13-09-2017
Op 12 september 2017 is de Italiaanse sopraan Nicoletta Panni overleden.
Nicoletta Panni werd op 27 augustus 1933 in Rome geboren als nicht van de beroemde bariton Giuseppe de Luca (1876-1960). Zij studeerde aan de Accademia di Santa Cecilia van Rome bij Giannina Arangi-Lombardi en won zangconcoursen in Genève, Spoleto en Vercelli plus een beurs voor een operastudie aan het Teatro Comunale van Bologna.
In 1953 maakte Nicoletta Panni haar operadebuut in Spoleto in ‘Il Segreto di Susanna’ van Wolf-Ferrari. In 1957 zong zij in het Teatro Verdi van Trieste de rol van Blanche in ‘Dialogues des Carmélites’ van Poulenc.
In het Teatro Fenice van Venetië trad zij in 1961 op als Euridice in ‘Orfeo ed Euridice’ van Gluck en in 1967 als de Gravin in ‘Le Nozze di Figaro’ van Mozart. Tussen 1961 en 1971 was zij regelmatig te bewonderen in het Teatro Regio van Turin in rollen als Lauretta in ‘Gianni Schicchi’ en Liù in ‘Turandot’ van Puccini.
Op 13 juni 1962 debuteerde zij in het Teatro alla Scala van Milaan als Morasto in ‘La Vida Ninfa’ van Vivaldi. Verder zong zij in de Scala nog Euridice in ‘Orfeo ed Euridice’ op 26 juni 1962. In 1962 gaf Nicoletta Panni ook gastoptredens in het Teatro Liceo van Barcelona als Desdemona in ‘Otello’ van Verdi. Ook in 1962 maakte zij haar Amerikaanse debuut bij de Philadelphia Opera als Marguerite in ‘Faust’ van Gounod. In het seizoen 1962/1963 trad zij ook op als Euridice in het Teatro San Carlo van Napels, waar zij in 1975 nog Micaëla in ‘Carmen’ zong.
Op 9 november 1963 maakte zij haar debuut in de Metropolitan Opera van New York als Mimì in ‘La Bohème’ van Puccini. Zij zong vier maal in de Met. Naast haar twee optredens als Mimì zong zij er twee maal Marguerite in ‘Faust’ in 1963. Ook in 1963 zong zij Micaëla in Genève en Susanna in ‘Le Nozze di Figaro’ in het Teatro San Carlos van Lissabon.
In 1964 vertolkte zij Micaëla en Zerlina in ‘Don Giovanni’ bij de Lyric Opera of Chicago en Mimì in het Teatro Comunale van Florence.
In 1965 was zij Leonora in ‘Il Trovatore’ in Baltimore, de Gravin in ‘Le Nozze di Figaro’ in het Teatro dell’ Opera van Rome, Alice Ford in ‘Falstaff’ van Verdi in Nice en Ninetta in ‘La Gazza Ladra’ van Rossini tijdens het Maggio Musicale Fiorentino.
In 1966 zong zij Mélisande in ‘Pelléas et Mélisande’ van Debussy en Olga in ‘Het Meisje van Pskow’ van Rimsky Korsakov in het Teatro Comunale van Bologna. Ook in 1966 trad zij in het Teatro Verdi van Trieste op als Emma in ‘Khovansjtsjina’ van Moessorgsky en keerde er voor de rol terug in 1969 en 1973. Verder zong zij in 1966 in de Italiaanse première van ‘Die Brautwahl’ van Busoni. In deze opera trad zij in 1969 ook in Rome op.
Verdere gastoptredens brachten haar in 1970 naar Genua voor Giulietta in ‘Les Contes d’Hoffmann’ van Offenbach en naar het Festival Aix-en-Provence voor de Gravin in ‘Le Nozze di Figaro’. In 1971 vertolkte zij tijdens het Festival di Caracalla van het Teatro dell’Opera van Rome de rol van Liù in ‘Turandot’.
Haar stem is vastgelegd op opnamen als Sophie in ‘Werther’ van Massenet (Melodram), in als Maria ‘La Guerra’ van Rosselini naast Magda Olivero (Eklipse), in aria’s van Mercadante (EJS) en het Magnificat (BWV 243) van J.S. Bach (Fonit Cetra).
Lees in Repubblica