gemaakt. Je merkt aan alles dat een theaterproductie aan de opname vooraf ging. De titelrol van de Koningin van Seba is een partij voor dramatische sopraan of mezzosopraan en de Tsjechische mezzosopraan Katerina Hebelková vertolkt haar lyrisch en zeer passend sensueel. De Thaise tenor Nuttaporn Thammathi zingt de veeleisende heldenpartij van Assad zeer verdienstelijk. Zijn lyrische aria “Magische Töne” ib de tweede akte zingt hij evenwel te “köpfig” en de hoge C is in falset. De Sloveense lyrische coloratuursopraan Irma Mihelič is een beeldschone Sulamith. Luister naar haar ontroerende “Grabgesang” in de finale III. Haar vader de Hohepriester wordt vertolkt door de Koreaanse bas Jin Seok Lee, wiens entree in de eerste akte wel een bijzonder snel tempo krijgt. De Hongaarse bas-bariton Károly Szemerédy is koning Salomon met autoriteit. De Britse sopraan Kim-Lillian Strebel lokt als Astaroth met haar exotische vocalise in de tweede akte Assad naar de Koningin van Seba en de geluidsopname laat haar fraai van links naar rechts zweven. De Amerikaanse bariton Kevin Moreno is Baal-Hanan. Luister naar het prachtige septet van alle solisten in de finale I. Dirigent Fabrice Bollon – bij Opera Zuid in ‘Il Barbiere di Siviglia’ (2008) en ‘Madama Butterfly’ (2012) – leidt het Philharmonisches Orchester Freiburg door de veelzijdig partituur met Grand Opéra, Wagner, Goldmarks lyriek, zwoele erotiek, exotische flair, couleur locale en Joods religieuze muziek. Het Opern- und Extrachor des Theater Freiburg en het Vokalensemble der Hochschule für Musik Freiburg beleven hun grootschalige koorpassages met volledige inzet. Het CD-boekje bevat een oninteressant essay over de conflicten in het verhaal, een synopsis, biografieën van de betrokkenen en het libretto met Engelse vertaling. Voor fans van Goldmark is er ook de uitgave van het label Gala inclusief hoogtepunten die de Hofoper Wien tussen 1903 en 1909 opnam met een fenomenale Leo Slezak als Assad en de door de Nazi’s vermoorde Grete Forst als Astaroth.
CPO 555 013-2 (3CDs)
***** De Franse mezzosopraan Marianne Crebassa nam met de Turkse pianist en componist Fazıl Say in de Großer Saal van het Mozarteum in Salzburg tussen 17 en 21 maart 2017 de CD ‘Secrets’ op. Intrigerende, zinnelijke en tergende geheimen delen zij in 18 liederen van vijf Franse componisten. ‘Trois Chansons de Bilitis’ van Debussy krijgen van Crebassa een discrete erotiek met fluwelen toon. De reikwijdte van haar kleuren en schakeringen zijn prachtig. De drie contrasterende liederen van ‘Shéhérazade’ van Ravel zingt zij weelderig en zij geeft met Fazıl Say een suggestief exotische atmosfeer. De fantasievolle, impressionistische beelden van ‘Trois Mélodies’ op.81 van Debussy zingt Crebassa respectievelijk dramatisch, melancholisch en lyrisch. In de ‘Vocalise-étude en forme de habanera’ van Ravel toont zij haar ademsteun op de ritmische begeleiding van Say. De vier ‘Mirages’ op.113 van Fauré zijn als een muzikale stroming. Crebassa vertolkt ze charmant, droomachtig, lyrisch en sensueel met fraaie licht/donkerschakeringen. De pijn, verdriet en melancholie kenmerken de vier ‘Mélodies’ van Duparc en Crebassa en Say maken ze voelbaar door hun kernachtige en ongekunstelde benadering. De CD sluit af met een eigen compositie van Fazıl Say ‘Gezi Park 3’, die hij en Crebassa in première brachten in 2014 in Bremen als een ballade voor mezzo, piano en orkest. Het werk is onderdeel van een serie composities over de onderdrukking van de protesten in Gezi Park te Istanboel in juni 2013. De vocalise staat los van de rest van het programma, maar is typerend voor de uitgesproken Say. Marianne Crebassa bewijst met deze CD haar grote talent. Haar mooie, ronde, warme en soms rokerige mezzo heeft een donkere laagte. Daarbij hanteert zij het vibrato fraai en geeft de huig “r” extra intimiteit en couleur locale. Een aanrader!
Erato 0190295768973 (1CD)
**** De Duitse bas-bariton Matthias Goerne zong nog nooit bij de Bayreuther Festspiele. Toch heeft hij zich ontwikkeld tot een ware heldenbas-bariton en vertolkte hij met name in de Wiener Staatsoper rollen in opera’s van Richard Wagner (1813-1883). Zijn ervaring als Wagnerzanger heeft hij nu aangewend voor de dubbel-CD ‘The Wagner Project’, die tussen 21 en 24 maart 2016 en tussen 26 en 31 mei 2016 in de Berwaldhallen in Stockholm werd opgenomen. De eerste CD draagt de titel ‘Of Gods and Men’. Daarop opent Goerne de Fliedermonolog van Hans Sachs uit ‘Die Meistersinger von Nürnberg’. Goerne heeft een open stem die hij breed houdt in de hoogte en dat maakt hem uiterst geschikt voor Wagner. Zijn stem is donkerder geworden waardoor hij ook steeds meer baspartijen zingt. Zo was hij in 2005 in de Metropolitan Opera van New York Papageno in ‘Die Zauberflöte’ en zingt hij volgend jaar in Salzburg in dezelfde opera Sarastro. In 2013 en 2017 zong hij in ‘Tristan und Isolde’ in de Wiener Staatsoper de rol van Kurwenal en stond hij in 2015 voor dezelfde opera gepland als Marke in het Amsterdamse Concertgebouw, maar moest wegens ziekte afzeggen. De grote monoloog van Marke uit de tweede akte laat horen wat men toen moest missen, een diep teleurgestelde koning. Goerne maakte in 2015 zijn debuut als de god Wotan in ‘Das Rheingold’ in Hong Kong en dit debuut werd door het label Naxos op CD gezet. Op de nieuwe CD zingt Goerne het finalefragment, maar klinkt hij helaas te gereserveerd als hij met Fricka over de regenboog Walhalla binnenschrijdt. In Hong Kong zong Goerne in 2016 Wotan in ‘Die Walküre’ en ook dit debuut werd door Naxos op CD gezet. De finale “Leb wohl, du kühnes herrliches Kind” zingt hij op de nieuwe CD toepasselijk ontgoocheld en het slot vurig. De tweede CD heeft de titel ‘Redemption’ en biedt drie personages die verlossing zoeken. Allereerst de Holländer in ‘Der fliegende Holländer’ met zijn opkomst “Der Frist ist um”. De teleurgestelde en gebroken Holländer hoort men bij Goerne echter nog niet. Wolfram in ‘Tannhäuser’ zong Goerne in 2010 in de Wiener Staatsoper naast de Nederlandse heldentenor Frank van Aken als Tannhäuser. Voor Wolfram is de stem van Goerne wellicht iets te donker geworden, maar hij fraseert prachtig en houdt in het pp “Da scheinest du” de stem fraai licht. Het mysterie van de verlossing van Amfortas in ‘Parsifal’ zit in het sterven om weer te leven door de kracht van de geest. Goerne bezat de pijnlijke wond in de Wiener Staatsoper in 2014 en zijn monoloog uit de derde akte is op de nieuwe CD indrukwekkend. Het Swedish Radio Symphony Orchestra is bovendien nog te horen in zes instrumentale fragmenten uit Wagner-opera’s. Onder leiding van dirigent Daniel Harding speelt het orkest verzorgd en Goerne kan diens langzame tempi goed bijhouden.
Harmonia Mundi HMM 902250.51 (2CDs)
**** De Duitse componiste Fanny Hensel (1805-1847) werd geboren als Fanny Zippora Mendelssohn. Zij was de kleindochter van de filosoof Moses Mendelssohn en zus van de componist Felix Mendelssohn. Op 21 maart 1816 werden Fanny en Felix Mendelssohn christelijk gedoopt en bij die gelegenheid werd “Bartholdy” aan de familienaam toegevoegd. In 1829 trouwde Fanny met de schilder Wilhelm Hensel. Fanny Hensel schreef 466 muzikale composities, waarvan een diverse liederen werden uitgebracht onder de naam van haar broer Felix. In de serie ‘Mendelssohn; Complete Songs’ van het label Champs Hill Records is voor deel drie Fanny Hensel, ‘The Other Mendelssohn’ aan de beurt. De CD werd op 2 en 3 december 2013, 16 en 17 maart 2015 en tussen 6 en 9 juli 2015 opgenomen in de Music Room van Champs Hill in het Britse West Sussex. De 24 liederen zijn gegroepeerd naar tekstdichter. De Portugese lyrische sopraan Susana Gaspar opent de CD met een levendig “Morgenständchen”. De hoogte van haar gepeperde sopraan klinkt scherp, maar in het treurige “Die frühen Gräber” komt haar stem in Fanny’s kenmerkende kunst met brede, wijde uitgesponnen frasen goed tot haar recht. Gaspar besluit ook de CD met haar zevende bijdrage “Bergeslust” – ook Fanny’s laatste lied – vol vreugde. De Welshe bariton Gary Griffiths zingt vijf liederen op de CD. Het behaaglijke “Ich kann wohl manchmal singen” met de harpachtige begeleiding van Martineau – en Fanny’s typerende afwisselingen tussen mineur en majeur – passen minder bij zijn donkere bariton, maar de wanhoop en eenzaamheid van “Im Herbst” en het mistige “Vorwurf” treft hij beter. De Zwitserse bariton Manuel Walser is te horen in negen liederen, waaronder vier liederen op teksten van Heinrich Heine. Walser is een talent. Het eerlijke geluid, fantastische legato en de heldere dictie van zijn lyrische bariton zijn een genot. Luister naar zijn gedoseerde vibrato in het wonderbare “Dämmerung senkte sich von oben”. De Engelse mezzosopraan Kitty Whately werd in september 2017 besproken vanwege haar CD met liederen van Jonathan Dove en op de nieuwe CD zingt zij drie liederen van Fanny Hensel. Haar brede mezzo en haar heldere uitspraak en tekstuitbeelding komen uitstekend tot hun recht in het “Warum sind denn die Rosen so blass” (ook vorig jaar op de CD van Benjamin Appl op Champs Hill uitgebracht). Vaak herinnert de stem van Whately aan Brigitte Fassbaender. Malcolm Martineau weeft de pianobegeleiding fraai door de vocale partijen en verklinkt de intense chromatiek van Fanny Hensel helder. Het CD-boekje bevat een uitstekend essay van Susan Youens over Fanny Hensel en het repertoire op de CD en alle liedteksten met Engelse vertaling.
Champs Hill Records (1CD)
*** De Libanees-Canadese sopraan Joyce El-Khoury nam voor Opera Rara al de rol van Pauline uit ‘Les Martyrs’ van Donizetti op. De rol van Pauline werd tijdens de wereldpremière gezongen door de sopraan Julie Dorus-Gras en als eerbetoon aan Dorus en haar rollen heeft Joyce El-Khoury in februari 2017 in The Stoller Hall van Chatham’s School of Music te Manchester de CD ‘Écho’ opgenomen. El-Khoury kent men in Amsterdam nog van haar vertolking van Musetta in de kille DNO ‘La Bohème’ van regisseur Benedict Andrews uit 2014. Zij opent de CD met “Regnava nel silenzio” uit ‘Lucia di Lammermoor’. Julie Dorus-Gras had de partij in 1847 in het Engels gezongen in het Drury Lane Theatre van Londen onder leiding van Berlioz. De vertolking van Joyce El-Khoury is een copy van die van Maria Callas. Zij zingt met volledige inzet en gepeperde stem. Haar timbre is echter omfloerst en haar dictie wollig. Dorus creëerde in de wereldpremière van ‘Robert le Diable’ (1831) van Meyerbeer de rol van Alice, maar zong daarna ook wel de partij van Isabelle. Joyce El-Khoury zingt de aria van Isabelle “Robert, toi que j’aime” en twee aria’s van Alice, die hier en daar verspreid over de CD staan. De hoogte van El-Khoury klinkt hier vooral scherp. Vervolgens in het Frans de aria “Wie nahte mir der Schlummer” uit ‘Der Freischütz’, die Dorus tijdens concerten zong. El-Khoury komt hier stug over en haar vertolking behoeft meer tekstuitbeelding. Het duet “Lucia, perdona” is aantrekkelijk vanwege de prachtig legato en belcanto zang van Michael Spyres. Het hoogtepunt van de CD is de aria “Jours de mon enfance” van Isabelle uit het begin van de tweede akte van ‘Le Pré aux Clercs’ van Hérold. Julie Dorus-Gras nam de rol na de wereldpremière over en werd in vijf dagen gecoacht door Hérold. De stress zou de gezondheid van de componist dermate hebben aangetast dat hij vijf weken later overleed. De CD besluit met “Assez longtemps” van Eudoxie uit ‘La Juive’ van Halévy en “Les belles fleurs” van Teresa uit ‘Benvenuto Cellini’ van Berlioz. Dirigent Carlo Rizzi en The Hallé zijn beproefde en onkreukbare partners. Dorus’ belangrijke rollen uit ‘La Muette de Portici’ en Marguerite de Valois in ‘Les Huguenots’ van Meyerbeer ontbreken op deze CD van ruim 79 minuten. De CD bevat een CV van Julie Dorus-Gras en alle gezongen teksten. Joyce El-Khoury geeft in het CD-boekje aan dat “I am always looking to […] expand my vocal palette” en hopelijk gaat dat niet ten koste van een lange carrière, want de registers klinken al redelijk gescheiden.
Opera Rara ORR252 (1CD)