***** De Canadese mezzosopraan Michèle Losier was in 2008 laureate van de Koningin Elisabethwedstrijd in Brussel. In 2009 kwam haar eerste solo-CD ‘Henri Duparc; Complete Melodies’ uit en in 2015 zong zij de rol van Ascanio in ‘Benvenuto Cellini’ in Amsterdam. Haar buitenlandse carrière bracht haar al naar diverse belangrijke operahuizen in Europa, waaronder het Gran Teatre del Liceu van Barcelona, de Wiener Staatsoper, het Teatro Real van Madrid, het Royal Opera House Covent Garden van Londen, De Munt van Brussel en de Opéra National de Paris. In november 2015 nam zij in de Salle Françoys-Bernier van de Canadese gemeente Saint-Irénée bij Quebec haar tweede solo-CD ‘Temps Nouveau’ op. De CD bevat 25 liederen van vijf Franse componisten, die Losier uitkoos tijdens haar eerste zwangerschap. Als eerste zingt zij zes van de zo’n 200 mélodies van Charles Gounod, grondlegger van de Franse mélodies. Luister naar Losiers rusteloosheid en blijmoedigheid in het bekende “Chanson de printemps”, het zwaarmoedige “Ma belle amie est morte” op tekst van Gautier en haar nostalgische klank in “Prière” op tekst van Sully-Prudhomme. Losier behandelt de liederen met zorg en gevoel voor intonatie. Vervolgens vijf van de zo’n 200 ondergewaardeerde en slechts zelden uitgevoerde mélodies van Jules Massenet. Interessante keuzes zijn het openingslied uit de cyclus ‘Poème du Souvenir’, de aria “Dors, ami” uit de tweede akte van de opera ‘Don César de Bazan’ en het vijfde deel “Crépuscule” uit de zesdelige liederencyclus ‘Poème Pastoral’; suikerzoete, maar heerlijke sentimentaliteit. Van de vijftien liederen van César Franck koos Losier vijf, waaronder “Le mariage des roses” (in 1936 ook opgenomen door Georges Thill), het prachtige “Nocturne” (met orkest opgenomen door Germaine Martinelli in 1929 en Arthur d’Endrèze in 1930) en het serene “La Procession” (met orkest opgenomen door Charles Panzéra in 1931). De Canadese pianist Olivier Godin speelt de harpachtige begeleiding schitterend. Van Georges Bizet vier van de niet heel bevlogen ’20 Mélodies’ op.21 op teksten van Hugo en Gautier, waarvan het oriëntaalse “Adieux de l’hôtesse arabe” met de tamboerachtige pianobegeleiding nog wel aardig is. Ten slotte vijf liederen van Camille Saint-Saëns. Luister naar het opgewonden “L’attente” op tekst van Hugo en tot slot de titelsong “Temps nouveau” – inclusief triller – die Saint-Saëns een paar maanden voor zijn dood in 1921 componeerde. De interpretaties van Losier zijn intelligent en uitzonderlijk verfijnd en opvallend haar stemschoonheid, kleurrijke tekstuitbeelding en verstaanbaarheid. Het CD-boekje bevat een klein essay van de zangeres en de Franse liedteksten zonder vertaling. Een zangeres met een groot talent!
Atma Classics ACD2 2720 (1CD)
***** De Engelse componist Brian Elias (1948) studeerde aan de Royal College of Music in Londen bij Humphrey Searle en Bernard Stevens en later bij Elisabeth Lutyens. Elias werkte vijf jaren in de financiële markt van New York voordat hij terugkeerde naar Londen en zich volledig ging concentreren op zijn muzikale carrière. De nieuwe CD-uitgave van het label NMC met werken van de niet-arbeidsproductieve componist opent met de driedelige, instrumentale compositie ‘Geranos’ (1985) uitgevoerd door het ensemble Psappha onder leiding van de Engelse dirigent Nicholas Kok. De overige drie – vocale – composities op de CD dateren van een kwart eeuw later. ‘Meet Me in the Green Glen’ (2008-9) is een vijfdelige cyclus voor solo zangstem zonder begeleiding. Het is een cyclus, die door één of meerdere zangers individueel kan worden uitgevoerd. Het werk beleefde zijn wereldpremière op 3 oktober 2013 in St Andrews in Schotland uitgevoerd door mezzosopraan Susan Bickley en Bickley en bariton Roderick Williams namen op 7 december 2016 in de Yehudi Menuhin School in Surrey twee, respectievelijk drie liederen voor de CD op. De compositie bezit door de elementaire eenvoud een soort antieke oudheid. Het bevat een idee van ongekunsteldheid, eenzaamheid en vervreemdheid. Tijdens dezelfde opnamesessie werd ook ‘Once did I breathe another’s breath’ (2012) vastgelegd. De eerste uitvoering van het werk werd gegeven door de Engelse bas-bariton Ashley Riches en pianist Iain Burnside op 31 mei 2013 tijdens de Ludlow Weekend of English Song in Ludlow Assembly Rooms. Ook dit is een vijfdelige compositie en Roderick Williams brengt een ingetogen atmosfeer teweeg, waar de begeleiding van Iain Burnside af en toe als een weerlicht doorheen schijnt. En luister naar het prachtige, onbegeleide einde! De CD besluit met de live-opname van de wereldpremière van ‘Electra Mourns’ (2011), die op 11 augustus 2012 tijdens de BBC Proms plaatsvond. Uitvoerenden zijn Susan Bickley, althoboïst Nicholas Daniel en de Britten Sinfonia onder leiding van dirigent Clark Rundell. De boeiende compositie won in 2013 de British Composer Award. De althobo spiegelt het verdriet, de woede en de spijt in de Griekse woorden van Elektra als zij rouwklaagt bij de urn, waarin zij de as van Orestes veronderstelt. Deze recente werken van Elias zijn interessanter dan ‘A Talisman’ uit 2004, dat eerder bij NMC op CD verscheen. Brian Elias is uitgegroeid tot een expressieve en lyrische componist, een zeldzaam fenomeen vandaag de dag.
NMC Recordings NMC D235 (1CD)
***** De Poolse mezzosopraan Bernadeta Sonnleitner neemt de luisteraar op haar nieuwe CD ‘Songs’ mee op een reisje door het Poolse liedrepertoire. Zij nam de CD tussen 4 en 6 augustus 2014 op in de Muziekschool van de Poolse stad Radom. Het panorama wordt geopend met vier liederen uit op.74 van Fryderyk Chopin; het lichte en geestige “Piosnka litewska”, het overpeinzende treurlied “Melodia”, het eenvoudige en vrolijke “Poseł” en het quasi geïmproviseerde “Leci liście z drzewa”. Bernadeta Sonnleitner vindt in elk lied de passende kleur met haar solide en egale mezzo. Vervolgens zingt zij liederen van Mieczysław Karłowicz. De componist schreef zijn 22 liederen op 20-jarige leeftijd in Berlijn. Van de vijf liederen die Bernadeta Sonnleitner uit dit oeuvre zingt, behoren de eerste en laatste twee tot op.3. Zij vertolkt de strofische, melodische miniatuurtjes betoverend. De modernere ‘Trzy poematy’ op. 5 van Karol Szymanowski zijn somberder van aard. De pianist Jakub Tchorzewski heeft hier niet meer zozeer een begeleidende rol, maar is meer een gesprekspartner. Sonnleitner en Tchorzewski maken het aangrijpende thema – een roep uit wanhoop na het verlies van een geliefde – uiterst voelbaar. Daarentegen zijn de ‘Trzy pieśni do słów Kazimiery Iłłakowiczówny’ van Roman Palester uit 1930 geestig, ironisch en speels en Poulenc om de hoek komt kijken. De cyclus is nu voor het eerst op opgenomen en de liedjes zijn van dezelfde tekstdichteres als van de gedichten die Witold Lutosławski toonzette in ‘Pięć pieśni do słów Kazimiery Iłłakowiczówny’. Deze cyclus uit 1957 was de eerste waarin Lutosławski de twaalftoontechniek hanteerde. De liederen zijn helder en de muziek beeldend. Luister naar de ijzige, dunne winter van “Zima” en de kerkklokken in “Dzwony cerkiewne”. De CD besluit met de vocalise ‘Dreamscape’ van Andrzej Panufnik uit 1977. Panufnik laat aan de zanger de keuze van de klinker en frasering. Hij maakt tevens gebruik van kwarttonen om zoveel mogelijk emoties te uit te drukken. Sonnleitner en Tchorzewski maken een grote emotionele boog van een dromerige rust tot dramatische hysterie en terug. Bernadeta Sonnleitner is een talentvolle zangeres, is muzikaal, heeft gevoel voor dramatiek en is in staat tot grote tekstuitbeelding, ook al mag het hier en daar wat meer legato hebben. Het CD-boekje bevat de liedteksten en een goed essay van Piotr Maculewicz, allebei in het Pools met Engelse en Italiaanse vertaling. Dit gevarieerde programma is interessant voor liefhebbers van 20ste-eeuwse vocale muziek.
Acte Préalable AP0337 (1CD)
**** De Duitse sopraan Diana Damrau presenteert op haar CD ‘Meyerbeer; Grand Opera’ elf aria’s uit het operarepertoire voor sopraan van de Duitse componist Giacomo Meyerbeer (1791-1864). Zij nam de CD tussen 28 augustus en 4 september 2015 in de Opéra National de Lyon op. De CD opent met de aria van Berthe uit ‘Le Prophète’ (1849), één van de zes Franse opera’s die Meyerbeer tussen 1831 en 1865 schreef. De romance “Robert, toi que j’aime” uit de vierde akte van andere Franse Grand Opéra ‘Robert le Diable’ (1831) presenteert Meyerbeer op zijn best met grote bogen en bezieling als Roberts verloofde Isabelle hem smeekt berouw te tonen. “Nur in der Dämm’rung Stille” is een aria uit de opera ‘Alimelek’ (1814) van de jonge Meyerbeer met orkestrale invloeden van Von Weber. De componist vertrok wegens gebrek aan succes in zijn vaderland naar Italië waar hij onder invloed van Rossini vijf opera’s componeerde. De grote aria “Con qual gioi” van Palmide uit ‘Il Crociato in Egitto’ (1824) – bestaande uit verschillende delen – is hiervan een voorbeeld. Vervolgens keert de CD terug naar Parijs voor het populaire “Ombre légère” uit ‘Le Pardon de Ploëmel’ (1859), beter bekend als ‘Dinorah’. De bloemrijke coloraturen zijn koren op de molen van Diana Damrau. Terug naar de Duitse periode zingt Damrau de aria “Lebe wohl, geliebte Schwester” uit ‘Ein Feldlager in Schlesien’, hier voor het eerst opgenomen. De grote scène “Ô beau pays” van Marguerite de Valois uit ‘Les Huguenots’ (1836) bezit verleidelijke charme, cantabile en een spetterend vuurwerk aan het slot, dat doet denken aan de cabaletta’s. De CD eindigt met de betoverend lyrische aria “Adieu, mon doux rivage” uit ‘L’Africaine’ (1865) die vaak weggelaten wordt. De indruk die de stem van Diana Damrau achterlaat is een eenkleurige, vaak onverstaanbare sopraan met in de hoogte een brede, scherpe klank en wijkend vibrato. En uiteindelijk is er meer presentatie dan portrettering. Het Orchestre de l’Opéra National de Lyon speelt onder leiding van dirigent Emmanuel Villaume levendig en vliedend, evenals de vijf zangers in kleine invullingen. Het CD-boekje bevat een inleiding van Damrau, alle gezongen teksten met vertaling en een musicologisch essay van Alexandre Dratwicki over de opera’s van Meyerbeer. De opgenomen aria’s worden hierin kort genoemd, maar het biedt geen beeld van de personages. Helaas geven de opgenomen aria’s ook geen chronologisch overzicht van de carrière van Meyerbeer. Zover bekend bestond er nog geen studio-CD die volledig gewijd was aan aria’s van Meyerbeer en wat dat betreft is dit een welkome uitgave.
Erato 0190295848996 (1CD)
**** Voor Robert Schumann (1810-1856) was 1840 het jaar van de liederen: hij schreef in dat jaar 138 liederen, waaronder Liederkreis, op. 39, Frauenliebe und -leben, op. 42 en Dichterliebe, op. 48. De liederen uit de tweede liedperiode van Schumann – 1849-1852 – hebben nooit de populariteit genoten van die van 1840. De reden daarvan is wellicht de melancholie en complexere harmonieën van de latere liederen. Voorbeeld is ‘Sechs Gedichte und Requiem’ op.90 uit 1850, waarvan de Duitse bariton Matthias Goerne liederen 2 tot en met 7 gebruikt als opening van zijn nieuwe CD ‘Einsamkeit; Schumann Lieder’. Goerne nam de CD in maart 2015 in de Teldex Studio van Berlijn op met pianist Markus Hinterhäuser als begeleider. Ook in “Der Einsiedler”, het laatste lied uit ‘Drei Gesänge’ op.83 uit 1850, is de vereenvoudiging en terughoudendheid kenmerkend voor Schumanns latere stijl. Goerne zingt het lied plechtig, kalm en ingetogen. Uit de vroege periode rond 1840 presenteert Goerne van het boeket met 26 ‘Myrthen’ op.25 uit 1840 het bekende nr.7 “Die Lotosblume” teder en sensueel en nr.24 “Du bist wie eine Blume” prachtig delicaat. En uit de twaalf ‘Gedichte aus Liebesfrühling’ op.37 uit 1841 benadert hij het eerste, aria-achtige lied “Der Himmel hat eine Träne geweint” ongecompliceerd. Opnieuw uit ‘Myrthen’ op.25 is “Was will die einsame Träne” een uitgesproken lied uit de vroege periode. Uit ‘Minnespiel’ op.101 uit 1849 vertolkt Goerne het vierde lied “Mein schöner Stern!” vol bezorgdheid en verlangen met de donkere bassen in de pianobegeleiding van Markus Hinterhäuser. In het openingslied “Nachtlied” uit ‘Lieder und Gesänge’ op.96 uit 1850 verklinkt Goerne de innerlijke rust. Hij zingt vervolgens de eerste vijf liederen van ‘6 Gesänge’ op.89 uit 1850 – opgedragen aan Jenny Lind – met het meer op spraak/taal gebaseerde ritme en invloeden van Wagner. Goerne sluit de CD af met het laatste lied “Abendlied” uit ‘6 Gesänge’ op.107 uit 1851. Matthias Goerne is een technisch volmaakte bariton, die op indrukkende wijze van een week en pianissimo kopregister neerdaalt in een kernachtig borstregister. Maar door het melancholische repertoire en de verstilde uitvoering is ‘Einsamkeit’ geen kleurrijke CD geworden.
Harmonia Mundi HMM 902243 (1CD)
*** De Amerikaanse bariton Lester Lynch zong reeds in een aantal producties van de Sächsische Staatsoper Dresden en de rol van Crown in ‘Progy and Bess’ in de Scala. In september en oktober 2015 nam hij in de Skywalker Sound van de Californische plaats San Rafael de CD ‘On My Journey Now’ op. Deze CD bevat 24 spirituals, gospels en hymnen; Afrikaans-Amerikaanse liederen van vrijheid en verheerlijking, tegen geweld en onderdrukking, onrechtvaardigheid en ongelijkheid, die een effect hadden op de Amerikaanse geschiedenis. De songs zijn te verdelen in drie groepen: Liederen van de plantage en slavernij (“Deep river”), religieuze en bijbelliederen (“Go down Moses”, “He’s got the whole world in his hands”) en liederen van hoop en vrijheid (“Every time I feel the spirit”). Zij zijn op de CD helaas niet gegroepeerd. Lester Lynch is een intelligente en nadenkend zanger en zijn bariton is groot en kernachtig, maar niet altijd ontspannen. Soms ontbreekt het daardoor aan intimiteit. De begeleiding van de liederen is gevarieerd, nu eens met gitaar en harmonica, dan weer piano, dan weer orgel en dat maakt het afwisselend. De ART Singers zingen op zeven liederen mee. En uiteindelijk ook nog op de bonus: Op track 25 de première-opname van het prachtige “Dream big speak loud” van Jennifer Walsey.
Pentatone PTC 5186 571 (1CD)